Toelichting bij COM(2005)419 - Voorontwerp van gewijzigde begroting nr. 7 bij de begroting voor 2005 - Algemene staat van ontvangsten - Staat van ontvangsten en uitgaven per afdeling - Afdeling IV - Hof van Justitie

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. Bij besluit 2004/752/EG, Euratom van 2 november 2004 heeft de Raad het Gerecht voor ambtenarenzaken (hierna: „Ambtenarengerecht”) ingesteld, dat bestaat uit 7 door de Raad benoemde rechters.De aanvragen om nieuwe ambten en om de werkingskredieten die nodig zijn voor het installeren van het nieuwe Gerecht, waren reeds opgenomen in het voorontwerp van begroting 2006 van het Hof van Justitie. Zoals in de inleidende nota van dit voorontwerp was uiteengezet, was het opgesteld in de veronderstelling dat dit nieuwe Gerecht ten vroegste aanvang 2006 i in functie zou treden.Na afloop van de werkzaamheden van het bij besluit van de Raad van 18 januari 2005 (2005/151/EG, Euratom) opgerichte comité dat advies over de geschiktheid van de kandidaten voor de werkzaamheden als rechter moest uitbrengen, heeft de Raad echter bij besluit van 22 juli 2005 zeven rechters benoemd, en bepaald dat zij op 1 oktober 2005 in functie zullen treden.Aangezien het Ambtenarengerecht dus 3 maanden vóór de bij het opstellen van de begroting 2006 als uitgangspunt genomen datum in dienst zal treden, dient een verzoek om wijziging van de begroting 2005 te worden ingediend.

2. Deze gewijzigde begroting moet het in de eerste plaats mogelijk maken, de personeelsformatie van de instelling uit te breiden met de 26 ambten die noodzakelijk zijn voor de goede werking van het Ambtenarengerecht. Deze 26 ambten kunnen als volgt worden onderverdeeld: enerzijds, het personeel van de kabinetten van de rechters, te weten een referendaris en een assistent voor elke rechter, alsmede een arrestenlezer en een assistent voor het kabinet van de president (16 tijdelijke ambten, te weten 2 A*14, 2 A*12, 3 A*11, 1 A*10, 1 B*5 en 7 B*3), en anderzijds het personeel dat rechtstreeks aan de griffie van het Gerecht is verbonden (10 vaste ambten, te weten 1 A*5, 5 B*3 en 4 C*1).Er zij op gewezen dat de betrokken ambten uitsluitend bestemd zijn voor de directe medewerkers van de rechters en het griffiepersoneel, dus voor personen die rechtstreeks deelnemen aan de rechtsprekende activiteit, en dat het Ambtenarengerecht voor het overige een beroep zal doen op de verschillende diensten van het Hof (tolken, vertaling, informatica, enz.). Die 26 ambten zijn dus onontbeerlijk om de nieuwe rechterlijke instantie te verzekeren van de middelen die strikt noodzakelijk zijn voor haar activiteit en zonder welke haar rechterlijke onafhankelijkheid in gevaar zou kunnen komen. Zij waren trouwens voorzien in het financieel memorandum bij het voorstel van verordening van de Raad betreffende de oprichting van het Gerecht voor ambtenarenzaken (met als enige voorbehoud dat twee supplementaire ambten moesten worden ingesteld teneinde rekening te houden met de verhoging van het aantal rechters door de Raad (7 in plaats van 6).Daaraan moet nog worden toegevoegd, dat in die ambten niet zou kunnen worden voorzien door de overplaatsing van personeelsleden van het Gerecht van eerste aanleg. Dat zou indruisen tegen het hoofddoel van de instelling van het Ambtenarengerecht, namelijk het Gerecht van eerste aanleg de mogelijkheid te bieden om zich te wijden aan andere geschillen, en met name aan de nieuwe geschillen die aan het Gerecht zijn toevertrouwd ingevolge de toekenning van bevoegdheden die voorheen door het Hof werden uitgeoefend.

3. Wat de kredieten betreft, is het ontwerp van gewijzigde begroting bedoeld om de bezoldiging, gedurende de laatste drie maanden van het begrotingsjaar 2005, mogelijk te maken van de 7 nieuwe rechters van het Ambtenarengerecht, zijn griffier en de voormelde 26 nieuwe ambten. De daartoe noodzakelijke kredieten zijn opgenomen in verschillende begrotingsonderdelen van hoofdstuk 10 en hoofdstuk 11.Er moet evenwel de aandacht op worden gevestigd, dat geen enkele extra last op de gemeenschapsbegroting zal drukken, aangezien het de bedoeling is, de nieuwe uitgaven te „autofinancieren” door het gebruik van overschotten in de twee betrokken hoofdstukken. Die overschotten zijn met name te verklaren, wat hoofdstuk 10 betreft, door de lagere kosten voor ouderdomspensioenen en voor uitgaven bij de vervanging van leden, en, wat hoofdstuk 11 betreft, doordat minder snel dan verwacht, wordt voorzien in de nieuwe ambten.

4. Ten slotte dient te worden opgemerkt, dat de administratieve diensten van het Hof het voornemen hebben om, in de periode tussen de indiensttreding van het Ambtenarengerecht en het einde van het jaar 2005, de werking van dit Gerecht te verzekeren met gebruikmaking van de beschikbare begrotingsmiddelen. Met name zal, zoals reeds aan de begrotingsautoriteit is meegedeeld in het kader van de begrotingsprocedure voor 2006, het gebouw voor het nieuwe Gerecht eerst per 1 januari 2006 in huur worden genomen. De gewijzigde begroting bevat dan ook geen enkele bijkomende kredietaanvraag voor titel II van de begroting.

„Opmerking verdient, dat de begroting van de instelling machtiging verleent voor het personeelsbestand en de kredieten die nodig zijn voor de werking van het Hof van Justitie en het Gerecht van eerste aanleg. In de aangevraagde kredieten is tevens rekening gehouden met de behoeften van het nieuwe Gerecht voor ambtenarenzaken (hierna: „Ambtenarengerecht”). De kredieten zijn berekend op basis van de veronderstelling dat het nieuwe Gerecht aanvang 2006 zal worden geïnstalleerd.”