Toelichting bij COM(2009)221 - Ondertekening en voorlopige toepassing van de Overeenkomst inzake wetenschappelijke en technologische samenwerking met Jordanië anderzijds

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

Betreft: Voorstel voor een besluit van de Raad betreffende de ondertekening en voorlopige toepassing van een overeenkomst inzake wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Gemeenschap enerzijds en het Hasjemitisch Koninkrijk Jordanië anderzijds

1. De Euromediterrane overeenkomst (hierna 'Associatieovereenkomst') waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en haar lidstaten enerzijds en het Hasjemitisch Koninkrijk Jordanië (hierna 'Jordanië'), anderzijds, is op 1 mei 2002 in werking getreden. Artikel 64 van deze overeenkomst wijst wetenschappelijke en technologische samenwerking aan als een gebied van bijzonder belang en met een bijzonder potentieel en voorziet onder meer in het aanknopen van duurzame banden tussen de wetenschappelijke gemeenschappen van de partijen. Voorts wordt volgens artikel 62 de regionale samenwerking onder meer op wetenschappelijk en technologisch onderzoek toegespitst.

2. In een brief van 20 februari 2007 heeft de Jordaanse minister van Planning en Internationale Samenwerking, mw. Suhair Al-Ali, een formeel verzoek ingediend om onderhandelingen over een overeenkomst inzake W&T-samenwerking te openen. In een brief van 14 maart 2007 heeft commissaris Potočnik positief op dit verzoek geantwoord.

3. Bijgevolg heeft de Raad, op voorstel van de Commissie, op 7 april 2008 de Commissie gemachtigd om namens de Europese Gemeenschap over een W&T-samenwerkingsovereenkomst met het Hasjemitisch Koninkrijk Jordanië te onderhandelen en heeft hij de relevante onderhandelingsrichtsnoeren gegeven. De onderhandelingen hebben geresulteerd in de bijgevoegde ontwerpovereenkomst, die op 28 januari 2009 is geparafeerd.

4. Jordanië is een actieve partner, die over belangrijke troeven beschikt, zoals:

- een goed ontwikkeld netwerk van universiteiten en hogeronderwijsinstellingen met goed uitgeruste centra voor onderzoek en technologische toepassingen, zoals het NCARTT (Nationaal Centrum voor landbouwonderzoek en technologieoverdracht) op het gebied van agronomie;

- een goede integratie in de internationale en regionale wetenschappelijke netwerken die deelnemen aan het Mondiale Forum inzake duurzame ontwikkeling en aan de internationale overeenkomsten van de Conferentie van de Verenigde Naties over Milieu en Ontwikkeling (UNCED) (biodiversiteit, woestijnvorming…).

5. Jordanië kan als centrum fungeren voor wetenschappelijke samenwerking met de andere landen uit de regio (Syrië, Libanon, Palestijnse Autoriteit, Israël, Egypte en Turkije). Op regionaal niveau draagt Jordanië actief bij tot de werkzaamheden van de MoCo (Euromediterrane Monitoringcommissie voor OTO-samenwerking), waar het vertegenwoordigd wordt door zijn “Hogere Raad voor wetenschap en technologie” (HCST). Op regionaal niveau draagt Jordanië actief bij tot de werkzaamheden van de MoCo (Euromediterrane Monitoringcommissie voor OTO-samenwerking), waar het vertegenwoordigd wordt door zijn “Hogere Raad voor wetenschap en technologie” (HCST). De HCST is in 1987 opgericht om een nationale wetenschaps- en technologiebasis op te bouwen teneinde bij te dragen tot de verwezenlijking van nationale ontwikkelingsdoelstellingen via bewustmaking van het belang van wetenschappelijk onderzoek en ontwikkeling door de noodzakelijke financiële middelen hiervoor ter beschikking te stellen en de O&O-activiteit op ontwikkelingsprioriteiten te richten.

6. Ingevolge de analyse van het nationale onderzoekssysteem die gezamenlijk door de HCST en het International Development Research Centre of Canada is uitgevoerd, is aanbevolen een nationaal onderzoekssysteem te creëren dat in staat is een beleid uit te stippelen en te voeren voor wetenschap, technologie en innovatie waarbij alle sectoren, met name de kmo's, betrokken zijn. De prioritaire gebieden die volgens die analyse het best voorbereid waren op internationale en regionale samenwerking waren energie, duurzame ontwikkeling (beheer van water en natuurlijke hulpbronnen), gezondheid, landbouw en archeologie. De Jordaanse regering heeft dientengevolge een strategisch document voor 2005-2010 aangenomen om wetenschap en technologie beter in haar nationale programma’s te integreren, een wetenschappelijke en technologische basis waarbij multidisciplinaire en interinstitutionele netwerken worden ingezet tot stand te brengen en partnerschappen en synergieën tussen de wetenschappelijke gemeenschap en de actoren van innovatie te versterken. De aangewezen gebieden zijn in overeenstemming met de KP7-prioriteiten en samenwerking door Jordaanse onderzoeksinstellingen in internationale wetenschappelijke teams zou zeker bijdragen tot de bevordering van het Jordaanse nationale onderzoekssysteem, aangezien het de W&T-samenwerking in de regio zal verbeteren.

7. De overeenkomst moet, in afwachting van de voltooiing van de voor de formele sluiting ervan vereiste procedures, worden ondertekend en voorlopig worden toegepast.

In het licht van bovenstaande overwegingen verzoekt de Commissie de Raad:

- machtiging te verlenen tot de ondertekening namens de Europese Gemeenschap van de Overeenkomst inzake wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Gemeenschap enerzijds en het Hasjemitisch Koninkrijk Jordanië anderzijds;

- machtiging te verlenen tot de voorlopige toepassing van de Overeenkomst inzake wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Gemeenschap enerzijds en het Hasjemitisch Koninkrijk Jordanië anderzijds.