Toelichting bij COM(2009)585 - Standpunt dat namens de EG moet worden ingenomen met betrekking tot voorstellen tot wijziging van de bijlagen II en III bij hetProtocol inzake de speciaal beschermde gebieden en de biologische diversiteit in de Middellandse Zee (SPA/BD-protocol) van hetVerdrag voor de bescherming van hetmariene milieu en hetkustgebied van de Middellandse Zee (Verdrag van Barcelona), op de zestiende vergadering van de verdragspartijen - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(2009)585 - Standpunt dat namens de EG moet worden ingenomen met betrekking tot voorstellen tot wijziging van de bijlagen II en III bij ... |
---|---|
bron | COM(2009)585 |
datum | 26-10-2009 |
2. De vergadering van de verdragspartijen is het besluitvormingsorgaan van het verdrag, dat gemachtigd is om de bijlagen van het verdrag of van de bijbehorende protocollen naar behoefte aan te nemen, te toetsen en te wijzigen op basis van door de verdragspartijen ingediende wijzigingsvoorstellen. Er is een aantal voorstellen gedaan om de bijlagen II en III van bovengenoemd protocol te wijzigen. Die voorstellen zijn ter beoordeling voorgelegd aan de vergadering van de nationale knooppunten die van 3 tot en met 6 juni 2009 in Floriana (Malta) is gehouden, met het oog op de aanneming ervan op de zestiende vergadering van de partijen bij het Verdrag van Barcelona, die van 3 tot en met 5 november 2009 in Marrakech (Marokko) zal plaatsvinden.
3. Krachtens artikel 23 van het verdrag worden wijzigingen van de bijlagen voor alle partijen, uitgezonderd de partijen die een voorbehoud hebben gemaakt, van kracht na afloop van een termijn die door de partijen bij de aanneming van de wijziging in kwestie wordt vastgesteld. Het is daarom noodzakelijk dat de Raad overeenkomstig artikel 300, lid 2, tweede alinea, van het EG-Verdrag een besluit neemt ter bepaling van de standpunten die namens de Gemeenschap op de zestiende vergadering van de vergadering van de partijen moeten worden ingenomen.
4. De ingediende wijzigingsvoorstellen vereisen geen aanpassing van de Gemeenschapswetgeving. Zij zijn niet in strijd met de Vogelrichtlijn[3], de Habitatrichtlijn[4] of het gemeenschappelijk visserijbeleid (GVB)[5] . De Gemeenschap dient deze voorstellen op basis van de volgende overwegingen te steunen: (1) zij zijn wetenschappelijk verantwoord; (2) zij zijn wenselijk met het oog op de samenhang tussen het interne en externe optreden van de Gemeenschap; en (3) de EG heeft zich verbonden tot internationale samenwerking ter bescherming van de biodiversiteit, overeenkomstig artikel 5 van het VN-verdrag inzake biologische diversiteit en overeenkomstig de op de Wereldtop over duurzame ontwikkeling afgesproken doelstelling om het tempo waarin de biodiversiteit momenteel verloren gaat, tegen 2010 fors te doen afnemen.