Toelichting bij COM(2003)602 - Sluiting van het Internationaal Verdrag inzake plantgenetische hulpbronnen voor voeding en landbouw

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

De Internationale Verbintenis inzake plantgenetische hulpbronnen, die in 1983 door de Conferentie van de Voedsel- en landbouworganisatie van de Verenigde Naties (FAO) werd aangenomen, is een juridisch niet-bindende overeenkomst die is gericht op het onderzoek, de instandhouding en de beoordeling van plantgenetische hulpbronnen voor de landbouw en op beschikbaarstelling van deze hulpbronnen voor plantenveredeling en wetenschappelijke doeleinden.

In november 1993 besloot de FAO-Conferentie te onderhandelen over een herziening van deze verbintenis tot een juridisch bindende internationale overeenkomst die in overeenstemming met het Verdrag inzake biologische diversiteit is.

De Commissie en de lidstaten hebben aan deze onderhandelingen deelgenomen, die uitmondden in een nieuw Internationaal Verdrag inzake plantgenetische hulpbronnen voor voeding en landbouw (het 'Internationaal Verdrag'), dat op 3 november 2001 officieel door de FAO-Conferentie in Rome werd goedgekeurd. De Gemeenschap en de lidstaten hebben het Internationaal Verdrag op 6 juni 2002 ondertekend.

Het Internationaal Verdrag bestrijkt 35 voedselgewassen en 29 veevoedergewassen. Het verschaft een algemeen bindend kader voor het behoud op lange termijn van plantgenetische hulpbronnen voor voeding en landbouw, alsmede een multilateraal stelsel waarbij alle partijen bij het Internationaal Verdrag toegang hebben tot die hulpbronnen en dus kunnen delen in de commerciële en andere voordelen daarvan.

Het Internationaal Verdrag zal van kracht worden op de negentigste dag na de nederlegging van de akten van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring door veertig partijen bij dit verdrag. Daarna zullen door het 'bestuursorgaan' beslissingen worden opgesteld en genomen die bijzonder moeilijk terug te draaien zijn. Alleen landen die op dat ogenblik hun akte van bekrachtiging hebben nedergelegd, zullen deze beslissingen kunnen beïnvloeden.

Het Internationaal Verdrag is voor het landbouwonderzoek en de plantenveredeling in de Europese Unie van groot belang. Het betreft zowel communautaire als nationale bevoegdheden. Gelet op het beginsel van eenheid bij de internationale vertegenwoordiging van de Gemeenschap is een gezamenlijk optreden van de Gemeenschap en haar lidstaten in verband met de nederlegging van de akten van bekrachtiging of goedkeuring noodzakelijk.

Gezien het bovenstaande moet het Internationaal Verdrag zo spoedig mogelijk worden bekrachtigd.