Toelichting bij COM(2008)210 - Crop statistics

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

dossier COM(2008)210 - Crop statistics.
bron COM(2008)210 NLEN
datum 21-04-2008
ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel


Gewasstatistieken zijn van essentieel belang voor het beheer van de EU-markten. Ook is het zeer belangrijk dat naast statistieken van granen en andere akkerlandgewassen statistieken van groenten en meerjarige teelten in de wetgeving worden opgenomen. Algemene context Dit voorstel voldoet aan de doelstellingen van betere wetgeving, vereenvoudiging en vermindering van de lasten voor de respondenten.

Bestaande bepalingen


Met dit voorstel wordt beoogd de huidige bepalingen te vereenvoudigen en deze aan te passen aan de nieuwe behoeften van de Europese Unie. De bestaande wetgeving, namelijk Verordening (EEG) nr. 837/90 van de Raad van 26 maart 1990 inzake door de lidstaten te verstrekken statistische informatie over de graanproductie, en Verordening (EEG) nr. 959/93 van de Raad van 5 april 1993 betreffende door de lidstaten te verstrekken statistische informatie over andere gewassen dan granen, moeten derhalve worden ingetrokken.

Samenhang met andere beleidsgebieden en doelstellingen van de EU


De onder dit voorstel vallende statistieken zijn van wezenlijk belang voor het beheer en de evaluatie van het gemeenschappelijk landbouwbeleid. De voorgestelde verordening is in overeenstemming met het nieuwe beleid van de Commissie inzake vereenvoudiging van de wetgeving en betere regelgeving, zoals beschreven in de mededeling van 14 november 2006 betreffende 'betere regelgeving in de Europese Unie: een strategische evaluatie'[1] en de mededeling van 24 januari 2007 betreffende een 'actieprogramma ter vermindering van de administratieve lasten in de Europese Unie'[2].

1.

Raadpleging van belanghebbende partijen en effectbeoordeling



Raadpleging van belanghebbende partijen



Wijze van raadpleging, belangrijkste geraadpleegde sectoren en algemeen profiel van de respondenten


Het voorstel is besproken met de gegevensverstrekkers (vertegenwoordigers van de nationale bureaus voor de statistiek) en de diensten van de Commissie (DG AGRI, JRC) in werkgroepen en het Permanent Comité voor de landbouwstatistiek.

Samenvatting van de reacties en hoe daarmee rekening is gehouden


Het voorstel is het resultaat van intensieve onderhandelingen tussen alle betrokken partijen.

Bijeenbrengen en benutten van deskundigheid



Betrokken kennisgebieden De nationale vertegenwoordigers bij de vergaderingen van de werkgroep 'Bodemgebruik- en gewasstatistieken' van DG Eurostat waren deskundigen met kennis van de bestaande wetgeving en van de nationale systemen voor de verzameling en opstelling van statistieken van plantaardige producten. Tot de vertegenwoordigers van de Commissie behoorden deskundigen op het gebied van beleidsanalyse.

Belangrijkste geraadpleegde organisaties en deskundigen


De deskundigen waren afkomstig van de nationale bureaus voor de statistiek, DG AGRI en JRC. Het Permanent Comité voor de landbouwstatistiek en de daartoe behorende werkgroep 'Bodemgebruik- en gewasstatistieken' zijn er intensief bij betrokken en veel geraadpleegd.

Ontvangen en gebruikte adviezen


De reacties waren zeer positief. Er zijn geen mogelijk ernstige risico's met onomkeerbare gevolgen genoemd.

Aangezien het voorstel een aanzienlijke vereenvoudiging van de bestaande wetgeving inhoudt, zijn geen risico's vastgesteld.

Wijze waarop het deskundigenadvies beschikbaar is gemaakt voor het publiek


Werkdocumenten en notulen van de bijeenkomsten van het Permanent Comité voor de landbouwstatistiek en de werkgroep zijn verkrijgbaar via CIRCA.

2.

Juridische elementen van het voorstel



Samenvatting van de voorgestelde maatregel


Deze verordening heeft als doel de lidstaten statistieken van bodemgebruik en gewassen te verschaffen. Rechtsgrondslag De rechtsgrondslag voor de communautaire statistiek is artikel 285 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap. Volgens dit artikel moet de Raad op basis van de medebeslissingsprocedure maatregelen voor de opstelling van statistieken nemen, wanneer dit voor de vervulling van de taken van de Gemeenschap nodig is. Als eisen waaraan bij de productie van communautaire statistieken moet worden voldaan, noemt dit artikel onpartijdigheid, betrouwbaarheid, objectiviteit, wetenschappelijke onafhankelijkheid, kosteneffectiviteit en statistische geheimhouding.

