Toelichting bij COM(2010)65 - Wijziging van richtlijn 2009/42/EG betreffende de statistiek van het zeevervoer van goederen en personen

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel


Het doel van dit voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad is Richtlijn 2009/42/EG te wijzigen om het verzamelen van gegevens naar soort goederen verplicht te stellen voor statistieken van het zeevervoer. Het verzamelen van gegevens naar soort goederen is verplicht voor Europese statistieken van het vervoer over de weg[1], per spoor[2] en over de binnenwateren[3]. Europese statistieken over alle vervoerswijzen in de Gemeenschap moeten volgens gemeenschappelijke concepten en normen worden opgesteld, zodat de verschillende vervoerswijzen zo goed mogelijk met elkaar kunnen worden vergeleken. Meer specifiek zou de beschikbaarheid van volledige en homogene statistieken naar soort goederen voor alle vervoerswijzen een algemeen kader opleveren dat nuttig is voor de ondersteuning en monitoring van het beleid ter bevordering van de intermodaliteit, d.w.z. de mogelijkheid verschillende vervoerswijzen optimaal te combineren binnen dezelfde vervoersketen, en de modernisering van de goederenvervoerslogistiek[4].

Algemene context


Er is op Europees niveau een technische analyse van de uit hoofde van de Europese wetgeving verzamelde gegevens over de statistische registratie van het zeevervoer van goederen en personen en van het verspreidingsbeleid uitgevoerd, zodat technische oplossingen kunnen worden aangedragen om de verschillende activiteiten die nodig zijn voor de productie van statistieken waar mogelijk te vereenvoudigen, waarbij de uiteindelijke output afgestemd blijft op de huidige en te verwachten behoeften van de gebruikers. Bij deze analyse is rekening gehouden met de mogelijkheid om de middelen bedoeld voor de statistische registratie van het zeevervoer van goederen en personen doelmatiger in te zetten door de activiteiten te concentreren in gebieden die de gebruikers belangrijker vonden (goederenstatistieken) dan andere (statistieken over personenvervoer en vaartuigverkeer). Naar aanleiding van deze analyse heeft de Commissie onlangs vereenvoudigingen in de statistieken van zowel personenvervoer in de belangrijkste Europese havens als het vaartuigverkeer in de belangrijkste Europese havens goedgekeurd[5]. Bij de technische analyse is onder andere gekeken naar de mogelijkheid het verzamelen van gegevens naar soort goederen (gegevensverzameling B1) verplicht te stellen en de voorwaarden waaronder dit zou kunnen gebeuren. Volgens de tweede alinea van bijlage VIII bij Richtlijn 2009/42/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de statistiek van het zeevervoer van goederen en personen[6] worden de voorwaarden voor het bijeenbrengen van gegevensverzameling B1 ("Zeevervoer in de voornaamste Europese havens, naar haven, vrachttype, goederen en traject") door de Raad op voorstel van de Commissie vastgesteld in het licht van de resultaten van het proefonderzoek betreffende de uitvoerbaarheid en de kosten voor de lidstaten en respondenten van het verzamelen van die gegevens, dat is verricht tijdens de overgangsperiode van drie jaar die is vastgelegd in artikel 10 van Richtlijn 95/64/EG van de Raad van 8 december 1995 betreffende de statistiek van het zeevervoer van goederen en personen[7]. Volgens het Verslag van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement inzake de ervaringen die zijn opgedaan met de werkzaamheden die zijn uitgevoerd overeenkomstig Richtlijn 95/64/EG van de Raad betreffende de statistiek van het zeevervoer van goederen en personen[8] blijkt het haalbaar dergelijke gedetailleerde gegevens tegen een redelijke prijs te verzamelen voor stortgoed en semistortgoed; de grootste problemen blijken echter voor te komen bij het verzamelen van dergelijke gegevens van vervoer per container en met roro-eenheden; het werd raadzaam geacht de mogelijkheid te onderzoeken om Richtlijn 95/64/EG pas uit te breiden tot andere gegevens die zijn genoemd in artikel 10, lid 2, onder a), als meer ervaring was opgedaan met het verzamelen van de huidige variabelen en als het huidige systeem goed was ingeburgerd; wat het verzamelen van gegevens over goederen betreft, zou rekening moeten worden gehouden met de mogelijke herziening van de NST/R 24-nomenclatuur (uniforme goederennomenclatuur voor de vervoersstatistiek/herzien, 1967). Het huidige systeem functioneert inmiddels goed, met inbegrip van de toepassing van de wijzigingen die bij Beschikking 2005/366/EG[9] van 4 maart 2005 zijn ingevoerd en de geografische uitbreiding van het systeem als gevolg van de uitbreiding van de Europese Unie van 2004[10] en 2007[11]. Een groot deel van de lidstaten die in het kader van de richtlijn gegevens aan Eurostat doorgeven, hebben Eurostat regelmatig op vrijwillige basis gegevensverzameling B1 verstrekt volgens de NST/R-nomenclatuur. De voornaamste problemen met het verzamelen van gegevens naar soort goederen volgens de NST/R-nomenclatuur, zoals in bovengenoemd verslag vermeld, zijn opgelost met de invoering van NST 2007[12] (uniforme goederennomenclatuur voor de vervoersstatistiek, 2007) als de enige nomenclatuur voor vervoer over zee, over de weg, per spoor en over de binnenwateren, die van toepassing is vanaf het referentiejaar 2008 en betrekking heeft op de gegevens van 2008[13]. Voor de lidstaten die de gegevensverzameling B1 reeds verzamelen, moet voor de opstelling van gegevens volgens NST 2007 de informatie waarover de bevoegde nationale statistische instanties reeds beschikken, worden heringedeeld zonder dat de respondenten extra worden belast, volgens dezelfde aanpak als voor de statistieken van het vervoer over de weg, per spoor en over de binnenwateren; voor de overige lidstaten moet het mogelijk zijn gegevensverzameling B1 op te stellen door gebruik te maken van informatie waarover de nationale statistische instanties reeds beschikken, met zeer beperkte uitzonderingen. Het opstellen van gegevensverzameling B1 zal in de meeste gevallen geen extra belasting voor de respondenten betekenen. Tot slot is afgesproken dat de invoering in 2011 van de verplichting om gegevensverzameling B1 aan de Commissie (Eurostat) te verstrekken, de lidstaten voldoende tijd zou geven om een vrijwillige opstelling te gebruiken voor de nodige tests en aanpassingen.

