Toelichting bij COM(2010)333 - Standpunt EU in het Gemengd Comité dat is opgericht bij Overeenkomst van 21 juni 1999 tussen de EG en Zwitserland over het vrije verkeer van personen, inzake de vervanging van Bijlage II betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Op 1 juni 2002 is de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Zwitserse Bondsstaat, anderzijds, over het vrije verkeer van personen in werking getreden. Bijlage II bij deze overeenkomst voorziet in de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels.

Volgens artikel 18 van de overeenkomst kan het Gemengd Comité EU-Zwitserland over het vrije verkeer van personen wijzigingen van Bijlage II bij de overeenkomst vaststellen. Artikel 2 van Besluit 2002/309/EG, Euratom van de Raad en, wat betreft de Overeenkomst inzake wetenschappelijke en technologische samenwerking, van de Commissie van 4 april 2002 betreffende de sluiting van zeven overeenkomsten met de Zwitserse Bondsstaat, bepaalt dat de Raad op voorstel van de Commissie het standpunt vaststelt dat de Unie ten aanzien van besluiten van het Gemengd Comité moet innemen.

Om een coherente en correcte toepassing van de EU-wetgeving te garanderen en administratieve en eventueel juridische problemen te vermijden, dient Bijlage II bij de overeenkomst betrekking te hebben op alle relevante EU-wetgeving en besluiten van de Administratieve Commissie voor de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels. Bijgevolg moet Bijlage II bij de overeenkomst worden geactualiseerd, meer bepaald om het gemoderniseerde systeem voor de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels te integreren, dat binnen de EU van kracht wordt op 1 mei 2010, nl. Verordening (EG) nr. 883/2004, gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 988/2009, de uitvoeringsverordening (EG) nr. 987/2009 en de besluiten en aanbevelingen van de Administratieve Commissie. De Verordeningen (EG) nr. 883/2004, (EG) nr. 988/2009 en (EG) nr. 987/2009 zijn van toepassing op Zwitserland.

De Verordeningen (EG) nr. 883/2004 en (EG) nr. 987/2009 vervangen de Verordeningen (EEG) nr. 1408/71 en (EEG) nr. 574/72 van de Raad. Ter wille van de duidelijkheid en een rationele ordening van de tekst dient tot codificatie van Bijlage II te worden overgegaan, door alleen naar de nieuwe verordeningen te verwijzen. Toch blijven de Verordeningen (EEG) nr. 1408/71 en (EEG) nr. 574/72 in de overeenkomst vermeld voor die gevallen waarin artikelen van de Verordeningen (EG) nr. 883/2004 en (EG) nr. 987/2009 naar de Verordeningen (EEG) nr. 1408/71 en (EEG) nr. 574/72 verwijzen of voor gevallen die op het verleden betrekking hebben.

1.

Resultaten van de raadpleging van belanghebbende partijen en effectbeoordeling



De herziene versie van Bijlage II bij dit voorstel is het resultaat van technische discussies met socialezekerheidsdeskundigen, meer bepaald van de Zwitserse socialezekerheidsadministratie en van de Europese Unie. Het resultaat werd ter informatie medegedeeld op de 318e vergadering van de Administratieve Commissie voor de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels op 16 december 2009 en werd door de delegaties gunstig onthaald. De herziening van Bijlage II bij de overeenkomst betekent een vereenvoudiging en modernisering van de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels tussen Zwitserland en de lidstaten van de EU, meer bepaald door invoering van Verordening (EG) nr. 883/2004, gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 988/2009 en Verordening (EG) nr. 987/2009. Dit zal een positief effect hebben, in vergelijking met de bestaande wetgeving, en zal de administratieve procedures verbeteren voor alle gebruikers van de verordeningen: nationale socialezekerheidsorganen, werkgevers, met name kleine en middelgrote ondernemingen, en individuele burgers.

2.

Juridische elementen van het voorstel



Deze nota volgt de structuur van Bijlage II bij de Overeenkomst EU-Zwitserland, te beginnen met sectie A, waarin besluiten zijn opgenomen die door Zwitserland moeten worden toegepast, eventueel met de wijzigingen waarin de bijlage voorziet, gevolgd door sectie B, waarin besluiten zijn opgenomen waarvan Zwitserland goede nota dient te nemen (besluiten van de Administratieve Commissie), sectie C, waarin besluiten zijn opgenomen waarvan Zwitserland nota dient te nemen (aanbevelingen van de Administratieve Commissie), en het protocol bij Bijlage II, waarin overgangsmaatregelen zijn opgenomen voor onderdanen van lidstaten die in 2004 en 2007 zijn toegetreden.

SECTIE A: VERMELDE BESLUITEN

Met betrekking tot Verordening (EG) nr. 883/2004 zijn de redenen voor vermelding van Zwitserland in de bijlagen de volgende:

- Met betrekking tot Bijlage I (I) bij Verordening (EG) nr. 883/2004 ("Voorschotten op de onderhoudsverplichtingen") behoudt Zwitserland zich het recht voor de voorschotten op de onderhoudsverplichtingen vrij te stellen van de toepassing van Verordening (EG) nr. 883/2004 bij wege van een speciale vermelding.

- Met betrekking tot Bijlage I (II) bij Verordening (EG) nr. 883/2004 ("Bijzondere uitkeringen bij geboorte of adoptie") is er geen inhoudelijke wijziging en deze vermelding stemt overeen met de huidige vermelding in Bijlage II, Sectie II, bij Verordening (EEG) nr. 1408/71.

