Toelichting bij COM(2008)442 - Wijziging van Verordening (EG) nr. 1290/2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid, en van Verordening (EG) nr. 1234/2007 houdende een gemeenschappelijke landbouwmarktordening en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten ("Integrale-GMO-verordening"), met het oog op het opzetten van een schoolfruitregeling

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

Bij Verordening (EG) nr. 1182/2007 zijn met het oog op een ingrijpende hervorming van de sector groenten en fruit specifieke voorschriften voor deze sector vastgesteld om het concurrentievermogen en de marktgerichtheid ervan te verbeteren en de sector meer in overeenstemming te brengen met de rest van het hervormde gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB). De hervormde regeling heeft onder meer tot doel de dalende tendens in de consumptie van groenten en fruit om te buigen.

Zoals in artikel 33 van het Verdrag is vastgesteld moet het GLB de markten stabiliseren, de voorziening veilig stellen en redelijke prijzen bij de levering aan verbruikers verzekeren. De verlening van communautaire steun ten bate van een schoolfruitregeling om groente-, fruit- en banaanproducten aan leerlingen in onderwijsinstellingen te verstrekken, komt tegemoet aan deze doelstellingen. Bovendien moet de regeling de jonge consument weer smaak doen krijgen in groenten en fruit.

Met de regeling voor de verstrekking van fruit (en groenten) aan scholen wil de EU een beleids- en financieringskader bieden voor nationale initiatieven om het aandeel groenten en fruit in het voedingspatroon van kinderen duurzaam te verhogen in een levensfase waarin hun eetgewoonten worden bepaald. De regeling zou op die manier bijdragen tot een verlaging van de uitgaven voor volksgezondheid en moet dan ook als een investering in de toekomst worden bekeken. Daarbij komt nog dat de positieve impact van de regeling op de consumptie de doelstellingen van het GLB kan helpen bevorderen.

Voorts is er een positieve invloed van de schoolfruitregeling te verwachten op het obesitasprobleem en de ongelijkheid op het gebied van gezondheid die dit veroorzaakt aangezien obesitas zich vooral in de sociaal achtergestelde lagen van de bevolking voordoet.

Het belang van het eten van groenten en fruit als onderdeel van een gezond voedingspatroon wordt bepleit in het Witboek van de Commissie over een EU-strategie voor aan voeding, overgewicht en obesitas gerelateerde gezondheidskwesties. In dit witboek wordt een lans gebroken voor coherente maatregelen op Europees niveau en voor de rol van het GLB in het bepalen van het Europese voedingspatroon, met name in het licht van de strijd tegen obesitas en overgewicht. Volgens het witboek zou een schoolfruitregeling een grote stap in de goede richting zijn. In artikel 152, lid 1, van het Verdrag wordt geëist dat bij de bepaling en de uitvoering van elk beleid van de Gemeenschap “een hoog niveau van bescherming van de menselijke gezondheid wordt verzekerd”.

Naar aanleiding van de goedkeuring van de hervorming van de GMO voor de sector groenten en fruit heeft de Raad de volgende verklaring afgegeven: “Gezien de enorme toename van zwaarlijvigheid bij schoolkinderen, waaraan aandacht is besteed in het recentelijk verschenen Witboek van de Commissie (…), verzoekt de Raad de Commissie om zo spoedig mogelijk een voorstel te doen voor een regeling voor schoolfruit, gebaseerd op een effectbeoordeling van de voordelen, de haalbaarheid en de administratieve kosten ervan”.

In het verslag over het ontwerp van algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2008 onderstreept het Europees Parlement “eens te meer dat het veel belang hecht aan adequate budgettering van de fondsen voor verstrekking van fruit, groente (…) op scholen; (…) verbaast (het) zich erover dat de Raad nog geen uitvoering heeft gegeven aan de door hem gedane toezeggingen door hiervoor (…) op de begroting alvast een nieuwe begrotingslijn en een reserve te creëren (en) verzoekt (het) de Commissie in dit verband een wetgevingsvoorstel te presenteren, zoals bedoeld in de conclusies van de Raad Landbouw van juni 2007”.

