Toelichting bij COM(1998)633 - Wijziging van Verordening (EEG) nr. 2075/92 en tot vaststelling van de premies en de garantiedrempels voor tabaksbladeren per soortengroep en per lidstaat voor de oogsten 1999, 2000 en 2001

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. De Raad heeft op 22 juni 1998 besloten het extra bedrag dat wordt toegekend voor bepaalde in België, Duitsland, Frankrijk en Oostenrijk geteelde tabakssoorten te verhogen van 50 % tot 65 % ten opzichte van de oogst 1992. De verhoging moet worden berekend op basis van het verschil tussen de voor de oogst 1998 toegekende premie voor deze tabakssoorten en de voor de oogst 1992 toegekende premie voor die soorten.

Aangezien op basis van de tekst van artikel 3, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 2075/92 het extrabedrag wordt berekend op basis van het verschil tussen de premie die wordt toegekend voor de oogst 1999, en niet voor de oogst 1998, wordt voorgesteld deze tekst te wijzigen.

2. De premie wordt terwille van de stabiliteit in de sector en van de samenhang met de vaststelling van de garantiedrempels vastgesteld voor de oogsten 1999, 2000 en 2001.

3. Het bedrag van de premie wordt met 10 % verhoogd ten opzichte van 1998, hetgeen overeenkomt met de specifieke steun die voortaan vanaf de oogst 1999, in de premie begrepen is.

4. De extra bedragen voor de noordelijke landen worden verhoogd tot 65 % van het verschil tussen de in 1998 toegekende premie en de voor de oogst 1992 toegepaste premie, zoals bepaald in artikel 3, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 2075/92.

5. Voor 1999, 2000 en 2001 worden de garantiedrempels voor groep II verlaagd met 375 ton voor Duitsland, 9 ton voor België en 24 ton voor Oostenrijk, en voor groep III met 842 ton voor Frankrijk en 38 ton voor België, om ervoor te zorgen dat de verhoging van het extra bedrag toch budgettair neutraal blijft.

6. Voor Italië wordt in twee jaar tijd 3.400 ton uit groep V (sun-cured) overgedragen, namelijk naar groep I (flue-cured) (500 ton), naar groep II (light air-cured) (500 ton), naar groep IV (fire-cured) (65 ton) en naar groep VII (Katerini) die pas in dit land is ingevoerd. De vermindering voor groep V vloeit voort uit het nationaal verbeteringsplan. Naar de soortengroepen waarvan de garantiedrempels zijn verhoogd is er vraag op de markt.7.

De vermindering voor groep V houdt de volledige overdracht in van de soorten Tsebelia en Mavra, en alleen voor Kaba Koulak non classic wordt het quotum behouden. Deze soorten zijn op de markt weinig in trek, zijn moeilijk te verwerken en moeten voor 'Oosterse' sigaretten concurreren met de productie in Oost-Europa en in de voormalige Sovjet-staten.

De overdracht gebeurt ten voordele van soortengroepen waarnaar er meer vraag is en die beter beantwoorden aan de kenmerken van de betrokken regio's (Agrinio en Naplio).


VERORDENING (EG) Nr. ..../.. VAN DE RAAD


tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 2075/92 en tot vaststelling van de premies en de garantiedrempels voor tabaksbladeren per soortengroep en per lidstaat voor de oogsten 1999, 2000 en 2001

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op de artikelen 42 en 43,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 2075/92 van de Raad van 30 juni 1992 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector ruwe tabak  i, laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1636/98  i, en met name op artikel 4, lid 1, artikel 8 en artikel 9, lid 2,

PB L 215 van 30.7.1992, blz. 70.

PB L 210 van 20.7.1998, blz. 23.

Gezien het voorstel van de Commissie (3),

Gezien het advies van het Europees Parlement  i,

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité (5),

 i (5) PB

Overwegende dat voor in België, Duitsland, Frankrijk en Oostenrijk geteelde flue-cured, light air-cured en dark air-cured tabak een extra bedrag wordt toegekend; dat de Raad heeft besloten dit bedrag te verhogen van 50 % tot 65 % van het verschil in premie ten opzichte van de oogst 1992; dat deze verhoging moet worden berekend op basis van het verschil tussen de voor deze tabakssoorden voor de oogst 1998 toegekende premie en de voor de oogst 1992 toegekende premie; dat de tekst van artikel 3, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 2075/92 niet aan dit doel beantwoordt; dat deze tekst derhalve moet worden gewijzigd;

