Toelichting bij COM(2009)381 - Standpunt in de Samenwerkingsraad EG-Oekraïne inzake de goedkeuring van een aanbeveling voor de tenuitvoerlegging van de Associatieagenda EU-Oekraïne en een besluit tot instelling van een Gemengd Comité

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

Dankzij het Europees nabuurschapsbeleid hebben de EU en haar partners de afgelopen jaren vorderingen kunnen maken met het verdiepen van hun samenwerking, en deze beter kunnen afstemmen op de behoeften en hervormingswensen van de partners. De samenwerking met Oekraïne is zodanig geïntensiveerd dat er nu alle aanleiding is de betrekkingen met de EU sterk te verdiepen.

Contractuele betrekkingen tussen Oekraïne en de EU werden voor het eerst aangeknoopt in 1994, toen de bilaterale partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst werd ondertekend. Die overeenkomst trad in 1998 in werking. Toen het nabuurschapsbeleid werd ingesteld, verkozen de EU en Oekraïne hun betrekkingen te ontwikkelen door middel van het Actieplan EU–Oekraïne, dat in februari 2005 werd goedgekeurd. Op de uitvoering ervan werd gezamenlijk en door jaarlijkse voortgangsverslagen van de Europese Commissie toezicht gehouden.

In maart 2007 startten de EU en Oekraïne onderhandelingen over een nieuwe overeenkomst, een associatieovereenkomst, die de partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst van 1998 moet vervangen en uitbreiden. Sinds de toetreding van Oekraïne tot de Wereldhandelsorganisatie wordt bij de onderhandelingen tevens gesproken over een brede vrijhandelszone met de EU. De onderhandelingen over de associatieovereenkomst zijn momenteel nog aan de gang. De ratificatie en inwerkingtreding kunnen enkele jaren in beslag nemen.

De Raad onderstreepte in zijn conclusies van februari 2008 dat de actieplannen een spilfunctie hebben voor de toenadering van de partners tot de EU. De actieplannen geven een operationele invulling aan de contractuele betrekkingen tussen de EU en haar partners en worden belangrijke referentiepunten voor de donorgemeenschap. Naarmate deze betrekkingen zich verdiepen en sommige doelstellingen worden bereikt en over andere overeenstemming wordt bereikt, worden nieuwe instrumenten noodzakelijk. Voorwaarden zijn een toereikend niveau van tenuitvoerlegging van het bestaande actieplan, bewezen vooruitgang bij de uitvoering en aantoonbare gedeelde waarden en belangen. Op de topontmoeting tussen de EU en Oekraïne in september 2008 in Parijs werd met voldoening geconstateerd dat het partnerschap sinds de goedkeuring van het actieplan in 2005 aanzienlijk is vooruitgegaan op alle terreinen van gemeenschappelijk belang.

Op basis hiervan en rekening houdende met de aanzienlijke vorderingen bij de onderhandelingen over een associatieovereenkomst spraken de deelnemers aan de topontmoeting zich uit voor de ontwikkeling van een nieuw praktisch instrument ter vervanging van het actieplan.

In december 2008 gingen de onderhandelingen over dit instrument, de Associatieagenda, van start. De Associatieagenda moet in de plaats komen van het actieplan en dienen ter voorbereiding en facilitering van de snelle uitvoering van de nieuwe associatieovereenkomst, zodra die in werking is getreden.

De ervaring die met de uitvoering van het actieplan is opgedaan, wijst uit dat er een document moet komen dat meer is afgestemd op de ambities en capaciteiten van het partnerland en tegelijkertijd haalbare stappen bevordert naar convergentie van de wet- en regelgeving met de wetgeving en normen van de EU. De voornaamste kenmerken van de actieplannen, namelijk hun specifieke, tijdgebonden en actiegerichte aard, moeten worden behouden en verbeterd.

Naar analogie met de procedures voor de goedkeuring van de ENB-actieplannen, in dit geval het actieplan EU–Oekraïne (conclusies van de Raad van 14 juni 2004) wordt de Associatieagenda goedgekeurd door de Raad en vervolgens bekrachtigd door de Samenwerkingsraad. De Europese Commissie voegt daarom hierbij een voorstel voor een besluit van de Raad over het standpunt dat de Gemeenschappen en hun lidstaten in de Samenwerkingsraad EU–Oekraïne moeten innemen over de goedkeuring van een aanbeveling inzake de uitvoering van de Associatieagenda, die in de bijlage bij het besluit is opgenomen.

Er is daarnaast behoefte aan een comité dat de vorderingen bij de uitvoering van de Associatieagenda evalueert en toekomstige prioriteiten en eventueel noodzakelijke aanpassingen beoordeelt. In afwachting van de definitieve regeling die bij de associatieovereenkomst tot stand zal komen, stelt de Europese Commissie voor dat de Samenwerkingsraad EU–Oekraïne een Gemengd Comité op het niveau van hoge ambtenaren instelt.

De Europese Commissie verzoekt de Raad derhalve bijgaand voorstel voor een besluit van de Raad goed te keuren.