Toelichting bij COM(2010)15 - Wijziging van Besluit 2008/839/JBZ over de migratie van het Schengeninformatiesysteem (SIS 1+) naar het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II)

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. Achtergrond van het voorstel

Motivering en doel van het voorstel



De Commissie draagt bij tot de beschikbaarheid van de nieuwe SIS II-functies en daarmee tot een hoger veiligheidspeil binnen de ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid. Zij wil de ontwikkeling van SIS II een nieuwe impuls geven nu de reparatie- en analyseperiode is afgerond. Een aanzienlijk aantal bekende problemen en bugs is daarbij gecorrigeerd en er zijn oplossingen ontwikkeld of uitgevoerd om ze te verhelpen.

Het doel van dit voorstel en van het voorstel voor een verordening over hetzelfde onderwerp, is te voorkomen dat Besluit 2008/839/JBZ over de migratie van het Schengeninformatiesysteem in zijn huidige vorm, SIS 1+, naar het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) verstrijkt voordat de migratie technisch te realiseren is. Bovendien voorziet dit voorstel in de nodige juridische flexibiliteit om SIS II verder te kunnen ontwikkelen door middel van het alternatieve technische scenario SIS 1+ RE, voor het geval dat het nodig is dat scenario in te zetten.

Dit voorstel wordt ingediend in de vorm van een verordening op basis van de correcte rechtsgrondslag in het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, dat onlangs in werking is getreden.

Met het oog op een efficiënt beheer van de ontwikkeling van en migratie naar SIS II wordt tegelijkertijd een algemene programmabeheersraad (Global Programme Management Board – GPMB) ingesteld: een groep van deskundigen die zich gaat bezighouden met beter beheer en betere coördinatie van het algemene SIS II-programma en de daarmee samenhangende activiteiten, en die de samenhang tussen de ontwikkeling van het centrale systeem en de nationale systemen moet versterken. Dit voorstel is in overeenstemming met de conclusies van de Raad van 4–5 juni 2009, waarin de Commissie werd verzocht met een versterkte beheersaanpak voor SIS II te komen, op basis van de ervaringen met en de geleerde lessen uit de overkoepelende programmabeheersaanpak voor SIS II als geformuleerd in de conclusies van de Raad van 26–27 februari 2009 en in overeenstemming met het juridische kader.

Door de verplichting om verslag uit te brengen, wordt voor het Europees Parlement de transparantie van het ontwikkelingsproces van SIS II gewaarborgd.

Algemene context



Het Schengeninformatiesysteem (SIS), dat is ingesteld op grond van titel IV van de Overeenkomst van 19 juni 1990 ter uitvoering van het tussen de regeringen van de staten van de Benelux Economische Unie, de Bondsrepubliek Duitsland en de Franse Republiek op 14 juni 1985 te Schengen gesloten akkoord betreffende de geleidelijke afschaffing van de controles aan de gemeenschappelijke grenzen (hierna “Schengenuitvoeringsovereenkomst” genoemd), en de verder uitgewerkte versie daarvan, SIS 1+, is een essentieel instrument voor de toepassing van de bepalingen van het Schengenacquis zoals dat is opgenomen in het kader van de Europese Unie.

De Commissie is belast met de ontwikkeling van het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) overeenkomstig Verordening (EG) nr. 2424/2001 van de Raad en Besluit 2001/886/JBZ van de Raad van 6 december 2001 betreffende de ontwikkeling van een Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II). SIS II komt in de plaats van SIS 1+. Bij de ontwikkeling van SIS II wordt rekening gehouden met de nieuwste ontwikkelingen op het gebied van informatietechnologie en kunnen extra functies worden ingevoerd.

De instelling, de werking en het gebruik van SIS II zijn geregeld bij Verordening (EG) nr. 1987/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 betreffende de instelling, de werking en het gebruik van het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II)[1] en Besluit 2007/533/JBZ van de Raad van 12 juni 2007 betreffende de instelling, de werking en het gebruik van het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II)[2]. Daarin is bepaald dat deze instrumenten voor de aan SIS 1+ deelnemende lidstaten van toepassing zijn vanaf een door de Raad, met eenparigheid van de stemmen van de leden die de regeringen van de aan SIS 1+ deelnemende lidstaten vertegenwoordigen, vast te stellen datum. Vanaf dat moment zullen deze instrumenten in de plaats treden van de bepalingen van het Schengenacquis betreffende SIS 1+, en met name van de desbetreffende bepalingen van de Schengenuitvoeringsovereenkomst.

