Toelichting bij COM(2007)439 - Uitbreiding van de bepalingen van Verordening (EG) nr. 883/2004 en Verordening (EG) nr. […] tot de onderdanen van derde landen die enkel door hun nationaliteit nog niet onder deze bepalingen vallen

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel


Dit voorstel is bedoeld ter vervanging van Verordening (EG) nr. 859/2003 en tot uitbreiding van de bepalingen van Verordening (EG) nr. 883/2004 en de bijbehorende toepassingsverordening tot de onderdanen van derde landen die enkel door hun nationaliteit nog niet onder deze bepalingen vallen Met het oog op modernisering en vereenvoudiging is het nuttig en noodzakelijk de bestaande bepalingen die van toepassing zijn op deze onderdanen van derde landen over te nemen in een nieuwe tekst, ter vervanging van Verordening (EG) nr. 859/2003.

Algemene context


Bij Verordening (EG) nr. 859/2003 is de toepassing van de bepalingen van Verordening (EEG) nr. 1408/71 en van Verordening (EEG) nr. 574/72 uitgebreid tot de onderdanen van derde landen. Verordening (EEG) nr. 1408/71 is vereenvoudigd en gemoderniseerd bij Verordening (EG) nr. 883/2004, die van toepassing zal worden zodra de bijbehorende toepassingsverordening in werking treedt. Het doel van dit voorstel is te verzekeren dat op de onderdanen van derde landen dezelfde regels voor de coördinatie van socialezekerheidsstelsels zullen worden toegepast als op Europese burgers, zodra Verordening (EG) nr. 883/2004 en de bijbehorende toepassingsverordening van toepassing worden.

Bestaande bepalingen op het door het voorstel bestreken gebied


Verordening (EG) nr. 859/2003 van de Raad van 14 mei 2003. Dit voorstel streeft dezelfde doelstellingen na als Verordening (EG) nr. 859/2003, namelijk uitbreiding van de werkingssfeer van de geldende communautaire bepalingen inzake de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels tot onderdanen van derde landen die enkel door hun nationaliteit nog niet onder deze communautaire bepalingen vallen.

Samenhang met andere beleidsgebieden en doelstellingen van de EU


Dit voorstel is in overeenstemming met het beleid van de Unie inzake immigratie en integratie van de onderdanen van derde landen.

1.

Raadpleging van belanghebbende partijen en effectbeoordeling



Raadpleging van belanghebbende partijen



Raadpleging van belanghebbende partijen was niet noodzakelijk aangezien dit voorstel in hoofdzaak een herschikking van Verordening (EG) nr. 859/2003 is.

Bijeenbrengen en benutten van deskundigheid



Er behoefde geen beroep te worden gedaan op externe deskundigheid.

Effectbeoordeling


Technisch gezien is de tekst van dit voorstel vrijwel identiek aan die van Verordening (EG) nr. 859/2003. Het voorstel is noodzakelijk om een juridische brug te slaan tussen enerzijds de onderdanen van derde landen die legaal in de Gemeenschap verblijven en zich in een grensoverschrijdende situatie bevinden en anderzijds het gemoderniseerde systeem voor de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels, zoals geregeld in Verordening (EG) nr. 883/2004 en de bijbehorende toepassingsverordening, die van toepassing zijn op communautaire onderdanen. Momenteel wordt deze brug geslagen door Verordening (EG) nr. 859/2003, in het kader van Verordening (EEG) nr. 1408/71 en toepassingsverordening (EEG) nr. 574/72. Dit voorstel betreft dus een essentiële aanvulling op de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels, zowel in termen van gelijke behandeling en non-discriminatie van de onderdanen van derde landen als in termen van administratieve vereenvoudiging, beperking van administratiekosten en juridische helderheid voor alle betrokken partijen (nationale overheden, organen van de sociale zekerheid en verzekerden). Het niet uitbreiden van de gemoderniseerde coördinatie tot de onderdanen van derde landen zou leiden tot ingewikkelde en moeilijk te regelen situaties en extra administratieve kosten. Het gevolg zou zijn dat de organen van de sociale zekerheid van de lidstaten uitsluitend op onderdanen van derde landen nog de oude coördinatieregels (de Verordeningen (EG) nrs. 1408/71 en 574/72) zouden blijven toepassen. Gelet op de vorderingen met betrekking tot de toekomstige toepassingsverordening bij Verordening (EG) nr. 883/2004, is het van belang een zodanig tempo aan te houden dat alle nodige wetgevingsteksten vóór het van toepassing worden van de gemoderniseerde en vereenvoudigde coördinatie (begin 2009) tijdig aan de Raad en het Europees Parlement voorgelegd worden om de wetgevingsprocedure binnen die termijn te kunnen doorlopen. Het doel is te voorkomen dat wanneer Verordening (EG) nr. 883/2004 van toepassing wordt de lidstaten en hun socialezekerheidsorganen nog steeds verplicht zijn de Verordeningen (EG) nr. 1408/ 71 en nr. 574/72 toe te passen op de onderdanen van derde landen, terwijl zij de bepalingen van Verordening (EG) nr. 883/2004 moeten toepassen op onderdanen van lidstaten. Het feit dat Verordening (EG) nr. 883/2004 ook van toepassing is op niet-werkenden (niet-actieven) zal geen wezenlijke extra belasting voor de lidstaten opleveren, om twee redenen: - het aantal betrokken personen is gering, in verhouding tot de huidige situatie; - voor de coördinatie van de rechten van deze personen geldt het beginsel dat de lidstaat van verblijf bevoegd is. Een raming van het aantal personen dat onder deze uitbreiding van de werkingssfeer van de bepalingen van Verordening (EG) nr. 883/2004 zou vallen, is bij gebrek aan gegevens niet mogelijk.

