Toelichting bij COM(2007)625 - Europese statistiek

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

dossier COM(2007)625 - Europese statistiek.
bron COM(2007)625 NLEN
datum 16-10-2007
1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Algemene context



De officiële statistiek speelt een fundamentele rol in de huidige maatschappij. Instellingen, beleidsmakers, marktdeelnemers, markten en particulieren zijn sterk afhankelijk van hoogwaardige statistieken om ontwikkelingen op economisch, sociaal, cultureel en milieugebied zo precies mogelijk te kunnen beschrijven. Het tempo waarin deze ontwikkelingen zich voordoen, heeft gevolgen voor i) de gebruikers van statistieken, omdat hun informatiebehoeften snel veranderen waardoor zij gemakkelijk en tijdig toegang tot statistische informatie moeten hebben, en ii) de statistische instanties, omdat zij de door hen geproduceerde statistische informatie op de behoeften van de gebruikers moeten afstemmen. Onpartijdige en objectieve statistische informatie is van essentieel belang voor ieder die beslissingen moet nemen: voor beleidsmakers die hun besluiten op goede informatie moeten baseren, voor ondernemers die hun bedrijf moeten leiden en voor burgers in hun dagelijkse leven. Statistische informatie vormt de grondslag voor een transparant en open beleid. Daarom zijn officiële statistieken een zaak van algemeen belang en een van de pijlers voor een goede werking van de democratie. Voor de productie van hoogwaardige statistische informatie is het van essentieel belang dat de statistische instanties volgens duidelijke structuren functioneren en dat tegelijk de internationale samenwerking, de verspreiding van statistische informatie en de communicatie met de gebruikers goed geregeld zijn.

Wat Europa betreft, zijn Europese statistieken van steeds groter belang voor de ontwikkeling, uitvoering, controle en evaluatie van het beleid van de Europese Unie. Naarmate dat beleid zich verder ontwikkelt, zal dat belang alleen nog maar toenemen. Zo is betrouwbare informatie voor de beoordeling van macro-economische ontwikkelingen, zoals inflatie, economische groei en de conjunctuur in het algemeen, een absoluut vereiste voor coördinatie tussen de lidstaten en een betere onderlinge afstemming van hun economisch beleid. Voorts heeft Europa een veelheid van statistische gegevens van zo goed mogelijke kwaliteit nodig om zijn strategische doelstellingen te verwezenlijken, d.w.z. om op koers te blijven naar langdurige welvaart, met name door middel van de herziene Lissabonagenda en de geïntegreerde richtsnoeren voor groei en werkgelegenheid, en om zijn inzet voor solidariteit en sociale rechtvaardigheid te vergroten.

De Europese statistiek levert zo een essentiële bijdrage aan de opbouw van de informatiecapaciteit die nodig is voor de instandhouding van de strategische doelstellingen van de EU, het daaraan ten grondslag liggende beleid en de ondersteunende instrumenten.

Motivering en doel van het voorstel



Dit voorstel heeft tot doel het bestaande juridische kader voor de productie van statistieken op Europees niveau te herzien. Deze herziening is vooral noodzakelijk wegens maatschappelijke veranderingen en omdat de rol van het Europees statistisch systeem (ESS) duidelijker moet worden gedefinieerd.

Europese statistieken worden geproduceerd en verspreid via het ESS, het operationele partnerschap van het Bureau voor de Statistiek van de Europese Gemeenschappen (Eurostat), de nationale bureaus voor de statistiek en andere nationale en regionale instanties die in de lidstaten voor de productie en verspreiding van Europese statistieken verantwoordelijk zijn. Europese statistieken worden ook geleverd door de Europese Centrale Bank (ECB) en door het Europees Stelsel van centrale banken (ESCB), hoewel hierbij een afzonderlijke structuur voor statistische governance en andere regels van toepassing zijn [1] . Om de efficiëntie te vergroten, de statistische belasting te verminderen en de kwaliteit te verbeteren, is het echter noodzakelijk dat de samenwerking tussen het ESS en het ESCB met volledige inachtneming van hun respectieve bevoegdheden nog wordt versterkt.

