Toelichting bij COM(2008)867 - Wijziging van Verordening (EG) nr. 1927/2006 tot oprichting van een Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(2008)867 - Wijziging van Verordening (EG) nr. 1927/2006 tot oprichting van een Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering. |
---|---|
bron | COM(2008)867 ![]() ![]() |
datum | 16-12-2008 |
Motivering en doel van het voorstel
Het doel van dit voorstel is het Europees Fonds voor de aanpassing aan de globalisering (EFG) in staat te stellen om effectiever te reageren ter ondersteuning van werknemers die ontslagen worden als gevolg van de globalisering, het werkterrein van het fonds tijdelijk uit te breiden tot collectieve ontslagen als gevolg van de wereldwijde financiële en economische crisis, en de werking van het fonds meer in overeenstemming te brengen met de solidariteitsdoelstelling. Om deze doelstellingen te kunnen verwezenlijken, dienen bepaalde bepalingen van Verordening (EG) nr. 1927/2006[1] tot oprichting van een Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering gewijzigd te worden.
Algemene context
Het jaarverslag over de activiteiten van het EFG in 2007 was een integrerend onderdeel van de Mededeling 'Vernieuwde sociale agenda: kansen, toegang en solidariteit in het Europa van de 21e eeuw'[2], die de Commissie op 2 juli 2008 goedgekeurd heeft. In de Mededeling "Solidariteit tegenover verandering: het EFG in 2007 — balans en vooruitzichten"[3] heeft de Commissie aangekondigd de EFG-verordening te willen wijzigen vóór het volgende jaarverslag, dat halverwege 2009 ingediend moet worden.
In haar Europees economisch herstelplan[4], dat op 26 november 2008 is gepubliceerd, heeft de Commissie aangekondigd dat zij het EFG tot een doelmatiger instrument voor vroegtijdige interventie wil maken, als onderdeel van de Europese reactie op de crisis. Ook heeft de Commissie nogmaals bevestigd dat zij de regels van het EFG wil herzien zodat het fonds sneller kan ingrijpen in belangrijke sectoren, o.a. om opleidingen en arbeidsbemiddeling te financieren voor werknemers die ontslagen zijn als gevolg van de economische crisis.
Bestaande bepalingen op het door het voorstel bestreken gebied
Het Europees Sociaal Fonds[5] (ESF) is opgericht om bij te dragen aan de prioriteiten van de Gemeenschap wat betreft de versterking van de economische en sociale samenhang door verbetering van de werkgelegenheids- en arbeidskansen, en door bevordering van een hoog werkgelegenheidsniveau en meer en betere banen. Het ondersteunt de Europese Werkgelegenheidsstrategie en ook de beleidsmaatregelen van de lidstaten die gericht zijn op totstandbrenging van volledige werkgelegenheid en kwaliteit van en productiviteit op het werk, op bevordering van de sociale integratie, met inbegrip van de toegang van kansarmen tot werk, en de terugdringing van nationale, regionale en lokale verschillen in werkgelegenheid. Het voornaamste verschil met het EFG is dat het ESF opereert op basis van meerjarenprogramma's ter ondersteuning van strategische doelen op langere termijn, met name het anticiperen op en beheren van verandering en herstructurering, met activiteiten als een leven lang leren. Het EFG is een reactie op een specifieke door de globalisering veroorzaakte crisis op Europese schaal. Het biedt eenmalige individuele steun voor een beperkte periode, die rechtstreeks op ontslagen werknemers is gericht.
Het voorstel tot wijziging betreft bepaalde bestaande bepalingen van de EFG-verordening, met het doel de prestaties van dit instrument te verbeteren met betrekking tot het herintegreren in de arbeidsmarkt van werknemers die ontslagen zijn als gevolg van de globalisering. De concepten en bepalingen van dit voorstel blijven binnen de overkoepelende doelstelling van het EFG, namelijk solidariteit te tonen met werknemers die nadelige gevolgen ondervinden van veranderingen in de wereldeconomie.
Samenhang met andere beleidsgebieden van de EU
Steun van de Gemeenschap voor werknemers die ontslagen worden als gevolg van de toenemende concurrentie op de wereldmarkten sluit duidelijk aan bij de doelstellingen van de Lissabonstrategie voor groei en werkgelegenheid. Dergelijke steun is ook volledig in overeenstemming met de overkoepelende doelstellingen van de Europese Werkgelegenheidsstrategie, namelijk volledige werkgelegenheid en het terugdringen van werkloosheid en inactiviteit, het verbeteren van de kwaliteit van werk en van de productiviteit, het verhogen van de aantrekkelijkheid van banen en het versterken van de sociale en territoriale cohesie. De bijstandsverlening van het EFG dient ter aanvulling van acties die medegefinancierd worden door de structuurfondsen, met name het Europees Sociaal Fonds.
