Toelichting bij COM(2000)338 - Derde wijziging van Verordening (EG) nr. 2742/1999 tot vaststelling, voor het jaar 2000, van de vangstmogelijkheden die gelden voor bepaalde visbestanden en groepen visbestanden in de wateren van de EG en, wat vaartuigen van de EG betreft, in andere wateren met vangstbeperkingen, tot vaststelling voorts van de bij de visserij in acht te nemen voorschriften

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

Bij Verordening (EG) nr. 2742/1999 van de Raad zijn onder meer voor het jaar 2000 de vangstmogelijkheden die gelden voor bepaalde visbestanden en groepen visbestanden in de wateren van de Gemeenschap en de bij de visserij in acht te nemen voorschriften vastgesteld. Een van de vangstmogelijkheden is een TAC van 16 000 ton voor ansjovis in de Golf van Biskaje (ICES-deelgebied VIII). Deze hoeveelheid was vastgesteld op grond van wetenschappelijke adviezen volgens welke de biomassa van het paaibestand in 2000 gevaarlijk laag zou kunnen zijn.

De wetenschappelijke kennis over de omvang van het ansjovisbestand in 2000 zal naar verwachting aanzienlijk beter worden, zodra de nieuwe resultaten van de bestandsopnamen door het Wetenschappelijk, Technisch en Economisch Comité voor de Visserij (WTECV) zijn geanalyseerd. Het WTECV heeft voorts ook de gevolgen op lange termijn van de diverse beheersmaatregelen bestudeerd en sinds de vaststelling van de TAC-Verordening in december 1999 is de basis voor de wetenschappelijke adviezen verbeterd.

Het is wenselijk de mogelijkheid in te voeren om de TAC's aan te passen, wanneer de analyse van de resultaten van de nieuwe bestandsopnamen bekend zal zijn, teneinde het paaibestand adequaat te beschermen zonder anderzijds de vangstmogelijkheden onnodig te beperken.

Omdat in dit geval zeer snel maatregelen moeten worden getroffen, wordt voorgesteld de Commissie te machtigen om de TAC te wijzigen volgens een vooraf bepaalde regel die zo is opgesteld dat het beoogde doel, namelijk de instandhouding van het bestand, wordt bereikt, en dat een onderbreking van de visserij wordt voorkomen, tenzij het bestand in gevaar is.

De Raad wordt verzocht dit voorstel goed te keuren om het ansjovisbestand een adequate bescherming te bieden en, indien mogelijk, de vissers in staat te stellen nieuwe vangstmogelijkheden te benutten en onder juiste voorwaarden verder te blijven vissen.