Toelichting bij COM(2010)454 - Wijziging en verlenging van Besluit 2007/641/EG houdende afsluiting van het overleg met Fiji-eilanden krachtens artikel 96 van de ACS EG partnerschapsovereenkomst en artikel 37 van de verordening tot invoering van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. De militaire staatsgreep van december 2006 resulteerde in overleg krachtens artikel 96 van de herziene Overeenkomst van Cotonou. Daarop volgden in april 2007 onderling overeengekomen verbintenissen betreffende de mensenrechten, de democratische beginselen en de rechtsstaat. Op 1 oktober 2007 besloot de Raad bij Besluit 2007/641/EG passende maatregelen ten aanzien van Fiji te treffen om te komen tot een zekere overeenstemming tussen de naleving door Fiji van de overeengekomen verbintenissen en de ontwikkelingssamenwerking.

2. Op 10 april 2009 stelde de president van Fiji de grondwet buiten werking, verwijderde alle rechters uit hun ambt en verklaarde dat uiterlijk in september 2014 verkiezingen zouden plaatsvinden. Daarmee verbrak Fiji eenzijdig de verbintenissen van april 2007 met de EU. Dit gebeurde de dag nadat het Hof van Beroep de aanwijzing van de militaire regering na de staatsgreep van 2006 illegaal had verklaard. Bovendien is de noodtoestand in Fiji van kracht en is de vrijheid van meningsuiting aanzienlijk beperkt.

3. Na deze negatieve ontwikkelingen besloot de Raad op 24 september 2009 bij Besluit 2009/735/EG de passende maatregelen ten aanzien van Fiji, die waren vastgesteld bij Besluit 2007/641/EG, dat op 1 oktober 2009 zou aflopen, te verlengen tot en met 31 maart 2010.

4. Als gevolg van verdere vertragingen bij de uitvoering van de verbintenissen met de EU heeft de Raad op 29 maart 2010 bij Besluit 2010/208/EU besloten de passende maatregelen voor Fiji, die bij Besluit 2007/641/EG waren vastgesteld, tot en met 1 oktober 2010 te verlengen.

5. Er zijn geen verdere positieve ontwikkelingen in verband met de naleving van de overeengekomen verbintenissen te constateren.

6. De suikertoewijzing voor 2010, die zou worden toegekend op voorwaarde dat vorderingen bij het democratische proces werden gemaakt, werd in mei 2010 geschrapt. Een deel van de toewijzing werd evenwel gereserveerd om via de delegatie in Suva rechtstreekse steun te verlenen aan de bevolking die direct van de suikerproductie afhankelijk is, teneinde de negatieve sociale gevolgen op te vangen. Die steun zal moeten worden bevestigd door de wetgevende en begrotingsautoriteiten van de EU.

7. Rekening houdend met deze overwegingen kan de Commissie in dit stadium alleen maar een voortzetting van het bestaande beleid en van de passende maatregelen voorstellen.

8. Daarom stelt de Commissie de Raad voor de looptijd van het huidige besluit met nog eens zes maanden te verlengen tot en met 31 maart 2011.

9. De toetsing van het besluit moet echter ook in de toekomst zodanig verlopen dat de EU in staat wordt gesteld een regelmatige dialoog en een voortdurend politiek engagement ten aanzien van Fiji te onderhouden. Het besluit moet dan ook constant onde de loep worden genomen.

10. Er wordt voorgesteld dit besluit, via de hieraan gehechte ontwerpbrief aan president Nailatikau, ter kennis te brengen van de interimregering van Fiji, en de president mede te delen a) dat de EU zich ertoe verbindt de versterkte politieke dialoog in het kader van artikel 8 van de Overeenkomst van Cotonou te blijven voeren , b) dat de komende besluiten van de EU inzake begeleidende maatregelen voor landen van het suikerprotocol en het nationale indicatieve programma voor het 10e EOF met betrekking tot Fiji afhankelijk worden gesteld van de evaluatie van de vooruitgang die wordt geboekt met de terugkeer naar de rechtsstaat en ten slotte c) dat nieuw overleg krachtens artikel 96 van de ACS-EG-partnerschapsovereenkomst en artikel 37 van de verordening tot invoering van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking een reƫle mogelijkheid voor Fiji is.

Conclusie

11. In het licht van het bovenstaande wordt de Raad verzocht zijn goedkeuring te hechten aan bijgaand voorstel voor een besluit van de Raad tot wijziging en verlenging van de passende maatregelen ten aanzien van de Republiek Fiji-eilanden.