Toelichting bij COM(2004)466 - Bijzondere voorwaarden voor de handel met de delen van Cyprus waarover de regering van Cyprus niet feitelijk het gezag uitoefent

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

De Europese Raad heeft herhaaldelijk benadrukt een groot voorstander te zijn van toetreding van een herenigd Cyprus. Tot op heden is er nog geen alomvattende regeling tot stand gekomen.

"De definitieve oplossing van de kwestie-Cyprus", zoals uitgewerkt door VN-secretaris-generaal Kofi Annan werd door de Turks-Cypriotische kiezers goedgekeurd tijdens de aparte gelijktijdige referenda die op 24 april 2004 gehouden werden. Gezien de uitslag aan Turks-Cypriotische zijde sprak de VN-secretaris-generaal in zijn verslag over zijn bemiddelingspogingen op Cyprus  i de hoop uit dat de leden van de VN-Veiligheidsraad 'het goede voorbeeld zullen geven en alle staten sterk zullen aanmoedigen zowel bilateraal als internationaal te streven naar de opheffing van onnodige beperkingen en obstakels waardoor de Turks-Cypriotische gemeenschap geïsoleerd wordt en haar ontwikkeling belemmerd wordt' (punt 93).


Na de uitslag van de referenda verklaarde de Raad op 26 april 2004:

"De Turks-Cypriotische gemeenschap heeft zich duidelijk uitgesproken vóór een toekomst binnen de Europese Unie. De Raad is vastbesloten een einde te maken aan het isolement van de Turks-Cypriotische gemeenschap en de vereniging van Cyprus te vergemakkelijken door de economische ontwikkeling van de Turks-Cypriotische gemeenschap te stimuleren. De Raad nodigt de Commissie uit uitvoerige voorstellen daartoe te doen, waarin de nadruk ligt op de economische integratie van het eiland en het verbeteren van de contacten tussen beide gemeenschappen en met de EU."

Met het aangehechte ontwerpvoorstel voor een verordening van de Raad wordt gevolg gegeven aan deze uitnodiging. Hierin wordt een belangrijke maatregel voorgesteld om een einde te maken aan het economische isolement van de Turks-Cypriotische Gemeenschap doordat de handel tussen het noordelijke deel van Cyprus en het douanegebied van de EU vergemakkelijkt wordt.

In het ontwerpvoorstel wordt een preferentiële regeling gepresenteerd voor producten die het douanegebied van de EU binnenkomen. Er worden ondermeer gedetailleerde regels beschreven met betrekking tot de oorsprongscertificaten die afgegeven moeten worden door de Turks-Cypriotische Kamer van Koophandel of een ander bevoegd orgaan, fytosanitaire controle, belastingen, informatievereisten en vrijwaringsmaatregelen in geval van geen medewerking, onregelmatigheden of fraude. Voorgesteld wordt de preferentiële regeling de vorm te geven van een tariefcontingentsysteem waarmee de economische ontwikkeling gestimuleerd wordt zonder kunstmatige handelspatronen tot stand te brengen of fraude in de hand te werken.

De verordening heeft alleen betrekking op de handel, en niet op andere kwesties zoals vervoer. De verordening geldt daarom onverminderd de vereisten waaraan voldaan moet worden in verband met internationale regels inzake de veiligheid en beveiliging van de zee- en luchtvaart. Voor zover er geen bijzondere voorwaarden worden gesteld, gelden de algemene regels voor de buitenlandse handel van de Gemeenschap, bijvoorbeeld Verordening (EEG) nr. 339/93 van de Raad betreffende controles op de ingevoerde producten met het oog op de productveiligheid.

De juridische grondslag voor deze verordening kan alleen artikel 133 van het EG-Verdrag zijn. Het volledige grondgebied van Cyprus werd lid van de Europese Unie op 1 mei 2004. Op grond van artikel 1, lid 1, van protocol nr. 10 bij de Toetredingsakte wordt de invoering van het acquis echter opgeschort voor de gebieden waarover de regering van de Republiek Cyprus niet feitelijk het gezag uitoefent ("de zones"). Dit betekent onder andere dat het communautair douanewetboek, waarin het douanegebied van de EU wordt beschreven, niet van toepassing is in de zones. Voor de handel met de zones gelden dientengevolge de regels voor derde landen. Deze situatie is niet uniek: er zijn andere gebieden binnen de EU die niet tot het douanegebied behoren. Voor Ceuta, Melilla en Gibraltar gelden naast de bijzondere regels handelsregels op grond van artikel 133 van het EG-Verdrag, terwijl voor Büsingen, Campione d'Italia en Helgoland de relevante regels voor derde landen gelden.