Toelichting bij COM(2008)217 - Wijziging van de aanpassingscoëfficiënten die van toepassing zijn op de bezoldigingen en de pensioenen van de ambtenaren en de andere personeelsleden van de EG

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel



Overeenkomstig artikel 4 van bijlage XI bij het Statuut wordt bij aanzienlijke wijziging van de kosten van levensonderhoud tussen juni en december, op basis van door Eurostat verstrekte gegevens, besloten tot de in artikel 65, lid 2, van het Statuut bedoelde tussentijdse aanpassingen van de bezoldigingen en de pensioenen, waarbij tevens rekening wordt gehouden met de prognose inzake de ontwikkeling van de koopkracht tijdens de lopende referentieperiode van één jaar.

Indien nodig wordt het voorstel van de Commissie uiterlijk in de tweede helft van april bij de Raad ingediend.

Algemene achtergrond



Overeenkomstig artikel 6 van bijlage XI bij het Statuut wordt besloten tot aanpassingen voor alle standplaatsen (met inbegrip van Brussel) indien de drempelwaarde voor Brussel wordt bereikt. Indien deze drempelwaarde niet wordt bereikt, wordt enkel besloten tot aanpassingen voor de standplaatsen waar de drempelwaarde wordt bereikt.

Overeenkomstig artikel 7 van bijlage XI bij het Statuut is de waarde van de aanpassing gelijk aan het internationale indexcijfer van Brussel, eventueel vermenigvuldigd met de helft van de specifieke, vooruit berekende, indicator indien deze negatief is.

De specifieke indicator meet de ontwikkeling van de nettobezoldigingen van de nationale ambtenaren in dienst van de centrale overheid van de lidstaten. Eurostat heeft deze indicator vastgesteld aan de hand van de gegevens die zijn verstrekt door de in artikel 1, lid 4, van bijlage XI genoemde acht lidstaten.

Het internationale indexcijfer van Brussel meet de ontwikkeling van de kosten van levensonderhoud in Brussel voor de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen. Eurostat heeft deze index vastgesteld aan de hand van de door de Belgische autoriteiten verstrekte gegevens.

De aanpassingscoëfficiënten zijn gelijk aan de verhouding tussen de betrokken economische pariteit en de betrokken wisselkoers als bedoeld in artikel 63 van het Statuut, die, als de aanpassingsdrempel niet is bereikt voor Brussel, wordt vermenigvuldigd met de waarde van de aanpassing.

De economische pariteiten voor de bezoldigingen zorgen voor de gelijkwaardigheid in koopkracht van de bezoldigingen tussen de referentiestad Brussel en de andere standplaatsen. Eurostat heeft deze pariteiten berekend in overleg met de nationale diensten voor de statistiek.

De economische pariteiten voor de pensioenen zorgen voor de gelijkwaardigheid in koopkracht van de pensioenen tussen het referentieland België en de andere landen van verblijf. Eurostat heeft deze pariteiten berekend in overleg met de nationale diensten voor de statistiek.

Bestaande bepalingen op het door het voorstel bestreken gebied



Dit voorstel vormt een aanvulling op het voorstel dat elk jaar wordt ingediend om de bezoldigingen en de pensioenen aan te passen.

Samenhang met andere beleidsgebieden en doelstellingen van de EU



Niet van toepassing.

1.

Raadpleging van belanghebbende partijen en effectbeoordeling



Raadpleging van belanghebbende partijen



Wijze van raadpleging, voornaamste geraadpleegde sectoren en algemeen profiel van de respondenten

Over de elementen van het voorstel is volgens de geldende procedures overleg gepleegd met de vertegenwoordigers van het personeel.

Samenvatting van de reacties en hoe daarmee rekening is gehouden



In het voorstel wordt rekening gehouden met de adviezen van de geraadpleegde partijen.

Bijeenbrengen en benutten van deskundigheid



Er behoefde geen beroep te worden gedaan op externe deskundigheid.

Effectbeoordeling



- Het voorstel beoogt de bezoldigingen en pensioenen aan te passen overeenkomstig de vigerende wetgeving.

- De vigerende wetgeving laat geen ruimte voor alternatieven.

2.

Juridische elementen van het voorstel



Samenvatting van de voorgestelde actie



Overeenkomstig artikel 4 van bijlage XI bij het Statuut wordt met de voorgestelde maatregelen beoogd de bezoldigingen aan te passen voor de standplaatsen waar zich een aanzienlijke wijziging van de kosten van levensonderhoud heeft voorgedaan.