Overwegende dat bij de vaststelling van het niveau van de premies rekening moet worden gehouden met de doelstellingen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid, met de doelstelling dat de landbouwbevolking een redelijke levensstandaard moet worden verzekerd; dat bij het bepalen van de premiebedragen rekening moet worden gehouden met de ontwikkeling van de afzetmogelijkheden voor de verschillende tabakssoorten in het verleden en volgens de vooruitzichten; dat het niveau van de premies moet worden vastgesteld voor drie opeenvolgende oogsten en moet worden gekoppeld aan de voor de oogsten 1999, 2000 en 2001 vastgestelde garantiedrempels, met het oog op de stabiliteit van de sector;

Overwegende dat in artikel 8, tweede alinea, en artikel 9, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 2075/92 is bepaald dat de garantiedrempels voor elke soortengroep voor drie oogstjaren, vanaf de oogst 1999, over de producerende lidstaten worden verdeeld;

Overwegende dat bij de vaststelling van het niveau van deze drempels voor de drie oogstjaren 1999, 2000 en 2001 met name rekening moet worden gehouden met de marktsituatie en met de sociaal-economische en agronomische omstandigheden in de betrokken productiegebieden; dat deze drempels tijdig moeten worden vastgesteld om de producenten de mogelijkheid te geven hun productie voor de betrokken oogstjaren te plannen;

Overwegende dat in verband met de verhoging van de extra bedragen voor in België, Duitsland, Frankrijk en Oostenrijk geteelde flue-cured, light air-cured en dark air-cured tabak, de garantiedrempels van deze lidstaten moeten worden verlaagd om ervoor te zorgen dat de maatregel budgettair neutraal is;

Overwegende dat, rekening houdende met de productiemogelijkheden en de verdeling van het quotum per lidstaat, ervoor moet worden gezorgd dat het quotum voor tabakssoorten waarvan de afzet verzekerd is en waarvoor de marktprijzen hoog zijn volgens een progressieve schaal wordt opgetrokken ten koste van het quotum voor soorten die moeilijk en slechts tegen lage prijzen kunnen worden afgezet;

Overwegende dat de betrokken maatregelen zo spoedig mogelijk moeten worden toegepast,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Artikel 3, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 2075/92 wordt vervangen door:

"2. Voor in België, Duitsland, Frankrijk en Oostenrijk geteelde flue-cured, light air-cured en dark air-cured tabak wordt evenwel een extra bedrag toegekend. Dit bedrag is gelijk aan 65 % van het verschil tussen de premie voor deze tabakssoorten die geldt voor de oogst 1998 en die welke gold voor de oogst 1992.".

Artikel 2

In bijlage I worden het bedrag van de premie voor elke soortengroep ruwe tabak en de extra bedragen als bedoeld in artikel 3 van Verordening (EEG) nr. 2075/92 vastgesteld voor de oogsten 1999, 2000 en 2001.

Artikel 3

De in de artikelen 8 en 9 van Verordening (EEG) nr. 2075/92 bedoelde garantiedrempels per soortengroep en per lidstaat voor de oogsten 1999, 2000 en 2001 worden vastgesteld in bijlage II.

Artikel 4

Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, op

Voor de Raad

De Voorzitter


BIJLAGE I

PREMIES VOOR TABAKSBLADEREN VAN DE OOGSTEN 1999, 2000 en 2001

>RUIMTE VOOR DE TABEL>


EXTRA BEDRAGEN

>RUIMTE VOOR DE TABEL>


BIJLAGE II

GARANTIEDREMPELS VOOR 1999

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

GARANTIEDREMPELS VOOR 2000

>RUIMTE VOOR DE TABEL>


GARANTIEDREMPELS VOOR 2001

>RUIMTE VOOR DE TABEL>


>RUIMTE VOOR DE TABEL>


B I J L A G E

Uitgaven voor een standaardoogst: 1005,9 x 1,006 (DO) = 1011,9 mln ECU

waarvan : specifieke steun aan de telersverenigingen 19,7 mln ECU (2% van de premies exclusief de extra bedragen)

rechtstreekse premies aan de producenten 992,2 mln ECU

Vermoedelijk tijdschema van de betalingen voor de drie betrokken oogsten :

>RUIMTE VOOR DE TABEL>


Bovenop deze bedragen komen de uitgaven in verband met de vorige oogsten.

Bovenop deze bedragen komen de uitgaven in verband met de toekomstige oogsten.