2.

Juridische elementen van het voorstel



Samenvatting van de voorgestelde maatregel


Dit voorstel is bedoeld tot uitbreiding van de bepalingen van Verordening (EG) nr. 883/2004 met betrekking tot de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels tot onderdanen van derde landen die legaal in een lidstaat verblijven en alleen vanwege hun nationaliteit nog niet onder deze bepalingen vallen. Dit voorstel vervangt Verordening (EG) nr. 859/2003.

Rechtsgrondslag


Artikel 63, punt 4, van het EG-Verdrag.

Subsidiariteitsbeginsel


Het subsidiariteitsbeginsel is van toepassing voor zover het voorstel geen gebieden bestrijkt die onder de exclusieve bevoegdheid van de Gemeenschap vallen.

De doelstellingen van het voorstel kunnen om de volgende reden(en) niet voldoende door de lidstaten worden verwezenlijkt.

Artikel 63, punt 4, van het Verdrag bepaalt dat de Raad 'maatregelen waarin de rechten en voorwaarden worden omschreven volgens welke onderdanen van derde landen die legaal in een lidstaat verblijven, in andere lidstaten mogen verblijven' dient goed te keuren. De coördinatie van de socialezekerheidsstelsels is onbetwistbaar een essentieel element in deze context. Die coördinatie is ook noodzakelijk om gelijke behandeling en non-discriminatie van onderdanen van derde landen die legaal op het grondgebied van de Europese Unie verblijven, te verzekeren. Dit voorstel betreft grensoverschrijdende gevallen die lidstaten niet alleen kunnen regelen.

De doelstellingen van het voorstel kunnen om de volgende reden(en) beter door een optreden van de Gemeenschap worden verwezenlijkt. De uitbreiding van de toepassing van de bepalingen inzake de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels heeft alleen op communautair niveau zin. Het doel is onderdanen van derde landen die legaal in de EU verblijven en die zich in een grensoverschrijdende situatie bevinden de voordelen van de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels van de lidstaten te garanderen. Deze communautaire actie moet ervoor zorgen dat alle onderdanen van derde landen die legaal in de EU verblijven op gelijke voet behandeld worden. Door voor onderdanen van derde landen dezelfde coördinatieregels in te voeren als voor burgers van de EU, vereenvoudigt dit voorstel de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels voor de lidstaten.

De doelstellingen van het voorstel kunnen om de volgende reden(en) beter door een optreden van de Gemeenschap worden verwezenlijkt.

De uitbreiding van de toepassing van de communautaire bepalingen inzake de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels tot onderdanen van derde landen die legaal in de EU verblijven, heeft alleen op communautair niveau zin. Het doel is de toepassing van deze bepalingen op de onderdanen van derde landen in alle lidstaten te garanderen.

Er bestaat geen kwantitatieve indicator aan de hand waarvan geraamd zou kunnen worden op hoeveel personen precies dit voorstel betrekking heeft.

Het voorstel is louter een coördinatiemaatregel, die alleen op communautair niveau kan worden vastgesteld. De lidstaten blijven verantwoordelijk voor de organisatie en financiering van hun eigen socialezekerheidsstelsels. Het voorstel is dus in overeenstemming met het subsidiariteitsbeginsel.