- Met betrekking tot Bijlage II bij Verordening (EG) nr. 883/2004 ("Bepalingen van bilaterale verdragen die van toepassing blijven"):

De vermeldingen die betrekking hebben op Bijlage III, deel A en deel B, bij Verordening (EEG) nr. 1408/71, en die de betaling betreffen van uitkeringen aan personen die in een derde staat woonachtig zijn, komen in deze bijlage niet meer voor. EU-onderdanen die in een derde land woonachtig zijn, kunnen een beroep doen op artikel 4 van Verordening (EG) nr. 883/2004; deze clausule van gelijke behandeling heeft immers niet langer betrekking op verblijf in de EU (hetgeen overeenstemt met artikel 3, lid 1, gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 647/2005).

Zwitserland moet de betaling van pensioenen in het buitenland uitvoeren op basis van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 883/2004 (gelijke behandeling), aangezien de Zwitserse nationale wetgeving garandeert dat Zwitserse pensioenen aan Zwitserse onderdanen wereldwijd worden uitbetaald.

De rechten van EU-onderdanen die momenteel niet worden gedekt door een bilaterale overeenkomst, zullen worden verbeterd (dit geldt onder meer voor onderdanen van Estland, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Roemenië en Slowakije), aangezien Zwitserland nu verplicht is voor alle onderdanen van EU-landen de betaling van pensioenen in derde landen uit te voeren, zoals het dat voor zijn eigen onderdanen doet.

Wat de vermelding voor Duitsland-Zwitserland betreft, zijn er twee overeenkomsten die reeds worden vermeld in de bestaande Bijlage III bij Verordening (EEG) nr. 1408/71:

De overeenkomst biedt onder a) de mogelijkheid aan niet-actieve inwoners van Büsingen die verder niet in Duitsland zijn verzekerd, zich aan te sluiten bij het Zwitserse ziekteverzekeringsstelsel (punt i) en vergemakkelijkt de toegang tot het Duitse ziekteverzekeringsstelsel voor werknemers die naar Duitsland terugkeren (punt ii).

Onder b) betreft de overeenkomst de werkloosheidsverzekering en biedt zij grensarbeiders uit Büsingen de mogelijkheid onder bepaalde voorwaarden werkloosheidsuitkeringen te ontvangen alsof zij in Zwitserland woonachtig waren. Artikel 8, lid 5, van deze overeenkomst voorziet in de betaling door Duitsland (gemeente Büsingen) van een bedrag gelijk aan de kantonnale bijdrage volgens Zwitsers recht als deel van de kosten van de arbeidsplaatsen die in het kader van werkgelegenheidsmaatregelen door onder deze bepaling vallende werknemers daadwerkelijk worden bezet. De vermelding voor Spanje-Zwitserland stemt overeen met de bestaande vermelding in Bijlage III bij Verordening (EEG) nr. 1408/71. De vermelding heeft betrekking op de Spaanse 'Convenio especial', volgens welke buitenlandse werknemers die naar Spanje terugkeren, zich bij het Spaanse ziekteverzekeringsstelsel kunnen aansluiten en niet langer verplicht als gepensioneerden onder het Zwitserse ziekteverzekeringsstelsel vallen.

De vermelding voor Italië-Zwitserland heeft betrekking op de samentelling van tijdvakken die vervuld zijn in derde landen, waardoor de verzekeringstijdvakken van Zwitserse of Italiaanse burgers in derde landen in aanmerking kunnen worden genomen om de voorwaarden voor het verkrijgen van een Italiaans pensioen te vervullen (unilaterale regeling). Deze vermelding is noodzakelijk aangezien Zwitserland aanbeveling P1 in verband met de zaak-Gottardo niet kan toepassen omdat deze rechtstreeks stoelt op het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (ex-EG-Verdrag).

- Met betrekking tot Bijlage III bij Verordening (EG) nr. 883/2004 ("Beperking van het recht op verstrekkingen van gezinsleden van een grensarbeider") is er geen vermelding betreffende Zwitserland.

- Met betrekking tot Bijlage IV bij Verordening (EG) nr. 883/2004 ("Meer rechten voor pensioengerechtigden die naar de bevoegde lidstaat terugkeren") wordt Zwitserland aan deze lijst toegevoegd.

- Met betrekking tot de Bijlagen V, VI en VII bij Verordening (EG) nr. 883/2004 is er geen vermelding betreffende Zwitserland.

- Met betrekking tot Bijlage VIII, Deel 1, bij Verordening (EG) nr. 883/2004 ("Gevallen waarin de onafhankelijke prestatie even hoog of hoger is dan de prestatie pro rata (artikel 52, lid 4)") wordt Zwitserland vermeld in verband met zijn regeling als reeds bedoeld in Bijlage IV, Sectie C, bij Verordening (EEG) nr. 1408/71, nl. wanneer de berekening van een pensioen volgens Zwitsers recht overeenkomstig artikel 52, lid 1, onder a), leidt tot een autonoom pensioen dat gelijk is aan of hoger dan de overeenkomstig artikel 52, lid 1, onder b), berekende pro rata-uitkering.

