Toelichting bij COM(2009)226 - Ondertekening en voorlopige toepassing van de luchtvervoersovereenkomst tussen ten eerste de VS, ten tweede de EG en haar lidstaten, ten derde IJsland en ten vierde Noorwegen; en inzake de ondertekening en voorlopige toepassing van de Aanvullende Overeenkomst tussen ten eerste de EG en haar lidstaten, ten tweede IJsland en ten derde Noorwegen betreffende de toepassing van de luchtvervoersovereenkomst tussen ten eerste de VS, ten tweede de EG en haar lidstaten, ten derde IJsland en ten vierde Noorwegen

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. Achtergrond van het voorstel

Motivering en doel van het voorstel


De Overeenkomst inzake luchtvervoer tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten enerzijds en de Verenigde Staten van Amerika (VS) anderzijds, die op 25 en 30 april 2007 is ondertekend (de “luchtvervoersovereenkomst tussen de EU en de VS”), is op 30 maart 2008 van kracht geworden. In artikel 18, lid 5, van de luchtvervoersovereenkomst tussen de EU en de VS wordt bevestigd dat beide partijen dezelfde doelstelling hebben, namelijk “de voordelen voor consumenten, luchtvaartmaatschappijen, werknemers en gemeenschappen aan beide zijden van de Atlantische Oceaan optimaliseren door deze Overeenkomst uit te breiden tot derde landen”. In artikel 18, lid 5, van de luchtvervoersovereenkomst tussen de EU en de VS wordt het bij artikel 18, lid 1, van de luchtvervoersovereenkomst tussen de EU en de VS opgericht Gemengd Comité verzocht “een voorstel uit te werken met betrekking tot de voorwaarden en procedures waaraan derde landen moeten voldoen om tot de Overeenkomst te kunnen toetreden”. Noorwegen en IJsland hebben in 2007 verzocht te mogen toetreden tot de luchtvervoersovereenkomst tussen de EU-VS. Overeenkomstig artikel 18, lid 5, van de luchtvervoersovereenkomst tussen de EU en de VS heeft het Gemengd Comité in zijn vergadering van 26 februari 2009 een voorstel opgesteld voor de toetreding van IJsland en Noorwegen tot de luchtvervoersovereenkomst tussen de EU en de VS, bestaande uit een overeenkomst tussen de vier partijen en een aanvullende overeenkomst betreffende de interne regelingen tussen de Gemeenschap, Noorwegen en IJsland. Aangezien Noorwegen en IJsland een integrerend deel zijn van de Europese gemeenschappelijke luchtvaartruimte zorgen deze overeenkomsten voor een samenhangend regelgevingskader voor vluchten tussen de VS en de eengemaakte luchtvaartmarkt van de EU, inclusief IJsland en Noorwegen. Deze overeenkomsten leveren commerciële voordelen op voor de luchtvaartmaatschappijen en consumenten in de EU en zorgen met name voor samenhang tussen de luchtvervoersovereenkomst tussen de EU en de VS en het gemeenschappelijk Scandinavisch luchtvervoersbeleid. Het voorstel garandeert ook dat het bilaterale karakter van de luchtvervoersovereenkomst tussen de EU en de VS behouden blijft. IJsland en Noorwegen zullen worden betrokken bij de onderhandelingen over een EU-VS-luchtvervoersovereenkomst van de tweede fase.