Overeenkomstig het streven naar een betere regelgeving heeft de Commissie vier mogelijke opties voor een schoolfruitregeling bestudeerd: “de status quo” (geen aanvullende maatregelen van zijde van de Gemeenschap; “netwerkvorming” (uitwisseling van ervaring en kennis, voorlichtings- en communicatiemaatregelen); “ondersteunende initiatieven” (ter bevordering van de groente- en fruitconsumptie in scholen, zonder dat de EU de producten financiert); “aanzet tot initiatieven” (via de vaststelling van één flexibel EU-kader voor de verstrekking van producten aan leerlingen, voor toezicht en evaluatie en voor begeleidende maatregelen). De conclusie van de effectbeoordeling luidde dat de “aanzet”-optie (optie 4) het meest geschikt lijkt om de doelstellingen te verwezenlijken.

De Commissie stelt voor om een schoolfruitregeling in te voeren waarin met het oog op een optimale doeltreffendheid de drie opties in een elkaar ondersteunende combinatie worden ondergebracht. De regeling omvat de volgende elementen:

– gratis verstrekking van groenten en fruit in scholen (als onderdeel van de “aanzet”-initiatieven). De Gemeenschap cofinanciert de verstrekking van groenten en fruit aan leerlingen uit de leeftijdsgroep van 6 tot 10 jaar in onderwijsinstellingen (scholen) en de daarmee gepaard gaande kosten op het gebied van logistiek, toezicht en evaluatie. Hiertoe wordt een totale begroting van 90 miljoen euro uitgetrokken in het kader van titel I van Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad. In dit verband kunnen bestaande schoolfruitregelingen in sommige lidstaten worden uitgebreid en kunnen soortgelijke programma’s worden opgestart in andere lidstaten die tot dusverre, vaak vanwege geldgebrek, niet in staat waren dergelijke initiatieven te ontwikkelen.

Het niveau van de communautaire cofinanciering bedraagt 50%, en 75% in convergentiegebieden;

– begeleidende maatregelen. De lidstaten worden ertoe verplicht om op nationaal of regionaal niveau een strategie te ontwikkelen in overleg met de voor volksgezondheid en onderwijs bevoegde autoriteiten, het bedrijfsleven en belanghebbende partijen. De strategie moet uitsluitsel bieden over de manier waarop de schoolfruitregeling het beste kan worden uitgevoerd en in het schoolcurriculum kan worden ingepast. In de uitvoeringsfase moet de bijdrage van de EU duidelijk over het voetlicht komen. De begeleidende maatregelen moeten hoofdzakelijk uit nationale bronnen worden betaald;

– netwerkvorming, om de uitwisseling van informatie en kennis tussen de bij de schoolfruitregeling betrokken partijen te stimuleren en het publiek van de regeling bewust te maken (conform optie 2 “netwerkvorming”). De begrotingsmiddelen hiervoor bedragen 1,3 miljoen euro;

– bevordering van landbouwproducten, eventueel met ondersteuning in het kader van de door de EU gesteunde verkoopbevordering van landbouwproducten (conform optie 3 “ondersteuning van initiatieven”). De lidstaten kunnen dit kader onder meer gebruiken voor het uitvoeren van de begeleidende maatregelen die nodig zijn om het publiek bewuster te maken van de positieve effecten van groente- en fruitverbruik. Als gevolg van de recente hervorming van de groente- en fruitsector is de indicatieve begroting voor de bevordering van deze producten met 6 miljoen euro verhoogd;

– toezicht en evaluatie. Toezicht en evaluatie moeten integraal deel uitmaken van de EU-regeling, wil men onderbouwde gegevens verzamelen voor verder onderzoek van de doeltreffendheid van een schoolfruitregeling in al haar varianten, en voor de uitwisseling van beste praktijken.

Elke regeling dient bijgevolg de drie hierboven aangehaalde elementen te bevatten:

· de gratis verstrekking van fruit (en/of groenten) in onderwijsinstellingen (scholen),

· een reeks begeleidende maatregelen,

· toezicht en evaluatie.

Het voorstel gaat vergezeld van een effectbeoordeling van de hand van een dienstenoverschrijdende groep die toeziet op de samenhang tussen de betrokken communautaire beleidsgebieden.

2008/xxxx (CNS)