- Met betrekking tot Bijlage VIII, Deel 2, bij Verordening (EG) nr. 883/2004 ("Gevallen waarin artikel 52, lid 5, van toepassing is") worden de Zwitserse ouderdoms-, nabestaanden- en invaliditeitsuitkeringen van het wettelijke beroepsgebonden verzekeringsstelsel opgesomd. Deze regeling wordt momenteel genoemd in Bijlage IV, Sectie C, bij Verordening (EEG) nr. 1408/71. Deze regeling wordt genoemd in deel 2 van Bijlage VIII bij Verordening (EG) nr. 883/2004, aangezien de volgens deze regeling uitgekeerde pensioenen worden berekend op basis van gecumuleerde en gekapitaliseerde individuele spaartegoeden, d.w.z. tijdvakken zijn niet relevant voor de berekening.

- Met betrekking tot Bijlage IX, Deel II, bij Verordening (EG) nr. 883/2004 ("Uitkeringen als bedoeld in artikel 54, lid 2, onder b), waarvan het bedrag wordt bepaald op basis van een fictief tijdvak dat geacht wordt te zijn vervuld tussen de datum waarop de verzekerde gebeurtenis is ingetreden en een latere datum") is er een vermelding betreffende de Zwitserse nabestaanden- en invaliditeitsuitkeringen van het wettelijke beroepsgebonden verzekeringsstelsel. Deze vermelding stemt overeen met de bestaande vermelding in Bijlage IV, Sectie D, Deel 2, bij Verordening (EEG) nr. 1408/71.

- Met betrekking tot Bijlage X bij Verordening (EG) nr. 883/2004 ("Bijzondere, niet op premie- of bijdragebetaling berustende prestaties") beantwoorden de vermeldingen 1, 2 en 3 aan de bestaande vermeldingen van Bijlage II bis. Indien men echter rekening houdt met het feit dat deze vermeldingen werden ingebracht vóór de strengere criteria van Bijlage II bis bij Verordening (EEG) nr. 1408/71 werden ingevoerd bij Verordening (EG) nr. 647/2005 (die beantwoorden aan de criteria van Bijlage X bij Verordening (EG) nr. 883/2004), is het voor het handhaven van de vermeldingen in Bijlage X nodig dat deze vermeldingen overeenstemmen met de vereisten volgens Bijlage X. In dit verband kunnen deze vermeldingen als volgt worden verantwoord:

Met betrekking tot vermelding 1 inzake aanvullende uitkeringen (federale wet inzake aanvullende uitkeringen van 19 maart 1965) en vergelijkbare uitkeringen waarin de kantonnale wetgeving voorziet:

Met het oog op Verordening (EG) nr. 883/2004 verzocht de Zwitserse delegatie om handhaving in de lijst van bijzondere, niet op premie- of bijdragebetaling berustende prestaties van de aanvullende uitkeringen als bedoeld in de bestaande Bijlage II bis bij Verordening (EEG) nr. 1408/71. Dit werd als volgt verantwoord:

1. Omschrijving van de uitkering

Federale uitkeringen worden toegekend indien de ouderdoms-, nabestaanden- en invaliditeitspensioenen de fundamentele behoeften niet dekken. De voorwaarden tot toekenning van deze uitkeringen zijn de volgende. De aanvrager moet:

- onder het minimuminkomen vallen dat is vastgesteld voor het dekken van de fundamentele behoeften (huisvesting, ziekteverzekering, levensmiddelen);

- recht hebben op een ouderdoms-, nabestaanden- en invaliditeitspensioen;

- gedomicilieerd en effectief woonachtig zijn in Zwitserland.

De uitkeringen dekken het verschil tussen het minimuminkomen en het reële inkomen van de betrokkene (pensioen, inkomen van de partner, activa). De uitkeringen worden uitsluitend gefinancierd door algemene belastingen van de Bondsstaat en de kantons.

De volgende bedragen gelden momenteel als minimuminkomen:

- ongehuwd: CHF 18 720/jaar

- gehuwd: CHF 28 080/jaar

De kantons kunnen vergelijkbare aanvullende kantonnale uitkeringen toekennen naast de ouderdoms-, nabestaanden- en invaliditeitspensioenen bovenop de federale aanvullende uitkeringen.

Momenteel beschikken acht kantons over een dergelijk parallelsysteem van aanvullende uitkeringen bij de ouderdoms-, nabestaanden- en invaliditeitspensioenen. In de regel moet de betrokkene een federale aanvullende uitkering genieten om recht te hebben op een kantonnale uitkering.

2. Criteria voor niet op premie- of bijdragebetaling berustende uitkeringen

De federale en kantonnale aanvullende uitkeringen voldoen aan alle noodzakelijke criteria om te worden beschouwd als niet op premie- of bijdragebetaling berustende prestaties overeenkomstig artikel 70, lid 2, van Verordening (EG) nr. 883/2004, rekening houdend met de relevante jurisprudentie van het Europese Hof van Justitie inzake niet op premie- of bijdragebetaling berustende uitkeringen:

a) Het zijn bijzondere (gemengde) uitkeringen: Enerzijds zijn zij gerelateerd aan de sociale zekerheid omdat de betreffende personen een duidelijk wettelijk recht erop hebben. Zij beogen een aanvullend pensioen te bieden om een minimuminkomen te garanderen en zijn daarom gerelateerd aan de basispensioenen en de risico's van ouderdom en invaliditeit. Anderzijds houden zij verband met sociale bijstand omdat zij slechts worden toegekend aan gepensioneerden wier totale inkomen niet het door de wet vastgestelde minimuminkomen bereikt. Dit houdt nauw verband met de sociaaleconomische situatie in Zwitserland aangezien het betrekking heeft op de minimale fundamentele behoeften in Zwitserland. Deze uitkeringen hangen niet af van tijdvakken waarin is gewerkt of premie betaald;

b) Zij berusten niet op premie- of bijdragebetaling : zij worden uitsluitend gefinancierd door belastingen en hangen niet van bijdragen af.

