Toelichting bij COM(2010)194 - Sluiting van een protocol bij de partnerschapsovereenkomst met Moldavië inzake een kaderovereenkomst over de algemene beginselen voor de deelname aan EU-programma's

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

De geleidelijke openstelling van bepaalde EU-programma's en -agentschappen voor de deelname van partnerlanden in het kader van het Europees Nabuurschapsbeleid is een van de vele maatregelen om hervorming, modernisering en overgang in de buurlanden van de Europese Unie te bevorderen. Dit aspect van het beleid is uiteengezet in de mededeling van de Commissie "Over de algemene aanpak om de ENB-partnerlanden te laten deelnemen aan communautaire agentschappen en programma's"[1].

De Raad heeft deze aanpak op 5 maart 2007 goedgekeurd[2].

Op basis van de mededeling van de Commissie en van zijn conclusies heeft de Raad op 18 juni 2007 de Commissie richtsnoeren gegeven om met Algerije, Armenië, Azerbeidzjan, Egypte, Georgië, Israël, Jordanië, Libanon, Moldavië, Marokko, de Palestijnse Autoriteit, Tunesië en Oekraïne te onderhandelen over kaderovereenkomsten inzake de algemene beginselen voor de deelname van die landen aan communautaire programma's[3].

De Europese Raad van juni 2007[4] heeft opnieuw het kardinale belang bevestigd van het Europees Nabuurschapsbeleid en zijn goedkeuring gehecht aan een voortgangsverslag van het voorzitterschap[5], dat aan de Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen van 18 en 19 juni was voorgelegd, en aan de daarmee verband houdende conclusies van de Raad[6]. In het verslag wordt verwezen naar de richtsnoeren van de Raad voor onderhandelingen over de desbetreffende aanvullende protocollen en worden Israël, Marokko en Oekraïne genoemd als de partnerlanden die waarschijnlijk als eerste van deze maatregelen zullen profiteren. De onderhandelingen met Israël werden in september 2007 afgerond en het protocol is in april 2008 ondertekend[7]. De onderhandelingen met Marokko zijn afgerond en die met Oekraïne zijn nog gaande.

In maart 2008 werd besloten onderhandelingen met de Republiek Moldavië te openen en deze zijn inmiddels tot tevredenheid van de Commissie afgerond. De tekst van het protocol waarover met de Republiek Moldavië is onderhandeld, is als bijlage opgenomen.

De Commissie dient hierbij een voorstel in voor een besluit van de Raad betreffende de sluiting van het protocol. Dit protocol omvat een kaderovereenkomst inzake de algemene beginselen voor de deelname van de Republiek Moldavië aan EU-programma's. De overeenkomst omvat standaardbepalingen voor alle partnerlanden van het Europees Nabuurschapsbeleid waarmee dergelijke protocollen zullen worden gesloten. De partijen zullen de bepalingen van het protocol voorlopig toepassen met ingang van de datum van ondertekening.

Overeenkomstig artikel 218, lid 6, onder a), van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie zal het Europees Parlement worden gevraagd de sluiting van dit protocol goed te keuren.

Tegelijkertijd dient de Commissie ook een voorstel in voor een besluit van de Raad betreffende de ondertekening en voorlopige toepassing van het protocol.

De Raad wordt verzocht de aangehechte voorstellen voor besluiten goed te keuren.