Het EFG sluit ook aan bij de werkgelegenheidsrichtsnoeren van de Europese Werkgelegenheidsstrategie, met name de richtsnoeren 20, 21 en 24. Deze richtsnoeren betreffen betere aansluiting op de behoeften van de arbeidsmarkt, door het verwijderen van obstakels voor mobiliteit voor werknemers in heel Europa, en door het beter anticiperen op behoeften aan specifieke vaardigheden, tekorten op de arbeidsmarkt en bottlenecks. Ze zijn gericht op het bevorderen van flexibiliteit door beter anticiperen en positief omgaan met verandering, met name in verband met de openstelling van markten, teneinde de sociale kosten tot een minimum te beperken en aanpassing te vergemakkelijken, en steun te bieden bij overgangen in het beroepsleven, met inbegrip van opleiding, zelfstandige worden, oprichting van ondernemingen en geografische mobiliteit. Ze zijn verder gericht op optimaal gebruik van de onderwijs- en opleidingsstelsels, die nieuwe competenties zullen moeten bieden in antwoord op nieuwe behoeften van de arbeidsmarkt en de toekomstige vraag naar nieuwe sleutelcompetenties en specifieke vaardigheden, door verbetering van de omschrijving en transparantie van kwalificaties, de daadwerkelijke erkenning daarvan en de validering van niet-formele en informele leerresultaten.
Het EFG past ook volledig in de tenuitvoerlegging van geïntegreerd flexizekerheidsbeleid, zoals uiteengezet in de mededeling 'Naar gemeenschappelijke beginselen van flexizekerheid' die de Europese Raad in december 2007 heeft goedgekeurd, in die zin dat het gericht is op het vergemakkelijken van een snelle overgang naar een nieuwe baan voor ontslagen werknemers, en dus bijdraagt tot het aan het werk houden van geschoolde arbeidskrachten.
Inhoudsopgave
Raadpleging van belanghebbende partijen
Wijze van raadpleging, belangrijkste geraadpleegde sectoren en algemeen profiel van de respondenten
De Commissie heeft de deskundigen van de lidstaten en de sociale partners tweemaal geraadpleegd: eerst in juli 2008 door middel van een vragenlijst betreffende de operaties en het beheer van het EFG, en de mogelijke verbeteringen die in het jaarverslag over het EFG waren genoemd, en vervolgens op een conferentie te Brussel op 4 september 2008. De agenda van de conferentie bestreek de kwesties die in het jaarverslag en in de antwoorden op de vragenlijst aan de orde gesteld waren; deze punten waren samengevat in een discussienota ("issues paper") dat vóór de vergadering aan alle deelnemers was toegezonden.
Samenvatting van de reacties en hoe daarmee rekening is gehouden
De Commissie wilde met name de meningen van de lidstaten en andere betrokken partijen horen over in het jaarverslag geïdentificeerde centrale kwesties, met name ten aanzien van: de vraag of ook rekening gehouden zou moeten worden met andere globaliseringsfactoren dan veranderingen in de internationale handelspatronen; de relevantie van het medefinancieringspercentage van het EFG; de aantallen en de aard van collectieve ontslagen die meer dan 1 000 werknemers betreffen, en gevallen die tussen 500 en 1 000 werknemers betreffen; de duur van de in de verordening vastgelegde termijnen (referentieperioden en uitvoeringsperioden); en een aantal kwesties met betrekking tot de administratie van het EFG op EU- en nationaal niveau. 22 lidstaten en enkele organisaties van de sociale partners hebben antwoorden ingezonden.
Al deze kwesties komen aan de orde in de voorgestelde wijzigingen.
Bijeenbrengen en benutten van deskundigheid
Er behoefde geen beroep te worden gedaan op externe deskundigheid van contractanten. Enkele externe deskundigen hebben echter actief deelgenomen aan de "stakeholders' conference" te Brussel op 4 september 2008 en hebben hun mening te kennen gegeven.
Effectbeoordeling
In het effectbeoordelingsverslag werden de in het jaarverslag genoemde problemen in verband met de tenuitvoerlegging van de huidige EFG-verordening nader bestudeerd. De Commissie heeft drie opties, met twee varianten voor de derde optie, beoordeeld op de economische en sociale effecten, met het oog op het uitbreiden van het werkterrein van het EFG en het verhogen van de doelmatigheid daarvan ten aanzien van het herintegreren in de arbeidsmarkt van werknemers die werkloos zijn geworden als gevolg van de globalisering.