Algemene context


Door de EU-VS-luchtvervoersovereenkomst zijn alle commerciële hinderpalen voor vluchten tussen punten in de EU en punten in de VS uit de weg geruimd. Bovendien heeft de VS zogenaamde rechten van de zevende vrijheid toegekend aan EU-luchtvaartmaatschappijen, waardoor deze vluchten kunnen exploiteren tussen de VS en niet-EU-landen van de Europese gemeenschappelijke luchtvaartruimte (European Common Aviation Area, ECAA), zoals Noorwegen en IJsland. De ECAA heeft echter geen externe dimensie. De EU-luchtvaartmaatschappijen hebben momenteel dan ook niet het recht om vluchten te exploiteren tussen Noorwegen en IJsland enerzijds en derde landen anderzijds. Noorse en IJslandse luchtvaartmaatschappijen hebben momenteel ook niet het recht om vluchten tussen de EU en de VS te exploiteren. De EU-VS-luchtvervoersovereenkomst creëert uniforme voorwaarden voor markttoegang voor alle communautaire luchtvaartmaatschappijen en voert nieuwe regelingen in voor regelgevende samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en de VS op gebieden die van essentieel belang zijn voor de veilige en efficiënte exploitatie van trans-Atlantische luchtdiensten. Noorwegen en IJsland hebben het volledige acquis communautaire op het gebied van het luchtvaartbeleid overgenomen. Door deze twee landen op te nemen in de EU-VS-luchtvervoersovereenkomst wordt dus gegarandeerd dat alle Europese luchtvaartmaatschappijen die het acquis communautaire toepassen, trans-Atlantische luchtdiensten kunnen exploiteren in een geharmoniseerd kader. De toetreding van IJsland en Noorwegen tot de EU-VS-luchtvervoersovereenkomst kan een precedent vormen voor de toetreding van deze twee landen tot andere communautaire luchtvaartovereenkomsten (bijv. de Euromediterrane luchtvaartovereenkomst met Marokko).

Bestaande bepalingen op het door het voorstel bestreken gebied


Door de bepalingen van de overeenkomst wordt het toepassingsgebied van de EU-VS-luchtvervoersovereenkomst uitgebreid tot Noorwegen en IJsland. De bepalingen van de aanvullende overeenkomst zijn gebaseerd op het besluit van de Raad van 25 april 2007 inzake de ondertekening en voorlopige toepassing van de EU-VS-luchtvervoersovereenkomst (2007/339/EG).

Samenhang met andere beleidsgebieden van de Unie In de EU-VS-luchtvervoersovereenkomst wordt expliciet als doel vermeld dat deze overeenkomst moet worden uitgebreid naar derde landen. De overeenkomst zorgt voor het noodzakelijke verband tussen de EU-VS-luchtvervoersovereenkomst en de Overeenkomst betreffende de totstandbrenging van een Europese gemeenschappelijke luchtvaartruimte. Ze zorgt niet voor een externe dimensie van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte. Ze is in overeenstemming met het algemene beleid van de EU ten aanzien van IJsland en Noorwegen.

1.

Raadpleging van belanghebbende partijen en effectbeoordeling



Raadpleging van belanghebbende partijen



Wijze van raadpleging, belangrijkste geraadpleegde sectoren en algemeen profiel van de respondenten


De toetreding van IJsland en Noorwegen tot de EU-VS-luchtvervoersovereenkomst is besproken in verscheidene vergaderingen van het krachtens de EU-VS-luchtvervoersovereenkomst opgericht Gemengd Comité en in informele technische vergaderingen met de lidstaten. Al deze vergaderingen zijn voorbereid tijdens bijeenkomsten van het Overlegforum van de luchtvaartsector met vertegenwoordigers van luchtvaartmaatschappijen, luchthavens en werknemersorganisaties.

Samenvatting van de reacties en hoe daarmee rekening is gehouden


De toetreding van IJsland en Noorwegen tot de EU-VS-luchtvervoersovereenkomst is besproken in vier vergaderingen van het Overlegforum van de luchtvaartsector, waar alle elementen van deze benadering in detail zijn besproken. Tijdens de voorbereiding van het communautaire standpunt voor het Overlegforum van 26 februari 2009 is terdege rekening gehouden met alle opmerkingen van lidstaten en belanghebbenden.

Bijeenbrengen en benutten van deskundigheid



Er behoefde geen beroep te worden gedaan op externe deskundigheid.

Effectbeoordeling


De overeenkomst zorgt voor een uitbreiding van het toepassingsgebied van de EU-VS-luchtvervoersovereenkomst met IJsland en Noorwegen. Hierdoor kunnen EU-luchtvaartmaatschappijen gebruik maken van het recht dat hen op 30 maart 2008 door de VS is verleend om passagiersvluchten te exploiteren tussen de VS en IJsland of Noorwegen.

2.