Met betrekking tot vermelding 2 inzake pensioenen bij precaire sociale situaties in het kader van de invaliditeitsverzekering (artikel 28, alinea 1a, van de federale wet inzake de invaliditeitsverzekering van 19 juni 1959, gewijzigd op 7 oktober 1994), verzocht de Zwitserse delegatie om handhaving van deze vermelding in de lijst in de bestaande Bijlage II bis bij Verordening (EEG) nr. 1408/71, om de volgende redenen:

1. Omschrijving van de uitkering

De pensioenen bij precaire sociale situaties werden per 1 januari 2004 afgeschaft. Dit type pensioen werd vervangen door aanvullende uitkeringen, maar wordt in sommige gevallen op basis van overgangsregels toch nog toegekend (momenteel aan ongeveer 500 personen) en moet bijgevolg worden genoemd in de lijst van Bijlage X bij Verordening (EG) nr. 833/2004.

Dit pensioen bij precaire sociale situaties is een extra bedrag dat wordt toegekend aan personen die recht hebben op een kwart van een invaliditeitspensioen (invaliditeit tussen 40% en 49%), die persoonlijk in een precaire situatie verkeren en geen aanvaardbaar minimuminkomen hebben ("precaire gevallen"). Het bedoelde supplement stemt overeen met een kwart van een pensioen. Dit betekent dat de begunstigde de tegenwaarde van een half pensioen zal krijgen. Dit pensioen bij precaire sociale situaties wordt alleen binnen Zwitserland uitbetaald.

De voorwaarden tot toekenning van deze uitkeringen zijn de volgende. De aanvragers moeten:

- recht hebben op een invaliditeitspensioen;

- niet beschikken over voldoende inkomen;

- gedomicilieerd en effectief woonachtig zijn in Zwitserland.

2. Criteria voor niet op premie- of bijdragebetaling berustende uitkeringen

Het invaliditeitspensioen bij precaire sociale situaties voldoet aan alle noodzakelijke criteria om te worden beschouwd als een niet op premie- of bijdragebetaling berustende prestatie overeenkomstig artikel 70, lid 2, van Verordening (EG) nr. 883/2004, rekening houdend met de relevante jurisprudentie van het Europese Hof van Justitie inzake niet op premie- of bijdragebetaling berustende uitkeringen, meer bepaald het arrest van het Hof van Justitie van 29 april 2004 in zaak C-160/02 Skalka:

a) Het zijn bijzondere (gemengde) uitkeringen : Enerzijds zijn zij gerelateerd aan de sociale zekerheid omdat de betreffende personen een duidelijk wettelijk recht erop hebben. Zij hebben tot doel de gewone pensioenen aan te vullen om een minimuminkomen te garanderen. Zij houden verband met basisinvaliditeitspensioenen en het risico van invaliditeit. Anderzijds houden zij verband met sociale bijstand omdat zij slechts worden toegekend aan gepensioneerden die in een moeilijke economische situatie verkeren. Dit hangt nauw samen met de sociaaleconomische situatie in Zwitserland aangezien het bedrag is gebaseerd op het gewone pensioen. Deze uitkeringen hangen niet af van tijdvakken waarin is gewerkt of premie betaald;

b) De uitkering is een niet op premie- of bijdragebetaling berustende prestatie, aangezien zij wordt gefinancierd uit belastingen en niet van bijdragen afhangt.

Met betrekking tot vermelding 3 inzake niet op premie- of bijdragebetaling berustende uitkeringen bij werkloosheid, waarin de kantonnale wetgeving voorziet, om de volgende redenen:

1. Omschrijving van de uitkering

Acht kantons hebben dergelijke uitkeringen ingevoerd: Basel-Stadt, Genève, Jura, Neuchâtel, Schaffhausen, Tessin, Uri, Zug. Deze uitkeringen worden toegekend aan werkzoekenden die geen recht meer hebben op een federale werkloosheidsuitkering, om hen opnieuw in de arbeidsmarkt te integreren en sociale bijstand en sociale uitsluiting te voorkomen.

De voorwaarden voor toekenning zijn de volgende. De aanvrager moet:

- over minder dan het minimuminkomen beschikken dat door het kanton is vastgesteld;

- geen verder recht hebben op federale werkloosheidsuitkeringen;

- werkzoekend zijn en bereid zijn een baan aan te nemen;

- gedomicilieerd en effectief woonachtig zijn in het kanton.

De typen uitkeringen zijn: daguitkeringen en/of -vergoedingen voor diverse reïntegratiemaatregelen (opleidingscursussen enz.).

Zij worden exclusief uit belastingen gefinancierd.

