Toelichting bij COM(2007)457 - Standpunt dat door de EG in de Raad van Bestuur van het Internationaal Centrum voor Wetenschap en Technologie moet worden ingenomen ten aanzien van de toetreding van Zwitserland tot de Overeenkomst betreffende de oprichting van een Internationaal Centrum voor Wetenschap en Technologie tussen de VS, Japan, Rusland en, optredende als één partij, Euratom en de EEG

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. Op 27 november 1992 hebben de Europese Economische Gemeenschap en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, optredende als één partij (hierna 'de Gemeenschappen'), met de Verenigde Staten van Amerika, Japan en de Russische Federatie een Overeenkomst ondertekend betreffende de oprichting van een Internationaal Centrum voor Wetenschap en Technologie (hierna 'de overeenkomst'). De Gemeenschappen hebben deze overeenkomst gesloten door middel van Verordening (EEG) nr. 3955/92 van de Raad en Verordening (Euratom) nr. 3956/92 van de Commissie van 21 december 1992. In 2004 is Canada als volwaardig lid van de raad van bestuur tot het ISTC toegetreden.

2. Het Internationaal Centrum voor Wetenschap en Technologie (hierna 'het centrum') treedt, in overeenstemming met de wet- en regelgeving van de partijen, op als een intergouvernementele organisatie met eigen rechtsbevoegdheid. De doelstellingen van het centrum zijn om wapenspecialisten en –ingenieurs, met name die welke kennis en vaardigheden betreffende massavernietigingswapens of raketlanceersystemen bezitten, in Rusland en andere GOS-staten kansen te bieden om hun talenten te heroriënteren op vreedzame activiteiten en bij te dragen tot de oplossing van nationale of internationale technische problemen en tot de realisering van bredere doelstellingen i.v.m. de overgang naar een markeconomie die op civiele behoeften inspeelt.

3. Op 27 februari 2007 heeft de Zwitserse Bondsstaat de raad van bestuur van het centrum in kennis gesteld van zijn voornemen om partij te worden bij de overeenkomst. De Zwitserse Bondsstaat heeft zijn wens uitgesproken om de inspanning van het centrum die gericht is op de non-proliferatie van expertise en kennis betreffende massavernietigingswapens te ondersteunen. Met het oog daarop heeft de Zwitserse Bondsstaat zijn voornemen geformuleerd om samenwerkingsprojecten en synergieën tussen de Zwitserse wetenschappelijke gemeenschappen, met name de federale polytechnische scholen, en het netwerk van ontvangende instituten en partnerorganisaties van alle partijen bij de overeenkomst te steunen. De projecten waarbij Zwitserse organisaties betrokken zijn, zouden vreedzame en civiele onderzoeksdoeleinden op verschillende wetenschappelijke gebieden nastreven.

4. De toetreding van de Zwitserse Bondsstaat zal voorts bevorderlijk zijn voor de realisering van de doelstellingen van het centrum en is eveneens in overeenstemming met de preoccupatie van de partijen om, in de wetenschap dat het succes van het centrum solide steun vereist van de regeringen, stichtingen, academische en wetenschappelijke instellingen en andere intergouvernementele en niet-gouvernementele organisaties, hun rangen te versterken.

5. In overeenstemming met artikel XIII van de overeenkomst staat het aan de raad van bestuur van het centrum om deze toetreding goed te keuren. Binnen de raad van bestuur dienen de vertegenwoordigers van de Europese Gemeenschap en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (optredende als één partij) de toetreding goed te keuren. Hoewel beide Gemeenschappen in het kader van deze overeenkomst als één partij worden beschouwd, moeten krachtens de respectieve oprichtingsverdragen van die Gemeenschappen evenwel andere procedures inzake internationale overeenkomsten worden gevolgd. Derhalve is, opdat de twee Gemeenschappen in de raad van bestuur van het centrum hun standpunt betreffende de toetreding van Zwitserland te kennen kunnen geven, een besluit van de Raad en van de Commissie nodig.

6. Gelet op het bovenstaande stelt de Commissie voor dat de Raad

7. het bijgesloten ontwerpbesluit namens de Europese Gemeenschap goedkeurt;

8. de vertegenwoordiger van het Voorzitterschap van de Raad in de raad van bestuur van het centrum machtigt tot goedkeuring van de toetreding van de Zwitserse Bondsstaat tot de overeenkomst houdende oprichting van het centrum.