Toelichting bij COM(2007)619 - Wijziging van Verordening 2252/2004 betreffende normen voor de veiligheidskenmerken van en biometrische gegevens in door de lidstaten afgegeven paspoorten en reisdocumenten

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel


Verordening (EG) nr. 2252/2004 van de Raad betreffende normen voor de veiligheidskenmerken van en biometrische gegevens in door de lidstaten afgegeven paspoorten en reisdocumenten kent geen uitzonderingen op het nemen van vingerafdrukken. Daarom moeten er bepalingen worden toegevoegd om kinderen jonger dan zes jaar en personen bij wie het nemen van vingerafdrukken fysiek onmogelijk is, van deze vereiste vrij te stellen.

Algemene context


De Raad heeft op 13 december 2004 Verordening (EG) nr. 2252/2004 van de Raad betreffende normen voor de veiligheidskenmerken van en biometrische gegevens in door de lidstaten afgegeven paspoorten[1] en reisdocumenten vastgesteld. Toen de Commissie haar voorstel indiende en het werd besproken door het Europees Parlement en de Raad, was er nog geen ervaring opgedaan met grootschalig gebruik van biometrische gegevens in reisdocumenten. De nieuwe technologie waarbij chips met biometrische gegevens in het paspoort worden aangebracht, was nog niet uitgeprobeerd of toegepast. Tijdens proefprojecten in sommige lidstaten is gebleken dat de vingerafdrukken van kinderen onder de zes jaar niet van voldoende kwaliteit zijn voor een een-op-een identiteitscontrole. Bovendien zijn deze vingerafdrukken erg veranderlijk, waardoor ze niet goed controleerbaar blijven gedurende de gehele geldigheidsduur van het paspoort. Zowel uit juridisch oogpunt als uit het oogpunt van veiligheid is het beter de uitzonderingen op de verplichte afname van vingerafdrukken voor paspoorten en andere door de lidstaten afgegeven reisdocumenten, niet bij nationale wetgeving te laten regelen. Daarom stelt de Commissie voor, Verordening (EG) nr. 2252/2004 te wijzigen en geharmoniseerde uitzonderingen vast te stellen: kinderen jonger dan zes jaar en personen bij wie het nemen van vingerafdrukken fysiek onmogelijk is, moeten worden vrijgesteld van deze vereiste. Als extra veiligheidsmaatregel en om kinderen extra bescherming te bieden, zal daarnaast het beginsel van 'één persoon per paspoort' worden ingevoerd. Dit wordt ook aanbevolen door de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie (ICAO) en zorgt ervoor dat het paspoort en de biometrische gegevens uitsluitend aan de houder van het paspoort kunnen worden gekoppeld. Het is veiliger als iedereen een eigen paspoort heeft. Indien bijvoorbeeld een paspoort wordt verstrekt waarop de kinderen van de betrokkene staan bijgeschreven, zonder foto, worden alleen de biometrische gegevens van de betrokken ouder op de chip opgeslagen. De biometrische gegevens van de kinderen worden niet geregistreerd, waardoor de identiteit van de kinderen niet op een betrouwbare manier kan worden gecontroleerd. Dit kan kinderhandel in de hand werken. Met de invoering van het beginsel 'één persoon per paspoort' kan dat worden voorkomen. Nieuwe comitéprocedure Besluit 1999/468/EG is gewijzigd bij Besluit 2006/512/EG; daarbij is een regelgevingsprocedure met toetsing ingevoerd voor maatregelen van algemene strekking die ten doel hebben niet-essentiële onderdelen van een volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag aangenomen basisbesluit te wijzigen. Bij Verordening (EG) nr. 2252/2004 is een comitéprocedure vastgesteld voor de ontwikkeling van de in artikel 2 van die verordening bedoelde technische specificaties die nodig zijn om de verordening uit te voeren. De verordening wordt niet gewijzigd. De technische specificaties zijn een aanvulling op de verordening en regelen bijvoorbeeld hoe de toegang tot de chip wordt beveiligd. Indien deze technische specificaties geheim moeten blijven om te voorkomen dat vervalsers of personen met kwade bedoelingen ze kunnen gebruiken voor verkeerde doeleinden, kan het comité op grond van artikel 3 besluiten dat ze geheim moeten blijven. Een dergelijk besluit zal ook geen effect hebben op de verordening zelf. Het helpt alleen de doelstelling van de verordening te verwezenlijken: reisdocumenten veiliger maken. Daarom is de comitéprocedure met toetsing niet van toepassing.

Bestaande bepalingen op het door het voorstel bestreken gebied


Dit voorstel wijzigt Verordening (EG) nr. 2252/2004, die in haar huidige vorm geen uitzonderingen kent op de verplichte vingerafdrukafname. De invoering van het beginsel van 'één persoon per paspoort' en de vrijstelling van de verplichte afname van vingerafdrukken voor kinderen jonger dan zes jaar en personen bij wie het nemen van vingerafdrukken fysiek onmogelijk is, vormen dan ook een noodzakelijke aanvulling op de bestaande wetgeving.

