Toelichting bij COM(2009)35 - Programma om het economisch herstel te bevorderen via financiële bijstand van de EG aan projecten op het gebied van energie

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel



Het voorstel is een reactie op de grote economische moeilijkheden die de Europese economie momenteel ondervindt ten gevolge van de financiële crisis en de tekortkomingen qua continuïteit van de energievoorziening van de Gemeenschap die naar aanleiding van de gascrisis aan het licht zijn gekomen. Het is een onderdeel van het Europees economisch herstelplan (COM(2008) 800) dat op de Europese Raad van 11-12 december 2008 is bekrachtigd. Samen met de voorstellen op het gebied van breedband en plattelandsontwikkeling is het een specifiek antwoord op het verzoek van de Raad om een gedetailleerde en evenwichtige lijst van acties bekend te maken.

Algemene context



De financiële crisis begon haar weerslag op de reële economie te doen gevoelen in het najaar van 2008. De gascrisis, ten gevolge van de onderbreking van de levering aan de Gemeenschap van in Rusland geproduceerd gas, ontstond in december 2008. De economische crisis en de gascrisis, die heeft aangetoond dat de energie-interconnecties in Europa ontoereikend zijn, stellen structurele problemen aan de orde voor zowel de Europese economie als de welvaart van de Europese burger. Er is een alomvattend herstelplan nodig dat momenteel ten uitvoer wordt gelegd. Dit voorstel voor financiële stimulansen voor cruciale onderdelen van de energiesector is een essentieel element van dit herstelplan.

Bestaande bepalingen op het door het voorstel bestreken gebied



Het onderdeel Energie-infrastructuur van het programma Trans-Europese netwerken heeft een katalysatorfunctie voor het aanleggen van grensoverschrijdende gas- en elektriciteitsinterconnecties. Dat is ook het doel van één van de drie subprogramma's van dit voorstel. De lijst van de bij deze verordening vastgestelde projecten vormt een aanvulling op de Richtsnoeren voor trans-Europese netwerken in de energiesector (Beschikking nr. 1364/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 6 september 2006).

Samenhang met andere beleidsgebieden en doelstellingen van de Unie



Het voorstel heeft ten doel projecten op het gebied van het energiebeleid bij te staan als cruciaal onderdeel van de bredere EU-doelstelling van bevordering van economische vooruitgang en duurzame ontwikkeling. Het is consistent met de doelstellingen van het EU-energiebeleid als vastgelegd in de tweede strategische toetsing van het energiebeleid, met name door een verhoging van de zekerheid van de energievoorziening en een vermindering van de uitstoot van broeikasgassen.

Bij de selectie van de projecten heeft de Commissie rekening gehouden met diverse criteria, met name met het oog op de rijpheid van de projecten, een samenhangende spreiding over het grondgebied, het Europees belang, de Europese toegevoegde waarde en de technologische vooruitgang. Al deze criteria zijn in overeenstemming met het energiebeleid dat de EG in de afgelopen jaren heeft ontwikkeld en passen in de context van de huidige financiële vooruitzichten. Deze aanpak zal naar alle waarschijnlijkheid worden bevestigd in het kader van de toekomstige financiële vooruitzichten.

2. RAADPLEGING VAN DE BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELING

- Raadpleging van de belanghebbenden

De urgentie van de economische crisis vergt een zo snel mogelijke reactie waarmee een signaal aan de investeerders wordt gegeven. Dit heeft tot gevolg dat er voor raadplegingen geen tijd is geweest.

Bijeenbrengen en benutten van deskundigheid



Er is geen externe deskundigheid gebruikt.

Effectbeoordeling



Overeenkomstig de conclusies van de Europese Raad vergt de urgentie van de economische crisis een zo snel mogelijke reactie.

Dit houdt in dat er geen tijd is geweest voor een effectbeoordeling.

1.