Voordat dit kan gebeuren, moeten de gebruikers van SIS 1+ migreren naar de SIS II-omgeving. Er is daarom een rechtskader gedefinieerd voor de migratie van SIS 1+ naar SIS II. Om het risico van systeemuitval bij de migratie te voorkomen, komt er een tijdelijke technische architectuur voor de verrichtingen van SIS 1+ zodat SIS 1+ en bepaalde technische onderdelen van de architectuur van SIS II gedurende een overgangsperiode tegelijkertijd kunnen worden gebruikt.

Het tijdschema zoals vastgelegd in de huidige migratie-instrumenten, en met name hun verstrijkingsdatum, die momenteel ten laatste 30 juni 2010 is, is waarschijnlijk niet langer realistisch. Dit voorstel is dan ook bedoeld om te voorkomen dat Besluit 2008/839/JBZ verstrijkt voordat de migratie plaatsvindt. De GPMB moet een rol spelen als contactpunt tussen de partijen die bij de algemene ontwikkeling van SIS II betrokken zijn. Met name kunnen de Commissie en de lidstaten zo het algemene programma coördineren, in overeenstemming met hun respectieve taken en activiteiten in het kader van het centrale SIS II-project en de nationale SIS II-projecten.

De basisverdeling van de verantwoordelijkheden van de Commissie, Frankrijk en de deelnemende lidstaten, zoals in de te wijzigen instrumenten vastgelegd, blijft gehandhaafd; het voorstel stroomlijnt echter de beheersprocessen.

Bestaande bepalingen op het door het voorstel bestreken gebied



- Overeenkomst van 19 juni 1990 ter uitvoering van het Schengenakkoord van 14 juni 1985 tussen de regeringen van de staten van de Benelux Economische Unie, de Bondsrepubliek Duitsland en de Franse Republiek betreffende de geleidelijke afschaffing van de controles aan de gemeenschappelijke grenzen[3] (Schengenuitvoeringsovereenkomst);

- Verordening (EG) nr. 2424/2001 van de Raad van 6 december 2001 betreffende de ontwikkeling van een Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II)[4], gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1988/2006 van 21 december 2006[5];

- Besluit 2001/886/JBZ van de Raad van 6 december 2001 betreffende de ontwikkeling van een Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II)[6], gewijzigd bij Besluit 2006/1007/JBZ van de Raad van 21 december 2006[7];

- Verordening (EG) nr. 1987/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 betreffende de instelling, de werking en het gebruik van het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II);

- Besluit 2007/533/JBZ van de Raad van 12 juni 2007 betreffende de instelling, de werking en het gebruik van het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II);

- Verordening (EG) nr. 1986/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 betreffende de toegang tot het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) voor de instanties die in de lidstaten belast zijn met de afgifte van kentekenbewijzen van voertuigen[8];

- Beschikking 2007/170/EG en Besluit 2007/171/EG van de Commissie van 16 maart 2007 tot vaststelling van de netwerkvereisten voor het Schengeninformatiesysteem II[9];

- Verordening (EG) nr. 189/2008 van de Raad van 18 februari 2008 betreffende het testen van het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II)[10];

- Besluit 2008/173/EG van de Raad van 18 februari 2008 inzake de tests betreffende het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II)[11];

- Verordening (EG) nr. 1104/2008 van de Raad van 24 oktober 2008 over de migratie van het Schengeninformatiesysteem (SIS 1+) naar het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II)[12];

- Besluit 2008/839/JBZ van de Raad van 24 oktober 2008 over de migratie van het Schengeninformatiesysteem (SIS 1+) naar het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II)[13].

Samenhang met andere beleidsgebieden en doelstellingen van de EU



Niet van toepassing.

1.

