Toelichting bij COM(2009)187 - Wijziging van Verordening (EG) nr. 881/2002 tot vaststelling van bepaalde specifieke beperkende maatregelen tegen sommige personen en entiteiten die banden hebben met Usama bin Laden, het Al Qa‛ida-netwerk en de Taliban - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(2009)187 - Wijziging van Verordening (EG) nr. 881/2002 tot vaststelling van bepaalde specifieke beperkende maatregelen tegen sommige ... |
---|---|
bron | COM(2009)187 ![]() ![]() |
datum | 22-04-2009 |
2. Op 27 mei 2002 hechtte de Raad zijn goedkeuring aan Verordening (EG) nr. 881/2002 tot vaststelling van bepaalde specifieke beperkende maatregelen tegen sommige personen en entiteiten die banden hebben met Usama bin Laden, het Al Qa‛ida-netwerk en de Taliban. In deze verordening worden een aantal elementen van de Resoluties 1267(1999) en 1390(2002) van de VN-Veiligheidsraad ten uitvoer gelegd, met name de bevriezing van tegoeden en economische middelen van personen en entiteiten die zijn opgenomen in een tot dit doel opgestelde lijst van de VN. Verordening (EG) nr. 881/2002 stemt overeen met Gemeenschappelijk Standpunt 2002/402/GBVB van de Raad betreffende beperkende maatregelen tegen Usama bin Laden, de leden van de Al-Qa‛ida-organisatie, de Taliban en andere daarmee verbonden personen, groepen, ondernemingen en entiteiten.
3. Op 3 september 2008 heeft het Hof van Justitie Verordening (EG) nr. 881/2002 nietig verklaard voor zover zij betrekking heeft op Yassin Abdullah Kadi en de Al Barakaat International Foundation. Het Hof van Justitie oordeelde dat de communautaire autoriteit die besluit tot bevriezing van de tegoeden en economische middelen van een persoon of entiteit krachtens Verordening (EG) nr. 881/2002, gehouden is de gronden waarop dit besluit is gebaseerd, aan de betrokken persoon of entiteit mede te delen, teneinde de rechten van de verdediging, meer bepaald het recht om te worden gehoord, alsook het recht op rechterlijke controle, te eerbiedigen. Teneinde het vonnis van het Hof na te leven, verzocht de EU het Sanctiecomité om mededeling van de relevante motiveringen op grond waarvan beide partijen op de lijst waren geplaatst, en stelde zij de betrokkenen daarvan in kennis met het oog op opmerkingen. Na evaluatie van de opmerkingen keurde de Commissie een nieuwe verordening goed waarin de vermelding van de heer Kadi en de Al Barakaat International Foundation op de lijst van personen en entiteiten waarvan de tegoeden en economische middelen worden bevroren, wordt gehandhaafd (Verordening (EG) nr. 1190/2008 van 28 november 2008).
4. Het is noodzakelijk Verordening (EG) nr. 881/2002 aan te passen om rekening te houden met deze nieuwe elementen en een procedure in te stellen die de fundamentele rechten eerbiedigt van de personen en entiteiten die voor het eerst op de VN-lijst worden geplaatst. De nieuwe procedure is gebaseerd op de procedure voor de tenuitvoerlegging van Verordening (EG) nr. 2580/2001 van de Raad van 27 december 2001 inzake specifieke beperkende maatregelen tegen bepaalde personen en entiteiten met het oog op de strijd tegen het terrorisme, die betrekking heeft op de lijst van terroristen die door de EU zelf is opgesteld volgens document 10826/1/27 van de Raad van 28 juni 2007. De nieuwe procedure is als volgt:
5. na kennisgeving door het VN-Sanctiecomité van een nieuw besluit tot plaatsing op de lijst en de motivering daarvan, treft de Commissie een voorlopig besluit tot bevriezing van de tegoeden en economische middelen van de betrokken persoon of entiteit;
6. tegelijkertijd zendt de Commissie de motivering van het besluit onverwijld aan de betrokken persoon of entiteit, teneinde deze in staat te stellen opmerkingen te maken;
7. de Commissie onderzoekt de opmerkingen en wint advies in bij een deskundigencomité van de lidstaten alvorens een definitief besluit vast te stellen.
8. Teneinde te verzekeren dat de fundamentele rechten worden geëerbiedigd, dient tevens de situatie van reeds in de lijst opgenomen personen en entiteiten te worden bekeken. Resolutie 1822 van de VN-Veiligheidsraad van 30 juni 2008 voorziet in een herziening van alle namen die op 30 juni 2008 op de VN-lijst staan. De herziening door de VN zou uiterlijk op 30 juni 2010 moeten zijn voltooid.
9. Indien de VN besluiten een persoon of entiteit van de lijst te schrappen, dient ook op communautair niveau deze persoon of entiteit onverwijld van de lijst te worden geschrapt zonder dat deze bij een communautaire instelling daarom moet verzoeken.
10. Uit de aard der zaak kunnen de Verenigde Naties of een derde land het dienstig achten aan de communautaire instelling ter staving van het vastgestelde besluit gerubriceerde informatie te verstrekken. Er wordt een bepaling voorgesteld om duidelijkheid te verschaffen over de verwerking van deze informatie.
11. Er is ook een bepaling nodig om duidelijkheid te verschaffen over de toepasselijke regels voor de verwerking van persoonsgegevens van personen op de lijst, en meer bepaald voor de verwerking van gegevens die betrekking hebben op strafbare feiten, strafrechtelijke veroordelingen of veiligheidsmaatregelen uit hoofde van deze verordening.
12. Dit voorstel omvat ook een aantal aanvullende bepalingen, zoals de actualisering van artikel 2 bis van Verordening (EG) nr. 881/2002, teneinde rekening te houden met punt 15 van Resolutie 1735(2006) van de VN-Veiligheidsraad waarmede de geen-bezwaar-termijn die van toepassing is wanneer lidstaten de VN raadplegen over uitzonderingen voor basisuitgaven, wordt uitgebreid tot drie werkdagen. Het voorstel omvat ook een reeks wijzigingen van technische aard, zoals de aanpassing van de definitie van bevriezing van tegoeden en van artikel 11 over de communautaire rechtsbevoegdheid aan de geijkte formuleringen van de Richtsnoeren inzake de implementatie en evaluatie van de restrictieve maatregelen (sancties) in het kader van het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid van de EU (document van de Raad 15114/05 van 2 december 2005).