- Onder optie 1, ' Geen verandering ', zou de EFG-verordening ongewijzigd van toepassing blijven. Deze optie heeft bepaalde voordelen ten aanzien van de continuïteit van het wetgevend kader en praktische aspecten van de uitvoering van door het EFG gefinancierde acties;
- Onder optie 2, ' Geen verandering plus verbeteringen ', zou een aantal operationele verbeteringen worden ingevoerd zonder wijzigingen van de EFG-verordening. Deze verbeteringen zouden het volgende inhouden: vereenvoudiging van procedures en regels voor aanvragen; gebruikmaking van bestaande netwerken voor het promoten van het EFG onder mogelijke belanghebbenden en voor uitwisseling van goede praktijken; verduidelijking van de subsidiabiliteit van de dienstensector en van maatregelen als mobiliteitstoeslagen en microkredieten; opvoering van bewustmakingsactiviteiten om het EFG meer zichtbaarheid te verlenen.
Onder optie 3, ' Verbeteringen en operationele veranderingen ', heeft de Commissie twee varianten in verband met het subsidiabiliteitscriterium beoordeeld:
- Onder ' variant A: Handel ' van optie 3 zou het subsidiabiliteitscriterium veranderingen in de wereldhandelspatronen blijven, maar de EFG-verordening zou op de volgende punten gewijzigd worden: verlaging van de subsidiabiliteitsdrempel van 1 000 naar 500 gedwongen ontslagen; meetelling van collectieve ontslagen die plaatsvonden vóór het begin van de referentieperiode bij de aantallen ontslagen werknemers die in aanmerking komen voor bijstandsverlening door het EFG; verlenging van het tijdvak voor tenuitvoerlegging van de bijstandsverlening door het EFG van 12 tot 24 maanden; verduidelijking van het beschikbare bedrag voor technische bijstand op initiatief van de Commissie, en verruiming van de mogelijkheden voor technische bijstand door ook op de toekomst gerichte activiteiten in aanmerking te nemen; verduidelijking van de betekenis van de term 'gebruik' van de financiële bijdrage; en verhoging van het standaardpercentage van de EFG-bijstandsverlening van 50% tot 75% van de totale kosten;
- Onder ' variant B: Markten ' van optie 3 zou de EFG-verordening zoals hierboven beschreven gewijzigd worden, met één verschil: bijstandsverlening zou behalve bij ingrijpende veranderingen van de wereldhandelspatronen ook mogelijk zijn bij ingrijpende veranderingen op de wereldmarkten, zoals veranderingen van productie- en producttechnologie, veranderingen in de organisatie van de productie (zoals bedrijfsverplaatsing) en de toegang tot en de prijzen van grondstoffen en andere inputs.
- Uitbreiding van het werkterrein van het EFG
De wereldwijde financiële crisis veroorzaakt massale collectieve ontslagen, en zal dat blijven doen, en in een steeds grotere verscheidenheid van sectoren, naarmate die de gevolgen beginnen te ondervinden van de beperkte beschikbaarheid van krediet en de afnemende koopkracht van de burgers. De Commissie wil op tijdelijke en uitzonderlijke basis actie ondernemen om het fonds beter in staat te stellen op deze problemen te reageren. Zij stelt daarom voor om het werkterrein van het fonds uit te breiden, voor een bepaalde periode, zodat het ook kan reageren op de wereldwijde financiële en economische crisis. Deze optie kwam niet aan de orde in de eerdere effectbeoordeling, die betrekking had op de meer beperkte uitbreiding van het werkterrein tot 'markten', zoals hierboven besproken.
De effectbeoordeling is daarom aangepast en omvat nu ook werkgelegenheidsaspecten van de financiële crisis, een beschrijving van de beperkingen van de huidige verordening in het licht van de nieuwe vereisten, en een analyse van mogelijke veranderingen van de EFG-verordening die het fonds in staat zullen stellen om beter te functioneren als crisisbestrijdingsinstrument.
Het voorstel sluit ook aan bij de onderliggende filosofie van het EFG, namelijk dat de Unie in staat moet zijn om solidariteit te tonen met werknemers die hun baan verliezen als gevolg van economische verstoringen die veroorzaakt worden door ontwikkelingen op wereldschaal, zoals de huidige crisis. De beginselen van de interne markt blijven natuurlijk geldig, hetgeen betekent dat geen gebruik kan worden gemaakt van het EFG bij aanpassingen en herstructureringen die het gevolg zijn van puur EU-interne factoren.
Samenvatting van de voorgestelde maatregel(en)
De voorgestelde actie betreft wijziging van de EFG-verordening om te waarborgen dat het EFG beantwoordt aan de doelstelling van solidariteit met werknemers die hun baan verloren hebben als gevolg van door de globalisering veroorzaakte ingrijpende veranderingen, met inbegrip van een tijdelijke bepaling betreffende ondersteuning van werknemers die ontslagen zijn als gevolg van de wereldwijde financiële en economische crisis.
Rechtsgrondslag
Het voorstel berust op artikel 159, derde alinea, van het EG-Verdrag.