2. Criteria voor niet op premie- of bijdragebetaling berustende uitkeringen

Deze kantonnale uitkeringen voor werkzoekenden voldoen aan alle noodzakelijke criteria om te worden beschouwd als niet op premie- of bijdragebetaling berustende prestaties overeenkomstig artikel 70, lid 2, van Verordening (EG) nr. 883/2004, rekening houdend met de relevante jurisprudentie van het Europese Hof van Justitie inzake niet op premie- of bijdragebetaling berustende uitkeringen:

a) Het zijn bijzondere (gemengde) uitkeringen : Enerzijds zijn zij gerelateerd aan de sociale zekerheid omdat de betreffende personen een duidelijk wettelijk recht erop hebben. Zij beogen de federale werkloosheidsuitkeringen aan te vullen om een minimuminkomen te garanderen en houden duidelijk verband met het risico van werkloosheid. Anderzijds houden zij verband met sociale bijstand omdat zij slechts worden toegekend aan werkzoekenden wier totale inkomen niet het door de wet vastgestelde minimuminkomen bereikt. Deze uitkeringen houden nauw verband met de sociaaleconomische situatie in Zwitserland aangezien zij betrekking hebben op het minimuminkomen in het kanton waar de betrokkene woont en op de lokale arbeidsmarkt. Deze uitkeringen hangen niet af van tijdvakken waarin is gewerkt of premie betaald;

b) Zij berusten niet op premie- of bijdragebetaling : Zij worden uitsluitend gefinancierd door belastingen en hangen niet van bijdragen af.

Met betrekking tot vermelding 4 inzake niet op premie- of bijdragebetaling berustende buitengewone invaliditeitspensioenen voor jonge gehandicapten (artikel 39 van de federale wet op de invaliditeitsverzekering van 19 juni 1959), verantwoordde Zwitserland de vermelding als volgt:

Met het oog op Verordening (EG) nr. 883/2004, die ook op niet-actieven van toepassing is, verzocht de Zwitserse delegatie om vermelding in de lijst van bijzondere, niet op premie- of bijdragebetaling berustende prestaties van de buitengewone pensioenen voor niet-actieve gehandicapten. Dit werd als volgt verantwoord:

1. Omschrijving van de uitkering

Om in aanmerking te komen voor een regelmatig Zwitsers invaliditeitspensioen moet de verzekerde persoon gedurende ten minste drie jaar tijdens de arbeidsongeschiktheid (invaliditeit) bijdragen hebben betaald. Wie sinds zijn geboorte of kinderjaren gehandicapt is, voldoet niet aan deze voorwaarde, aangezien hij of zij reeds arbeidsongeschikt is vóór het bereiken van de leeftijd waarop bijdragen worden geïnd.

Deze personen hebben recht op een speciale uitkering die overeenstemt met het gewone minimuminvaliditeitspensioen. De uitkering wordt toegekend aan personen die ouder zijn dan 18 jaar zolang zij in Zwitserland wonen.

Aangezien deze uitkering niet wordt berekend aan de hand van bijdragen, heet zij 'buitengewoon invaliditeitspensioen'.

2. Criteria voor niet op premie- of bijdragebetaling berustende uitkeringen

Het buitengewone invaliditeitspensioen voldoet aan alle noodzakelijke criteria om te worden beschouwd als een niet op premie- of bijdragebetaling berustende prestatie overeenkomstig artikel 4, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 1408/71, rekening houdend met de relevante jurisprudentie van het Europese Hof van Justitie inzake niet op premie- of bijdragebetaling berustende uitkeringen:

a) Het zijn bijzondere (gemengde) uitkeringen : Enerzijds zijn zij gerelateerd aan de sociale zekerheid omdat de betreffende personen een duidelijk wettelijk recht erop hebben en het risico van invaliditeit ermee wordt gedekt. Anderzijds houden zij nauw verband met sociale bijstand omdat de toekenning ervan niet afhankelijk is van tijdvakken van werk of bijdragen en zij beogen nood te lenigen door een minimuminkomen te garanderen aan een sociaal achtergestelde groep (jonge gehandicapten);

b) Het zijn bijzondere uitkeringen : Het is een vervangingsuitkering die bedoeld is voor wie niet voldoet aan de voorwaarden voor verzekering in verband met een regelmatig invaliditeitspensioen. Dit houdt nauw verband met de sociaaleconomische situatie in Zwitserland aangezien het betrekking heeft op het minimumpensioen in Zwitserland;

c) Zij berusten niet op premie- of bijdragebetaling : Zij worden niet gefinancierd door bijdragen. De federale regering draagt alle kosten van deze uitkering.

In zaak C-154/05 Kersbergen-Lap en Dams-Schipper oordeelde het Europese Hof van Justitie dat de Nederlandse Wajong-uitkering een niet op premie- of bijdragebetaling berustende uitkering is. In zaak C-287/05 Hendrix bevestigde het Hof dit vonnis. Net als het Zwitserse buitengewone invaliditeitspensioen voorziet de Nederlandse Wajong-regeling in de betaling van een uitkering aan jongeren die langdurig arbeidsongeschikt zijn, maar niet aan de voorwaarden voor een regelmatig invaliditeitspensioen voldoen.

Om niet te komen tot een ongunstigere situatie vergeleken met de huidige toestand, wordt de door Zwitserland voorgestelde vermelding beperkt tot personen die vóór zij arbeidsongeschikt werden, niet onderworpen waren aan de Zwitserse arbeidswetgeving als werknemer (ook leerling) of zelfstandige.