Evenredigheidsbeginsel



Het voorstel is om de volgende redenen in overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel. Het voorstel garandeert gelijke behandeling van onderdanen van derde landen ten opzichte van onderdanen van lidstaten op het terrein van de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels van de lidstaten. Het is gericht op vereenvoudiging en verduidelijking van de rechtsregels op dat terrein die van toepassing zijn op de eerstgenoemde categorie personen in de Gemeenschap. Een verordening wordt het meest geschikte instrument geacht om dit doel te bereiken.

Het voorstel is er alleen op gericht de communautaire bepalingen inzake de coördinatie van socialezekerheidsstelsels die van toepassing zijn op onderdanen van derde landen die legaal in de EU verblijven, in overeenstemming te brengen met de bepalingen die van toepassing zijn op onderdanen van lidstaten. De financiële en administratieve lasten die dit voorstel met zich brengt, zullen in redelijke verhouding blijven tot de hierboven genoemde doelstellingen. Omgekeerd zou wanneer deze aanpassing achterwege blijft een complexe administratieve situatie ontstaan die tot hogere administratiekosten voor de socialezekerheidsorganen van de lidstaten zou leiden.

Keuze van instrumenten



Voorgesteld instrument: verordening.

Andere instrumenten zouden om de volgende reden ongeschikt zijn: Dit voorstel is gericht op vervanging van Verordening (EG) nr. 859/2003. De keuze voor een coördinatieverordening als middel om de socialezekerheidsrechten van onderdanen van derde landen die legaal in de EU verblijven en die zich in een grensoverschrijdende situatie bevinden, is evenredig met het nagestreefde doel, zoals door de wetgever omschreven in artikel 63, punt 4, van het Verdrag.

3.

Gevolgen voor de begroting



Het voorstel heeft geen gevolgen voor de begroting van de Gemeenschap.

4.

Aanvullende informatie



Vereenvoudiging



Het voorstel voorziet in vereenvoudiging van administratieve procedures voor overheidsinstanties (EU of nationaal).

Het voorstel voorziet in vereenvoudiging van administratieve procedures voor overheidsinstanties en private partijen. Door de voorgestelde verordening zal het mogelijk worden om op onderdanen van derde landen dezelfde bepalingen inzake de coördinatie van de sociale zekerheid toe te passen als op onderdanen van lidstaten.

Intrekking van bestaande wetgeving


De vaststelling van het voorstel heeft de intrekking van bestaande wetgeving tot gevolg.

Evaluatie-/herzienings-/vervalbepaling



Het voorstel bevat een vervalbepaling.

Nadere uitleg van het voorstel, per hoofdstuk of per artikel


Artikel 1 De bedoeling van dit artikel is de werkingssfeer van de bepalingen van Verordening (EG) nr. 883/2004 en de bijbehorende toepassingsverordening uit te breiden tot onderdanen van derde landen, die uit hoofde van artikel 2 vanwege hun nationaliteit nog niet onder deze Verordening vallen. Bepaalde categorieën onderdanen van derde landen vallen al binnen de werkingsfeer van de verordening. Dat betreft met name staatlozen en vluchtelingen, en gezinsleden en nagelaten betrekkingen van onderdanen van lidstaten, zoals gedefinieerd in deze verordening. De in dit voorstel bedoelde onderdanen van derde landen dienen legaal op het grondgebied van een lidstaat te verblijven, met andere woorden, zij dienen een tijdelijk of permanent verblijfsrecht te bezitten. Om in een tweede lidstaat onder de verordening te vallen, dient de onderdaan van een derde land niet noodzakelijk aan de verblijfsvoorwaarde te voldoen, maar kan hij zich gewoon verplaatsen met inachtneming van de nationale wetgeving inzake de toegang tot en het verblijf in die lidstaat. De verwijzing naar de bepalingen van Verordening (EEG) nr. 883/2004 is dynamisch, zodat de bepalingen van toepassing zijn op de personen die bedoeld zijn in de versie van de verordening die op dat bepaalde ogenblik geldt. De verwijzing houdt dus rekening met mogelijke latere wijzigingen. Artikel 2 Dit artikel voorziet in overgangsbepalingen die bedoeld zijn om de personen te beschermen die onder deze verordening vallen, en om te voorkomen dat zij door de inwerkingtreding van de verordening rechten verliezen.

1. 2007/0152 (CNS)