Bestaande bepalingen op het door het voorstel bestreken gebied


Er bestaan al bepalingen in de huidige wetgeving (Richtlijn 2009/42/EG, bijlage VIII, gegevensverzameling B1); de gegevens worden echter op vrijwillige basis verzameld.

1.

Raadpleging van belanghebbende partijen en effectbeoordeling



Raadpleging van belanghebbende partijen



Begin 2006 is de Taskforce Statistiek van het zeevervoer opgericht om een technische analyse van de uit hoofde van de Europese wetgeving verzamelde gegevens over de statistische registratie van het zeevervoer van goederen en personen en van het verspreidingsbeleid uit te voeren. De taskforce bestaat uit vertegenwoordigers van verschillende organisaties (gegevensverstrekkers, gebruikers en deskundigen op het gebied van zeevervoer), namelijk: de bevoegde nationale statistische instanties (nationale bureaus voor de statistiek, nationale maritieme diensten, ministeries van vervoer); diensten van de Commissie; het Europees Agentschap voor de veiligheid van de zeevaart; het bedrijfsleven (Organisatie van de zeehavens van de Europese Gemeenschap – ESPO, Associatie van Reders van de Europese Gemeenschap – ECSA). Om het werk van de taskforce voor te bereiden en er input voor aan te leveren, heeft Eurostat in 2006 een specifieke vragenlijst gestuurd aan de belangrijkste gebruikers van statistieken van het zeevervoer binnen de Commissie, namelijk DG TREN, DG COMP, DG ENV, DG FISH (nu DG MARE), DG JLS en DG TAXUD. De voorstellen van de taskforce zijn vervolgens door de Werkgroep Statistiek van het zeevervoer en het Coördinatiecomité voor vervoersstatistieken besproken in het standaardkader van het Europees statistisch systeem. Over dit voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad is intensief onderhandeld door de belanghebbende partijen. Het maakt deel uit van een totaalpakket van wetgevingsinitiatieven dat past in het beleid van de Commissie inzake vereenvoudiging van de wetgeving en betere regelgeving[14], en in het bijzonder: Verordening (EG) nr. 1304/2007 van de Commissie van 7 november 2007 in verband met de vaststelling van NST 2007 als enige nomenclatuur voor vervoerde goederen in bepaalde vervoerswijzen[15]; Ontwerpbesluit nr. …/…/EU van … tot wijziging van Richtlijn 2009/42/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de statistiek van het zeevervoer van goederen en personen, betreffende de vereenvoudiging van de statistiek van het personenvervoer en het vaartuigverkeer; Wat de bestaande wetgeving betreft, hebben eveneens een herschikking van het basisbesluit[16] en codificatie van de uitvoeringsbesluiten[17] plaatsgevonden.

Bijeenbrengen en benutten van deskundigheid



De deelnemers van de Taskforce Statistiek van het zeevervoer en de Werkgroep Statistiek van het zeevervoer waren allen deskundigen met kennis van de bestaande wetgeving, de nationale systemen voor het verzamelen en opstellen van statistieken van het zeevervoer en de nieuwe ontwikkelingen in het zeevervoer.

