Toelichting bij COM(2010)342 - Vaststelling van de aanpassingscoëfficiënten die met ingang van 1 juli 2009 van toepassing zijn op de bezoldigingen van de ambtenaren, tijdelijke functionarissen en arbeidscontractanten van de EG die in derde landen werkzaam zijn

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

Bij Verordening (Euratom, EGKS, EEG) nr. 3019/87 van 5 oktober 1987 werd het Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen gewijzigd door de toevoeging van een bijlage X tot vaststelling van bijzondere en afwijkende bepalingen voor de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen die in derde landen werkzaam zijn.

Er werd met name een specifiek bezoldigingsstelsel ingevoerd. De artikelen 11, 12 en 13 van bijlage X hebben betrekking op de bezoldiging van de in bedoelde landen werkzame ambtenaren. Volgens dit stelsel worden de bezoldigingen uitbetaald in euro in België, maar zij kunnen ook – geheel of gedeeltelijk – in de valuta van het land van de standplaats worden uitbetaald. In dat geval wordt een aanpassingscoëfficiënt toegepast op het gedeelte van de bezoldiging dat in de plaatselijke valuta wordt uitbetaald.

Overeenkomstig artikel 13, eerste alinea, van bedoelde bijlage moet de Raad om de zes maanden de in derde landen geldende aanpassingscoëfficiënten vaststellen.

Bij Verordening (EGKS, EEG, Euratom) nr. 2175/88 van 18 juli 1988 heeft de Raad de eerste aanpassingscoëfficiënten vastgesteld, die met ingang van 10 oktober 1987 van toepassing waren.

Sinds de inwerkingtreding van het nieuwe Statuut van de ambtenaren op 1 mei 2004 (Verordening (EG, Euratom) nr. 723/2004 van 22 maart 2004) is dit bezoldigingsstelsel eveneens van toepassing op arbeidscontractanten.

Overeenkomstig artikel 13, eerste alinea, van bijlage X bij het nieuwe Statuut moet de Raad één keer per jaar de in derde landen geldende aanpassingscoëfficiënten vaststellen.

De laatste aanpassingscoëfficiënten, die vanaf 1 juli 2008 gelden, werden door de Raad vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 613/2009 van 6 juli 2009.

Dit voorstel heeft betrekking op de vaststelling van de aanpassingscoëfficiënten die met ingang van 1 juli 2009 van toepassing zijn op de bezoldigingen van de ambtenaren, tijdelijke functionarissen en arbeidscontractanten van de Europese Gemeenschappen die in derde landen werkzaam zijn.

De gevolgen voor de begroting zijn zeer beperkt: een stijging van 85.283,51 euro, hetgeen een verschil is van +0,0483% tegenover de vroegere situatie. Zie bijgaand financieel memorandum .

Het bezoldigingssysteem voor buiten de Unie werkzame personeelsleden is gebaseerd op het beginsel dat de koopkracht van de in plaatselijke valuta uitbetaalde bezoldigingen gelijkwaardig dient te zijn aan die in Brussel, overeenkomstig artikel 64 van het Statuut.

De toepassing van dit beginsel is gebaseerd op de berekening van de economische pariteiten door Eurostat. De aanpassingscoëfficiënt wordt vastgesteld door de economische pariteit te delen door de wisselkoers . Het belangrijkste element in de vaststelling van deze aanpassingscoëfficiënten is derhalve de berekening van de economische pariteiten door een vergelijking van de verschillende standplaatsen en Brussel.

De gebruikte wisselkoersen worden vastgesteld in overeenstemming met de uitvoeringsvoorschriften van het Financieel Reglement en hebben betrekking op de datum van toepassing van de aanpassingscoëfficiënten.

De tabel in de bijlage geeft voor alle standplaatsen voor de maand juli 2009 de aanpassingscoëfficiënten aan die voortvloeien uit de pariteiten die door Eurostat zijn medegedeeld.