Toelichting bij COM(2010)137 - Vrijhandelsovereenkomst met Korea

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

dossier COM(2010)137 - Vrijhandelsovereenkomst met Korea.
bron COM(2010)137 NLEN
datum 09-04-2010
1. Achtergrond

Bijgaand voorstel vormt het rechtsinstrument voor sluiting van een vrijhandelsovereenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en de Republiek Korea, hierna 'Korea' genoemd, anderzijds:

- voorstel voor een besluit van de Raad tot sluiting van de vrijhandelsovereenkomst.

Over de vrijhandelsovereenkomst tussen de EU en Korea is onderhandeld in overeenstemming met de doelstellingen in de mededeling van de Commissie betreffende 'Europa als Wereldspeler: wereldwijd concurreren'[1], waarin is geëvalueerd hoe de EU-handelspolitiek aan de Europese strategie voor groei en werkgelegenheid bijdraagt. De mededeling bevestigde dat de EU achter de Wereldhandelsorganisatie (WTO) staat als het uitsluitende, meest effectieve instrument voor de uitbreiding en het beheer van de handel in het belang van allen. Er werd in benadrukt dat de Doha-ontwikkelingsagenda de eerste prioriteit blijft voor de EU. Tevens werd in de mededeling gesteld dat de EU moet voortbouwen op het door de WTO opgerichte platform om door verdere openstelling van markten voor handel en investeringen nieuwe groeimogelijkheden te genereren. De mededeling vermeldde een aantal initiatieven op het gebied van de handelspolitiek die een aanvulling vormen op de inspanningen om de WTO-onderhandelingen te hervatten. In het kader van deze initiatieven werd in de mededeling voorgesteld om met een groep zorgvuldig gekozen landen over veelomvattende vrijhandelsovereenkomsten te onderhandelen.

Na de aanneming van de onderhandelingsrichtsnoeren door de Raad op 23 april 2007 zijn de onderhandelingen met Korea op 6 mei 2007 te Seoel begonnen. Blijkens de toelichting bij de aanbeveling van de Commissie aan de Raad tot machtiging van de Commissie om namens de Europese Gemeenschap en haar lidstaten te onderhandelen over een vrijhandelsovereenkomst met de Republiek Korea, was het doel de onderhandelingen uiterlijk twee jaar na de daadwerkelijke aanvang ervan te voltooien. De parafering van de vrijhandelsovereenkomst, door de EU-Commissaris voor Handel en de Koreaanse minister van Handel, te Brussel op 15 oktober 2009 markeerde de voltooiing van de onderhandelingen na besprekingen die minder dan 2,5 jaar hebben geduurd.

De lidstaten van de EU werden via het Comité handelspolitiek (ex artikel 133-Comité) van de Raad mondeling en schriftelijk regelmatig van het verloop van de onderhandelingen met Korea op de hoogte gehouden. Ook het Europees Parlement is via zijn Commissie internationale handel (INTA) regelmatig over de ontwikkelingen geïnformeerd.

Ter voorbereiding van de onderhandelingen heeft de Commissie een effectbeoordeling opgesteld waarin de mogelijke gevolgen van een vrijhandelsovereenkomst met Zuid-Korea worden geanalyseerd. Parallel aan de onderhandelingen is een meer gedetailleerde duurzaamheidseffectbeoordeling voor de handel verricht, waarbij de mogelijke economische, sociale en milieugevolgen van de overeenkomst zijn onderzocht. Voorts zijn aanvullende studies ter kwalitatieve en kwantitatieve analyse van de vrijhandelsovereenkomst verricht.

Het Europees Parlement heeft op 13 december 2007 een resolutie betreffende de handels- en economische betrekkingen met Korea aangenomen, die een waardevolle bijdrage aan de onderhandelingen heeft geleverd.

2. Aard en toepassingsgebied van de overeenkomst

Overeenkomstig de door de Raad aangenomen onderhandelingsrichtsnoeren hadden de onderhandelingen met Korea over de vrijhandelsovereenkomst tot doel te zorgen voor een veelomvattende en evenwichtige overeenkomst die volledig in overeenstemming met de WTO-regels en –verplichtingen is. De overeenkomst moest in de geleidelijke en wederzijdse liberalisering van de handel in goederen en diensten alsmede in regels voor handelsgerelateerde kwesties voorzien.

De vrijhandelsovereenkomst tussen de EU en Korea voldoet aan deze doelstellingen en is de eerste vrijhandelsovereenkomst waarvoor de onderhandelingen zijn voltooid in het kader van de strategie om Europa als wereldspeler op de kaart te zetten. Zij omvat alle maatregelen die nodig zijn om een vrijhandelszone tot stand te brengen die compatibel met artikel XXIV van de Algemene Overeenkomst inzake Tarieven en Handel (GATT 1994) is. Beide partijen zijn overeengekomen om de verbintenissen ten aanzien van de liberalisering zeer snel uit te voeren en schaffen uitgaande van de handelswaarde binnen vijf jaar 98,7% van alle rechten voor zowel industrie- als landbouwproducten af. De resterende tarieven worden gedurende langere overgangsperioden vrijwel volledig afgeschaft, behalve voor een beperkt aantal landbouwproducten zoals rijst of knoflook.

