Toelichting bij COM(2009)580 - Toekenning van macrofinanciële bijstand aan Oekraïne (SEC(2009)1428)

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel


De Commissie stelt voor Oekraïne macrofinanciële bijstand (MFB) toe te kennen in de vorm van een lening van ten hoogste 500 miljoen EUR. De voorgestelde bijstand moet Oekraïne helpen zowel het tekort op de betalingsbalans als de externe financieringsbehoefte van de overheidsbegroting te dekken welke door het Internationaal Monetair Fonds (IMF) zijn vastgesteld. De MFB zal het stabilisatieprogramma van de overheid ondersteunen teneinde de houdbaarheid van de begroting en de externe rekening te garanderen. Op die manier zal hij Oekraïne helpen bij het aanpakken van de gevolgen van de wereldwijde financiële crisis. De voorgestelde communautaire macrofinanciële bijstand zal een aanvulling vormen op de IMF-steun in het kader van de stand-by-overeenkomst (SBO) die in november 2008 door de raad van bestuur van het IMF is goedgekeurd. De MFB zal tevens een aanvulling vormen op de macrofinanciële bijstand van maximaal 110 miljoen EUR die de Raad in 2002 aan Oekraïne heeft toegekend[1] en die tot dusver nog niet is uitgekeerd. De Commissie is voornemens deze bijstand als eerste onderdeel van het totale EU-steunpakket aan Oekraïne te verstrekken, dat daardoor 610 miljoen EUR zal belopen. De communautaire MFB zal een uitzonderlijk karakter hebben en beperkt zijn in de tijd. Hij zal tevens met name afhankelijk worden gesteld van de gemaakte vorderingen bij de tenuitvoerlegging van het lopende IMF-programma en van de naleving van de economische beleidsvoorwaarden die aan deze bijstand zullen worden verbonden.

Algemene context


De overgang van Oekraïne van een planeconomie naar een markteconomie is relatief moeizaam verlopen: in 2008 lag het reële bbp van Oekraïne nog steeds aanzienlijk lager dan in 1990. Na een langdurige krimp was er in 2000 wederom sprake van een groei; het gemiddelde groeicijfer in de periode 2000-2008 beliep 6,9%. Sinds de aanvang van de mondiale crisis is de economische toestand in het land evenwel dramatisch verslechterd. In 2008 bedroeg de reële bbp-groei van Oekraïne amper 2,5% en in het eerste kwartaal van 2009 zou het bbp met naar schatting 20% op jaarbasis zijn gekrompen. Volgens de recentste IMF-projecties voor het lopende jaar zou het reële bbp met niet minder dan 14% afnemen. Sinds overeenstemming werd bereikt over een pakket crisismaatregelen met onder meer een devaluatie van de munteenheid, is de lopende rekening van Oekraïne aanmerkelijk verbeterd: het tekort van 7,2% van het bbp in 2008 is in 2009 omgeslagen in een overschot, dat naar verwachting op 0,5% van het bbp zal uitkomen. Deze verbetering is hoofdzakelijk terug te voeren op het dalende handelstekort. De lopende rekening zal in 2009 naar verwachting weliswaar een gering overschot te zien geven, maar de kapitaalrekening vertoont een tekort: het vertrouwensverlies resulteerde in een kapitaalvlucht, een omslag in de kapitaalinstroom en afnemende buitenlandse directe investeringen. Sterke druk op de kapitaalrekening leidde tot sterke druk op de internationale reserves, die alleen op een passend niveau konden worden gehouden dankzij de financiering die het IMF in het kader van de SBO heeft verstrekt. De geringere economische activiteit resulteert bovendien in sterk tegenvallende begrotingsontvangsten, hetgeen op zijn beurt aanleiding geeft tot een oplopend begrotingstekort. Volgens de recentste prognoses in de context van de tweede beoordeling van het programma in het kader van de SBO zou de budgettaire tekortdoelstelling in 2009 8,6% van het bbp bedragen. Dankzij de economische beleidsbeslissingen die de Oekraïense autoriteiten in het najaar van 2008 hebben genomen, kon met het IMF overeenstemming over een financieringsovereenkomst worden bereikt. In november 2008 heeft de raad van bestuur van het IMF zijn goedkeuring gehecht aan een SBO van 24 maanden ten belope van 16,5 miljard USD, hetgeen neerkomt op 802% van de trekkingsrechten van Oekraïne. De uitzonderlijke toegang was gerechtvaardigd wegens de ernstige crisis op de lopende rekening en de kapitaalrekening waarmee Oekraïne eind 2008 werd geconfronteerd. De uit een daling van de vraag naar producten zoals Oekraïens staal voortvloeiende ruilvoetverslechtering viel samen met financieringstekorten die met de bankencrisis en met het verminderde vertrouwen bij deposanten samenhingen. Andere factoren die deze buitengewone toegang tot IMF-financiering mogelijk hebben gemaakt, waren onder meer i) een houdbare externe en overheidsschuld; ii) de goede vooruitzichten van Oekraïne om in de toekomst opnieuw toegang tot de particuliere kapitaalmarkten te krijgen; en iii) de binnenlandse vasthoudendheid aan beleidshervormingen. Het tweejarige IMF-programma is sterk vervroegd. De eerste leningstranche van 4,5 miljard USD is direct na het besluit van de raad van bestuur van het IMF uitbetaald. De tweede uitbetaling van 2,8 miljard USD, die aanvankelijk was uitgesteld wegens meningsverschillen tussen de regering van Oekraïne en het IMF over diverse essentiële punten van het programma, vond uiteindelijk in mei 2009 plaats. Een groot deel van de tweede leningstranche (1,9 miljard USD) werd rechtstreeks naar de begroting gekanaliseerd om Oekraïne zijn externe schuldverplichtingen te helpen nakomen. Eind juli 2009 heeft de raad van bestuur van het IMF ingestemd met de uitbetaling van de derde leningstranche van 3,3 miljard USD. De tranche werd volledig voor de begroting bestemd, eveneens om de overheid haar externe betalingsverplichtingen te helpen nakomen.

