Toelichting bij COM(2009)426 - Wijziging van Verordening (EG) nr. 1659/2005 tot instelling van een definitief antidumpingrecht op de invoer van magnesiabriketten uit China

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. Achtergrond van het voorstel

Motivering en doel van het voorstel


Dit voorstel betreft de toepassing van Verordening (EG) nr. 384/96 van de Raad van 22 december 1995 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap, laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2117/2005 van 21 december 2005 ("de basisverordening"), in het kader van de procedure betreffende de invoer van bepaalde magnesiabriketten van oorsprong uit de Volksrepubliek China.

Algemene context


Dit voorstel past in het kader van de tenuitvoerlegging van de basisverordening en is het resultaat van een onderzoek dat werd verricht in overeenstemming met de materiƫle en procedurele eisen in de basisverordening.

Bestaande bepalingen op het door het voorstel bestreken gebied


Verordening (EG) nr. 1659/2005 van de Raad tot instelling van een definitief antidumpingrecht en definitieve inning van het voorlopige recht op de invoer van magnesiabriketten uit de Volksrepubliek China ("de VRC").

Samenhang met andere beleidsgebieden en doelstellingen van de EU


Niet van toepassing.

1.

Raadpleging van belanghebbende partijen en effectbeoordeling



Raadpleging van belanghebbende partijen



Partijen die belang hebben bij de procedure werden overeenkomstig de bepalingen van de basisverordening in de loop van het onderzoek in de gelegenheid gesteld hun belangen te verdedigen.

Bijeenbrengen en benutten van deskundigheid



Er behoefde geen beroep te worden gedaan op externe deskundigheid.

Effectbeoordeling


Dit voorstel vloeit voort uit de tenuitvoerlegging van de basisverordening. De basisverordening voorziet niet in een algemene effectbeoordeling, maar bevat wel een uitputtende lijst van factoren die moeten worden beoordeeld.

2.

Juridische elementen van het voorstel



Samenvatting van de voorgestelde maatregel


Op 12 juni 2008 heeft de Commissie een gedeeltelijk tussentijds nieuw onderzoek geopend naar de antidumpingmaatregelen die van toepassing zijn op de invoer van bepaalde magnesiabriketten van oorsprong uit de VRC. Het onderzoek was beperkt tot het onderzoek naar dumping door de indiener van het verzoek, Dashiqiao Sanqiang Refractory Materials Company Limited. Voor deze producent-exporteur geldt momenteel een antidumpingrecht van 27,7%. Het onderzoek heeft bevestigd dat de indiener van het verzoek voldoet aan de vijf criteria voor de toekenning van een behandeling als marktgerichte onderneming ("BMO"). De berekening van zijn individuele dumpingmarge werd bijgevolg op zijn eigen gegevens gebaseerd. De aldus berekende dumpingmarge bedroeg 17,2%. Er werd eveneens geconcludeerd dat de omstandigheden tijdens het tijdvak van dit onderzoek van blijvende aard waren. Daarom wordt voorgesteld dat de Raad zijn goedkeuring hecht aan het bijgevoegde voorstel voor een verordening, die uiterlijk op 11 september 2009 moet worden bekendgemaakt, teneinde het antidumpingrecht dat geldt voor de invoer van bepaalde magnesiabriketten door de indiener van het verzoek tot 14,4% te verminderen.

Rechtsgrondslag


Verordening (EG) nr. 384/96 van de Raad van 22 december 1995 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap, laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2117/2005 van de Raad van 21 december 2005.

Subsidiariteitsbeginsel


Het voorstel betreft een gebied dat onder de exclusieve bevoegdheid van de Gemeenschap valt. Het subsidiariteitsbeginsel is derhalve niet van toepassing.

Evenredigheidsbeginsel


Het voorstel is om de volgende reden in overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel:

de vorm van de maatregel wordt voorgeschreven in de basisverordening en laat geen ruimte voor nationale besluitvorming. Beschrijving van de wijze waarop de financiƫle en administratieve lasten voor de Gemeenschap, de nationale, regionale en plaatselijke overheden, bedrijven en burgers zoveel mogelijk worden beperkt en hoe zij in verhouding staan tot het doel van het voorstel: niet van toepassing.

Keuze van instrumenten



Voorgesteld instrument: verordening.

Andere instrumenten zouden ongeschikt zijn, omdat de basisverordening niet in andere mogelijkheden voorziet.

3.

Gevolgen voor de begroting



Het voorstel heeft geen gevolgen voor de begroting van de Gemeenschap.