Toelichting bij COM(2009)326 - Sluiten van het statuut van het Internationale Agentschap voor hernieuwbare energie door de EG en het uitoefenen van de daaruit voortvloeiende rechten en plichten

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

Al geruime tijd wordt gesproken over de oprichting van een 'Internationaal Agentschap voor hernieuwbare energie' (IRENA) dat ten doel zal hebben een 'kenniscentrum' voor hernieuwbare energie te zijn dat overheden adviseert bij het opstellen van nationale programma's voor de invoering van hernieuwbare energie, informatie verspreidt over hernieuwbare energie, opleidingsactiviteiten aanbiedt en advies verstrekt over beste praktijken en financieringsopties. Het statuut van IRENA (hierna 'het statuut' genoemd) werd op 26 januari 2009 te Bonn door 75 staten ondertekend, waaronder 20 lidstaten.

Volgens artikel VI van het statuut kunnen regionale intergouvernementele economische integratie-organisaties lid worden. 20 lidstaten hebben het statuut al ondertekend. Het is duidelijk dat de EG ook vertegenwoordigd moet zijn in een agentschap waarvan sommige statutaire verplichtingen van invloed zijn of waarschijnlijk zullen zijn op regelingen die zijn vastgesteld bij EG-besluiten op het gebied van milieu en energie en dus van invloed op bevoegdheden van de EG. Om lid te worden zijn geen onderhandelingen nodig daar 75 staten reeds overeenstemming hebben bereikt over het statuut. Om de Europese Gemeenschap lid te maken van IRENA is dus slechts een besluit van de Raad nodig waarbij de persoon wordt aangewezen die bevoegd is om namens de EG het statuut te ondertekenen en dat een bepaling bevat over de voorlopige toepassing van het statuut.

Overeenkomstig artikel VI.C van het statuut moet bij het ondertekenen van het statuut worden verklaard welke de bevoegdheden en verantwoordelijkheden zijn van de EG en van haar lidstaten bij het vervullen van hun plichten krachtens het statuut.

Na ondertekening van het statuut voorziet dit voorstel in het sluiten van het statuut door de Europese Gemeenschap en in de goedkeuring van een verklaring inzake bevoegdheden.

1.1. Ondertekening en sluiting door de EG

Volgens artikel XIX van het statuut staat het statuut open voor ondertekening, ook door regionale intergouvernementele economische integratie-organisaties, tot het in werking treedt op de dertigste dag na de neerlegging van het vijfentwintigste ratificatie-instrument.

1.2. Financiƫle middelen

De financiƫle middelen (artikel XII van het statuut) van het Agentschap zijn afkomstig van verplichte (en vrijwillige) contributies van de leden. De verplichte contributies worden vastgesteld door de IRENA-Assemblee aan de hand van beoordelingscijfers van de Verenigde Naties. De contributies, voor een totaalbedrag van ongeveer 25 miljoen US dollar per jaar, zullen naar verwachting nodig zijn voor het dagelijks functioneren van IRENA. Op grond hiervan wordt de contributie van de EG geschat op ongeveer 2,5% van het totaal van de verplichte contributies, of op ongeveer 480 000 euro per jaar.

1.3. Verantwoordelijkheden van de EG en van de lidstaten: Verklaring inzake bevoegdheden

Volgens artikel VI.C van het statuut moet de EG verklaren wat haar bevoegdheden zijn op het gebied van zaken die onder het statuut vallen en de depositaris in kennis stellen van relevante wijzigingen in haar bevoegdheden.

Artikel IV van het statuut bevat de lijst van activiteiten waarmee het agentschap zich zal bezighouden. De Commissie is van oordeel dat ten minste de activiteiten in verband met het analyseren van en/of adviseren over het beleid op het gebied van hernieuwbare energie (artikel IV), de activiteiten op grond van artikel V in verband met het werkprogramma van het agentschap, de activiteiten op grond van artikel XIV in verband met betrekkingen met andere organisaties en de activiteiten op grond van artikel XV.A in verband met wijzigingen van het statuut onder de gedeelde bevoegdheid van de EG vallen.