Raadpleging van belanghebbenden en effectbeoordeling



Raadpleging van belanghebbenden



Deskundigen van de lidstaten zijn nauw bij de verdere ontwikkeling van SIS II betrokken, met name in het kader van het SIS/VIS-comité. De ontwikkeling van SIS II is bovendien besproken in de voorbereidende instanties van de Raad. In de conclusies van de Raad van 4–5 juni 2009 wordt de Commissie verzocht zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk in oktober 2009, passende wetgevingsvoorstellen tot wijziging van de migratie-instrumenten in te dienen.

Samenvatting van de reacties en hoe daarmee rekening is gehouden



In dit voorstel is rekening gehouden met de resultaten van de uitvoerige discussies met de lidstaten, met name in het kader van het comité van artikel 36.

Bijeenbrengen en benutten van deskundigheid



Bij het uitwerken van dit voorstel is geen beroep gedaan op externe deskundigen.

Effectbeoordeling



Er is geen effectbeoordeling nodig voor dit voorstel voor een verordening van de Raad, dat geen deel uitmaakt van het jaarlijkse wetgevings- en werkprogramma van de Commissie. Het is bovendien een voortzetting van een technisch project zonder aanwijsbaar economisch, sociaal of milieueffect.

2.

Juridische elementen van het voorstel



Samenvatting van de voorgestelde maatregel(en)



Dit voorstel moet voorkomen dat Besluit 2008/839/JBZ verstrijkt voor de migratie plaatsvindt, juridische flexibiliteit bieden voor een eventueel noodzakelijk alternatief technisch scenario om de functies van SIS II te verwezenlijken op basis van SIS 1+, en zorgen voor een zo efficiënt mogelijk beheer van de ontwikkeling van en migratie naar SIS II, met name wat de coördinatie van de projecten van de Commissie en de lidstaten betreft. Om het laatste doel te verwezenlijken wordt de GPMB opgericht, een groep van deskundigen die op het algemene programmaniveau actief is.

Rechtsgrondslag



De rechtsgrondslag voor deze verordening is artikel 74 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, omdat zij betrekking heeft op de administratieve samenwerking tussen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten met betrekking tot het voorkomen, opsporen en onderzoeken van strafbare feiten. Bovendien heeft dit voorstel betrekking op de administratieve samenwerking tussen de bevoegde ministeries en de justitiële of gelijkwaardige autoriteiten van de lidstaten.

Subsidiariteitsbeginsel



Het voorstel beantwoordt aan het subsidiariteitsbeginsel omdat het belangrijkste doel van de voorgenomen maatregel, namelijk de migratie van SIS 1+ naar SIS II, niet door de lidstaten afzonderlijk kan worden verwezenlijkt.

Evenredigheidsbeginsel



Dit voorstel gaat niet verder dan nodig is om het doel ervan te verwezenlijken. Het beantwoordt aan het evenredigheidsbeginsel omdat de activiteiten van de Commissie beperkt blijven tot het centrale SIS II, coördinatiewerkzaamheden en de verstrekking van een technisch instrument waarmee SIS 1+-gegevens kunnen worden uitgewisseld tussen SIS 1+ en SIS II (“converter”). Bovendien bestaat de GPMB reeds als informele overlegstructuur voor de coördinatieactiviteiten die de rechtsinstrumenten vereisen. Coördinatie tussen de Commissie en de lidstaten is noodzakelijk om SIS II te doen slagen.

Keuze van instrumenten



Een verordening van de Raad is krachtens het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie het enige in aanmerking komende rechtsinstrument waarmee de oorspronkelijk vastgestelde verstrijkingsdatum van Besluit 2008/839/JBZ van de Raad kan worden uitgesteld. Voor de overige bepalingen van dit voorstel is een verordening van de Raad het meest geschikte instrument omdat bij het beheer van en de migratie naar SIS II volledig geharmoniseerde regels en processen moeten worden toegepast. De bepalingen van deze verordening zijn nauwkeurig, onvoorwaardelijk en rechtstreeks toepasselijk. Door hun aard hoeven ze niet door de lidstaten te worden omgezet in nationaal recht.

