Toelichting bij COM(2006)169-2 - Sluiting van de Overeenkomst inzake luchtvervoer met de VS anderzijds

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doelstelling


en Over de Overeenkomst inzake luchtvervoer tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten enerzijds en de Verenigde Staten van Amerika anderzijds is onderhandeld krachtens een door de Raad in juni 2003 gegeven mandaat. De luchtdiensten tussen de EU en de VS zijn momenteel geregeld in bilaterale overeenkomsten tussen afzonderlijke lidstaten en de VS. Deze bilaterale overeenkomsten bevatten bepalingen die door het Europese Hof van Justitie in november 2002 onverenigbaar met het gemeenschapsrecht werden verklaard, en daarom is het van essentieel belang dat er een nieuwe communautaire kaderregeling komt voor de luchtdiensten tussen de EU en de VS. De Overeenkomst is een brede eerste fase-overeenkomst waarbij beide partijen zich ertoe verbinden onderhandelingen te beginnen over een tweede fase volgens een vastgelegd tijdschema. Ze zal voldoen aan de juridische eisen van de Gemeenschap en aanzienlijke directe economische voordelen opleveren voor de transatlantische luchtreizigers en -vervoerders.

Algemene achtergrond


Doelstelling van het onderhandelingsmandaat is de instelling van een Open Luchtvaartruimte (OAA) tussen de EU en de VS. Dit betekent dat er één enkele markt voor luchtvervoer tussen de EU en de VS zal komen waarop vrij kan worden geïnvesteerd, en waarop Europese en Amerikaanse luchtvaartmaatschappijen zonder enige beperking ook op de thuismarkten van beide partijen luchtdiensten zullen kunnen leveren. Voor een volledige verwezenlijking van het mandaat zullen ingrijpende wetswijzigingen in de Verenigde Staten nodig zijn, waaronder de opheffing van de bestaande wettelijke beperkingen inzake buitenlandse eigendom van en zeggenschap over Amerikaanse luchtvaartmaatschappijen en inzake cabotage. Deze kwesties liggen in de VS politiek nog steeds uiterst gevoelig. Daarom wordt in het mandaat uitdrukkelijk de mogelijkheid ingeruimd van tenuitvoerlegging van een overeenkomst volgens een gefaseerde aanpak, hoewel een en ander betekent dat er mechanismen moeten komen om vooruitgang in de opeenvolgende fasen te verzekeren. De EU stemde er tijdens de onderhandelingen mee in cabotage niet in de eerste fase-overeenkomst op te nemen, maar gaf wel duidelijk te verstaan dat een eerste fase-overeenkomst voor de EU alleen aanvaardbaar zou zijn als er duidelijke vooruitgang zou worden geboekt bij de opheffing van beperkingen op het gebied van eigendom van en zeggenschap over Amerikaanse luchtvaartmaatschappijen. Op 2 november 2005 publiceerde het Amerikaanse Department of Transportation (DOT) een “Notice of Proposed Rulemaking” (NPRM), waarin het wettelijk voorschrift dat Amerikaanse luchtvaartmaatschappijen onder de “feitelijke zeggenschap” van Amerikaanse burgers moeten zijn zo wordt geïnterpreteerd, dat dit een verruiming betekent van de mogelijkheden voor buitenlandse burgers om te investeren en participeren in het beheer van Amerikaanse luchtvaartmaatschappijen. Op basis van de onderhandelingsrichtlijnen van het mandaat is de tekst van de Overeenkomst met de Verenigde Staten van Amerika door de Commissie gefinaliseerd op de finale onderhandelingsronde op 18 november 2005. Bij de finalisering van de tekst van de Overeenkomst verklaarde de EU dat bij de besluitvorming inzake de vraag of met de Overeenkomst zal worden doorgegaan, de Europese Gemeenschap en haar lidstaten bij hun beschouwing van de resultaten van het NPRM-proces zullen kijken of er een definitieve regel is. Aanname van het besluit door de Raad hangt dus af van een eerdere aanname door het Amerikaanse DOT van een definitieve regel die naar het oordeel van de Raad duidelijke betekenisvolle en ingrijpende wijzigingen van het Amerikaans beleid terzake inhoudt. Indien de definitieve regel van het DOT tijdig wordt bekendgemaakt en indien de beoordeling door de Raad positief uitvalt, zal de ondertekening van de overeenkomst naar verwachting in de eerste helft van 2006 plaatsvinden.

a

Bestaande bepalingen op het door het voorstel bestreken gebied


De bepalingen van de Overeenkomst komen in de plaats van de huidige 20 bilaterale luchtvervoersovereenkomsten tussen lidstaten en de Verenigde Staten.

