Toelichting bij COM(2007)743-2 - Sluiting van de stabilisatie- en associatieovereenkomst met Servië

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. Bijgaande twee voorstellen zijn de juridische instrumenten voor de ondertekening en de sluiting van de stabilisatie- en associatieovereenkomst (SAO) tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Servië (hierna “Servië” genoemd), anderzijds: i) een voorstel voor een besluit van de Raad betreffende de ondertekening van de overeenkomst; ii) een voorstel voor een besluit van de Raad en de Commissie betreffende de sluiting van de overeenkomst.

2. De Commissie presenteerde in april 2005 haar haalbaarheidsrapport inzake een SAO met Servië en Montenegro1. De conclusie van dit verslag luidde dat Servië en Montenegro klaar was om te onderhandelen over een SAO. De Raad besloot op 3 oktober 2005 de Commissie te machtigen met Servië en Montenegro te onderhandelen over een stabilisatie- en associatieovereenkomst. De onderhandelingen over een stabilisatie- en associatieovereenkomst met Servië en Montenegro gingen van start op 10 oktober 2005. Aangezien Servië niet voldeed aan de voorwaarden van de conclusie van de Raad van 3 oktober 20052 om volledig samen te werken met het Internationaal Strafhof voor het voormalige Joegoslavië, besloot de Commissie op 3 mei 2006 de onderhandelingen over de SAO te schorsen.

3. Na een referendum in mei 2006 nam het parlement van Montenegro op 3 juni 2006 een onafhankelijkheidsverklaring aan waarbij de Republiek Montenegro zich afscheidde van de Statenunie Servië en Montenegro. Dientengevolge werden op 24 juli 2006 nieuwe onderhandelingsrichtsnoeren voor Servië goedgekeurd.

4. In mei en juni 2007 toonde de nieuwe Servische regering aan dat de samenwerking met het Internationale Strafhof verbeterde, waardoor de Commissie op 13 juni de onderhandelingen kon hervatten. Deze onderhandelingen werden afgerond op 10 september 2007 en na overleg met de EU-lidstaten werd de stabilisatie- en associatieovereenkomst op 7 november 2007 in Brussel geparafeerd.

5. Of de SAO uiteindelijk wordt ondertekend, hangt af van de vraag of Servië voldoet aan de politieke voorwaarden die door de Raad zijn vastgesteld in de onderhandelingsrichtsnoeren, te weten volledige medewerking met het Internationale Strafhof voor het voormalige Joegoslavië3. Dit voorstel loopt niet vooruit op de evaluatie van de mate waarin Servië aan zijn verplichtingen voldoet.

Bij de goedkeuring van de onderhandelingsrichtsnoeren in oktober 2005 verklaarden de Commissie en de Raad gezamenlijk dat voorafgaand aan een definitief besluit:

1. de Commissie verslag zal uitbrengen aan de Raad over de politieke voorwaarden;

2. de Raad en de Commissie gezamenlijk de door Servië geboekte vorderingen zullen evalueren.

Daarom zal de Commissie te zijner tijd en overeenkomstig de gezamenlijke verklaring verslag uitbrengen aan de Raad en samen met de Raad de vorderingen evalueren voordat een definitief besluit kan worden genomen over de ondertekening van de SAO met Servië.

6. De stabilisatie- en associatieovereenkomst omvat de volgende hoofdcomponenten:

- een bepaling inzake politieke dialoog met Servië;

- bepalingen inzake intensivering van de regionale samenwerking, onder andere met het oog op de totstandbrenging van vrijhandelsgebieden tussen de landen van de regio;

- het vooruitzicht op de totstandkoming van een vrijhandelsgebied tussen de Gemeenschap en Servië binnen vijf jaar na de inwerkingtreding van de overeenkomst;

- bepalingen inzake het verkeer van werknemers, vrijheid van vestiging, verlening van diensten, lopende betalingen en kapitaalverkeer;

- de verbintenis van Servië om zijn wetgeving af te stemmen op die van de EG, met name voor belangrijke onderdelen van de interne markt;

- bepalingen inzake samenwerking met Servië op een groot aantal gebieden, waaronder justitie, vrijheid en veiligheid;

- instelling van een Stabilisatie- en associatieraad, die op de tenuitvoerlegging van de overeenkomst toeziet, een Stabilisatie- en associatiecomité en een Parlementair Stabilisatie- en associatiecomité.

7. De Commissie verzoekt de Raad zijn definitieve goedkeuring te hechten aan de tekst van de SAO en de procedures voor ondertekening en sluiting van de overeenkomst op basis van bijgaande twee voorstellen in te leiden.

8. De procedures voor ondertekening en sluiting zijn verschillend voor de twee Europese Gemeenschappen (de Europese Gemeenschap en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie):

a) op grond van artikel 300, lid 2, eerste alinea, eerste zin, van het EG-Verdrag is voor de ondertekening van overeenkomsten namens de Europese Gemeenschap een afzonderlijk besluit van de Raad vereist; dergelijke besluiten zijn volgens het EGA-Verdrag niet vereist;

b) ten aanzien van de sluiting van de overeenkomst geldt het volgende:

- de Raad sluit de overeenkomst namens de Europese Gemeenschap krachtens artikel 310 van het EG-Verdrag, na instemming van het Europees Parlement;

- de Raad keurt de overeenkomst goed namens de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie krachtens artikel 101, tweede alinea, van het EGA-Verdrag, en de overeenkomst wordt vervolgens gesloten door de Commissie.

8. Overeenkomstig het bovenstaande verzoekt de Commissie de Raad, zodra de Raad en de Commissie de in punt 5 bedoelde evaluatie van de politieke voorwaarden met een positief resultaat hebben afgerond, te besluiten tot

i) ondertekening van de overeenkomst namens de Europese Gemeenschap en

ii) sluiting van de overeenkomst namens de Europese Gemeenschap en zijn goedkeuring te verlenen aan de sluiting door Euratom.

Voor de overeenkomst in werking kan treden, moet zij door alle lidstaten worden bekrachtigd.