Een kaderbesluit voldoet niet als instrument omdat het in dit voorstel niet gaat om de harmonisatie van de wetgeving van de lidstaten.

Omdat de te wijzigen rechtsbesluiten onder twee pijlers vallen, wordt de hier voorgestelde verordening aangevuld met een verordening van de Raad op basis van artikel 74 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

3.

Gevolgen voor de begroting



In Verordening (EG) nr. 2424/2001 van de Raad en Besluit 2001/886/JBZ van de Raad betreffende de ontwikkeling van een Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie is bepaald dat de uitgaven die verband houden met de ontwikkeling van SIS II ten laste komen van de algemene begroting van de Europese Unie.

Ook volgens artikel 5 van Verordening (EG) nr. 1987/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 en artikel 5 van Besluit 2007/533/JBZ van de Raad van 12 juni 2007 komen de kosten voor het opzetten, de werking en het onderhoud van het centrale SIS II en de communicatie-infrastructuur ten laste van de algemene begroting van de Europese Unie. De kosten voor het opzetten, de werking en het onderhoud van elk N.SIS II komen ten laste van de betrokken lidstaat.

Volgens artikel 15 van Verordening (EG) nr. 1104/2008 en Besluit 2008/839/JBZ van de Raad, zoals die momenteel nog zijn geformuleerd, komen ook de aanvullende kosten voor de migratie, de tests en de onderhouds- en ontwikkelingsmaatregelen op het centrale niveau (het centrale SIS II en de communicatie-infrastructuur) ten laste van de algemene begroting van de EU. De test-, migratie-, onderhouds- en ontwikkelingskosten voor de nationale systemen, met inbegrip van N.SIS II, blijven ten laste komen van de betrokken lidstaat.

Dit voorstel verandert niets aan deze basisstructuur. De bestaande rechtsgrondslag die reeds in Verordening (EG) nr. 1104/2008 en Besluit 2008/839/JBZ van de Raad was vastgelegd, moet echter wel worden verlengd met het oog op de periode vanaf 30 juni 2010 tot aan de migratie. Bovendien moeten ook de kosten van de vergaderingen van de GPMB die bij dit voorstel wordt ingesteld, met inbegrip van de onkostenvergoedingen voor de deelnemende leden en deskundigen, ten laste komen van de algemene begroting van de EU. De kredieten ter dekking van de kosten van de vergaderingen van de GPMB zullen worden onttrokken aan de kredieten die momenteel in de financiële programmering voor 2010–2013 voor het Schengeninformatiesysteem (SIS II) zijn bestemd.

De verdeling van kosten van activiteiten op SIS 1+-niveau, zoals extra activiteiten van Frankrijk namens de lidstaten (van SIS 1+), blijft zoals vastgesteld in artikel 119 van de Schengenuitvoeringsovereenkomst. Dat artikel bepaalt dat de kosten van de inrichting en werking van de technisch ondersteunende functie als bedoeld in artikel 92, lid 3, van de Schengenuitvoeringsovereenkomst, met inbegrip van de kosten voor de communicatie tussen de nationale delen van het Schengeninformatiesysteem en de technisch ondersteunende functie, gemeenschappelijk door de lidstaten worden gedragen, terwijl de kosten van de inrichting en werking van het nationale deel van het Schengeninformatiesysteem door elk van de lidstaten afzonderlijk worden gedragen.

De Commissie heeft een financieel memorandum aan dit voorstel gehecht.

4.

Aanvullende informatie



Wijziging van bestaande wetgeving



Goedkeuring van dit voorstel leidt tot wijziging van Besluit 2008/839/JBZ van de Raad.

Evaluatie-/herzienings-/vervalbepaling



Het voorstel bevat een gewijzigde vervalbepaling. De nieuwe verstrijkingsdatum zal worden vastgesteld door de Raad overeenkomstig artikel 71, lid 2, van Besluit 2007/533/JBZ.

• Tijdschema

Deze verordening van de Raad dient uiterlijk in juni 2010 te worden vastgesteld zodat de voorbereidingen kunnen worden voortgezet en de activiteiten waarop de verordening betrekking heeft, tijdig kunnen worden uitgevoerd.