Zoals de Raad en de Commissie al herhaaldelijk hebben opgemerkt, functioneert het ESS naar behoren en voldoet het aan de criteria inzake onafhankelijkheid, integriteit en verantwoordingsplicht. Afgezien van de hoogwaardige output van het ESS, is de afgelopen jaren ook de governance van het systeem verbeterd, met name door de goedkeuring en toepassing van de Praktijkcode Europese statistieken[2]. Ook de voorstellen voor de oprichting van een Europese Adviescommissie voor statistische governance[3] en een Raadgevend Comité voor de Europese statistiek[4] dragen ertoe bij de bestaande governance van het ESS te verbeteren en te vervolledigen.

Maar ook al geven deze recente ontwikkelingen blijk van een dynamische realiteit en concrete verworvenheden, zij maken tegelijk heel duidelijk dat de institutionele structuur van het ESS sterker in het Gemeenschapsrecht moet worden verankerd, dat de verantwoordelijkheden en beginselen ervan opnieuw moeten worden gedefinieerd en dat de structuren die aan het ESS ten grondslag liggen, moeten worden vereenvoudigd, zodat beter kan worden ingespeeld op de vele toekomstige uitdagingen. Er is met name behoefte aan versterking van de coördinerende rol en het professioneel leiderschap van de nationale bureaus voor de statistiek op lidstaatniveau en van Eurostat op Commissieniveau. Samenwerking is nodig om aan de toenemende behoefte aan Europese statistieken te voldoen en om bij steeds grotere beperkingen van de middelen prioriteiten te stellen.

Tegelijk moeten ook de rol en verantwoordelijkheden van Eurostat ten opzichte van zijn nationale partners opnieuw worden bevestigd, zodat het ESS optimaal kan functioneren op een basis van onderling begrip en vertrouwen. Eurostat speelt een fundamentele rol: het geeft de statistische behoeften van de Europese beleidsmakers door aan de statistische partners in de lidstaten en overbrugt de kloof tussen wat gevraagd wordt en wat mogelijk en realistisch is.

Door de voorgestelde 'Europese methode voor de statistiek' zal Eurostat kunnen inspelen op de voortdurend groeiende vraag naar statistieken. Deze methode houdt in dat de productie en verspreiding van Europese aggregaten niet meer volledig gebaseerd hoeft te zijn op door alle nationale bureaus voor de statistiek geproduceerde en verspreide nationale gegevens, en komt dus neer op een ingrijpende wijziging van de structuur van de gegevensverzameling.

Voorts bestaat er in de onderzoekswereld grote vraag naar een ruimere toegang tot statistische informatie voor analyses in het belang van de wetenschappelijke vooruitgang in Europa. Dat vereist een zekere mate van flexibiliteit in de regeling van de statistische geheimhouding, zodat een gecontroleerde toegang tot gedetailleerde statistische gegevens kan worden gegeven zonder dat daarbij afbreuk wordt gedaan aan het hoge beschermingsniveau voor vertrouwelijke statistische gegevens. De uitwisseling van vertrouwelijke gegevens binnen het ESS en de regels voor de toegang tot dergelijke gegevens voor onderzoeksdoeleinden zijn in dit verband essentiële aspecten, die een modernisering van de huidige rechtsvoorschriften vereisen.

Tot slot zal de herziening van het juridische basiskader een nieuwe impuls geven aan de bestaande samenwerking tussen de nationale bureaus voor de statistiek en Eurostat, waarbij alle ESS-actoren en de gebruikers van Europese statistieken baat zullen hebben, en zal zij helpen het fundament te leggen voor een succesvolle aanpak van toekomstige statistische uitdagingen.