Effectbeoordeling


Optie 1: (De huidige wetgeving wordt gehandhaafd) – Het zou niet mogelijk zijn een volledige en voortdurende aanlevering van statistische gegevens over het zeevervoer naar soort goederen te garanderen. Optie 2: (De huidige wetgeving wordt gewijzigd) – Het zou mogelijk zijn een volledige en voortdurende aanlevering van statistische gegevens over het zeevervoer naar soort goederen te garanderen. De beschikbaarheid van volledige en homogene statistieken naar soort goederen voor alle vervoerswijzen zou een algemeen kader opleveren dat nuttig is voor de ondersteuning en monitoring van het beleid ter bevordering van intermodaliteit, d.w.z. de mogelijkheid om verschillende vervoerswijzen optimaal te combineren binnen dezelfde vervoersketen, en van de modernisering van de goederenvervoerslogistiek. Meer in het algemeen zou de voorgestelde wijziging, in combinatie met andere wetgevingsinitiatieven, ervoor zorgen dat de statistische output afgestemd is op de huidige en te verwachten behoeften van de gebruikers. Zoals in deel 1 van deze toelichting wordt uitgelegd, zijn de gevolgen van het voorstel voor de belasting van de respondenten geëvalueerd door de Taskforce Statistiek van het zeevervoer, de Werkgroep Statistiek van het zeevervoer (waarin alle nationale statistische instanties die verantwoordelijk zijn voor deze gegevensverzameling zijn vertegenwoordigd) en het Coördinatiecomité voor vervoersstatistieken: het opstellen van gegevensverzameling B1 zal in de meeste gevallen geen extra belasting voor de respondenten betekenen.

2.

Juridische elementen van het voorstel



Samenvatting van de voorgestelde maatregel


Het doel van de verordening is een volledige en voortdurende aanlevering van statistische gegevens over het zeevervoer naar soort goederen te garanderen, die consistent is en geharmoniseerd is met de reeds beschikbare statistieken voor andere vervoerswijzen.

Rechtsgrondslag


De rechtsgrondslag voor de Europese statistiek is artikel 338 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie. Het Europees Parlement en de Raad zullen overeenkomstig de gewone wetgevingsprocedure maatregelen voor de opstelling van statistieken aannemen, wanneer dit voor de vervulling van de taken van de Unie nodig is. Als eisen waaraan bij de productie van Europese statistieken moet worden voldaan, noemt dit artikel onpartijdigheid, betrouwbaarheid, objectiviteit, wetenschappelijke onafhankelijkheid, kosteneffectiviteit en statistische geheimhouding.

Subsidiariteitsbeginsel


Het subsidiariteitsbeginsel is van toepassing voor zover het voorstel geen gebieden bestrijkt die onder de exclusieve bevoegdheid van de Europese Unie vallen.

Het doel van dit voorstel, namelijk de vaststelling van een gemeenschappelijk kader voor de systematische productie van Europese statistieken van het zeevervoer volgens de bestaande indeling naar soort goederen voor statistieken van andere vervoerswijzen, kan niet voldoende door de lidstaten worden verwezenlijkt via het vrijwillig verzamelen van gegevens.

Dit doel kan beter worden bereikt door middel van Europese wetgeving, omdat alleen de Commissie de noodzakelijke harmonisering van statistische informatie op Europees niveau kan coördineren, terwijl het verzamelen van gegevens en het opstellen van vergelijkbare statistieken van het zeevervoer door de lidstaten kunnen worden georganiseerd. De Europese Unie kan derhalve maatregelen nemen overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie vervatte subsidiariteitsbeginsel.

Het voorstel is derhalve in overeenstemming met het subsidiariteitsbeginsel.

Evenredigheidsbeginsel


Het voorstel voldoet om de volgende redenen aan het evenredigheidsbeginsel.

Overeenkomstig het evenredigheidsbeginsel beperkt de verordening zich tot het minimum dat nodig is om de vastgelegde doelstelling te verwezenlijken en gaat zij daar niet boven uit. Deze verordening schrijft niet voor elke lidstaat de mechanismen voor het verzamelen van gegevens voor, maar de Europese wetgeving stelt slechts de te verschaffen gegevens vast om zo een geharmoniseerde structuur en een geharmoniseerd tijdschema te verzekeren.

Keuze van instrumenten



Voorgesteld instrument: een verordening van het Europees Parlement en de Raad.

3.

Gevolgen voor de begroting



Het voorstel heeft geen gevolgen voor de begroting van de Europese Unie.

4.

Aanvullende informatie



De voorgestelde maatregel betreft een onderwerp dat onder de EER-overeenkomst valt en moet daarom worden uitgebreid tot de gehele Europese Economische Ruimte.