Toelichting bij COM(2006)16 - Wijze van toepassing van Verordening (EG) nr. 883/2004 betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL 110 Motivering en doel van het voorstel Artikel 89 van Verordening (EG) nr. 883/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 bepaalt dat de wijze van toepassing van deze verordening bij een latere verordening wordt vastgesteld. 120 Algemene context De voorschriften ter coördinatie van de nationale socialezekerheidsstelsels behoren tot de regelingen betreffende het vrije verkeer van personen en moeten bijdragen aan de verhoging van de levensstandaard en de verbetering van de arbeidsomstandigheden van de Europese burgers die zich binnen de EU verplaatsen. Deze coördinatie wordt op het ogenblik gewaarborgd door Verordening (EEG) nr. 1408/71 en de bijbehorende toepassingsverordening (EEG) nr. 574/72. Verordening (EG) nr. 883/2004 is bedoeld ter vervanging van Verordening (EEG) nr. 1408/71. De nieuwe coördinatievoorschriften van Verordening (EG) nr. 883/2004 kunnen echter pas worden toegepast als de bijbehorende toepassingsverordening, die in de plaats komt van Verordening (EEG) nr. 574/72, zal zijn vastgesteld. Qua vorm komt het voorgestelde wetgevingsinstrument overeen met het thans bestaande. Inhoudelijk beoogt het de bestaande voorschriften te moderniseren en te vereenvoudigen. 130 Bestaande bepalingen op het door het voorstel bestreken gebied Verordening (EEG) nr. 574/72 tot vaststelling van de wijze van toepassing van Verordening (EEG) nr. 1408/71, laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 647/2005 van het Europees Parlement en de Raad van 13 april 2005, PB L 117 van 4 mei 2005. Overeenkomst: zowel Verordening (EEG) nr. 574/72 als het voorstel stellen de wijze van toepassing vast van de verordening tot coördinatie van de socialezekerheidsstelsels. Verschil: het voorstel beoogt de bepalingen van Verordening (EEG) nr. 574/72 te vereenvoudigen en te moderniseren door de samenwerking tussen de socialezekerheidsorganen te versterken en de methoden voor de uitwisseling van gegevens tussen deze organen te verbeteren. 141 Samenhang met andere beleidsgebieden en doelstellingen van de EU Niet van toepassing. RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDE PARTIJEN EN EFFECTBEOORDELING Raadpleging van belanghebbende partijen 211 Wijze van raadpleging, belangrijkste geraadpleegde sectoren en algemeen profiel van de respondenten Met het voorstel voor een toepassingsverordening wordt in hoofdzaak beoogd om ten behoeve van de gebruikers van de verordening, de burgers en de socialezekerheidsorganen van de lidstaten, concreet de nodige procedures vast te stellen voor de tenuitvoerlegging van de beginselen van de basisverordening. Met betrekking tot het ouderdomspensioen bijvoorbeeld moet worden verduidelijkt welke stappen een verzekerde moet ondernemen om een pensioenaanvraag in te dienen, bij welk orgaan dat moet gebeuren als hij in meer dan een lidstaat heeft gewerkt, hoe de organen onderling gegevens moeten uitwisselen om de volledige loopbaan van de betrokkene in aanmerking te nemen en hoe zij, elk voor zich, het uit te keren pensioen moeten berekenen. Om concrete voorstellen uit te werken voor de meest efficiënte organisatie van de dagelijkse samenwerking tussen de organen in het belang van de rechthebbenden die onder Verordening (EG) nr. 883/2004 vallen, heeft veelvuldig overleg plaatsgevonden met socialezekerheidsdeskundigen uit de lidstaten. Deze deskundigheid werd voornamelijk gezocht op het meest adequate niveau, met name bij de socialezekerheidsorganen. Hiertoe zijn een aantal werkgroepen in het leven geroepen, die elk een van de door de socialezekerheidsregelingen gedekte risico’s bestreken: ziekte, arbeidsongevallen, beroepsziekten, invaliditeit, ouderdom, werkloosheid en gezinsuitkeringen. Daarnaast staan de Commissie, die het secretariaat van de Administratieve Commissie voor de sociale zekerheid van migrerende werknemers (CASSTM) voert, alsook de Technische Commissie en de Rekencommissie binnen de CASSTM permanent in nauw contact met de door de lidstaten aangewezen deskundigen voor de toepassing van de coördinatievoorschriften. 