- Met betrekking tot Bijlage XI bij Verordening (EG) nr. 883/2004 ("Bijzondere bepalingen voor de toepassing van de wetgeving van de lidstaten") :

- Met betrekking tot de vermeldingen 1 en 2 verantwoordde Zwitserland zijn voorstellen als volgt:

Zwitserland stelt voor de twee vermeldingen in Bijlage VI bij Verordening (EEG) nr. 1408/71 te handhaven, betreffende de toelating tot de Zwitserse vrijwillige pensioenverzekering (punt 1) en de optionele voortzetting daarvan (punt 2) voor personen die buiten het grondgebied leven dat wordt bestreken door de overeenkomst EU-Zwitserland over het vrije verkeer van personen. Deze vermeldingen worden ingevoegd in de Bijlage XI bij Verordening (EG) nr. 883/2004. Motivering van deze vermeldingen:

Betreffende vermelding 1 ( vrijwillige verzekering ):

Onderdanen van Zwitserland en de EU-lidstaten kunnen optioneel intekenen op de Zwitserse ouderdoms-, nabestaanden- en invaliditeitsverzekering.

Aangezien deze vrijwillige verzekering gedeeltelijk wordt gefinancierd door de Zwitserse overheid, komen hiervoor alleen personen in aanmerking die een nauwe band met Zwitserland hebben. Dit betekent dat zij, alvorens in aanmerking te komen, gedurende vijf jaar verzekerd moeten zijn geweest in een Zwitserse ouderdoms-, nabestaanden- of invaliditeitsverzekering. Deze vereiste is gelijkelijk van toepassing op Zwitserse en EU-onderdanen die buiten het grondgebied woonachtig zijn dat wordt bestreken door de overeenkomst EU-Zwitserland over het vrije verkeer van personen.

Betreffende vermelding 2 ( voortzetting van de verzekering bij werkzaamheid voor een Zwitserse werkgever in het buitenland ):

Personen die werkzaam zijn voor een Zwitserse werkgever in het buitenland kunnen verder bijdragen blijven betalen voor de ouderdoms-, nabestaanden- of invaliditeitsverzekering. De werkgever, die de helft van de bijdragen voor zijn rekening moet nemen, moet het daarmee echter eens zijn. Aangezien deze voortgezette verzekering gedeeltelijk wordt gefinancierd door de Zwitserse overheid, komen hiervoor alleen personen in aanmerking die een nauwe band met Zwitserland hebben. Dit betekent dat zij, alvorens in aanmerking te komen, gedurende vijf jaar verzekerd moeten zijn geweest in een Zwitserse ouderdoms-, nabestaanden- of invaliditeitsverzekering. Deze vereiste is gelijkelijk van toepassing op Zwitserse en EU-onderdanen die buiten het grondgebied woonachtig zijn dat wordt bestreken door de overeenkomst EU-Zwitserland over het vrije verkeer van personen.

Vermelding 3 stemt overeen met de bestaande vermelding 3 in Bijlage VI bij Verordening (EEG) nr. 1408/71. Deze optie biedt meer rechten aan migrerende werknemers en hun gezinsleden. Hierom was gevraagd door migrerende werknemers omdat zij op die manier kunnen vermijden in Zwitserland hogere ziekteverzekeringspremies te moeten betalen dan in hun respectieve lidstaat het geval zou zijn.

Zwitserland stelt voor vermelding 4 te handhaven, die overeenstemt met punt 3a van Bijlage VI bij Verordening (EEG) nr. 1408/71 inzake niet-arbeidsongevallen. Deze vermelding wordt ingevoegd in de Bijlage XI bij Verordening (EG) nr. 883/2004.

Personen die werkzaam zijn in Zwitserland en wonen in Oostenrijk, Duitsland, Frankrijk of Italië, kunnen kiezen of zij zich aansluiten bij de ziekteverzekering in het land waar zij wonen of eerder in Zwitserland ("vrijstelling"; punt 3b van Bijlage VI, Zwitserland, bij Verordening (EEG) nr. 1408/71).

In dergelijke gevallen kan een gelijktijdige verantwoordelijkheid ontstaan bij niet-arbeidsongevallen tussen het Zwitserse ongevallenverzekeringsorgaan en het ziekteverzekeringsorgaan van de staat waar de betrokkene woont. Niet-arbeidsongevallen worden in het Zwitserse recht immers beschouwd als arbeidsongevallen en beroepsziekten, terwijl volgens de wetgeving van de betrokken EU-lidstaten uitkeringen in natura op grond van de ziekteverzekering worden verstrekt.

Een duidelijke bepaling over de kostenverdeling is noodzakelijk.

Vermelding 5 stemt overeen met de bestaande vermelding 3b in Bijlage VI bij Verordening (EEG) nr. 1408/71. Dit geval betreft personen die in Zwitserland werken en in een andere lidstaat wonen en ervoor gekozen hebben in het woonland verzekerd te zijn. In deze situatie garandeert deze vermelding dat artikel 19 van Verordening (EG) nr. 883/2004 zo wordt toegepast dat de betrokken persoon de nodige geneeskundige zorgen krijgt tijdens zijn verblijf in Zwitserland (dat financieel niet bevoegd is).

De formulering werd aangepast om te garanderen dat ook gezinsleden eronder vallen.

De vermeldingen 4 en 6 van Bijlage VI bij Verordening (EEG) nr. 1408/71 zijn niet langer nodig omdat deze situaties nu worden bestreken door de artikelen 18 en 27, lid 2, van Verordening (EG) nr. 883/2004.

