Toelichting bij COM(2007)444 - Standpunt van de EG in de Samenwerkingsraad EU/Zuid Afrika over de wijziging van de bijlagen IV en VI bij de Overeenkomst inzake handel, ontwikkeling en samenwerking tussen de EG en Zuid Afrika ten aanzien van bepaalde landbouwproducten

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel



Artikel 106, lid 1, van de Overeenkomst inzake handel, ontwikkeling en samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Republiek Zuid-Afrika, anderzijds (hierna 'de overeenkomst' genoemd) verleent de Samenwerkingsraad de bevoegdheid om een besluit te nemen over voorstellen voor amendering die door een van de partijen zijn voorgelegd. In artikel 97, lid 3, van de overeenkomst is bepaald dat de Samenwerkingsraad de bevoegdheid heeft om besluiten te nemen over alle onder de overeenkomst vallende zaken.

Voorts staat in artikel 17 van de overeenkomst dat de Gemeenschap, indien Zuid-Afrika hierom verzoekt, voorstellen in overweging zal nemen over een versneld tijdschema voor de afschaffing van de douanerechten op de invoer van landbouwproducten in Zuid-Afrika, gekoppeld aan de afschaffing van alle restituties bij uitvoer naar Zuid-Afrika van dezelfde producten die van oorsprong uit de Gemeenschap zijn.

In dit verband heeft het voorgestelde besluit van de Raad tot doel dat de rechten op Gouda, Cheddar en smeltkaas worden afgeschaft voor de preferentiële uitvoer uit de Gemeenschap naar Zuid-Afrika, wat gepaard moet gaan met de afschaffing van de restituties bij uitvoer van diezelfde kaassoorten naar Zuid-Afrika. Onverminderd aanpassingen in verband met de wisselkoers, zouden de uitvoerrestituties van de Gemeenschap voor de andere onder het tariefcontingent voor kaas en wrongel vallende kaassoorten zoals vermeld onder 'Cheese and curd' in lijst 4 van bijlage VI dan die bovengenoemde drie kaassoorten worden gehandhaafd op de in juli 2004 vastgestelde niveaus.

Ook wordt voorgesteld een voetnoot ter verduidelijking van de betekenis van 'gross weight' (brutogewicht) in het kader van de algemene tariefcontingenten voor bepaalde vruchtenconserven op te nemen in de desbetreffende bijlage van de overeenkomst. Na besprekingen in de Groep ACS bij de Raad op 6 november 2002[1] is met Zuid-Afrika overeenstemming bereikt over de formulering van een dergelijke voetnoot.

Voor de in lijst 8 van bijlage IV bij de overeenkomst vermelde producten kunnen geen tariefconcessies worden toegepast omdat het producten met een beschermde EU-benaming betreft. Sommige kaassoorten zijn echter bij vergissing onder 'Cheese and curd' in die lijst 8 opgenomen. De betrokken kaassoorten worden daarom van lijst 8 naar lijst 7 van bijlage IV overgebracht.

Algemene context



Aan dit voorstel voor een besluit van de Raad zijn intensieve onderhandelingen op technisch niveau voorafgegaan nadat was voorgesteld de nog resterende problemen op landbouwgebied tussen de EU en Zuid-Afrika op te lossen. Op 14 november 2006 is op politiek niveau steun voor deze weg voorwaarts uitgesproken in het kader van de Samenwerkingsraad EU/Zuid-Afrika.

De Commissie stelt daarom voor dat de Raad een gemeenschappelijk standpunt van de Gemeenschap vaststelt over het standpunt dat de Gemeenschap in de Samenwerkingsraad dient in te nemen.

Van dat evenwichtige akkoord gaat een positief signaal uit voor de betrokken ondernemers, en ook voor de toekomst van de betrekkingen tussen de EU en Zuid-Afrika, waaraan momenteel in het kader van het initiatief 'Naar een strategisch partnerschap tussen de EU en Zuid-Afrika'[2] een nieuwe vorm wordt gegeven om tot een ambitieuzer partnerschap te komen.

Bestaande bepalingen op het door het voorstel bestreken gebied



Verordening (EG) nr. 980/2005 van de RaadBesluit 2004/441/EG van de RaadBesluit 2001/631/EG van de Raad.

Samenhang met andere beleidsgebieden en doelstellingen van de EU



Dit besluit maakt deel uit van het bredere proces om de overeenkomst opnieuw te bezien waarmee beide partijen overeenkomstig artikel 103 van de overeenkomst hebben ingestemd[3].

1.

Raadpleging van belanghebbende partijen en effectbeoordeling



Raadpleging van belanghebbende partijen



In de afgelopen jaren zijn op technisch niveau verscheidene series besprekingen tussen de EU en Zuid-Afrika gehouden om de context en de gevolgen van dit voorstel te bespreken.

Bovendien zijn de lidstaten gedurende de hele onderhandelingsperiode (mondeling) over de resultaten van de besprekingen geïnformeerd in het Comité van artikel 133 en in de Groep ACS bij de Raad en ook in de Raadgevende Groep zuivel.

Bijeenbrengen en benutten van deskundigheid



Er behoefde geen beroep te worden gedaan op externe deskundigheid.

Effectbeoordeling



Niet van toepassing.

2.

Juridische elementen van het voorstel



Samenvatting van de voorgestelde maatregel



In dit besluit wordt rekening gehouden met de door Zuid-Afrika aan de Gemeenschap verleende tariefpreferenties voor kaasproducten en ook met de afschaffing van de uitvoerrestituties voor dezelfde kaasproducten. Dit besluit strekt er tevens toe de interpretatie van brutogewicht ("g.w.") in het kader van de tariefcontingenten voor bepaalde vruchtenconserven te verduidelijken en lijst 8 van bijlage IV bij de overeenkomst te wijzigen door bepaalde kaassoorten die bij vergissing in die lijst 8 zijn opgenomen, over te brengen naar lijst 7 van bijlage IV.

Voorgesteld wordt dat deze wijzigingen van de overeenkomst in werking treden met ingang van 1 september 2007.

Rechtsgrondslag



Artikel 133 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap.

Subsidiariteitsbeginsel



Het voorstel betreft een gebied dat onder de exclusieve bevoegdheid van de Gemeenschap valt. Het subsidiariteitsbeginsel is derhalve niet van toepassing.

Evenredigheidsbeginsel



Het voorstel is in overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel.

Binnen het juridische kader dat bij de overeenkomst is vastgesteld, is geen eenvoudiger vorm van optreden mogelijk dan die welke wordt voorgesteld (besluit van de Raad over een standpunt dat in de Samenwerkingsraad moet worden ingenomen).

Keuze van instrumenten



Voorgesteld instrument: besluit van de Raad (de enige manier om handelsbepalingen van de overeenkomst te wijzigen).

3.

Gevolgen voor de begroting



De gevolgen voor de begroting van de Gemeenschap zullen verwaarloosbaar klein zijn.