Juridische elementen van het voorstel



Samenvatting van de voorgestelde maatregel


Het voorstel bestaat uit twee delen: - Door de overeenkomst wordt het toepassingsgebied van de EU-VS-luchtvervoersovereenkomst uitgebreid tot de vier partijen. - De aanvullende overeenkomst garandeert dat het bilaterale karakter van de EU-VS-luchtvervoersovereenkomst blijft behouden. Noorwegen en IJsland worden in het Gemengd Comité vertegenwoordigd door de Commissie, met betrekking tot alle gebieden die niet onder de exclusieve bevoegdheid van de lidstaten vallen. Er worden regels opgesteld voor de uitwisseling van informatie, de deelname aan onderhandelingen van de tweede fase en de vertegenwoordiging in arbitrageprocedures.

Rechtsgrondslag


Artikel 80, lid 2, in samenhang met artikel 300, lid 2, eerste alinea, eerste zin, en artikel 300, lid 3, eerste alinea.

Subsidiariteitsbeginsel


Het subsidiariteitsbeginsel is van toepassing voor zover het voorstel geen gebieden bestrijkt die onder de exclusieve bevoegdheid van de Gemeenschap vallen.

De doelstellingen van het voorstel kunnen niet in voldoende mate door de lidstaten worden bereikt om de volgende reden:

De EU-VS-luchtvervoersovereenkomst voorziet in nieuwe regelingen op Gemeenschapsniveau voor de levering van trans-Atlantische luchtdiensten, die in de plaats zullen komen van de bestaande door de afzonderlijke lidstaten gemaakte afspraken. De toetreding van derde landen tot de EU-VS-luchtvervoersovereenkomst kan alleen op communautair niveau worden verwezenlijkt.

Het voorstel is derhalve in overeenstemming met het subsidiariteitsbeginsel.

Evenredigheidsbeginsel


Het voorstel is om de volgende reden(en) in overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel.

Het voorstel heeft geen invloed op het regelgevingskader binnen de Europese gemeenschappelijke luchtvaartruimte. Het voorstel heeft geen wijzigingen van de EU-VS-luchtvervoersovereenkomst tot gevolg. Het enige doel van het voorstel is de samenhang te garanderen tussen de gemeenschappelijke luchtvaartmarkt in Europa en het bij de EU-VS-luchtvervoersovereenkomst tot stand gebrachte regelgevingskader voor trans-Atlantische vluchten. Het voorstel brengt geen nieuwe verplichtingen voor EU-luchtvaartautoriteiten of voor het EU-bedrijfsleven met zich mee. Het creëert nieuwe rechten voor EU-luchtvaartmaatschappijen en zorgt voor volledige samenhang tussen de EU-VS-luchtvervoersovereenkomst en het gemeenschappelijk Scandinavisch luchtvervoersbeleid. Keuze van instrumenten

Andere instrumenten zouden om de volgende reden(en) ongeschikt zijn: De overeenkomst tussen de vier partijen en de aanvullende overeenkomst zijn de meest efficiënte instrumenten om ervoor te zorgen dat de EU-VS-luchtvervoersovereenkomst integraal wordt uitgebreid tot IJsland en Noorwegen en om het bilaterale karakter van de EU-VS-luchtvervoersovereenkomst te garanderen. Een multilaterale overeenkomst ter vervanging van de EU-VS-luchtvervoersovereenkomst zou tot gevolg hebben dat de EU slechts één speler is in een overeenkomst tussen vier partijen, terwijl de voorgestelde overeenkomsten ervoor zorgen dat de bilaterale relatie tussen de VS enerzijds en Europa anderzijds blijft behouden. Parallelle bilaterale overeenkomsten tussen (1) IJsland en de VS, (2) Noorwegen en de VS, (3) IJsland en de Europese Gemeenschap en (4) Noorwegen en de Europese Gemeenschappen zouden nodeloze complexiteit toevoegen en zouden geen volledige samenhang met het regelgevingskader voor trans-Atlantische vluchten garanderen.

3.

Gevolgen voor de begroting



Het voorstel heeft geen gevolgen voor de begroting van de Gemeenschap.