Samenhang met andere beleidsgebieden en doelstellingen van de EU


Niet van toepassing.

1.

Raadpleging van belanghebbende partijen en effectbeoordeling



Raadpleging van belanghebbende partijen



Deze verordening houdt een wijziging in op de bestaande Verordening (EG) nr. 2252/2004. De eerste wijziging, de vrijstelling van de verplichte afname van vingerafdrukken, is behandeld tijdens de besprekingen over het Visuminformatiesysteem, waarbij ook de Europese toezichthouder voor gegevensbescherming (EDPS) en de gegevensbeschermingsgroep van artikel 29 zijn geraadpleegd. De EDPS was van mening dat vangnetprocedures moesten worden ingevoerd voor degenen die niet in staat zijn biometrische gegevens te verstrekken, en nam dit standpunt ook in tijdens de besprekingen over de wijziging van de Gemeenschappelijke Visuminstructies in verband met de invoering van biometrische gegevens. Het beginsel van 'één persoon per paspoort', dat als tweede wijziging wordt ingevoerd, wordt door de meeste lidstaten al gehanteerd, omdat het ook wordt aanbevolen door de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie.

Bijeenbrengen en benutten van deskundigheid



Het was niet nodig externe deskundigen te raadplegen (zie boven).

Effectbeoordeling


Er is geen effectbeoordeling uitgevoerd. Dit voorstel behelst een aanvulling op Verordening (EG) nr. 2252/2004. Het beginsel van 'één persoon per paspoort' wordt ingevoerd en daarnaast worden kinderen jonger dan zes jaar en personen bij wie het nemen van vingerafdrukken fysiek onmogelijk is, vrijgesteld van de verplichte afname van vingerafdrukken. Omdat de meeste lidstaten het beginsel van 'één persoon per paspoort' al volgen, zal deze verordening voor hen geen extra kosten met zich brengen. Bovendien kunnen in de lidstaten die gezinspaspoorten afgeven, op verzoek nu ook al individuele paspoorten worden verstrekt, omdat die bijvoorbeeld nodig zijn om de VS binnen te komen. Dus ook in die gevallen zullen er geen extra kosten zijn. Niettemin krijgen de burgers wel met wat extra kosten te maken. Zij moeten voor elk paspoort betalen. Maar het paspoort is alleen nodig voor reizen naar derde landen, omdat binnen de EU een identiteitskaart volstaat. Overigens wordt het reizen veiliger, omdat kinderen beter zijn beschermd. De tweede wijziging, de vrijstelling van de verplichte afname van vingerafdrukken, is een antwoord op het verzoek om vangnetprocedures in te voeren.

2.

Juridische elementen van het voorstel



Samenvatting van de voorgestelde maatregel


De Commissie stelt een wijziging voor van Verordening (EG) nr. 2252/2004 om de noodzakelijke vrijstelling van de verplichte afname van vingerafdrukken voor kinderen jonger dan zes jaar en personen bij wie het nemen van vingerafdrukken fysiek onmogelijk is, te harmoniseren. Met het oog op de beveiliging van documenten wordt bovendien het algemene beginsel van 'één persoon per paspoort', dat ook door de ICAO wordt aanbevolen, ingevoerd. Dit helpt kinderhandel te voorkomen. Kinderen hebben dan hun eigen paspoort, met hun eigen biometrische kenmerken, waardoor een betere controle aan de grens mogelijk is.

Rechtsgrondslag


Artikel 62, punt 2, onder a), van het EG-Verdrag.

Subsidiariteitsbeginsel


Verordening (EG) nr. 2252/2004 is door de Gemeenschap vastgesteld. De Gemeenschap heeft ook de bevoegdheid geharmoniseerde uitzonderingen op de verplichte afname van vingerafdrukken vast te stellen.

Evenredigheidsbeginsel


Het voorstel is om de volgende reden(en) in overeenstemming met het subsidiariteitsbeginsel.



Dit voorstel wijzigt Verordening (EG) nr. 2252/2004 in die zin dat het beginsel van 'één persoon per paspoort' wordt ingevoerd en kinderen jonger dan zes jaar en personen bij wie het nemen van vingerafdrukken fysiek onmogelijk is, worden vrijgesteld van de verplichte afname van vingerafdrukken.

Keuze van instrumenten



Voorgesteld instrument: verordening.

Andere instrumenten zouden om de volgende reden(en) ongeschikt zijn. Verordening (EG) nr. 2252/2004 moet worden gewijzigd bij een verordening.

3.

Gevolgen voor de begroting



Het voorstel heeft geen gevolgen voor de begroting van de Gemeenschap.

1. 2007/0216 (COD)