Toelichting bij COM(2008)170-1 - Ondertekening van de overeenkomst inzake wetenschappelijke en technologische samenwerking met de regering van Nieuw-Zeeland anderzijds

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

Betreft: Voorstel voor een besluit van de Raad betreffende de ondertekening en sluiting van een overeenkomst inzake wetenschappelijke en technische samenwerking tussen de Europese Gemeenschap enerzijds en de regering van Nieuw-Zeeland anderzijds

Nieuw-Zeeland is het enige niet-Europese industrieland waarmee de EG nog steeds geen overeenkomst inzake wetenschap en technologie heeft gesloten. Momenteel is de samenwerking tussen de Gemeenschap en Nieuw-Zeeland gebaseerd op een technische regeling voor samenwerking inzake wetenschap en technologie tussen de Commissie en de regering van Nieuw-Zeeland, die op 17 mei 1991 is ondertekend en in werking is getreden. Deze regeling voorziet niet in een geïnstitutionaliseerde coördinatie van samenwerkingsactiviteiten en evenmin in specifieke regels betreffende de behandeling en bescherming van intellectuele eigendomsrechten.

Tijdens het afgelopen anderhalf jaar heeft de Nieuw-Zeelandse regering op het hoogste politieke niveau herhaaldelijk te kennen gegeven dat zij de bovengenoemde 'regeling inzake wetenschap en technologie' wil opwaarderen tot een formele overeenkomst. Bovendien heeft de Nieuw-Zeelandse minister voor Onderzoek, wetenschap en technologie in een brief van 17 oktober 2006 aan Commissaris Potočnik concreter gepleit voor een opwaardering. In de brief werd een aantal prioriteitsgebieden aangewezen die van belang zijn voor Nieuw-Zeeland en waar het, met name via het Kaderprogramma, de samenwerking zou willen versterken. Het gaat om de gebieden: voeding, landbouw en biotechnologie, informatie- en communicatietechnologieën, gezondheid, milieu en onderzoekersmobiliteit. Deze gebieden stemmen volledig overeen met de gebieden die de Commissiediensten vanuit Europees oogpunt voor toekomstige samenwerking interessant en veelbelovend achten.

Commissaris Potočnik heeft bijgevolg op 23 november 2006 de brief van de Nieuw-Zeelandse minister voor Onderzoek, wetenschap en technologie beantwoord en bevestigd dat hij deze beoordeling betreffende het nut van een formele samenwerkingsovereenkomst inzake wetenschap en technologie tussen de Gemeenschap en Nieuw-Zeeland onderschreef en de sluiting van een W&T-samenwerkingsakkoord zou toejuichen.

Aldus machtigde de Raad, op voorstel van de Commissie, op 18 september 2007 de Commissie om namens de Europese Gemeenschap over een W&T-samenwerkingsakkoord met de regering van Nieuw-Zeeland te onderhandelen en vaardigde hij de relevante onderhandelingsrichtsnoeren uit. De onderhandelingen hebben geresulteerd in de bijgevoegde ontwerpovereenkomst, die op 20 november 2007 is geparafeerd.

De overeenkomst is in overeenstemming met de onderhandelingsrichtsnoeren: zij steunt op de beginselen van wederzijds voordeel, wederkerige mogelijkheden tot toegang tot elkaars programma's en activiteiten die relevant zijn voor het doel van de overeenkomst, non-discriminatie, de effectieve bescherming van de intellectuele eigendom en billijke deling van intellectuele eigendomsrechten.

Verder bepaalt de overeenkomst in artikel 6, lid 3, onder c, dat het door de twee uitvoerende organen van de partijen opgerichte Gemengd Comité, behoudens de binnenlandse goedkeuringsprocedures van elke partij, naarmate dit vereist is technische wijzigingen in de overeenkomst kan aanbrengen. De twee onderhandelende partijen zijn overeengekomen dat deze technische wijzigingen beperkt moeten worden tot de wijziging van technische termen en referenties die bij de overgang naar een nieuw Kaderprogramma zouden kunnen veranderen. Om te zorgen voor een snelle uitvoering van deze technische wijzigingen en een zware procedure voor wijzigingen die niet van invloed zijn op de inhoud van de overeenkomst te vermijden, verzoekt de Commissie de Raad haar overeenkomstig artikel 300, lid 4, van het EG-Verdrag ertoe te machtigen namens de Gemeenschap de wijzigingen als bedoeld in artikel 6, lid 3, onder c, van de overeenkomst goed te keuren.

Overeenkomstig artikel 13, lid 2, van de overeenkomst wordt zij gesloten voor een eerste periode van vijf jaar en blijft zij na deze eerste periode van kracht tenzij een van beide partijen de andere partij ervan in kennis stelt dat zij wordt opgezegd.

Het onderhandelen over en sluiten van een samenwerkingsovereenkomst inzake wetenschap en technologie met Nieuw-Zeeland is in het belang van Europa. Deze overeenkomst zou het mogelijk maken het samenwerkingspotentieel met dit industrieland volledig te exploiteren. Aangezien al sinds 1991 een informele 'regeling inzake wetenschap en technologie' bestaat, zou de extra administratieve en werkbelasting van een opwaardering relatief beperkt zijn.

In het licht van de bovenstaande overweging stelt de Commissie de Raad voor:

– namens de Europese Gemeenschap de bijgevoegde besluiten goed te keuren;

– de Nieuw-Zeelandse autoriteiten ervan in kennis te stellen dat de Europese Gemeenschap de voor de inwerkingtreding van de overeenkomst noodzakelijke procedures heeft voltooid.

– Voorstel voor een

BESLUIT VAN DE RAAD

betreffende de ondertekening namens de Europese Gemeenschap van de Overeenkomst inzake wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Gemeenschap enerzijds en de regering van Nieuw-Zeeland anderzijds

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, met name op artikel 170 in samenhang met artikel 300, lid 2, eerste alinea, eerste zin,

Gezien het voorstel van de Commissie,

OVERWEGENDE HETGEEN VOLGT:

De Commissie heeft namens de Gemeenschap met de regering van Nieuw-Zeeland onderhandeld over een Overeenkomst inzake wetenschappelijke en technologische samenwerking.

De onderhandelingen hebben geresulteerd in de bijgevoegde overeenkomst, die op 20 november 2007 is geparafeerd.

De overeenkomst waarover de Commissie heeft onderhandeld, dient te worden ondertekend met het oog op de mogelijke sluiting ervan op een later tijdstip,

BESLUIT:

Artikel 1

Onder voorbehoud van sluiting op een latere datum wordt de voorzitter van de Raad hierbij gemachtigd om de persoon aan te wijzen die bevoegd is om de Overeenkomst inzake wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Gemeenschap enerzijds en de regering van Nieuw-Zeeland anderzijds te ondertekenen.

De tekst van de overeenkomst is bij dit besluit gevoegd.

Artikel 2

De Commissie neemt het standpunt van de Gemeenschap aan dat in het bij artikel 6, lid 1, van de overeenkomst opgerichte Gemengd Comité ten aanzien van technische wijzigingen van de overeenkomst in overeenstemming met artikel 6, lid 3, onder c, van de overeenkomst moet worden ingenomen.

Artikel 3

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad.

Gedaan te Brussel, […]

Voor de Raad

De Voorzitter