Toelichting bij COM(2009)54 - Beëindiging van het gedeeltelijke tussentijdse nieuwe onderzoek van de antidumpingmaatregelen die van toepassing zijn op handpallettrucks en essentiële onderdelen daarvan uit China

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel


Dit voorstel betreft de toepassing van Verordening (EG) nr. 384/96 van de Raad van 22 december 1995 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap, laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2117/2005 van 21 december 2005 ("de basisverordening"), in het kader van de procedure betreffende de invoer van handpallettrucks en essentiële onderdelen daarvan van oorsprong uit de Volksrepubliek China na een gedeeltelijk tussentijds nieuw onderzoek op grond van artikel 11, lid 3, van de basisverordening.

Algemene context


Dit voorstel wordt gedaan in het kader van de tenuitvoerlegging van de basisverordening en is het resultaat van een onderzoek dat is uitgevoerd overeenkomstig de materiële en formele eisen van de basisverordening.

Bestaande bepalingen op het door het voorstel bestreken gebied


Momenteel is op handpallettrucks en essentiële onderdelen daarvan van oorsprong uit de Volksrepubliek China een definitief antidumpingrecht van toepassing, dat is ingesteld bij Verordening (EG) nr. 1174/2005. Bij Verordening (EG) nr. 684/2008 heeft de Raad de productomschrijving van het oorspronkelijke onderzoek verduidelijkt.

Samenhang met andere beleidsgebieden van de EU


Niet van toepassing.

2)

1.

Raadpleging van belanghebbende partijen en effectbeoordeling



Raadpleging van belanghebbende partijen



Partijen die belang hebben bij de procedure werden overeenkomstig de bepalingen van de basisverordening in de loop van het onderzoek in de gelegenheid gesteld hun belangen te verdedigen.

Bijeenbrengen en benutten van deskundigheid



Er hoefde geen beroep te worden gedaan op externe deskundigheid.

Effectbeoordeling


Dit voorstel vloeit voort uit de tenuitvoerlegging van de basisverordening. De basisverordening voorziet niet in een algemene effectbeoordeling, maar bevat wel een uitputtende lijst van factoren die moeten worden beoordeeld.

3)

2.

Juridische elementen van het voorstel



Samenvatting van de voorgestelde maatregel


Op 19 december 2007 heeft de Commissie een gedeeltelijk tussentijds nieuw onderzoek geopend naar de bij Verordening (EG) nr. 1174/2005 van de Raad van 18 juli 2005 ingestelde antidumpingmaatregelen die van toepassing zijn op handpallettrucks en de essentiële onderdelen daarvan van oorsprong uit de Volksrepubliek China. Het verzoek om een nieuw onderzoek werd ingediend door een Chinese producent/exporteur, namelijk Yale (Hangzhou) Industrial Products Co. Ltd., die voorlopig bewijsmateriaal verstrekte waaruit bleek dat de omstandigheden op grond waarvan voor die onderneming maatregelen werden vastgesteld, gewijzigd zijn zodat handhaving van de maatregelen op het huidige niveau, dat is gebaseerd op de eerder vastgestelde dumpingmarge, niet langer noodzakelijk leek om de gevolgen van dumping te neutraliseren. Uit het nieuwe onderzoek is gebleken dat de omstandigheden op grond waarvan maatregelen ten aanzien van Yale (Hangzhou) Industrial Products Co. Ltd. werden vastgesteld, niet gewijzigd zijn, zodat een wijziging van het voor die onderneming geldende antidumpingrecht niet mogelijk is. De Raad wordt derhalve voorgesteld zijn goedkeuring te hechten aan bijgaand voorstel voor een verordening, waarbij het lopende gedeeltelijke tussentijdse nieuwe onderzoek wordt beëindigd zonder wijziging van de momenteel geldende maatregelen en die uiterlijk op 18 maart 2009 in het Publicatieblad moet worden bekendgemaakt.

Rechtsgrondslag


Verordening (EG) nr. 384/96 van de Raad van 22 december 1995 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap, laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2117/2005 van 21 december 2005.

Subsidiariteitsbeginsel


Het voorstel betreft een gebied dat onder de exclusieve bevoegdheid van de Gemeenschap valt. Het subsidiariteitsbeginsel is derhalve niet van toepassing.

Evenredigheidsbeginsel


Het voorstel is om de volgende reden in overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel:

de vorm van de maatregel wordt voorgeschreven in de basisverordening en laat geen ruimte voor nationale besluitvorming.

Beschrijving van de wijze waarop de financiële en administratieve lasten voor de Gemeenschap, de nationale, regionale en plaatselijke overheden, marktdeelnemers en burgers zo veel mogelijk worden beperkt en hoe zij in verhouding staan tot het doel van het voorstel: niet van toepassing.

Keuze van instrumenten



Voorgesteld instrument: verordening.

Andere instrumenten zouden om de volgende reden ongeschikt zijn: de basisverordening voorziet niet in andere mogelijkheden.

4)

3.

Gevolgen voor de begroting



Het voorstel heeft geen gevolgen voor de begroting van de Gemeenschap.