Verenigbaarheid met de overige beleidslijnen en doelstellingen van de Unie Sluiting van een luchtvervoersovereenkomst met de Verenigde Staten vormt reeds sinds lange tijd een prioriteit voor de EU en is een essentiële stap in de ontwikkeling van het externe luchtvaarbeleid van de EU als omschreven in mededeling COM(2005) 79 def. van de Commissie, getiteld: “ontwikkeling van de agenda voor het externe luchtvaarbeleid van de Gemeenschap”. De Overeenkomst dient ook een fundamentele doelstelling van het externe luchtvaartbeleid van de Gemeenschap, omdat zij de bestaande bilaterale luchtvervoersovereenkomsten met het gemeenschapsrecht in overeenstemming zal brengen.

RAADPLEGING VAN DE BETROKKEN PARTIJEN EN EFFECTBEOORDELING

Raadpleging van de betrokken partijen

Wijze van raadpleging, voornaamste betrokken sectoren en algemeen profiel van de respondenten Het gehele onderhandelingsproces door heeft de Commissie uitgebreid overleg gepleegd met de betrokkenen, met name in het kader van geregelde samenkomsten met het Overlegforum, bestaande uit vertegenwoordigers van luchtvaartmaatschappijen, luchthavens en vakbonden.

Samenvatting van de reacties en hoe daarmee rekening is gehouden


Er zijn meer dan 10 samenkomsten geweest met het Overlegforum en daarbij zijn alle onderdelen van de onderhandelingen uitgebreid besproken. Bij de voorbereiding van het onderhandelingsstandpunt van de Gemeenschap is naar behoren rekening gehouden met alle opmerkingen van de betrokkenen.

Inwinning en gebruik van deskundige adviezen

Advisering door externe deskundigen was niet nodig.

Effectbeoordeling


De Overeenkomst vormt een belangrijke eerste stap op de weg naar verwezenlijking van het uiteindelijke doel van de Gemeenschap: schepping van een EU-VS Open Luchtvaartruimte. Volgens een rapport dat in opdracht van de Commissie in 2002 is opgesteld door Amerikaanse adviesbureaus, de Brattle Group, zal een EU-VS open luchtvaartruimte meer dan 17 miljoen passagiers extra per jaar en voor minstens 5 miljard euro per jaar consumentenvoordelen opleveren, terwijl de werkgelegenheid aan beide zijden van de Atlantische Oceaan zal stijgen. De Overeenkomst voorziet in de oprichting van een Gemengd Comité dat tot taak krijgt zich bezig te houden met de tenuitvoerlegging van de Overeenkomst en de effecten daarvan te bekijken.

1.

Juridische aspecten van het voorstel



Korte samenvatting van de voorgestelde maatregel De Overeenkomst is een brede eerste fase-overeenkomst, die in de plaats komt van de huidige bilaterale overeenkomsten die lidstaten met de Verenigde Staten hebben gesloten. Door de Overeenkomst worden alle bestaande beperkingen op de rechten van communautaire en Amerikaanse luchtvaartmaatschappijen om tussen punten in de Europese Gemeenschap en punten in de Verenigde Staten te vliegen opgeheven. In verband hiermee neemt de Overeenkomst de belemmeringen weg die de communautaire luchtvaartmaatschappijen beletten te profiteren van het recht van vestiging binnen de Gemeenschap, het recht op non-discriminatoire markttoegang inbegrepen, in verband met de levering van luchtdiensten naar en vanuit de Verenigde Staten, belemmeringen waarvan het bestaan is vastgesteld in de vonnissen van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen in de zaken C-466/98, C-467/98, C-468/98, C-469/98, C-471/98, C-472/98, C-475/98 en C-476/98.

Rechtsgrondslag


Artikel 80, lid 2, in samenhang met de eerste zin van de eerste alinea van artikel 300, lid 2, en de eerste alinea van artikel 300, lid 3.

Subsidiariteitsbeginsel


Het subsidiariteitsbeginsel is van toepassing voorzover het voorstel niet onder de uitsluitende bevoegdheid van de Gemeenschap valt.