Juridische elementen van het voorstel



Samenvatting van de voorgestelde maatregel



Er wordt voorgesteld een programma van investeringsmaatregelen op te zetten gedurende 2009 en 2010 dat subprogramma's omvat op de volgende gebieden:

- gas- en elektriciteitsinterconnectieprojecten (financiële enveloppe: 1 750 miljoen euro);

- offshore-windenergieprojecten (500 miljoen euro);

- koolstofafvang en -opslag (1 250 miljoen euro).

Rechtsgrondslag



De rechtsgrondslag is artikel 156 van het Verdrag voor het subprogramma voor gas- en elektriciteitsinterconnectieprojecten en artikel 175 voor de rest van de actie.

Subsidiariteitsbeginsel



Het subsidiariteitsbeginsel is van toepassing in de zin dat het voorstel niet onder de exclusieve bevoegdheid van de Gemeenschap valt.

De doelstellingen van het voorstel kunnen niet op afdoende wijze door de afzonderlijke lidstaten worden bereikt om de volgende redenen:

- een samenhangend en effectief antwoord op de economische crisis vergt een gecoördineerde aanpak van de investeringen op EU-niveau, waarbij zowel de middelen van de EU als die van de nationale overheden worden betrokken;

- vele van de in de verordening genoemde projecten zijn transnationaal van aard, met name de subprogramma's offshore-windenergie en interconnectie;

- de bevordering van interconnectie, hernieuwbare energie en koolstofafvang en -opslag is recentelijk bevestigd als gemeenschappelijke doelstelling van de Unie;

- alle subprogramma's, in het bijzonder dat voor koolstofafvang en opslag, zijn zo opgezet dat de mogelijkheden om ze ook op nationaal niveau ten uitvoer te leggen, worden gemaximaliseerd;

- actie van de lidstaten alleen zou een gecoördineerde aanpak belemmeren; de uitvoering van projecten met transnationale betekenis is essentieel om de doelstellingen van de Unie te verwezenlijken.

Actie op communautair niveau maakt het op een betere wijze mogelijk de doelstellingen van het voorstel te bereiken om de volgende redenen:

- EU-actie maakt het mogelijk deze doelstellingen te verwezenlijken;

- EU-actie kan actie op nationaal niveau aanvullen teneinde de algemene doelstellingen van de Unie te bereiken, dit gezien de transnationale aard van de economische crisis en de uitdaging van de continuïteit van de energievoorziening;

- het toepassingsgebied van dit voorstel is beperkt tot dergelijke projecten.

Het voorstel is derhalve in overeenstemming met het subsidiariteitsbeginsel.

Evenredigheidsbeginsel



Het voorstel is in overeenstemming met het subsidiariteitsbeginsel om de volgende redenen:

- aangezien het voorstel ertoe strekt een programma voor financiële bijstand op te zetten, kan het uitsluitend de vorm van een verordening aannemen;

- de financiële lasten sporen met het doel om een belangrijke stimulans te geven aan de Europese economie en de uitdaging van energievoorzieningszekerheid aan te gaan;

- de administratieve belasting wordt geminimaliseerd door de keuze het programma toe te spitsen op een beperkt aantal grootschalige projecten.

Keuze van instrumenten



Voorgestelde instrumenten: verordening.

Andere instrumenten zouden om de volgende reden(en) ongeschikt zijn:

- aangezien bij het voorstel een programma voor financiële bijstand wordt ingesteld kan het uitsluitend de vorm van een verordening aannemen.

2.

Gevolgen voor de begroting



Er is voorzien in een financiële enveloppe van 3 500 miljoen euro voor het totaal van de drie subprogramma's, meer bepaald 1 500 miljoen euro voor 2009 en 2 000 miljoen euro voor 2010.

Het merendeel van de betalingen zal gebeuren tussen 2009 en 2012, terwijl de laatste betalingen, meer bepaald voor projecten voor koolstofafvang en -opslag naar plan in 2014/2015 zullen gebeuren.