Toelichting bij COM(2010)232 - Ondertekening van een protocol bij de overeenkomst met Marokko inzake een kaderovereenkomst met Marokko over de algemene beginselen voor de deelname van Marokko aan EU-programma’s

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

De geleidelijke openstelling van bepaalde EU-programma’s en -agentschappen voor de deelname van ENB-partnerlanden in het kader van het Europees nabuurschapsbeleid is een van de vele maatregelen om hervorming, modernisering en overgang in de buurlanden van de Europese Unie te bevorderen. Dit aspect van het beleid is uiteengezet in de mededeling van de Commissie “Over de algemene aanpak om de ENB-partnerlanden te laten deelnemen aan communautaire agentschappen en programma’s”[1].

De Raad heeft deze aanpak op 5 maart 2007 goedgekeurd[2].

Op basis van de mededeling van de Commissie en van zijn conclusies heeft de Raad op 18 juni 2007 de Commissie richtsnoeren gegeven om met Algerije, Armenië, Azerbeidzjan, Egypte, Georgië, Israël, Jordanië, Libanon, Moldavië, Marokko, Oekraïne, de Palestijnse Autoriteit en Tunesië en te onderhandelen over kaderovereenkomsten inzake de algemene beginselen voor de deelname van die landen aan EU-programma’s[3].

De Europese Raad van juni 2007[4] heeft opnieuw het kardinale belang bevestigd van het Europees nabuurschapsbeleid en zijn goedkeuring gehecht aan een voortgangsverslag van het voorzitterschap[5], dat aan de Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen van 18 en 19 juni was voorgelegd, en aan de daarmee verband houdende conclusies van de Raad[6]. In het verslag wordt verwezen naar de richtsnoeren van de Raad voor onderhandelingen over de desbetreffende aanvullende protocollen en worden Israël, Marokko en Oekraïne genoemd als de partnerlanden die waarschijnlijk als eerste van deze maatregelen zullen profiteren. De onderhandelingen met Israël zijn in september 2007 afgerond en het protocol is in april 2008 ondertekend[7]. Ook de onderhandelingen met Oekraïne zijn afgerond.

In het kader van het gezamenlijke document van de EU en Marokko over de versterking van de bilaterale betrekkingen en de “gevorderde status”[8] heeft Marokko aangegeven belangstelling te hebben voor deelname aan bepaalde programma’s, met name concurrentievermogen en innovatie (CIP), Douane 2013, SESAR en Marco Polo.

In juni 2007 werd besloten onderhandelingen met het Koninkrijk Marokko te openen en deze zijn inmiddels tot tevredenheid van de Commissie afgerond. De tekst van het protocol waarover met het Koninkrijk Marokko is onderhandeld, is in de bijlage opgenomen.

De Commissie dient hierbij een voorstel in voor een besluit van de Raad betreffende de ondertekening van het protocol Dit protocol omvat een kaderovereenkomst inzake de algemene beginselen voor de deelname van Marokko aan EU-programma’s. De overeenkomst omvat standaardbepalingen voor alle ENB-partnerlanden waarmee dergelijke protocollen zullen worden gesloten.

Overeenkomstig artikel 218, lid 6, onder a), van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie zal het Europees Parlement worden gevraagd de sluiting van dit protocol goed te keuren.

De Commissie dient hierbij ook een voorstel in voor een besluit van de Raad betreffende de sluiting van het protocol.

De Raad wordt verzocht het aangehechte voorstel voor een besluit goed te keuren.