Toelichting bij COM(2006)826 - Uitbreiding van het bij Verordening (EG) nr. 398/2004 ingestelde definitieve antidumpingrecht op de invoer van silicium uit China tot de invoer van uit Korea verzonden silicium, al dan niet aangegeven als uit Korea

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

1

Motivering en doel van het voorstel



Dit voorstel betreft de toepassing van Verordening (EG) nr. 384/96 van de Raad van 22 december 1995 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap, als laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2117/2005 van de Raad van 21 december 2005 (hierna “de basisverordening” genoemd), in het kader van de procedure met betrekking tot de invoer van silicium van oorsprong uit de Volksrepubliek China en verzonden uit de Republiek Korea.

120

Algemene context



Dit voorstel wordt gedaan in het kader van de tenuitvoerlegging van de basisverordening en is het resultaat van een onderzoek dat werd uitgevoerd overeenkomstig de materiële en formele eisen van de basisverordening.

139

Bestaande bepalingen op het door het voorstel bestreken gebied



Er bestaan geen bepalingen op het door het voorstel bestreken gebied.

141

Samenhang met andere beleidsgebieden en doelstellingen van de EU



Niet van toepassing.

1.

Raadpleging van belanghebbende partijen en effectbeoordeling



Raadpleging van belanghebbende partijen



Partijen die belang hebben bij de procedure werden in de loop van het onderzoek reeds in de gelegenheid gesteld hun belangen te verdedigen overeenkomstig de bepalingen van de basisverordening.

Bijeenbrengen en benutten van deskundigheid



229

Er behoefde geen beroep te worden gedaan op externe deskundigheid.

230

Effectbeoordeling



Dit voorstel vloeit voort uit de tenuitvoerlegging van de basisverordening.

De basisverordening voorziet niet in een algemene effectbeoordeling, maar omvat wel een uitputtende lijst van factoren die moeten worden beoordeeld.

2.

Juridische elementen van het voorstel



305

Samenvatting van de voorgestelde maatregel(en)



Bij Verordening (EG) nr. 2200/90 stelde de Raad een definitief antidumpingrecht in op de invoer van silicium van oorsprong uit de Volksrepubliek China. Ingevolge een klacht die was ingediend door de bedrijfstak van de Gemeenschap en na het daaropvolgende onderzoek van de Commissie concludeerde de Raad korte tijd daarna bij Verordening (EEG) nr. 1607/92 dat de exporteurs het geldende antidumpingrecht hadden geabsorbeerd en stelde een aanvullend recht in op de invoer van silicium van oorsprong uit de VR China.

Er zij op gewezen dat zowel de herzieningsonderzoeken bij het vervallen van maatregelen als de Verordeningen nrs. 2496/97 en 398/2004 hebben bevestigd dat het definitieve antidumingrecht, van toepassing op de nettoprijs, franco grens Gemeenschap, 49% bedroeg.

Op 6 maart 2006 heeft de Commissie een nieuw verzoek ontvangen om een onderzoek in te stellen naar de beweerde ontduiking, door verzending via de Republiek Korea, van de antidumpingmaatregelen voor de invoer van silicium van oorsprong uit China.

Bij het onderzoek is gebleken dat er, behalve de antidumpingmaatregelen, geen voldoende reden of rechtvaardiging voor de wijziging van het handelspatroon was en dat de corrigerende werking van die maatregelen, zowel wat hoeveelheden als prijzen betrof, hierdoor werd aangetast. Aanzienlijke, uit de Republiek Korea ingevoerde hoeveelheden van het betrokken product bleken de invoer van silicium uit China te hebben vervangen. Voorts was er voldoende bewijsmateriaal dat deze toegenomen invoer plaatsvond tegen prijzen die lager waren dan de niet-schadelijke prijs die was vastgesteld bij het onderzoek dat tot de thans geldende maatregelen heeft geleid en dat er nog steeds sprake was van significante dumping.

Daarom wordt voorgesteld om de bestaande antidumpingmaatregelen voor de invoer van silicium van oorsprong uit de Volksrepubliek China uit te breiden tot de invoer van hetzelfde product, verzonden uit de Republiek Korea.

De lidstaten werden geraadpleegd en een meerderheid steunde het voorstel.

Er wordt voorgesteld dat de Raad bijgaand voorstel voor een verordening goedkeurt, die zo spoedig mogelijk in het Publicatieblad van de Europese Unie dient te worden bekendgemaakt.

310

Rechtsgrondslag



Verordening (EG) nr. 384/96 van de Raad van 22 december 1995 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap, als laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2117/2005 van 21 december 2005.

329

Subsidiariteitsbeginsel



Het voorstel valt onder de exclusieve bevoegdheid van de Gemeenschap. Het subsidiariteitsbeginsel is derhalve niet van toepassing.

Evenredigheidsbeginsel



Het voorstel is om de volgende redenen in overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel:

331

De vorm van de maatregel is beschreven in bovengenoemde basisverordening en laat geen ruimte voor nationale besluitvorming.

332

De beschrijving van de wijze waarop de financiële en administratieve lasten voor de Gemeenschap, de nationale, regionale en plaatselijke overheden, de bedrijven en de burgers zo veel mogelijk worden beperkt en hoe zij in verhouding staan tot het doel van het voorstel is niet van toepassing.

Keuze van instrumenten



341

Voorgesteld(e) instrument(en): verordening.

342

Een andere vorm zou niet geschikt zijn om de volgende reden:

bovengenoemde basisverordening voorziet niet in andere mogelijkheden.

3.

Gevolgen voor de begroting



409

Het voorstel heeft geen gevolgen voor de begroting van de Gemeenschap.