Voorts is voor het aanpakken van niet-tarifaire belemmeringen onderhandeld over sectorspecifieke bijlagen voor elektronica, motorvoertuigen en delen daarvan, farmaceutische producten en medische hulpmiddelen, alsmede voor chemische stoffen. De vrijhandelsovereenkomst bevat afzonderlijke hoofdstukken inzake handelsmaatregelen, technische handelsbelemmeringen, sanitaire en fytosanitaire maatregelen, douane en handelsbevordering.

De overeenkomst omvat ook een hoofdstuk inzake diensten, vestiging en elektronische handel alsmede de bijbehorende lijsten van verbintenissen, die aanzienlijk verder gaan dan de verbintenissen van de beide partijen in het kader van de Algemene overeenkomst inzake handel in diensten (GATS), en in overeenstemming zijn met artikel V van de GATS. Tevens is er een hoofdstuk inzake lopende betalingen en kapitaalbewegingen.

Wat regels betreft, voorziet de vrijhandelsovereenkomst in vergaande verbintenissen op het gebied van de mededinging met inbegrip van staatssteun, intellectuele-eigendomsrechten met inbegrip van de handhaving ervan, en overheidsopdrachten. Voorts zijn er met betrekking tot gebieden die voor de wederzijdse handel en investeringen van belang zijn, in de overeenkomst meer gestroomlijnde en dwingende horizontale bepalingen inzake transparantie van regelgeving opgenomen.

De overeenkomst omvat protocollen betreffende de regels van oorsprong en administratieve bijstand in douanezaken, die bepalingen bevatten waarin de oorsprong van de producten wordt omschreven ter bepaling van de rechten die bij verhandeling op deze producten van toepassing zijn, bepalingen betreffende bewijzen van oorsprong, alsmede regelingen voor samenwerking tussen douaneautoriteiten.

De vrijhandelsovereenkomst omvat tevens een aan culturele samenwerking gewijd protocol, dat een kader biedt voor het aangaan van een politieke dialoog en voor samenwerking bij het bevorderen van uitwisselingen op het gebied van culturele activiteiten. Om dat uit te voeren, moet een van de vrijhandelsovereenkomst onafhankelijke structuur worden opgezet, met name door oprichting van een afzonderlijk comité en invoering van een specifiek geschillenbeslechtingsmechanisme

Ten slotte is een hoofdstuk inzake handel en duurzame ontwikkeling opgenomen, dat op zowel de sociale als de milieudimensie betrekking heeft. Dit hoofdstuk omvat bepalingen inzake samenwerking en voert een nieuw toezichtsmechanisme in, waarbij het maatschappelijk middenveld via een forum van het maatschappelijk middenveld wordt betrokken.

De institutionele bepalingen voorzien in de oprichting van een Handelscomité dat toezicht moet houden op de uitvoering van de vrijhandelsovereenkomst en moet zoeken naar wegen voor verdere verbetering van de handelsbetrekkingen tussen de partijen. Voorts omvat de overeenkomst een doeltreffend geschillenbeslechtingsmechanisme. Het Handelscomité bestaat uit vertegenwoordigers van de Europese Unie en van Korea. Krachtens de geactualiseerde kaderovereenkomst brengt dit Handelscomité aan het Gemengd Comité verslag uit over zijn activiteiten en die van zijn gespecialiseerde comités, werkgroepen en andere organen. De geactualiseerde kaderovereenkomst en de vrijhandelsovereenkomst maken duidelijk dat de banden tussen de EU en Korea aanzienlijk zijn aangehaald. Op verzoek van de Raad zijn de beide overeenkomsten juridisch en institutioneel met elkaar verbonden.

De Commissie is van mening dat de vrijhandelsovereenkomst tussen de EU en Korea zoveel mogelijk in overeenstemming is met de door de Raad goedgekeurde onderhandelingsrichtsnoeren en de aanbevelingen die het Europees Parlement in zijn resolutie van 13 december 2007 heeft gedaan.

3. PROCEDURES

De vrijhandelsovereenkomst voorziet in haar voorlopige toepassing totdat zij in werking treedt.

De Commissie acht de resultaten van de onderhandelingen bevredigend en verzoekt de Raad derhalve:

- namens de Unie over te gaan tot sluiting van de vrijhandelsovereenkomst.

Het Europees Parlement zal worden verzocht met de sluiting van de vrijhandelsovereenkomst in te stemmen.

De lidstaten zijn eveneens partij bij de overeenkomst, die zij derhalve volgens hun interne procedures moeten ratificeren.