Toelichting bij COM(2005)53 - Prioritaire maatregelen om de samenwerking op archiefgebied te verbeteren

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

Dit voorstel heeft tot doel het protocol bij de overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Islamitische Republiek Mauritaniƫ tot samenwerking op het gebied van de zeevisserij te wijzigen.

De technische werkgroep van vertegenwoordigers van de overheid van Mauritaniƫ en de Europese Commissie heeft tijdens de technische vergaderingen in Nouakchott (30 juni t/m 2 juli en 14 en 15 juli) en in Brussel (7 t/m 10 september 2004) een aantal conclusies bereikt. Op basis van die conclusies en de beschikbare wetenschappelijke adviezen hebben beide partijen tijdens de op 10 september 2004 in Brussel gehouden vergadering van de gemengde commissie besloten dat maatregelen moeten worden getroffen inzake het beheer van de visserij-inspanningen in de exclusieve economische zone (EEZ) van Mauritaniƫ.

De overeenkomst inzake de wijziging van het protocol heeft officieel haar beslag gekregen in een briefwisseling.

De hierboven bedoelde maatregelen hebben enerzijds tot doel het exploitatieniveau van de visserij op koppotigen te verlagen door de visserij-inspanning te beperken en anderzijds het aantal vergunningen voor de pelagische visserij en de tonijnvisserij te verhogen. Om de integratie van de vaartuigen die de vlag van de nieuwe lidstaten voeren, te vergemakkelijken en de continue toegang van communautaire vissersvaartuigen die traditioneel in het kader van de genoemde overeenkomst vissen, te waarborgen, zullen de vergunningen voor de pelagische visserij worden toegewezen op basis van de vergunningsaanvragen van alle lidstaten samen, waarbij rekening wordt gehouden met de visserijactiviteiten die traditioneel in het kader van deze overeenkomst hebben plaatsgevonden. De Commissie zal zo nodig voorstellen hoe de vergunningen voor de pelagische visserij tussen de lidstaten moeten worden verdeeld.

De bevriezing van vijf vergunningen voor de vangst van koppotigen, waarover reeds sinds maart 2004 met de lidstaten is overlegd, wordt gecompenseerd door de afgifte van nieuwe vergunningen voor de pelagische visserij. Door deze maatregelen wordt het mogelijk een goed en gezond financieel beheer te garanderen door de vangstmogelijkheden af te stemmen op de hulpbronnen en op de vraag van de sector. Het nieuwe evenwicht dat zo wordt bereikt, is gestoeld op de resultaten van de onderhandelingen die in 2001 over het huidige protocol hebben plaatsgevonden, en is qua verhouding tussen kosten en baten uitermate gunstig voor de EG.

De Commissie stelt bijgevolg voor dat de Raad deze overeenkomst in de vorm van een briefwisseling inzake de wijziging van het protocol goedkeurt.

Een voorstel voor een besluit van de Raad betreffende de voorlopige toepassing van de overeenkomst in de vorm van een briefwisseling inzake de wijziging van het protocol wordt in een afzonderlijke procedure behandeld.