212 Samenvatting van de reacties en hoe daarmee rekening is gehouden Er zijn werkgroepen van deskundigen bijeengekomen. Een horizontale groep, die meer in het bijzonder was belast met het doen van voorstellen over de opzet en algemene teneur van de toepassingsverordening, heeft een informeel samenvattend verslag met richtsnoeren uitgebracht. Deze zijn voor het merendeel in het voorstel gevolgd. Bijeenbrengen en benutten van deskundigheid 221 Betrokken wetenschaps- en kennisgebieden Sociale zekerheid. 222 Gebruikte methode Werkgroepen, bestaande uit socialezekerheidsdeskundigen uit de verschillende branches: ziekte, arbeidsongevallen, beroepsziekten, invaliditeit, ouderdom, werkloosheid en gezinsuitkeringen. 223 Voornaamste geraadpleegde organisaties en deskundigen Er heeft veelvuldig overleg plaatsgevonden met socialezekerheidsdeskundigen uit de lidstaten. Deze deskundigheid werd voornamelijk gezocht op het meest adequate niveau, met name bij de socialezekerheidsorganen. Hiertoe zijn een aantal werkgroepen in het leven geroepen, die elk een van de door de socialezekerheidsregelingen gedekte risico’s bestreken: ziekte, arbeidsongevallen, beroepsziekten, invaliditeit, ouderdom, werkloosheid en gezinsuitkeringen. 2249 Samenvatting van de ontvangen en gebruikte adviezen Er werd geen melding gemaakt van het bestaan van mogelijk ernstige risico’s met onomkeerbare gevolgen. 225 Het werd nodig gevonden de procedures voor de gebruikers van de verordening (socialezekerheidsorganen, bevoegde autoriteiten, werkgevers) en de verzekerden (werknemers en zelfstandigen) te vereenvoudigen en de rechten en plichten van deze verschillende groepen die in de coördinatie van de socialezekerheidsregelingen een rol spelen, te verduidelijken. 226 Wijze waarop het deskundigenadvies voor het publiek beschikbaar is gesteld Gelet op het technische karakter van de materie en het informele karakter van de ontvangen deskundigenadviezen zullen de verslagen niet openbaar worden gemaakt. 230 Effectbeoordeling Dankzij de toepassingsverordening kunnen de burgers profiteren van de verbeteringen die met Verordening (EG) nr. 883/2004 zijn aangebracht. Pas wanneer de basisverordening en de bijbehorende toepassingsverordening zijn goedgekeurd, kunnen de vernieuwde voorschriften hun effect sorteren uit het oogpunt van modernisering, vereenvoudiging en verbetering van de rechten van de burgers. De thans geldende verordeningen (EEG) nr. 1408/71 en 574/72 worden dan vervangen door Verordening (EG) nr. 883/2004 en de bijbehorende toepassingsverordening. Ten opzichte van de huidige situatie zullen deze instrumenten qua werkbelasting en kosten naar verwachting geen bijzondere negatieve gevolgen hebben voor de socialezekerheidsorganen, de overheden, de werknemers en de werkgevers. In tegendeel, aangezien deze nieuwe voorschriften ten doel hebben de coördinatie van de socialezekerheidsregelingen te verbeteren en de procedures voor alle gebruikers van de verordening te vereenvoudigen, zijn deze alleen maar gebaat bij de goedkeuring ervan. De productiviteitsstijging die deze nieuwe voorschriften voor de socialezekerheidsorganen, de werkgevers, met name het MKB, en voor de verzekerden – werknemers en zelfstandigen – teweeg zullen brengen, valt in dit stadium moeilijk te meten. Met de voorgestelde maatregelen wordt beoogd de dienstverlening aan de burgers te verbeteren. Vooral dankzij de maatregelen om de tijd te bekorten die nu nog nodig is voor de berekening en uitbetaling van pensioenen aan personen die in meer dan een lidstaat hebben gewerkt, gaat dit voorstel in de richting van een verbetering van het vrije verkeer in de Unie. Bovendien sluiten deze voorstellen aan bij de toenemende computerisering van de administratie aangezien het gebruik van elektronische hulpmiddelen voor de uitwisseling van informatie tussen de socialezekerheidsorganen een belangrijk element is in de versnelling van de procedures. Het belang van het gebruik van elektronische hulpmiddelen voor de uitwisseling van gegevens tussen de organen wordt trouwens door alle lidstaten in het onlangs door de CASSTM goedgekeurde actieplan erkend. JURIDISCHE ONDERDELEN VAN HET VOORSTEL 305 Samenvatting van de voorgestelde maatregelen Met het voorstel voor de verordening tot toepassing van Verordening (EG) nr. 883/2004 betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels wordt de modernisering en vereenvoudiging van de huidige bepalingen – Verordening (EEG) nr. 1408/71 en de bijbehorende toepassingsverordening (EEG) nr. 574/72 – voltooid. Dit instrument is van essentieel belang voor het vrije verkeer van personen