Bestaande bepalingen op het door het voorstel bestreken gebied


In 2002 heeft de Raad zijn goedkeuring gehecht aan een besluit tot toekenning van macrofinanciële bijstand op middellange termijn aan Oekraïne ten belope van maximaal 110 miljoen EUR. In het kader van dit programma hebben geen uitbetalingen plaatsgevonden aangezien niet aan de uitkeringsvoorwaarden werd voldaan. Het Raadsbesluit is nog steeds van kracht en de Commissie is voornemens dit vóór de toekenning van de nieuwe voorgestelde bijstand ten uitvoer te leggen.

Samenhang met andere beleidsgebieden en doelstellingen van de EU


Het MFB-programma vormt een aanvulling op andere communautaire financiering, met name de ENPI-begrotingssteun op middellange termijn in het kader van de landenstrategie voor EU-samenwerking met Oekraïne. Op deze wijze kan het de invloed van de EU op de beleidsvorming van Oekraïne helpen vergroten en tegelijkertijd Oekraïne helpen om de huidige diepe economische crisis te overwinnen. Het MFB-programma is ook complementair aan de externe financiering afkomstig van het IMF en de Wereldbank en van andere bilaterale donoren. De MFB wordt verstrekt op een moment waarop de EU ook helpt financiering te mobiliseren ter ondersteuning van de hervorming van de energiesector van Oekraïne. De Commissie en de betrokken instellingen (het IMF, de Wereldbank, de EBWO en de EIB) werken op basis van hun individuele regels, mogelijkheden en voorwaarden samen aan een steunpakket ten behoeve van de autoriteiten van Oekraïne. Dit pakket moet bijdragen tot een duurzame oplossing van de Oekraïense middellangetermijnverplichtingen inzake de doorvoer en betaling van aardgas. Het ligt niet in de bedoeling de voorgestelde MFB rechtstreeks aan dit pakket te koppelen. Wel zou de bijstand, met name via de vaststelling van passende voorwaarden, Oekraïnes economische stabilisatie en hervormingen ondersteunen, zoals onder meer hervormingen van de gassector en de daarmee gepaard gaande hervormingen van het sociale vangnet.

1.

Raadpleging van belanghebbenden en effectbeoordeling



Raadpleging van belanghebbenden



Tijdens de voorbereiding van het voorliggende Commissievoorstel hebben de diensten van de Commissie contacten gehad met de autoriteiten van Oekraïne, het IMF, de Wereldbank, de EBWO en potentiële bilaterale donoren en crediteuren om de benodigde bijstand te bespreken. Het Economisch en Financieel Comité (EFC) is geraadpleegd en heeft geen bezwaren geuit. Na de goedkeuring van het besluit van de Raad zullen de diensten van de Commissie met de autoriteiten van Oekraïne onderhandelen over een memorandum van overeenstemming en een leningsovereenkomst, waarin de uitvoeringsbepalingen van de bijstand in detail zullen worden vastgelegd.

Bijeenbrengen en benutten van deskundigheid



Bijgestaan door externe adviseurs zal de Commissie een operationele beoordeling uitvoeren om de kwaliteit en betrouwbaarheid van Oekraïnes financiële en administratieve procedures te toetsen.

