Toelichting bij COM(2010)53 - Wijziging van Verordening (EG) nr. 479/2009, wat de kwaliteit van de statistische gegevens in het kader van de procedure bij buitensporige tekorten betreft

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

De grondslag voor het systeem voor begrotingstoezicht van de EU is in de Verdragen vastgelegd en verder uitgewerkt in de EU-wetgeving, zoals de eisen aan de kwaliteit van de begrotingsstatistieken die worden gebruikt in de buitensporigtekortprocedure (BTP). De kwaliteit van de gegevens in het kader van de begrotingsstatistieken hangt vooral ervan af of de lidstaten de wetgevingsbesluiten die relevant zijn in het kader van de BTP correct toepassen, zoals Verordening (EG) nr. 2223/96 [1] van de Raad (ESR 95) en Verordening (EG) nr. 479/2009 [2] van de Raad, waarin het statistische referentiekader voor de normen, definities en boekhoudkundige bepalingen is vastgesteld. De Commissie heeft als taak toezicht te houden op de kwaliteit van de ingediende begrotingsgegevens. In artikel 8, lid 1, van Verordening (EG) nr. 479/2009 is vastgelegd dat de Commissie (Eurostat) regelmatig de kwaliteit van de door de lidstaten ingediende feitelijke gegevens en van de volgens het ESR 95 opgestelde onderliggende overheidsrekeningen per sector moet beoordelen. Kwaliteit van de feitelijke gegevens houdt in de inachtneming van de boekhoudregels en de volledigheid, betrouwbaarheid, tijdigheid en consistentie van de statistische gegevens. Krachtens artikel 8, lid 2, van Verordening (EG) nr. 479/2009 verstrekken de lidstaten de Commissie (Eurostat) zo spoedig mogelijk de relevante statistische informatie die wordt gevraagd met het oog op de beoordeling van de kwaliteit van de ingediende gegevens, onverminderd de bepalingen over statistische geheimhouding.

Na het probleem met Griekenland in 2004 en het daarop volgende verzoek van de Raad om het toezicht op de kwaliteit van de ingediende begrotingsgegevens te verbeteren, stelde de Commissie in 2005 wijzigingen voor van de geldende wetgeving, namelijk Verordening (EG) nr. 3605/93, die betrekking heeft op de kwaliteit van de BTP-gegevens. De wijzigingen in het voorstel van de Commissie van 2005 [3] waren bedoeld om de transparantie van de BTP-gerelateerde statistieken te vergroten door de bevoegdheden van Eurostat met betrekking tot de kwaliteit van de gegevens uit te breiden. De Commissie stelde met name voor inspectiebezoeken in te voeren. Naast een algemene verplichting voor de lidstaten om de Commissie (Eurostat) toegang te verschaffen tot de informatie die zij nodig heeft om de kwaliteit van de ingediende gegevens te beoordelen, was het voorstel erop gericht de bevoegdheden op het gebied van de kwaliteit van de gegevens te vergroten. De aanvullende instrumenten die Verordening (EG) nr. 2103/2005 [4] van de Raad aan de Commissie heeft toegekend, waren echter beperkter dan de Commissie aanvankelijk had gevraagd. Er bestaat met name geen algemene verplichting voor de lidstaten om de Commissie (Eurostat) toegang te verschaffen tot alle informatie die zij heeft gevraagd met het oog op de beoordeling van de kwaliteit van de ingediende gegevens en bovendien is de reikwijdte van de methodologische bezoeken (die sinds de goedkeuring van de wetgeving slechts in één lidstaat zijn uitgevoerd) beperkt tot het strikt statistische domein.

Uit de recente ontwikkelingen, en met name de Griekse statistieken van het overheidstekort en de overheidsschuld die in oktober 2009 zijn meegedeeld [5], zijn deze beperkingen aan het licht getreden en acuter geworden en is gebleken dat in het huidige systeem voor begrotingsstatistieken het risico dat bijvoorbeeld onjuiste of onnauwkeurige gegevens aan de Commissie worden meegedeeld, onvoldoende wordt beperkt.

Als er geen actie wordt ondernomen om dit zwakke punt aan te pakken, zullen dergelijke gevallen waarin een lidstaat de regels niet naleeft, verder afbreuk doen aan de betrouwbaarheid van het beheerssysteem van de deelnemers op Europees en nationaal niveau. Daarom is het in dit stadium wenselijk en past het in het beleid dat het beheerskader voor begrotingsstatistieken op bepaalde punten wordt gewijzigd. Het doel van de gewijzigde verordening is de Commissie en de lidstaten in staat te stellen doeltreffender samen te werken om de kwaliteit en betrouwbaarheid van de statistieken betreffende overheidsfinanciën te verbeteren in een aanpak die op twee pijlers gebaseerd is: in de eerste plaats frequentere en uitgebreide periodieke statistische bezoeken in het kader van de standaard BTP-procedure; in de tweede plaats kan Eurostat aanvullende methodologische bezoeken afleggen als bij een risicobeoordeling specifieke problemen van betekenis aan het licht treden.

Om de zwakke punten aan te pakken stelt de Commissie daarom voor de bestaande regels aan te vullen om de mechanismen voor toezicht op de gegevens te versterken. De methodologische bezoeken zullen echter alleen plaatsvinden wanneer aanzienlijke risico's of potentiële problemen met de kwaliteit van de gegevens zijn vastgesteld, zoals in het huidige rechtskader ook het geval is.

Aangezien Eurostat als statistische autoriteit de ingediende gegevens daadwerkelijk moet kunnen controleren, moet het bestaande kader op een aantal punten worden aangevuld. Zo moet met name het recht van Eurostat worden erkend om de overheidsrekeningen rechtstreeks te controleren als ernstige twijfel bestaat over de betrouwbaarheid van de statistische gegevens die door een nationale statistische instantie zijn ingediend – en in verband daarmee de plicht van de nationale autoriteiten om alle relevante gegevensbronnen te bewaren en beschikbaar te stellen. Daarnaast moeten de lidstaten voorzien in ondersteuning door deskundigen op het gebied van de nationale rekeningen, onder andere bij de voorbereiding en uitvoering van de methodologische bezoeken.