in de Unie. Het heeft ten doel de procedures voor de concrete toepassing van de bepalingen van Verordening (EG) nr. 883/2004 ten behoeve van alle betrokkenen vast te stellen: de verzekerden, de socialezekerheidsorganen en de bevoegde autoriteiten van de lidstaten. Het voorstel completeert de met Verordening (EG) nr. 883/2004 ingezette modernisering en is bedoeld om de huidige procedures te verbeteren door deze te vereenvoudigen en door de op tal van gebieden bestaande bepalingen te verduidelijken. In dit verband beoogt het voorstel via de te vervullen procedures de rechten en plichten van de verschillende belanghebbenden duidelijker te doen uitkomen. Met dit voorstel wordt tevens beoogd recht te doen aan de verdieping van de samenwerking tussen de verschillende, in Verordening (EG) nr. 883/2004 bedoelde belanghebbenden. Dat Verordening (EG) nr. 883/2004 voortaan alle Europese burgers betreft – niet-actieven vallen er immers ook onder –, betekent dat de wijze en de procedures van samenwerking tussen de socialezekerheidsorganen van de lidstaten moeten worden gemoderniseerd. Concreet komt dat erop neer dat de procedures voor de verzekerden vereenvoudigd moeten worden en dat de behandeling van grensoverschrijdende gevallen door de organen in de verschillende takken van sociale zekerheid versneld moet worden: ziekte, arbeidsongevallen, beroepsziekten, invaliditeit, pensioen, werkloosheid en gezinsuitkeringen. Dit betekent dat in het bijzonder de nadruk moet worden gelegd op het gebruik van moderne informatie-uitwisselingsmethoden. Om de overdracht van de gegevens die voor de coördinatie en met name de vaststelling en berekening van de rechten van de verzekerden noodzakelijk zijn, te vergemakkelijken, blijkt elektronische uitwisseling van gegevens tussen de organen onontbeerlijk. 310 Rechtsgrond De artikelen 42 en 308 van het EG-Verdrag. 320 Subsidiariteitsbeginsel Het subsidiariteitsbeginsel is van toepassing aangezien het voorstel geen gebied bestrijkt dat onder de exclusieve bevoegdheid van de Gemeenschap valt. De doelstellingen van het voorstel kunnen om de volgende redenen niet voldoende door de lidstaten worden verwezenlijkt: 321 Het beoogde doel, namelijk de vaststelling van de wijze van toepassing van de verordening betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels, kan niet voldoende door de lidstaten worden verwezenlijkt, zoals trouwens met zo veel woorden in Verordening (EG) nr. 883/2004 werd gezegd (overweging 45). Artikel 42 van het EG-Verdrag bepaalt immers dat de Raad op het gebied van de sociale zekerheid de maatregelen vaststelt die voor de totstandbrenging van het vrije verkeer van werknemers noodzakelijk zijn. Deze maatregelen hadden de vorm van een coördinatieverordening, waarvan de werkingssfeer gaandeweg is uitgebreid tot zelfstandigen, studenten, gepensioneerden, ambtenaren en uiteindelijk tot alle verzekerden. In deze verordening worden slechts de maatregelen vastgesteld die voor de verzekerden nodig zijn om naar een andere lidstaat te kunnen reizen, daar te verblijven of te wonen zonder hun rechten op sociale zekerheid te verliezen. Om het behoud van de rechten te garanderen, voorziet de verordening in verschillende bepalingen die beantwoorden aan de specifieke behoeften in de verschillende takken van sociale zekerheid. Zij behelst echter algemene beginselen om de coördinatie te laten functioneren. Tot deze beginselen behoren het unieke karakter van de toepassingswetgeving, de gelijkstelling van feiten en gelijke behandeling. De lidstaten zijn verplicht deze in acht te nemen, maar zijn als enige bevoegd voor de vaststelling, organisatie en financiering van hun nationaal socialezekerheidsstelsel. 323 In grensoverschrijdende situaties kan geen enkele lidstaat alleen optreden. De bestaande bilaterale overeenkomsten zijn vervangen door de coördinatieverordening, die zo een vereenvoudiging en een gelijke behandeling van de verzekerden mogelijk heeft gemaakt met inachtneming van de toepasselijke nationale socialezekerheidswetgeving. De doelstellingen van het voorstel kunnen om de volgende redenen beter door een optreden van de Gemeenschap worden verwezenlijkt: 324 De coördinatie van de nationale socialezekerheidsregelingen heeft slechts zin op communautair niveau: zij vindt haar grondslag en rechtvaardiging in het vrije verkeer van personen in de Unie. 325 Deze regelgeving gaat iedere Europese burger aan die zich om welke reden dan ook binnen de Unie verplaatst. 