Toelichting bij COM(2005)452 - Standpunt EG over Besluit nr. 1/2005 van het Gemengd Veterinair Comité, ingesteld bij de Overeenkomst met Zwitserland inzake de handel in landbouwproducten, tot wijziging van aanhangsel 6 van bijlage 11

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

De Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de handel in landbouwproducten (hierna 'de landbouwovereenkomst' te noemen) is op 1 juni 2002 in werking getreden.

In aanhangsel 6, hoofdstuk 1, van bijlage 11 bij de landbouwovereenkomst wordt wederzijds de gelijkwaardigheid in de sector van voor menselijke consumptie bestemde melk en zuivelproducten van runderen erkend overeenkomstig artikel 14, lid 1, van bijlage 11 bij de landbouwovereenkomst en op grond van de bepalingen van Richtlijn 92/46/EEG van de Raad van 16 juni 1992.

Bij Richtlijn 2004/41/EG wordt op 1 januari 2006 Richtlijn 92/46/EEG van de Raad van 16 juni 1992 tot vaststelling van gezondheidsvoorschriften voor de productie en het in de handel brengen van rauwe melk, warmtebehandelde melk en producten op basis van melk ingetrokken.

De Zwitserse Bondsstaat heeft zich ertoe verbonden om in zijn nationale wetgeving de bepalingen van de Verordeningen (EG) nr. 852/2004, 853/2004, 854/2004 en 882/2004, het zogenaamde “hygiënepakket”, over te nemen, die met name de bepalingen van Richtlijn 92/46/EEG vervangen.

De verwijzingen naar de communautaire en de Zwitserse wetgeving in aanhangsel 6 van bijlage 11 bij de landbouwovereenkomst moeten worden bijgewerkt. Er is besloten rekening te houden met de wetgeving die op 1 januari 2006 van kracht zal zijn.

Krachtens artikel 19, lid 1, van bijlage 11 bij de landbouwovereenkomst wordt een Gemengd Veterinair Comité opgericht, dat bestaat uit vertegenwoordigers van de partijen. Het comité dient elke kwestie die betrekking heeft op genoemde bijlage en op de uitvoering daarvan, te onderzoeken en bovendien alle taken in verband met deze bijlage op zich te nemen. Het Gemengd Veterinair Comité heeft met name de beslissingsbevoegdheid in de in bijlage 11 bedoelde gevallen.

In artikel 19, lid 3, van bijlage 11 bij de landbouwovereenkomst wordt het Gemengd Veterinair Comité gemachtigd de aanhangsels van die bijlage te wijzigen, met name met de bedoeling deze aan te passen en bij te werken.

De Gemeenschap moet het standpunt vaststellen dat zij in het Gemengd Veterinair Comité moet innemen over de goedkeuring van de noodzakelijke wijzigingen in aanhangsel 6 van bijlage 11. Ingevolge artikel 5, lid 2, eerste alinea, van Besluit 2002/309/EG, Euratom wordt het standpunt van de Gemeenschap vastgesteld door de Raad, op voorstel van de Commissie.

* * *