Toelichting bij COM(2006)864 - Indiening door de lidstaten van statistieken over aquacultuur

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1) Achtergrond van het voorstel

Motivering en doel van het voorstel



De huidige Gemeenschapswetgeving op basis van Verordening (EG) nr. 788/96 van de Raad betreffende de indiening door de lidstaten van statistieken over de aquacultuurproductie verplicht de lidstaten om jaarlijkse statistische gegevens over het productievolume bij de Commissie in te dienen. Sinds de invoering van die wetgeving is de aquacultuur echter sterk gegroeid (zij vertegenwoordigt thans 27% van de waarde van de visserijproductie van de EU) en voor een rationele ontwikkeling en rationeel beheer van de aquacultuur in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid is een grotere reeks gegevens over deze sector noodzakelijk.

Algemene context



De Gemeenschapswetgeving over aquacultuurstatistiek is noodzakelijk om de marktpositie van aquacultuurproducten te inventariseren en te beoordelen.

Het onderhavige voorstel moet in samenhang worden gezien met het voorstel van directoraat-generaal Visserij en maritieme zaken (DG FISH) voor een herziene kaderverordening inzake het vergaren van gegevens. De Commissie zal erop blijven toezien dat de in dit voorstel over aquacultuurstatistieken gebruikte begrippen en definities, die in wezen de structurele kenmerken van de sector betreffen, verenigbaar zijn met die in de toekomstige uitvoeringsvoorschriften voor de kaderverordening, die op de economische aspecten van de sector is toegespitst.

Bestaande bepalingen op het door het voorstel bestreken gebied



Het voorstel heeft tot doel de bestaande communautaire wetgeving te verbeteren en te vervangen. Verordening (EG) nr. 788/96 van de Raad betreffende de indiening door de lidstaten van statistieken over de aquacultuurproductie moet daarom worden ingetrokken.

Samenhang met andere beleidsgebieden en doelstellingen van de EU



De vaststelling van deze verordening zal bijdragen aan het verkrijgen van betere gegevens voor de uitvoering van de strategie van de Commissie voor een duurzame ontwikkeling van de Europese aquacultuur (COM/2002/0511).

2)

1.

Raadpleging van belanghebbende partijen en effectbeoordeling



Raadpleging van belanghebbende partijen



Wijze van raadpleging, belangrijkste geraadpleegde sectoren en algemeen profiel van de respondenten



De nationale deskundigen op het gebied van de visserijstatistiek hebben een werkdocument over de technische inhoud van dit voorstel ontvangen en besproken. Dit document is ontwikkeld in nauwe samenwerking met het directoraat-generaal Visserij om te zorgen dat het de vereiste gegevens voor aquacultuur bevat om het communautaire visserijbeleid te kunnen ontwikkelen en beheren.

Samenvatting van de reacties en hoe daarmee rekening is gehouden



Na een aantal wijzigingen naar aanleiding van advies en opmerkingen die uit de discussies naar voren kwamen, was er bij de nationale visserijdeskundigen een brede consensus over de technische inhoud van het voorstel.

Bijeenbrengen en benutten van deskundigheid



Betrokken wetenschaps- en kennisgebieden



De nationale vertegenwoordigers op de vergadering van de werkgroep visserijstatistiek van Eurostat waren deskundigen met kennis van de bestaande wetgeving en van de nationale systemen voor de verzameling en opstelling van visserijstatistieken in het algemeen en, in veel gevallen, van aquacultuur in het bijzonder.

Gebruikte methode



Open discussie tussen de nationale deskundigen, zowel bilateraal als tijdens vergaderingen van de werkgroep visserijstatistiek.

Belangrijkste geraadpleegde organisaties en deskundigen



De deskundigen waren medewerkers van de nationale ministeries van visserij en/of de nationale bureaus voor de statistiek.

Samenvatting van ontvangen en gebruikte adviezen

Er is geen melding gemaakt van mogelijk ernstige risico's met onomkeerbare gevolgen.

Hoewel het voorstel de bestaande wetgeving uitbreidt, zijn geen risico's geïdentificeerd.

Wijze waarop het deskundigenadvies beschikbaar is gemaakt voor het publiek



De resultaten van de discussies van de deskundigen zijn opgenomen in de notulen van de vergaderingen van de werkgroep visserijstatistiek.

Effectbeoordeling



Hoewel dit voorstel meer werk voor de lidstaten met zich meebrengt, is de bijkomende administratieve last voor de sector en de lidstaten beperkt door:

- het gebruik van steekproeftechnieken toe te staan indien een volledige telling te belastend zou zijn,

- te voorzien in afwijkingen indien de verstrekking van gegevens in bepaalde sectoren de nationale instanties problemen zou bezorgen,

- de toezending van gegevens te beperken tot eens per drie jaar wanneer de jaarlijkse veranderingen niet significant zijn.