Vermelding 6 stemt overeen met de bestaande vermelding 5 in Bijlage VI bij Verordening (EEG) nr. 1408/71. Daarin wordt bepaald dat overeenkomstig artikel 62, lid 1, van de nieuwe uitvoeringsverordening (EG) nr. 987/2009 de bevoegde autoriteit aan het betaalorgaan dat in Zwitserland uitkeringen heeft toegekend, het reële bedrag terugbetaalt dat in de rekeningen van dat orgaan wordt vermeld. Dit is ook van toepassing op de uitkeringen die in Zwitserland worden toegekend aan personen die ervoor hebben gekozen verzekerd te zijn in hun woonland overeenkomstig vermelding 3a van Bijlage XI.

Vermelding 7 stemt overeen met de bestaande vermelding 7 van Bijlage VI bij Verordening (EEG) nr. 1408/71 en Zwitserland stelt voor punt 7 van Bijlage VI bij Verordening (EEG) nr. 1408/71 inzake prestaties bij ziekte te handhaven.

In Zwitserland is de verzekering voor prestaties bij ziekte optioneel. Iedereen die in Zwitserland is verzekerd voor financiële uitkeringen bij ziekte, mag op deze aanvullende verzekeringsregeling intekenen.

Verzekerde personen kunnen te allen tijde van verzekeringsmaatschappij veranderen. In dit geval mag de nieuwe verzekeraar betalingen voor risico's en ziekten die reeds bestonden voor de betrokkene tot de verzekering toetrad, uitsluiten.

Indien echter de betrokkene verplicht was van verzekeraar te veranderen vanwege een nieuwe baan of omdat hij naar een plaats is verhuisd waar de vroegere verzekeraar niet werkzaam is, moet de nieuwe verzekeraar de betrokkene aanvaarden zonder enige verdere restrictie. In dergelijke gevallen moet de vroegere verzekeraar een certificaat afgeven waaruit blijkt dat de verandering van verzekeringsmaatschappij niet vrijwillig is geschied. De nieuwe verzekeraar is gebonden door dit document dat drie maanden geldig is. Zolang de vroegere verzekeraar dit document niet heeft afgegeven aan de betrokkene, blijft hij verantwoordelijk voor alle prestaties bij ziekte die niet door de nieuwe verzekeraar worden gedekt.

Indien een persoon eerst bij een verzekeringsmaatschappij in een EU-lidstaat was verzekerd, kan geen certificaat worden afgegeven waaruit blijkt dat aan de voorwaarden voor toelating zonder restricties is voldaan. Om dergelijke personen te beschermen wordt rekening gehouden met eerdere tijdvakken van ziekteverzekering in een andere lidstaat en wordt de uitsluiting van dekking voor reeds bestaande ziekten of risico's niet toegepast. Zoals in Zwitserland moet de verandering van verzekeringsmaatschappij binnen drie maanden zijn doorgevoerd.

Punt 8 van Bijlage VI bij Verordening (EEG) nr. 1408/71 wordt niet overgenomen in Bijlage XI bij Verordening (EG) nr. 883/2004. In Zwitserland is de verzekering voor invaliditeit afhankelijk van hetzij de woonplaats of winstgevende werkzaamheid in Zwitserland. Personen die buiten Zwitserland leven (bv. grensarbeiders) en die niet langer kunnen werken ten gevolge van ziekte of ongeval, zijn niet langer verzekerd en kunnen geen bijdragen betalen. Indien dergelijke personen minder dan één jaar in Zwitserland hebben gewerkt, hebben zij geen recht op een invaliditeitspensioen, aangezien zij niet voldoen aan de minimumperiode voor de betaling van bijdragen. Tot eind 2007 bedroeg de minimumperiode voor de betaling van bijdragen slechts één jaar. Om vroegere grensarbeiders in staat te stellen aan deze minimumperiode voor de betaling van bijdragen te voldoen, worden zij in punt 8 van Bijlage VI verplicht gedurende één jaar vanaf hun arbeidsongeschiktheid bijdragen te betalen aan de Zwitserse pensioenverzekering, zolang zij niet onderworpen zijn aan de wetgeving van een andere lidstaat op grond van een nieuwe activiteit.

Op 1 januari 2008 werd de minimumperiode voor de betaling van bijdragen voor de Zwitserse invaliditeitspensioenen opgetrokken naar drie jaar. Deze vermelding is thans overbodig. Een persoon verzekerd laten en verplichten tot het betalen van bijdragen is niet langer verantwoord aangezien dit extra jaar in vele gevallen geen gevolgen zou hebben om in aanmerking te komen en het bovendien onverenigbaar is met de bevoegdheidsregels van Bijlage II bij Verordening (EG) nr. 883/2004.

Vermelding 8 stemt overeen met vermelding 9 van Bijlage VI bij Verordening (EEG) nr. 1408/71. De redenen voor deze vermelding zijn de volgende: Volgens de Zwitserse wetgeving inzake invaliditeitsverzekering wordt een revalidatieprogramma alleen toegekend aan personen zolang zij verzekerd zijn. In Zwitserland is de verzekering voor invaliditeit afhankelijk van hetzij de woonplaats of winstgevende werkzaamheid in Zwitserland. Personen die buiten Zwitserland leven (bv. grensarbeiders) en die niet langer kunnen werken ten gevolge van ziekte of ongeval, zijn niet langer verzekerd. De vermelding in Bijlage XI garandeert dat deze personen toch een beroep kunnen doen op een revalidatieprogramma, ook al is Zwitserland niet langer de bevoegde staat. Het betreft hier voornamelijk maatregelen voor beroepsopleiding die erop gericht zijn, de betrokkene weer in zijn werkomgeving te integreren. De voortzetting van de verzekering tijdens het revalidatieprogramma kan de betrokkene ook helpen indien nodig het minimale verzekeringstijdvak voor een invaliditeitspensioen te bereiken.

