Toelichting bij COM(2000)519 - Ontwerp van besluit van de vertegenwoordigers van de regeringen der lidstaten, van de EGKS, in het kader van de Raad bijeen betreffende de financiële gevolgen van het aflopen van het Verdrag tot oprichting van de EGKS

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

Avis juridique important

|
52000PC0519

Ontwerp van besluit van de vertegenwoordigers van de regeringen der Lidstaten, van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal, in het kader van de Raad bijeen betreffende de financiële gevolgen van het aflopen van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal /* COM/2000/0519 def. */

Publicatieblad Nr. 180 E van 26/06/2001 blz. 0001 - 0003


Ontwerp van BESLUIT VAN DE VERTEGENWOORDIGERS VAN DE REGERINGEN DER LIDSTATEN, VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAP VOOR KOLEN EN STAAL, IN HET KADER VAN DE RAAD BIJEEN betreffende de financiële gevolgen van het aflopen van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal


(ingediend door de Commissie)


DE VERTEGENWOORDIGERS VAN DE REGERINGEN DER LIDSTATEN VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAP VOOR KOLEN EN STAAL, IN HET KADER VAN DE RAAD BIJEEN,

Overwegende hetgeen volgt:

Krachtens artikel 97 ervan, loopt het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal, hierna 'EGKS' genoemd, op 23 juli 2002 af.

Op dat ogenblik moeten er nog financiële verrichtingen worden uitgevoerd, ten aanzien van zowel ontvangsten als uitgaven, voortvloeiend uit zowel de uitvoering van de operationele begrotingen van de EGKS met betrekking tot de vorige perioden, als de opgenomen en verstrekte leningen van de EGKS.

Derhalve dient de instelling te worden aangewezen die met de afwikkeling van deze verrichtingen wordt belast en de hiertoe te volgen procedures vast te stellen. Het lijkt gepast de Commissie met deze taak te belasten, en te besluiten dat de op 23 juli 2002 van toepassing zijnde procedures werden gevolgd, zulks overeenkomstig het EGKS-Verdrag en het afgeleide recht.

De Commissie heeft tijdens haar vergadering van 11 september 1996 gesteld dat zij het geboden achtte reserves te handhaven om na 2002 de uitstaande leningen waarvoor geen lidstaat garant staat, volledig te kunnen dekken. De uit de EGKS afkomstige beheerde fondsen zullen op 23 juli 2002 ongeveer 1,6 miljard belopen. Dit bedrag is aan schommelingen onderhevig als gevolg van de financiële handelingen die nog moeten worden uitgevoerd vóór en na de datum van het aflopen van het Verdrag.

Teneinde het EGKS-vermogen na het aflopen van het Verdrag van andere fondsen van de Gemeenschap te onderscheiden, moet dit 'EGKS in liquidatie' worden genoemd. Met hetzelfde doel moet het voorts, na de liquidatie 'Activa van het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal' worden genoemd. Om de netto-ontvangsten te onderscheiden van het vermogen dat die voortbrengt, moeten deze eerste ten slotte het 'Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal' worden genoemd.

Er dient over de bestemming van dit vermogen te worden beslist; de voornaamste bron van dit vermogen is de heffing op basis van artikel 49 van het EGKS-Verdrag op de productie van kolen en staal; het lijkt derhalve billijk dat dit vermogen wordt bestemd voor deze beide economische sectoren.

De meest geschikte bestemming van het vermogen die de sectoren kolen en staal ten goede komt, is onderzoek ten behoeve van deze beide sectoren. Voorts dient de verdeling van de onderzoekskredieten over de beide sectoren te worden bepaald.

De meest geschikte methode hiertoe is het vermogen aan de Europese Gemeenschap toe te wijzen, doch tegelijkertijd regels en procedures vast te leggen die het exclusieve gebruik van dit vermogen en de opbrengsten ervan ten behoeve van het vastgestelde doel garanderen.

Deze bestemming en deze procedure zijn conform de resolutie over groei en werkgelegenheid die de Europese Raad op 16 en 17 juni 1997 te Amsterdam heeft aangenomen, alsook de resoluties van de Raad en de vertegenwoordigers van de regeringen der lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, van 20 juli 1998 i en 21 juni 1999 i.

Om de jaarlijkse stabiliteit van het onderzoeksinstrument voor de sector kolen en staal te garanderen, moet gedurende de liquidatieperiode na 23 juli 2002 elk door een in gebreke blijvende debiteur van de EGKS verschuldigd bedrag eerst op het kapitaal worden geboekt en vervolgens op de ontvangsten die voor het onderzoek worden aangewend.

Daarnaast dient de eigendom van de overige activa van de EGKS nader te worden bepaald,

BESLUITEN:

1.

Artikel 1


1. De Commissie wordt belast met de afwikkeling van de bij het aflopen het EGKS-Verdrag nog lopende financiële verrichtingen van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal. Bij in gebreke blijven van een debiteur van de EGKS tijdens de liquidatieperiode, wordt het daaruit voortvloeiende verlies eerst geboekt op het bestaande kapitaal en vervolgens op de ontvangsten van het lopende jaar.

2. De liquidatie geschiedt volgens de regels en procedures die op deze verrichtingen van toepassing zijn, met inachtneming van de bestaande bevoegdheden en voorrechten ten gunste van de Europese Instellingen, en overeenkomstig het EGKS-Verdrag en het op 23 juli 2002 geldende afgeleide recht.

2.

Artikel 2


1. Het vermogen van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal, met inbegrip van alle goederen, rechten, verplichtingen en vorderingen of acties zoals die op 23 juli 2002 bestaan, welke nog zouden kunnen toenemen of afnemen als gevolg van de in artikel 1 bedoelde liquidatieverrichtingen, gaat van rechtswege op de Europese Gemeenschap over, met de verplichting alle lasten van het overgedragen vermogen te dragen. Dit geheel, met uitzondering van zaken die door aard, bestemming of doel onroerend zijn, vormt een vermogen dat bestemd is voor het onderzoek in de sectoren kolen en staal, 'EGKS in liquidatie' genoemd. Na de afsluiting van de liquidatie zal dit 'Activa van het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal' worden genoemd.

2. Het vermogen kan worden vermeerderd met bijdragen, met name van de toekomstige nieuwe lidstaten.

3.

Artikel 3


1. Het vermogen wordt door de Commissie beheerd op een wijze die rentabiliteit op lange termijn garandeert. Het beheer van de beschikbare activa moet zijn gericht op een zo hoog mogelijk rendement onder optimale zekerheidsvoorwaarden.

2. De Raad stelt, op voorstel van de Commissie en met de in artikel 205 van het EG-Verdrag bedoelde gekwalificeerde meerderheid, na advies van het Europees Parlement, de financiële meerjarenrichtsnoeren voor het beheer van het vermogen vast.

4.

Artikel 4


1. Over de in artikel 1 bedoelde liquidatieverrichtingen en de in artikel 3 bedoelde beleggingsverrichtingen worden jaarlijks een winst- en verliesrekening, een balans en een financieel verslag opgemaakt, gescheiden van de overige financiële verrichtingen van de overblijvende Gemeenschappen.

Deze financiële documenten worden opgenomen in de financiële documenten die de Commissie jaarlijks op grond van artikel 275 van het EG-Verdrag en het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen opstelt.

2. Op de in lid 1 bedoelde verrichtingen zijn de in de Verdragen en het Financieel Reglement vastgelegde bevoegdheden van het Parlement, de Raad en de Rekenkamer inzake controle en kwijting van toepassing.

5.

Artikel 5


1. De netto-opbrengsten van de in artikel 3 bedoelde beleggingen gelden als ontvangsten van de begroting van de Europese Gemeenschappen. Deze ontvangsten hebben een bijzondere bestemming in de zin van artikel 4, lid 3, tweede alinea, van het Financieel Reglement, te weten de financiering van onderzoeksprojecten, buiten het kaderprogramma, ten behoeve van de sectoren kolen en staal. Zij vormen het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal. Het beheer ervan berust bij de Commissie.

2. De uit het Fonds afkomstige bedragen worden in een verhouding van 27,2% tot 72,8% over de sectoren kolen en staal verdeeld. Indien nodig wijzigt de Raad met eenparigheid van stemmen op voorstel van de Commissie de verdeling van de bedragen over het onderzoek inzake kolen en het onderzoek inzake staal.

3. De technische meerjarenrichtsnoeren voor de onderzoeksprogramma's worden op voorstel van de Commissie en na advies van het Europees Parlement door de Raad vastgesteld bij de in artikel 205 van het EG-Verdrag bedoelde gekwalificeerde meerderheid.

4. Overeenkomstig het Financieel Reglement worden de op 31 december van een jaar niet-gebruikte ontvangsten en de op die datum uit hoofde van deze ontvangsten beschikbare kredieten van rechtswege naar het volgende jaar overgedragen. Deze kredieten kunnen niet naar andere posten van de begroting worden overgeschreven.

5. De met het vervallen van verplichtingen overeenkomende begrotingskredieten komen stelselmatig aan het einde van elk begrotingsjaar te vervallen. Het bedrag van de vrijgemaakte voorzieningen voor verplichtingen wordt in de in artikel 4, lid 1, bedoelde balans en winst- en verliesrekening, eerst geboekt bij het vermogen van de 'EGKS in liquidatie' en, wanneer de liquidatie is afgesloten, bij de 'Activa van het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal'. De invorderingen worden op dezelfde wijze in de balans en de winst- en verliesrekening geboekt.

6.

Artikel 6


1. De netto-ontvangsten die beschikbaar zijn voor de financiering van de onderzoeksprojecten van het jaar n+2, worden opgenomen in de balans van de 'EGKS in liquidatie' van het jaar n, en wanneer de liquidatie beëindigd is, in de balans van de 'Activa van het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal'.

2. Teneinde eventuele uit de ontwikkeling van de financiële markten voortvloeiende schommelingen in de financiering van het onderzoek het hoofd te bieden, zal een egalisatie worden uitgevoerd en zal een voorziening voor onvoorziene uitgaven worden ingesteld. De algoritmen voor de egalisatie en de vaststelling van het niveau van de reserve voor onvoorziene uitgaven zijn opgenomen in de bijlage.

7.

Artikel 7


De uit de liquidatie, de beleggingen en het beheer van het 'Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal' voortvloeiende administratieve uitgaven, die in de plaats treden van die welke zijn vastgesteld bij artikel 20 van het Verdrag tot instelling van één Raad en één Commissie welke de Europese Gemeenschappen gemeen hebben, van 8 april 1965, en waarvan het bedrag bij het besluit van de Raad van 21 november 1977 is gewijzigd, komen via de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen ten laste van de Commissie.

8.

Artikel 8


De nieuwe lidstaten kunnen tijdens de toetredingsonderhandelingen met de 'Activa van het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal', en in voorkomend geval de EGKS in liquidatie of het Fonds worden geassocieerd, nadat zij een passende bijdrage hebben geleverd, rekening houdend met de in het verleden in vergelijkbare situaties genomen besluiten.

9.

Artikel 9


De Commissie stelt het bedrag van het vermogen van de EGKS in de afsluitingsbalans op 23 juli 2002 vast.

10.

Artikel 10


Dit besluit treedt in werking op 24 juli 2002.

11.

Gedaan te Brussel, op


Voor de Raad

De Voorzitter

BIJLAGE

Betreffende de procedures van toepassing op de vaststelling van het bedrag van de netto-ontvangsten met het oog op de toewijzing ervan aan het onderzoek inzake kolen en staal

Inleiding



De netto-ontvangsten die kunnen worden gebruikt voor de financiering van de onderzoeksprojecten, komen overeen met het jaarlijks nettoresultaat van de 'EGKS in liquidatie', en wanneer de liquidatie beëindigd zal zijn, het jaarlijks nettoresultaat van de 'Activa van het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal'. De benadering bestaat erin de financiering van het onderzoek inzake kolen en staal van het jaar n+2 vast te stellen bij de afsluiting van de balans van het jaar n, en de helft van de stijging of de daling van het nettoresultaat ten opzichte van het laatste, voor het onderzoek inzake kolen en staal vastgestelde financieringsniveau in aanmerking te nemen.

12.

2. Definitie


n: : referentiejaar

Rn : nettoresultaat van het begrotingsjaar n

Pn : voorziening voor onvoorziene uitgaven van het jaar n

Dn+1 : toewijzing voor het onderzoek van het jaar n+1 (vastgesteld bij de afsluiting van de balans van het jaar n - 1)

Dn+2 : toewijzing voor het onderzoek van het jaar n+2

13.

3. Gebruikte algoritmen


De algoritmen die worden gebruikt voor het vaststellen van het niveau van de voorziening voor onvoorziene uitgaven en het niveau van de toewijzingen voor het onderzoek voor het jaar n+2, die zijn opgenomen in de balans van het jaar n, zijn de volgende:

3.1. Niveau van de voorziening voor onvoorziene uitgaven:

Pn = Pn-1 + 0,5*(Rn-Dn+1)

3.2. Niveau van de toewijzingen voor onderzoek voor het jaar n+2 (afgerond tot de dichtstbij zijnde honderdduizend euro. Indien de berekening leidt tot een resultaat dat precies in het midden ligt, wordt afgerond tot de hogere honderdduizend euro).

Dn+2 = Dn+1 + 0,5 * (Rn - Dn+1)

Naar gelang van het geval zal het voor de afronding nodige bedrag of het resultaat van deze afronding worden onttrokken aan (respectievelijk toegewezen aan) de voorziening voor onvoorziene uitgaven.