De ontwikkeling van de kosten van levensonderhoud voor Brussel, gemeten met behulp van het internationale indexcijfer van Brussel over de periode van juni tot december van het voorafgaande jaar, is gelijk aan 1,5% .

De ontwikkeling van de kosten van levensonderhoud buiten België en Luxemburg gedurende de referentieperiode wordt gemeten met behulp van de impliciete indexcijfers die door Eurostat worden berekend. Deze indexcijfers komen overeen met het product van het internationale indexcijfer van Brussel en de schommeling van de economische pariteit.

De drempelwaarde is het percentage dat overeenstemt met 7% voor een periode van twaalf maanden (3,5% voor een periode van zes maanden).

Het impliciete indexcijfer dat van toepassing is op de bezoldigingen gaat de drempel te boven voor de volgende landen of standplaatsen:

- Bulgarije 6,5%

- Estland 5,6%

- Letland 5,9%

- Litouwen 9,1%

- Roemenië 3,8%.

Het impliciete indexcijfer dat van toepassing is op de pensioenen gaat de drempel te boven voor de volgende landen of standplaatsen:

- Bulgarije 6,3%

- Estland 4,5%

- Letland 5,4%

- Litouwen 6,0%

- Roemenië 3,9%.

De tussentijdse aanpassing is gelijk aan het internationale indexcijfer voor Brussel, eventueel vermenigvuldigd met de helft van de specifieke, vooruit berekende indicator, indien deze negatief is.

De prognose van de specifieke indicator is gelijk aan -1,1% , wat betekent dat de tussentijdse aanpassing gelijk is aan 1,0% .

De aanpassingscoëfficiënten zijn gelijk aan de verhouding tussen de betrokken economische pariteit en de betrokken wisselkoers die, als de aanpassingsdrempel niet is bereikt voor Brussel, wordt vermenigvuldigd met de waarde van de tussentijdse aanpassing.

Deze aanpassingscoëfficiënten worden van kracht op 1 januari. Voor de landen of standplaatsen waarvoor het impliciete indexcijfer hoger is dan 6,3%, worden zij echter van kracht op 16 november. Voor de landen of standplaatsen waarvoor het impliciete indexcijfer hoger is dan 12,6%, worden zij van kracht op 1 november.

Bijgevolg gaan met ingang van 16 november 2007 de aanpassingscoëfficiënten die van toepassing zijn op de bezoldigingen de drempel te boven voor de volgende landen of standplaatsen:

- Bulgarije 69,7

- Litouwen 77,4.

Bijgevolg gaan met ingang van 1 januari 2008 de aanpassingscoëfficiënten die van toepassing zijn op de bezoldigingen de drempel te boven voor de volgende landen of standplaatsen:

- Estland 83,6

- Letland 83,6

- Roemenië 78,8.

De aanpassingscoëfficiënten die van toepassing zijn op de overmakingen van de ambtenaren en andere personeelsleden naar de landen of standplaatsen waar de drempel is overschreden, bedragen bijgevolg:

- Bulgarije 61,4

- Estland 80,8

- Letland 78,8

- Litouwen 71,5

- Roemenië 72,9.

Overeenkomstig artikel 20, lid 1, tweede alinea, van bijlage XIII bij het Statuut bedraagt de minimumaanpassingscoëfficiënt die van toepassing is op de pensioenen 100. Bijgevolg blijven de aanpassingscoëfficiënten die van toepassing zijn op de pensioenen ongewijzigd.

Rechtsgrondslag



De rechtsgrondslag is het Statuut en met name bijlage XI.

Subsidiariteitsbeginsel



Het voorstel betreft een gebied dat onder de exclusieve bevoegdheid van de Gemeenschap valt. Het subsidiariteitsbeginsel is derhalve niet van toepassing.

Evenredigheidsbeginsel



Het voorstel is om de volgende redenen in overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel:

- Bijlage XI bij het Statuut voorziet in een verordening van de Raad.

- De financiële last is het rechtstreekse gevolg van de toepassing van de bij het Statuut vastgestelde aanpassingsmethode.

Keuze van instrumenten



Voorgesteld(e) instrument(en): verordening.

Andere instrumenten zouden om de volgende reden niet geschikt zijn:

- Bijlage XI bij het Statuut voorziet in een verordening van de Raad.

3.

Gevolgen voor de begroting



De gevolgen van de aanpassing van de bezoldigingen en pensioenen voor de administratieve uitgaven en voor de ontvangsten worden uiteengezet in bijgaand financieel memorandum.