Bestaande bepalingen op het door het voorstel bestreken gebied



Het huidige juridische basiskader voor de productie en verspreiding van statistieken op Europees niveau bestaat uit de volgende wetgeving:

- Besluit 89/382/EEG, Euratom van de Raad van 19 juni 1989 tot oprichting van een Comité statistisch programma van de Europese Gemeenschappen[5];

- Verordening (Euratom, EEG) nr. 1588/90 van de Raad van 11 juni 1990 betreffende de toezending van onder de statistische geheimhoudingsplicht vallende gegevens aan het Bureau voor de Statistiek van de Europese Gemeenschappen[6];

- Verordening (EG) nr. 322/97 van de Raad van 17 februari 1997 betreffende de communautaire statistiek[7];

- Beschikking nr. 2367/2002/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2002 betreffende het communautair statistisch programma voor de periode 2003-2007[8].

Bovengenoemde wetgeving vormt een algemeen kader dat wordt aangevuld door sectorwetgeving voor specifieke statistische gebieden.

1.

Raadpleging van belanghebbende partijen en effectbeoordeling



Raadpleging van belanghebbende partijen



Het voorstel is opgesteld na uitgebreide voorbereidingen in de afgelopen jaren. De afzonderlijke onderdelen en de ontwerpteksten zijn samen met de meest direct betrokkenen, d.w.z. de nationale bureaus voor de statistiek en andere partners in het ESS, inclusief de ECB, uitvoerig besproken en aangepast.

Het voorstel bouwt grotendeels voort op het werk van diverse taskforces die sinds 2003 door het Comité statistisch programma (CSP) zijn opgericht om uiteenlopende aspecten onder de loep te nemen. De lidstaten hebben stelselmatig aan de werkzaamheden van deze taskforces deelgenomen en het CSP is regelmatig van de gemaakte vorderingen op de hoogte gehouden. Ook vond geregeld een brede raadpleging van alle lidstaten plaats. Bij het voorstel is in zeer hoge mate met al dit overleg rekening gehouden. Het Comité statistisch programma is officieel over het ontwerpvoorstel geraadpleegd.

Effectbeoordeling



Bij de beoordeling van de verschillende mogelijkheden tekenden zich duidelijk de volgende alternatieven af:

- handhaving van het huidige juridische kader:

- Het staat vast dat deze oplossing geen gevaar oplevert voor de huidige productie van Europese statistieken, daar de bestaande wetgeving een referentiekader biedt. Het is echter waarschijnlijk dat er een steeds bredere kloof zou ontstaan tussen de algemene regels enerzijds en specifieke regelingen die daarvan afwijken anderzijds. Op lange termijn is het zelfs mogelijk dat het publieke vertrouwen in de statistiek wordt ondermijnd en dat men zich gaat afvragen of een algemeen kader eigenlijk wel nodig is. Bovendien zou de kans om de werking van het ESS te verbeteren, waarop hierboven is ingegaan, onbenut blijven;

- voorstel voor een herziening om aan de naar voren gebrachte punten van zorg tegemoet te komen en gebruik te maken van de aanwezige mogelijkheden om de werking van het ESS op de hierboven beschreven wijze te verduidelijken en efficiënter te maken:

- Het is duidelijk dat dit voorstel alleen aan zijn doel kan beantwoorden als het geen belangrijke wijzigingen ondergaat.

2.

Juridische elementen van het voorstel



Samenvatting van de voorgestelde maatregel



Het voorstel heeft tot doel het huidige juridische basiskader voor Europese statistieken aan de realiteit van vandaag aan te passen en ervoor te zorgen dat het beter berekend is op toekomstige ontwikkelingen en uitdagingen.

Er wordt onder meer voorgesteld de statistische governance te verbeteren door aanpassing van de desbetreffende definities aan de vereisten van het Verdrag, het ESS en zijn activiteiten steviger in het Gemeenschapsrecht te verankeren, de rol van de nationale bureaus voor de statistiek en van Eurostat nader te verduidelijken, sterker te verwijzen naar de al bestaande Praktijkcode Europese statistieken, de Europese methode voor de statistiek formeel te erkennen en de kwaliteitsaspecten van Europese statistieken nader uit te werken.