3)

2.

Juridische elementen van het voorstel



Samenvatting van de voorgestelde maatregel



Het voorstel heeft tot doel de lidstaten te verplichten:

- jaarlijks gegevens te verstrekken over het volume en de waarde van de aquacultuurproductie, ingedeeld naar soort, omgeving (zoet of zout water) en techniek (bv. in vijvers of kooien);

- om de drie jaar gegevens te verstrekken over de input van op vangst gebaseerde aquacultuur, d.w.z. het volume en de waarde van de in het wild gevangen visserijproducten die in aquacultuurinstallaties zijn geplaatst om te worden afgemest tot een verkoopbaar formaat;

- om de drie jaar gegevens te verstrekken over de productie van hatchery's ("kweekkamers"), verdeeld in producten die in aquacultuurinstallaties worden afgemest en producten die in het wild worden uitgezet, bijvoorbeeld om wateren te herbevolken.

- om de drie jaar gegevens te verstrekken over de structuur van aquacultuurbedrijven, met informatie over de gebruikte technieken en de bedrijfsgrootte.

Rechtsgrondslag



De rechtsgrondslag voor de statistische werkzaamheden van de Gemeenschap is verwoord in artikel 285 van het EG-Verdrag. Volgens dit artikel moet de Raad op basis van de medebeslissingsprocedure maatregelen voor de opstelling van statistieken nemen wanneer dit voor de vervulling van de taken van de Gemeenschap nodig is. Als eisen waaraan bij de productie van communautaire statistieken moet worden voldaan, noemt dit artikel onpartijdigheid, betrouwbaarheid, objectiviteit, wetenschappelijke onafhankelijkheid, kosteneffectiviteit en statistische geheimhouding.

Subsidiariteitsbeginsel



Het subsidiariteitsbeginsel is van toepassing voor zover het voorstel geen gebieden bestrijkt die onder de exclusieve bevoegdheid van de Gemeenschap vallen.

De doelstellingen van het voorstel kunnen om de volgende redenen niet voldoende door de lidstaten worden verwezenlijkt.

Maatregelen op lidstaatniveau zijn onvoldoende om de toevoer van vergelijkbare statistieken voor de ontwikkeling van en het toezicht op een rechtvaardig en doeltreffend communautair beleid inzake de gemeenschappelijke ordening der markten in de sector visserijproducten en producten van de aquacultuur te garanderen. Door het toenemend belang van aquacultuur hebben de lidstaten behoefte aan betrouwbare en vergelijkbare statistieken. Maatregelen van de afzonderlijke lidstaten zonder coördinatie en harmonisatie op EU-niveau zijn niet doeltreffend en efficiënt om in deze behoefte te voorzien. In overeenstemming met het subsidiariteitsbeginsel van artikel 5 van het EG-Verdrag kan het doel van het voorstel, namelijk de systematische indiening van gegevens over aquacultuurproductie voor de productie van geharmoniseerde communautaire statistieken, niet voldoende door de lidstaten afzonderlijk, maar beter door de Gemeenschap worden bereikt.

De ervaring heeft geleerd dat de lidstaten zich de laatste jaren steeds meer bewust zijn van de behoefte aan aquacultuurgegevens maar dat zij verschillende begrippen en definities gebruiken zodat de gegevens niet vergelijkbaar zijn op EU-niveau. Dit maakt de bruikbaarheid voor het beheer van aquacultuur op Gemeenschapsniveau aanmerkelijk kleiner.

De doelstellingen van het voorstel kunnen om de volgende redenen beter door een optreden van de Gemeenschap worden verwezenlijkt.

De voorgestelde verordening regelt de coördinatie en harmonisatie van gegevens op EU-niveau en bepaalt dat de nationale instanties verslag uitbrengen over de voor de verzameling en opstelling gebruikte methoden. De inhoud en kwaliteit van de in deze verslagen ingediende gegevens worden beoordeeld door de werkgroep visserijstatistiek van het Permanent Comité voor de landbouwstatistiek. Op voorwaarde dat deze verslagen worden goedgekeurd, mogen de nationale instanties de gegevensverzamelingstechnieken gebruiken die voor de structuur van de aquacultuur op hun grondgebied het meest geschikt zijn.