De bestaande vermelding werd gewijzigd omdat de situaties waarop deze bepaling betrekking heeft, op een preciezere manier moeten worden gedefinieerd. Alleen de periode die onmiddellijk volgt op het beëindigen van de werkzaamheid in Zwitserland, zal worden bestreken; daarom is de formulering 'tot aan de betaling van een invaliditeitspensioen' ingevoegd, zodat gepensioneerden geen recht hebben op deze uitkeringen.

Met betrekking tot de toepassing van Verordening (EG) nr. 987/2009 worden de vermeldingen in de bijlagen voor Zwitserland als volgt verantwoord:

- Met betrekking tot Bijlage I bij Verordening (EG) nr. 987/2009 ("toepassingsbepalingen van bilaterale overeenkomsten") worden de bilaterale overeenkomsten met Frankrijk en Italië voor speciale procedures voor de terugbetaling van verstrekkingen van de ziekteverzekering opgesomd;

- Met betrekking tot de Bijlagen 3 en 5 bij Verordening (EG) nr. 987/2009 is er geen vermelding betreffende Zwitserland.

SECTIE B: BESLUITEN WAARVAN DE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN GOEDE NOTA NEMEN

Deze sectie bevat de nieuwe reeks besluiten van de Administratieve Commissie voor de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels.

SECTIE C: BESLUITEN WAARVAN DE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN NOTA NEMEN

Deze sectie bevat de nieuwe reeks aanbevelingen van de Administratieve Commissie voor de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels.

PROTOCOL

Het protocol bij Bijlage II betreft drie kwesties:

Ten eerste werd het punt inzake de werkloosheidsverzekering voor werknemers die een Zwitserse verblijfsvergunning hebben voor een periode van minder dan één jaar, geactualiseerd voor EU-8- en EU-2-onderdanen, op wie het huidige systeem voor terugbetaling van toepassing blijft. Het terugbetalingsstelsel blijft van toepassing op EU-8-onderdanen tot en met 30 april 2011, zie het huidige punt 4 van het protocol bij Bijlage II bij de overeenkomst EU-Zwitserland, en op EU-2-onderdanen tot en met 31 mei 2016, zie punt 5 van Bijlage II bij het protocol bij de Overeenkomst EU-Zwitserland inzake de deelname van Bulgarije en Roemenië.

Ten tweede kunnen de Zwitserse uitkeringen voor steunbehoevenden (federale wet van 19 juni 1959 inzake de invaliditeitsverzekering (LAI) en federale wet van 20 december 1946 inzake de ouderdoms- en nabestaandenpensioenen (LAVS), gewijzigd op 8 oktober 1999), niet worden opgesomd in Bijlage X bij Verordening (EG) nr. 883/2004 aangezien zij niet voldoen aan de strengere voorwaarden als bepaald in Verordening (EG) nr. 647/2005. Rekening houdend met het feit dat ettelijke jaren vóór de inwerkingtreding van Verordening (EG) nr. 647/2005 was overeengekomen deze uitkering op te nemen in Bijlage II bis bij Verordening (EEG) nr. 1408/71, met het feit dat Zwitserland in verband hiermee om een status quo verzoekt op grond van het permanente karakter van de overeenkomst, alsmede met het feit dat Zwitserland in het algemeen de strengere voorwaarden betreffende Bijlage X bij Verordening (EG) nr. 883/2004 aanvaardt, wordt de niet-exporteerbaarheid van deze uitkering echter als een afzonderlijk punt in het protocol bij deze overeenkomst behandeld.

Ten derde liep de overgangsregeling voor de ouderdoms-, nabestaanden- en invaliditeitspensioenen van het beroepsgebonden verzekeringsstelsel af op 31 mei 2007, vijf jaar na de inwerkingtreding van de overeenkomst. Er kunnen echter nog oude gevallen zijn die door deze regeling worden bestreken (personen die Zwitserland voor 31 mei 2007 hebben verlaten, maar deze uitkering nog niet hebben aangevraagd) en om deze reden wordt de vermelding gehandhaafd.

In deze context werd artikel 3, lid 1, aangepast ("onderdanen van bepaalde EU-lidstaten") aangezien de overgangsregelingen in verband met de werkloosheidsverzekering voor personen met een Zwitserse verblijfsvergunning die minder dan één jaar geldig is, alleen van toepassing zijn voor onderdanen van EU-8- en EU-2-lidstaten; zie de uitbreidingsprotocollen: protocol van 26 oktober 2004 bij de overeenkomst (PB L 89 van 28.3.2006, blz. 30) en protocol van 27 mei 2008 (PB L 124 van 20.5.2009, blz. 53).

Artikel 3, lid 1, werd ook vervolledigd door opname van een verwijzing naar het protocol voor de punten die de Zwitserse uitkeringen voor steunbehoevenden en uitkeringen van het beroepsgebonden verzekeringsstelsel betreffen.

3.

Gevolgen voor de begroting



Het voorstel heeft geen gevolgen voor de begroting van de EU.

4.

Aanvullende informatie



Er werd reeds overleg gepleegd met de lidstaten via de Administratieve Commissie voor de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels.