Toelichting bij COM(2000)514 - Vierde wijziging van Verordening (EG) nr. 2742/1999 wat betreft de vaststelling, voor het jaar 2000, van de vangstmogelijkheden die gelden voor bepaalde visbestanden en groepen visbestanden

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

Bij Verordening (EG) nr. 2742/1999 zijn, onder andere, de vangstmogelijkheden voor blauwvintonijn in de oostelijke Atlantische Oceaan en in de Middellandse Zee voor 2000, en de bij de visserij in acht te nemen voorschriften vastgesteld. Het daarbij voor de EG opgegeven quotum (18 590 ton) komt overeen met het quotum dat door de Internationale Commissie voor de instandhouding van tonijn in de Atlantische Oceaan (ICCAT) aan de Gemeenschap was toegewezen.

Op de jongste jaarvergadering van de ICCAT (in november 1999) is aan de Gemeenschap evenwel een surplus van 2581 ton blauwvintonijn voor 1998 - overdraagbaar naar 2000 - toegekend. Dit surplus is het gevolg van een herziening van de door de ICCAT goedgekeurde vangstcijfers voor 1993 en 1994, zijnde de jaren waarop de vaststelling van de vangstbeperkingen voor 1998 is gebaseerd. Op deze herziening in de ICCAT was door de Gemeenschap aangedrongen ingevolge Verordening (EG) nr. 65/98 van de Raad.

In de vergadering van de Raad Visserij van december 1999 heeft de Commissie een voorstel ingediend om het Gemeenschapsquotum voor blauwvintonijn in 2000 in verband met dit surplus aan te passen en toe te wijzen, rekening houdende met het de onder- of overbevissing door de lidstaten van hun quota voor 1998.

De verdeling van deze naar 2000 overgedragen 2581 ton gebeurt aan de hand van het positieve of negatieve aandeel van de lidstaten in de totstandkoming van het surplus van de Gemeenschap in 1998.

De Raad wordt verzocht zijn goedkeuring te hechten aan dit voorstel, teneinde de vissers in staat te stellen gebruik te maken van de nieuwe vangstmogelijkheden en de visserij onder adequate voorwaarden voort te zetten.