327 De lidstaten blijven als enige bevoegd voor de vaststelling, de organisatie en de financiering van hun nationale socialezekerheidsregelingen. Het voorstel is derhalve in overeenstemming met het subsidiariteitsbeginsel. Evenredigheidsbeginsel Het voorstel is om de volgende redenen in overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel: 331 De lidstaten, de bevoegde autoriteiten en de socialezekerheidsorganen blijven als enige verantwoordelijk voor de organisatie en financiering van hun nationale socialezekerheidsregeling. 332 De verbetering van de procedures en de verduidelijking van de rechten en plichten van de verschillende betrokkenen kunnen besparingen opleveren bij de kosten van administratieve behandeling (terugbetaling van schuldvorderingen tussen de socialezekerheidsorganen) en doeltreffend inspelen op de behoeften van de burgers (kortere termijnen voor vergoedingen of uitkeringen). Intensivering van de samenwerking tussen de organen is een belangrijke factor in de bestrijding van fraude en misbruik. Keuze van de instrumenten 341 Voorgesteld instrument: verordening. 342 Andere instrumenten zijn om de volgende redenen niet geschikt: Modernisering van het bestaande wetgevingsinstrument, namelijk Verordening (EEG) nr. 574/72, de verordening tot toepassing van Verordening (EEG) nr. 1408/71, die vervangen zal worden door Verordening (EG) nr. 883/2004. Let wel, Verordening (EEG) nr. 1408/71 is een coördinatie- en geen harmonisatieverordening, aangezien de lidstaten als enige bevoegd zijn voor de organisatie en financiering van hun socialezekerheidsstelsel. De keuze voor een coördinatieverordening ter bescherming van de socialezekerheidsrechten van de verzekerden die gebruik maken van hun bij het Verdrag gewaarborgde recht van vrij verkeer, is evenredig aan het beoogde doel zoals dat door de wetgever in artikel 42 van het Verdrag omschreven is. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING 409 Het voorstel heeft geen gevolgen voor de begroting van de Gemeenschap. AANVULLENDE INFORMATIE Simulatie, proeffase en overgangsperiode 507 Het voorstel voorziet in een overgangsperiode. 510 Vereenvoudiging 511 Het voorstel voorziet in een vereenvoudiging van het wetgevingskader, een vereenvoudiging van de administratieve procedures die gelden voor de (nationale of Europese) overheden en een vereenvoudiging van de administratieve procedures die gelden voor particuliere instanties en personen. 512 Vereenvoudiging van het voorstel, schrapping van bijlagen. 513 Gebruik van elektronische methoden voor de uitwisseling van informatie en werken met elektronische documenten om deze uitwisseling te vergemakkelijken. 514 Intensivering van de samenwerking tussen de socialezekerheidsorganen om te voorkomen dat de administratieve rompslomp in de eerste plaats op de verzekerden komt te rusten. Verduidelijking van de rol van de verschillende betrokkenen. 560 Europese Economische Ruimte Het betreft een gebied dat onder de EER-Overeenkomst valt, zodat de verordening voor de gehele Europese Economische Ruimte dient te gelden. 570 Gedetailleerde toelichting op het voorstel, per hoofdstuk of per artikel Het voorstel voor de toepassingsverordening volgt de indeling van Verordening (EG) nr. 883/2004, titel I: Algemene bepalingen, titel II: Vaststelling van de toepasselijke wettelijke regeling, titel III, die de bijzondere bepalingen bevat voor de verschillende categorieën uitkeringen: prestaties bij ziekte en moederschaps- en daarmee gelijkgestelde vaderschapsuitkeringen; prestaties bij arbeidsongevallen en beroepsziekten; uitkeringen bij overlijden; uitkeringen bij invaliditeit, ouderdoms- en nabestaandenpensioenen; werkloosheidsuitkeringen; gezinsuitkeringen; titel IV: Financiële bepalingen, titel V: Diverse bepalingen en overgangs- en slotbepalingen. Met deze toepassingsverordening kan Verordening (EG) nr. 883/2004 van toepassing worden. Maar aangezien alle door deze verordening betroffen partijen voldoende geïnformeerd moeten worden en er geen moeilijkheden moeten worden gecreëerd voor met name het opmaken van de rekeningen tussen de organen, is voor het van toepassing worden van de nieuwe bepalingen betreffende de communautaire coördinatie van de socialezekerheidsregelingen voorzien in een minimumperiode van zes maanden.

- 2006/0006 (COD)