Hoewel de Commissie de meest aangewezen instantie is om de verzameling van communautaire statistieken te organiseren, blijven de lidstaten verantwoordelijk voor de organisatie en werking van hun nationaal statistisch systeem. In Verordening (EG) nr. 322/97 van de Raad van 17 februari 1997 betreffende de communautaire statistiek is bepaald dat bij de productie van communautaire statistieken onder meer de beginselen van onpartijdigheid en statistische geheimhouding in acht moeten worden genomen. Onpartijdigheid houdt in dat de statistieken zo spoedig mogelijk voor alle gebruikers beschikbaar moeten zijn. Daaraan is de voorwaarde verbonden dat gegevens die door de nationale instanties en de Commissie worden gebruikt om communautaire statistieken te produceren, als vertrouwelijk worden beschouwd indien hierdoor statistische eenheden direct of indirect kunnen worden geïdentificeerd en aldus individuele gegevens worden onthuld. De nationale instanties moeten een methodologisch verslag voorleggen aan de hand waarvan de werkgroep visserijstatistiek de kwaliteit van de nationale systemen voor de verzameling en opstelling van de gegevens beoordeelt.

De aquacultuur van de Gemeenschap moet op EU-niveau worden geanalyseerd aan de hand van geharmoniseerde en vergelijkbare nationale gegevens.

Het voorstel is derhalve in overeenstemming met het subsidiariteitsbeginsel.

Evenredigheidsbeginsel



Het voorstel voldoet om de volgende redenen aan het evenredigheidsbeginsel.

Zoals bekend loopt de structuur van de aquacultuursector van de lidstaten sterk uiteen, zodat er grote verschillen bestaan tussen de taken van de nationale instanties bij de verzameling en opstelling van statistische gegevens over het volume en de waarde van aquacultuurproducten. Om die reden mogen de nationale instanties voor de verzameling van gegevens technieken gebruiken die op de structuur en de omvang van hun aquacultuursector zijn afgestemd. In overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel gaat deze verordening niet verder dan wat nodig is om dit doel te bereiken.

Hoewel deze verordening voor de nationale instanties meer financiële en administratieve lasten zal meebrengen dan de bestaande wetgeving, kunnen de instanties deze bijkomende lasten beperkt houden door passend gebruik te maken van de door dit voorstel toegestane steekproefprocedures.

Keuze van instrumenten



Voorgesteld instrument: Verordening.

Andere instrumenten zouden om de volgende redenen ongeschikt zijn.

Voor welke vorm van besluit van het Europees Parlement en de Raad wordt gekozen, hangt af van het doel van de wetgeving. Gezien de informatiebehoeften op Europees niveau wordt voor basisbesluiten over de communautaire statistiek gewoonlijk gekozen voor verordeningen in plaats van richtlijnen. Een verordening verdient de voorkeur omdat hierdoor in de gehele Gemeenschap dezelfde regels gelden en de lidstaten deze niet onvolledig of selectief kunnen toepassen; aangezien verordeningen rechtstreeks van toepassing zijn in de lidstaten, hoeven zij bovendien niet eerst in nationale wetgeving te worden omgezet. Richtlijnen hebben daarentegen tot doel de nationale wetgevingen te harmoniseren. Zij zijn voor de lidstaten bindend wat hun doelstellingen betreft, maar de nationale instanties mogen zelf bepalen hoe zij de op communautair niveau overeengekomen doelen willen bereiken; richtlijnen moeten in intern recht worden omgezet. Een verordening is de sinds 1997 voor statistische besluiten gebruikelijke vorm.

4)

3.

Gevolgen voor de begroting



Het voorstel heeft geen gevolgen voor de begroting van de Gemeenschap.

5)

4.

Aanvullende informatie



- Simulatie, proefperiode en overgangsperiode

Er wordt een overgangsperiode voorgesteld.

Vereenvoudiging



Het voorstel vereenvoudigt de bestaande wetgeving niet, maar breidt deze uit.

Het voorstel staat echter het gebruik van steekproefprocedures toe om de bijkomende werkbelasting voor de nationale instanties te beperken en staat afwijkingen toe voor de gedeelten van het gegevensverzamelingsproces die de nationale instanties bijzondere problemen bezorgen.

Het voorstel heeft ook hetzelfde toepassingsgebied en komt sterk overeen met FISHSTAT AQ, de vragenlijst over aquacultuur van de Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties, die reeds door een aantal EU-lidstaten wordt ingevuld.

Het voorstel is opgenomen in het wetgevings- en werkprogramma van de Commissie onder referentienummer 2006/ESTAT/012.

Intrekking van bestaande wetgeving



De vaststelling van de voorgestelde verordening heeft de intrekking van bestaande wetgeving tot gevolg.

Europese Economische Ruimte



Het voorstel betreft een onderwerp dat onder de EER-overeenkomst valt en moet daarom worden uitgebreid tot de Europese Economische Ruimte.