Subsidiariteitsbeginsel
Het subsidiariteitsbeginsel is van toepassing voor zover het voorstel geen gebieden bestrijkt die onder de exclusieve bevoegdheid van de Gemeenschap vallen.
De doelstellingen van het voorstel kunnen niet voldoende door de lidstaten worden verwezenlijkt. Zij kunnen alleen worden verwezenlijkt door een wijziging van de huidige verordening.
De doelstellingen van het voorstel kunnen om de volgende reden beter door een optreden van de Gemeenschap worden verwezenlijkt:
Zoals uiteengezet in de toelichting[6] bij het oorspronkelijke voorstel voor een EFG-verordening, kan de Gemeenschap stappen ondernemen, met inachtneming van het in artikel 5 van het Verdrag vastgelegde subsidiariteitsbeginsel, om de doelstelling van solidariteit te verwezenlijken.
Bij het opstellen van dit voorstel heeft de Commissie zich gebaseerd op de kwantitatieve gegevens die de activiteiten van het EFG in de eerste 18 maanden hebben opgeleverd, met inbegrip van de gegevens in het eerste jaarverslag over het EFG.
Het functioneren van dit instrument kan alleen gewijzigd worden door een wetgevend initiatief op het niveau van de Unie. Het voorstel bevat regels voor het functioneren van een financieel instrument dat op het niveau van de Gemeenschap beschikbaar is.
Het voorstel is derhalve in overeenstemming met het subsidiariteitsbeginsel.
Evenredigheidsbeginsel
Het voorstel is om de volgende reden(en) in overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel:
Overeenkomstig het evenredigheidsbeginsel gaan de bepalingen van deze verordening niet verder dan hetgeen nodig is om de doelstellingen ervan te bereiken. De voorgestelde wijzigingen van Verordening (EG) nr. 1927/2006 blijven beperkt tot wijzigingen die noodzakelijk zijn om het EFG in staat te stellen effectiever steun te bieden bij de herintegratie in de arbeidsmarkt van werknemers die ontslagen zijn als gevolg van veranderingen in a de wereldeconomie.
Het voorstel legt de lidstaten geen nieuwe administratieve lasten op in vergelijking met de bestaande EFG-verordening.
Keuze van instrument
Voorgesteld instrument: verordening.
Andere instrumenten zouden om de volgende reden ongeschikt zijn:
Een verordening is het juiste juridische instrument om een bestaande verordening te wijzigen.
In artikel 28 van het Interinstitutioneel Akkoord tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie van 17 mei 2006[7] betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer is bepaald dat het EFG niet groter mag zijn dan een jaarlijks maximumbedrag van 500 miljoen euro .
Zoals aangekondigd in de mededeling over het Europees economisch herstelplan zal de Commissie de voor het EFG beschikbare begrotingsmiddelen opnieuw bezien in het licht van de toepassing van de herziene regels .
Nadere uitleg van het voorstel
De voorgestelde wijziging van artikel 1 verruimt het werkterrein van het EFG in antwoord op de wereldwijde financiële en economische crisis en behelst de nodige aanpassingen om op tijdelijke basis bijstand te kunnen verlenen aan werknemers die ontslagen zijn als gevolg van deze crisis.
De voorgestelde wijzigingen van artikel 2 verlagen de drempel voor subsidiabiliteit van 1 000 naar 500 gedwongen ontslagen, verduidelijken de situatie van gevallen die worden ingediend onder de interventiecriteria van artikel 2, punt c), en voeren een definitie van het begrip 'gedwongen ontslagen' in die gebaseerd is op de jurisprudentie[8].
De voorgestelde wijziging van artikel 5, lid 2, onder a), is gericht op het waarborgen van billijke en niet-discriminerende behandeling van werknemers die ontslagen zijn vóór of na de referentieperiode van vier maanden zoals bepaald in artikel 2, onder a) of c), maar waarvan het ontslag duidelijk verband houdt met dezelfde gebeurtenis.
De voorgestelde wijzigingen van artikel 8 verduidelijken de wijze van berekening van het beschikbare bedrag voor technische bijstand en welke activiteiten uit hoofde van artikel 13 gefinancierd kunnen worden.
De voorgestelde wijziging van artikel 10 verhoogt het percentage van de bijstandsverlening van 50% tot 75%, hetgeen beter aansluit bij de dringende aard van de bijdragen ter ondersteuning van de ontslagen werknemers.
De voorgestelde wijziging van artikel 13 verlengt de uitvoeringsperiode van een bijdrage van het EFG van 12 tot 24 maanden.
De voorgestelde wijziging van artikel 20 bepaalt dat, op basis van de tussentijdse evaluatie zoals bedoeld in artikel 17, lid 1, onder a), het Europees Parlement en de Raad deze verordening, met inbegrip van de tijdelijke uitzondering zoals bepaald in artikel 1, lid 1 bis, kunnen herzien, op basis van een voorstel van de Commissie.