De doelstellingen van het voorstel kunnen niet in voldoende mate door de lidstaten worden bereikt om de volgende reden(en).

De Overeenkomst voorziet in nieuwe regelingen op gemeenschapsniveau voor de levering van transatlantische luchtdiensten, die in de plaats zullen komen van de bestaande door de afzonderlijke lidstaten gemaakte afspraken. De Overeenkomst creëert uniforme voorwaarden voor markttoegang voor alle communautaire luchtvaartmaatschappijen tegelijk en voert nieuwe regelingen in voor samenwerking op regelgevingsgebied tussen de Europese Gemeenschap en de Verenigde Staten op gebieden die van essentieel belang zijn voor een veilige en efficiënte exploitatie van transatlatische luchtdiensten. Met name zal er intensievere samenwerking komen in aangelegenheden met betrekking tot beveiliging en veiligheid van de luchtvaart. Er komen ook nieuwe regelingen voor de samenwerking tussen de mededingingsautoriteiten van beide partijen met betrekking tot de toepassing op de internationale luchtvaart van hun respectievelijke mededingingsregels die van invloed zijn op de transatlantische markt. Deze regelingen zijn alleen mogelijk op communautair niveau, omdat het hier gaat om een aantal gebieden waarop uitsluitend de Gemeenschap bevoegd is.

De doelstellingen van het voorstel kunnen beter met een communautaire maatregel worden bereikt, en wel om de volgende reden(en).

De Overeenkomst voorziet in de gelijktijdige uitbreiding van haar bepalingen tot de 25 lidstaten, waarbij dezelfde regels zonder discriminatie van toepassing zijn op en ten goede komen aan alle luchtvaartmaatschappijen, ongeacht hun nationaliteit. De luchtvaartmaatschappijen kunnen nu vrij vluchten uitvoeren vanuit ieder punt in de Europese Unie naar ieder punt in de Verenigde Staten.

Dankzij opheffing van alle markttoegangsbeperkingen tussen de EU en de Verenigde Staten zullen niet alleen nieuwe spelers op de markt komen en gelegenheden worden geschapen om op onvoldoende bediende luchthavens te vliegen, maar zal ook de consolidatie tussen communautaire luchtvaartmaatschappijen worden bevorderd.

De Overeenkomst verzekert alle communautaire luchtvaartmaatschappijen van toegang tot commerciële mogelijkheden, zoals de levering van vliegtuigen met bemanning aan Amerikaanse luchtvaartmaatschappijen, hetgeen geen enkele lidstaat in bilaterale onderhandelingen heeft kunnen bedingen. Eén van de voornaamste doelstellingen van het mandaat is gelijke mededingingsvoorwaarden te scheppen voor alle Europese en Amerikaanse luchtvaartmaatschappijen. Hiervoor is intensieve samenwerking op regelgevingsgebied vereist, hetgeen alleen mogelijk is op Gemeenschapsniveau.

Het voorstel strookt derhalve met het subsidiariteitsbeginsel.

Evenredigheidsbeginsel


Het voorstel strookt met het evenredigheidsbeginsel om de volgende reden(en).

Er wordt een Gemengd Comité opgericht voor het bespreken van kwesties met betrekking tot de tenuitvoerlegging van de Overeenkomst. Genoemd comité zal overleg over nieuwe initiatieven of ontwikkelingen op het gebied van wet- en regelgeving bevorderen en mogelijke gebieden voor verdere uitbreiding van de Overeenkomst bekijken. Het Gemengd Comité zal zijn samengesteld uit vertegenwoordigers van de Commissie en de lidstaten.

Voorts zullen de lidstaten doorgaan met de uitvoering van hun traditionele administratieve taken in het kader van het internationaal luchtvervoer, maar dan wel volgens gemeenschappelijke regels die op uniforme wijze worden toegepast.

Keuze van rechtsmiddelen

Voorgestelde rechtsmiddelen: andere.

Andere rechtsmiddelen zijn niet geschikt om de volgende reden(en). Externe luchtvaartbetrekkingen kan alleen kracht worden bijgezet door internationale overeenkomsten.

2.

Gevolgen voor de begroting



Het voorstel heeft geen gevolgen voor de gemeenschapsbegroting.

