Toelichting bij COM(2008)410 - Beëindiging van het nieuwe onderzoek ten behoeve van een nieuwe exporteur betreffende Verordening (EG) nr. 130/2006 tot instelling van een definitief antidumpingrecht op wijnsteenzuur uit China

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel



Dit voorstel betreft de toepassing van Verordening (EG) nr. 384/96 van de Raad van 22 december 1995 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap, laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2117/2005 van de Raad van 21 december 2005 ("de basisverordening").

Algemene context



Dit voorstel wordt gedaan in het kader van de tenuitvoerlegging van de basisverordening en is het resultaat van een onderzoek dat is uitgevoerd overeenkomstig de materiële en procedurele eisen van de basisverordening.

Bestaande bepalingen op het door het voorstel bestreken gebied



Verordening (EG) nr. 130/2006 van de Raad van 27 januari 2006 tot instelling van een definitief antidumpingrecht op de invoer van wijnsteenzuur uit de Volksrepubliek China.

Samenhang met andere beleidsgebieden van de EU



Niet van toepassing.

1.

Raadpleging van belanghebbende partijen en effectbeoordeling



Raadpleging van belanghebbende partijen



Partijen die belang hebben bij het onderzoek, werden overeenkomstig de bepalingen van de basisverordening in de loop van dat onderzoek in de gelegenheid gesteld hun belangen te verdedigen.

Bijeenbrengen en benutten van deskundigheid



Er hoefde geen beroep te worden gedaan op externe deskundigheid.

Effectbeoordeling



Dit voorstel vloeit voort uit de tenuitvoerlegging van de basisverordening.

De basisverordening voorziet niet in een algemene effectbeoordeling, maar bevat wel een uitputtende lijst van factoren die moeten worden beoordeeld.

2.

Juridische elementen van het voorstel



Samenvatting van de voorgestelde maatregel



Bij Verordening (EG) nr. 130/2006 van 27 januari 2006 heeft de Raad een definitief antidumpingrecht ingesteld op wijnsteenzuur van oorsprong uit de Volksrepubliek China ("het oorspronkelijke onderzoek").

Op 30 november 2007 heeft de Commissie een nieuw onderzoek, ten behoeve van een nieuwe exporteur, geopend voor één producent/exporteur in de Volksrepubliek China. De opening van het nieuwe onderzoek, door bekendmaking van Verordening (EG) nr. 1406/2007 van de Commissie, was gebaseerd op voorlopig bewijsmateriaal dat één producent/exporteur had overgelegd en waaruit bleek dat deze producent/exporteur:

- voor of tijdens het onderzoektijdvak van het oorspronkelijke onderzoek geen wijnsteenzuur heeft uitgevoerd;

- niet verbonden was met een van de producenten/exporteurs waarop de maatregelen van toepassing zijn die bij Verordening (EG) nr. 130/2006 van de Raad zijn opgelegd;

- wijnsteenzuur naar de Gemeenschap is beginnen uit te voeren na het einde van het onderzoektijdvak van het oorspronkelijke onderzoek.

Het bijgevoegde voorstel van de Commissie voor een verordening van de Raad beëindigt dat nieuwe onderzoek ten behoeve van een nieuwe exporteur, aangezien uit het onderzoek is gebleken dat de producent/exporteur na het einde van het onderzoektijdvak van het oorspronkelijke onderzoek geen wijnsteenzuur naar de Gemeenschap heeft uitgevoerd.

De Raad wordt voorgesteld zijn goedkeuring te hechten aan bijgaand voorstel voor een verordening, die in het Publicatieblad van de Europese Unie moet worden bekendgemaakt.

Rechtsgrondslag



Verordening (EG) nr. 384/96 van de Raad van 22 december 1995 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap, laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2117/2005 van de Raad van 21 december 2005.

Subsidiariteitsbeginsel



Het voorstel betreft een gebied dat onder de exclusieve bevoegdheid van de Gemeenschap valt. Het subsidiariteitsbeginsel is derhalve niet van toepassing.

Evenredigheidsbeginsel



Het voorstel is in overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel aangezien de vorm van de maatregel wordt voorgeschreven in bovengenoemde basisverordening en geen ruimte laat voor nationale besluitvorming.

Beschrijving van de wijze waarop de financiële en administratieve lasten voor de Gemeenschap, de nationale, regionale en plaatselijke overheden, bedrijven en burgers zoveel mogelijk worden beperkt en hoe zij in verhouding staan tot het doel van het voorstel: niet van toepassing.

Keuze van instrumenten



Voorgesteld instrument: verordening.

Andere instrumenten zouden ongeschikt zijn, omdat de basisverordening niet in andere mogelijkheden voorziet.

3.

Gevolgen voor de begroting



Het voorstel heeft geen gevolgen voor de begroting van de Gemeenschap.