Effectbeoordeling


De macrofinanciële bijstand zal een onmiddellijk effect sorteren op de betalingsbalans en de overheidsbegroting van Oekraïne en aldus bijdragen tot een verlichting van de financiële druk die de tenuitvoerlegging van het economisch programma van de autoriteiten met zich brengt. De MFB zal verder de algemene doelstellingen van het met het IMF overeengekomen stabilisatieprogramma ondersteunen. Projectfinanciering of technische bijstand zouden niet geschikt zijn voor de verwezenlijking van deze macro-economische doelstellingen. De bijstand zal de vorm aannemen van budgettaire en betalingsbalanssteun, zodat de uitbetalingen zullen bijdragen tot de opbouw van reserves bij de centrale bank en tot het voldoen aan de externe financieringsbehoefte van de overheidsbegroting, zoals in het macro-economische stabilisatieprogramma is bepaald.

2.

Juridische elementen van het voorstel



Samenvatting van de voorgestelde maatregelen


De Gemeenschap stelt Oekraïne macrofinanciële bijstand beschikbaar in de vorm van een lening van ten hoogste 500 miljoen EUR. Hiertoe wordt de Commissie gemachtigd op de kapitaalmarkten of bij financiële instellingen het overeenkomstige bedrag te lenen. De bijstand komt bovenop het bedrag van 110 miljoen EUR dat krachtens Besluit 2002/639/EG van de Raad is toegekend en dat als eerste onderdeel van het totale financiële steunpakket van de EU aan Oekraïne zal worden uitbetaald. De MFB zal in twee tranches beschikbaar worden gesteld. De gemiddelde looptijd van de lening mag niet langer zijn dan 15 jaar. De bijstand zal worden beheerd door de Commissie, die met de autoriteiten een overeenkomst zal sluiten over de specifieke financiële en economische beleidsvoorwaarden die aan de uitkering van de leningstranches worden verbonden. Er wordt rekening gehouden met specifieke bepalingen die betrekking hebben op de preventie van fraude en andere onregelmatigheden en die aansluiten bij het Financieel Reglement. De bijstand zal volledig verenigbaar zijn met de macro-economische doelstellingen die reeds in de tussen Oekraïne en het IMF overeengekomen economische beleidsplannen zijn vastgelegd. Hij zal tevens sporen met de beleidsdoelstellingen op langere termijn die worden beoogd in de partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst tussen de EU en Oekraïne, en, meer recentelijk, in het in 2005 in het kader van het Europees Nabuurschapsbeleid goedgekeurde actieplan EU-Oekraïne en in de associatieovereenkomst waarover thans wordt onderhandeld. Wat de specifieke economische beleidsvoorwaarden betreft die aan de uitbetaling van de lening worden verbonden, is de Commissie voornemens de aandacht toe te spitsen op een beperkt aantal terreinen, zoals onder meer het beheer van de overheidsfinanciën en de met de hervormingen in de energiesector samenhangende hervormingen van het sociale vangnet. De Commissie kan ook overwegen zich te concentreren op specifieke beleidsterreinen van bijzonder belang, zoals de prioriteiten die in het verslag over de tenuitvoerlegging van het Europees nabuurschapsbeleid (ENB-voortgangsverslag) van april 2009 zijn gesignaleerd, of op maatregelen die naar aanleiding van de operationele beoordeling passend worden geacht.

Rechtsgrondslag


Artikel 308 van het Verdrag.

Subsidiariteitsbeginsel


Het voorstel betreft een gebied dat onder de exclusieve bevoegdheid van de Gemeenschap valt. Het subsidiariteitsbeginsel is derhalve niet van toepassing.

Evenredigheidsbeginsel


Het voorstel is om de volgende redenen in overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel.

Het bedrag van de voorgestelde nieuwe bijstand – maximaal 500 miljoen EUR – dekt ongeveer 25% van de resterende externe financieringsbehoefte van Oekraïne voor 2009 en komt bovenop de macro-economische steun die door het IMF en de Wereldbank worden verleend. De totale behoefte wordt door het IMF op 2,8 miljard USD of 2 miljard EUR geraamd. Bij deze deling van de lasten door de Gemeenschap wordt rekening gehouden met de thans heersende buitengewone omstandigheden: de ontwikkeling van de mondiale crisis heeft immers ernstige gevolgen voor de economie van Oekraïne.

Keuze van instrumenten



Voorgestelde instrumenten: overige

Bij ontstentenis van een kaderverordening voor het MFB-instrument zijn krachtens artikel 308 van het Verdrag genomen ad-hocbesluiten van de Raad het enige beschikbare rechtsinstrument voor de verlening van deze bijstand.

3.

Gevolgen voor de begroting



Overeenkomstig de Garantiefondsverordening[2] zal de storting in het Garantiefonds naar verwachting in 2012 plaatsvinden en maximaal 45 miljoen EUR bedragen. Dit bedrag stemt overeen met 9% van de lening van 500 miljoen EUR die naar verwachting in 2010 zal worden uitbetaald.

4.

Aanvullende informatie



Evaluatie-/herzienings-/vervalbepaling



Het voorstel voorziet in een beperkte beschikbaarheidsperiode.

1. 2009/0162 (CNS)