Subsidiariteitsbeginsel



Het doel van dit voorstel, namelijk de vaststelling van een gemeenschappelijk kader voor de systematische productie van communautaire statistieken van bodemgebruik en gewassen, kan niet voldoende door de lidstaten worden verwezenlijkt. Dit kan beter gebeuren op basis van communautaire wetgeving, omdat alleen de Commissie de noodzakelijke harmonisering van statistische informatie op Gemeenschapsniveau kan coördineren, terwijl het verzamelen van gegevens en de opstelling van vergelijkbare statistieken van bodemgebruik en gewassen door de lidstaten kunnen worden georganiseerd. De Gemeenschap kan derhalve maatregelen nemen overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag vervatte subsidiariteitsbeginsel.

Evenredigheidsbeginsel


Het voorstel is om de volgende redenen in overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel. Overeenkomstig het evenredigheidsbeginsel beperkt deze verordening zich tot het minimum dat nodig is om haar doel te verwezenlijken en gaat zij niet verder. Deze verordening schrijft niet voor elke lidstaat de mechanismen voor het verzamelen van gegevens voor, maar stelt slechts de te verschaffen gegevens vast om zo een geharmoniseerde structuur en een geharmoniseerd tijdschema te verzekeren. De lidstaten zijn niet verplicht tot wijziging van de productie van statistieken van bodemgebruik en gewassen, die nu nog onder de Verordeningen (EEG) nr. 837/90 en (EEG) nr. 959/93 vallen. De enige nieuwe onderwerpen die in deze verordening worden voorgesteld, zijn groenten en meerjarige teelten, waarover op EU-niveau reeds gegevens worden verzameld op grond van een gentlemen's agreement.

Door statistieken in plaats van enquêteresultaten te verlangen, voor bepaalde gegevens de indieningsfrequentie te verlagen en de mogelijkheid te bieden om meer gebruik te maken van andere bronnen dan enquêtes (bv. administratieve bronnen) moeten de financiële en administratieve lasten voor de nationale autoriteiten worden verminderd.

Keuze van instrumenten



Voorgesteld instrument: verordening. Andere instrumenten zouden om de volgende redenen ongeschikt zijn: Welk rechtsinstrument het meest geschikt is, hangt af van het doel van de wetgeving. Gezien de informatiebehoeften op Europees niveau wordt voor basisbesluiten over de communautaire statistiek gewoonlijk gekozen voor verordeningen in plaats van richtlijnen. Een verordening verdient de voorkeur omdat hierdoor in de gehele Gemeenschap dezelfde regels gelden en de lidstaten deze niet onvolledig of selectief kunnen toepassen. Een verordening is rechtstreeks van toepassing en hoeft dus niet in nationaal recht te worden omgezet. Richtlijnen daarentegen hebben tot doel de nationale wetgevingen te harmoniseren; zij zijn voor de lidstaten bindend wat hun doelstellingen betreft, maar de nationale instanties kunnen zelf bepalen hoe en in welke vorm zij deze willen bereiken. Richtlijnen moeten ook in nationaal recht worden omgezet. Een verordening is sinds 1997 de voor statistische besluiten gebruikelijke vorm.

3.

Gevolgen voor de begroting



Het voorstel heeft geen gevolgen voor de begroting van de Gemeenschap.

4.

Aanvullende informatie



Vereenvoudiging



Het voorstel voorziet in vereenvoudiging van de wetgeving, vereenvoudiging van administratieve procedures voor overheidsinstanties (EU of nationaal) en vereenvoudiging van administratieve procedures voor private partijen.

De minder gedetailleerde indeling van gegevens naar regio, de ontheffingen voor lidstaten met een bebouwd areaal onder een bepaalde drempel en de geharmoniseerde indieningstermijnen zullen het werk voor de communautaire en nationale autoriteiten vereenvoudigen.

Door het gebruik van administratieve bronnen in plaats van enquêtes zal de last voor de respondenten afnemen.

Het voorstel is opgenomen in het wetgevings- en werkprogramma van de Commissie, onder referentie 2007/ESTAT/029.

Intrekking van bestaande wetgeving


De goedkeuring van het voorstel heeft de intrekking van bestaande wetgeving tot gevolg.

Europese Economische Ruimte


De voorgestelde maatregel betreft een onderwerp dat onder de EER-Overeenkomst valt en moet daarom worden uitgebreid tot de Europese Economische Ruimte.

1. 2008/0079 (COD)