Het voorstel bevat ook bepalingen over de werking van het ESS, met name die tot oprichting van het ESS-comité en de ESS-partnerschapsgroep en die over nauwere samenwerking met andere partners in het ESS en met het ESCB.

Ook de planning en uitvoering van het meerjarenprogramma worden gewijzigd. Er wordt met name voorgesteld om de Commissie meer vrijheid te geven bij de uitvoering van specifieke statistische acties.

Tot slot zullen de huidige regels betreffende statistische geheimhouding flexibeler worden, terwijl toch een hoog niveau van gegevensbescherming wordt gehandhaafd.

Rechtsgrondslag



De rechtsgrondslag voor de communautaire statistiek is artikel 285 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap. Dit artikel bepaalt dat de Raad volgens de medebeslissingsprocedure maatregelen voor de opstelling van statistieken moet nemen wanneer dat voor de vervulling van de taken van de Gemeenschap nodig is. Het bevat de eisen waaraan bij de productie van communautaire statistieken moet worden voldaan, namelijk onpartijdigheid, betrouwbaarheid, objectiviteit, wetenschappelijke onafhankelijkheid, kosteneffectiviteit en statistische geheimhouding.

Subsidiariteitsbeginsel



Het voorstel is volledig in overeenstemming met het subsidiariteitsbeginsel aangezien de herziening van het bestaande juridische kader voor de ontwikkeling, productie en verspreiding van Europese statistieken een maatregel is die alleen op communautair niveau kan worden uitgevoerd.

Ook bij de verdeling van de taken tussen het nationale en het communautaire niveau ten aanzien van de ontwikkeling, productie en verspreiding van Europese statistieken is uitgegaan van het subsidiariteitsbeginsel.

3.

Gevolgen voor de begroting



Het voorstel heeft geen gevolgen voor de begroting van de Gemeenschap.

4.

Aanvullende informatie



Vereenvoudiging



Het voorstel betreft een vereenvoudiging vanuit juridisch, institutioneel en operationeel oogpunt. Ten eerste heeft het voorstel tot doel het huidige juridische kader voor de productie en verspreiding van statistieken op Europees niveau te vereenvoudigen, met name door een aantal communautaire besluiten op statistisch gebied tot één tekst te consolideren. Ten tweede wordt een institutionele vereenvoudiging bereikt door het Comité statistisch programma en het Comité statistisch geheim tot één comité samen te voegen. Ten derde wordt de werking van het ESS vereenvoudigd, doordat nieuwe vereenvoudigingsinstrumenten worden erkend en op ruimere schaal worden gebruikt, zoals de berekening van Europese aggregaten op basis van de Europese methode voor de statistiek (zie artikel 17 van het voorstel) of verbetering van de procedure voor de planning en vaststelling van de jaarlijkse statistische programma's. Deze instrumenten zijn al als vereenvoudigingsmiddel genoemd in de mededeling van de Commissie betreffende verlichting van de responslast, vereenvoudiging en prioritering op het gebied van communautaire statistieken[9]. In dit verband zij er ook aan herinnerd dat de Europese statistiek een van de prioritaire gebieden is voor de door de Commissie te verrichten meting van de administratieve lasten die uit informatieverplichtingen voortvloeien[10]. Tot slot is dit geen nieuw initiatief omdat een mogelijke herziening van de statistische wetgeving, d.w.z. van Verordening (EG) nr. 322/97 van de Raad van 17 februari 1997 betreffende de communautaire statistiek, al werd overwogen in het eerste verslag over de uitvoering van het actiekader 'Modernisering en vereenvoudiging van het acquis communautaire', dat in 2003 door de Commissie werd goedgekeurd[11].

Europese Economische Ruimte


De voorgestelde maatregel betreft een onderwerp dat onder de EER-Overeenkomst valt en moet daarom worden uitgebreid tot de Europese Economische Ruimte.