1. Voorstel voor een

BESLUIT VAN DE RAAD EN DE VERTEGENWOORDIGERS VAN DE REGERINGEN VAN DE LIDSTATEN VAN DE EUROPESE UNIE IN HET KADER VAN DE RAAD BIJEEN

inzake de ondertekening en voorlopige toepassing van de Overeenkomst inzake luchtvervoer tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten enerzijds en de Verenigde Staten van Amerika anderzijds

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE EN DE VERTEGENWOORDIGERS VAN DE REGERINGEN VAN DE LIDSTATEN IN HET KADER VAN DE RAAD BIJEEN

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, met name op artikel 80, lid 2, in samenhang met de eerste zin van de eerste alinea van artikel 300, lid 2

Overwegende hetgeen volgt:

de Commissie heeft namens de Gemeenschap en de lidstaten onderhandeld over een Overeenkomst inzake luchtvervoer met de Verenigde Staten van Amerika (hierna te noemen de “Overeenkomst”);

de Overeenkomst is geparafeerd op …………;

onder voorbehoud van sluiting op een later tijdstip dient de Overeenkomst te worden ondertekend en voorlopig te worden toegepast door de Gemeenschap en de lidstaten;

momenteel schrijft de wet in de Verenigde Staten onder meer voor dat een luchtvaartmaatschappij alleen een vergunning krijgt als Amerikaanse luchtvaartmaatschappij, indien de “feitelijke zeggenschap” in handen is van Amerikaanse burgers. Deze eis is door het Amerikaanse Department of Transportation geïnterpreteerd in een algemene beleidsverklaring in Part 399.88 van titel 4 van de Code of Federal Regulations (hierna te noemen“CFR 4 Part 399.88”);

de Overeenkomst berust op de afspraak dat de Verenigde Staten de in CFR 14 part 399.88 neergelegde interpretatie van de wettelijk voorgeschreven “feitelijke zeggenschap” op zodanige wijze zullen toepassen dat de onderdanen van de lidstaten die geïnvesteerd hebben in een luchtvaartmaatschappij van de Verenigde Staten de mogelijkheid krijgen in evenredige mate invloed uit te oefenen op de commerciële activiteiten van deze luchtvaartmaatschappij. Indien de luchtvaartautoriteiten of de rechtbanken van de Verenigde Staten CF 14 399.88 niet op genoemde wijze interpreteren dan wel toepassen, of indien genoemde bepaling wordt gewijzigd, herroepen, ingetrokken of nietig verklaard, dienen de Gemeenschap en de lidstaten de voorlopige toepassing van de Overeenkomst op te schorten, tenzij genoemde bepaling wordt vervangen door een andere bepaling die de communautaire investeerders een even gunstige behandeling toekent;

er moeten procedures worden vastgesteld volgens welke, indien van toepassing, wordt beslist hoe de voorlopige toepassing van de Overeenkomst moet worden opgeschort. Voorts moeten er passende procedures worden vastgesteld voor de deelneming van de Gemeenschap en de lidstaten aan het bij artikel 17 van de Overeenkomst opgericht Gemengd Comité en aan de in artikel 18 van de Overeenkomst voorziene arbitrageprocedures, alsmede voor de tenuitvoerlegging van bepaalde bepalingen van de Overeenkomst betreffende beveiliging, veiligheid, verkeersrechten en overheidssteun.

BESLUITEN:

Artikel 1 (Ondertekening)

Onder voorbehoud van een mogelijke sluiting op een latere datum wordt de voorzitter van de Raad bij deze gemachtigd de persoon aan te wijzen die de bevoegdheid heeft namens de Gemeenschap de Overeenkomst inzake luchtvervoer tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten enerzijds en de Verenigde Staten anderzijds te ondertekenen. De tekst van de Overeenkomst is bij dit besluit gevoegd.

Artikel 2 (Voorlopige toepassing)

1. In afwachting van haar inwerkingtreding wordt de Overeenkomst voorlopig toegepast door de Gemeenschap en de lidstaten met ingang van […].

2. Een besluit om de voorlopige toepassing van de Overeenkomst op te schorten en daarvan mededeling te doen aan de Verenigde Staten overeenkomstig artikel 24, lid 2, van de Overeenkomst, en een besluit om deze mededeling in te trekken wordt op voorstel van de Commissie met eenparigheid van stemmen namens de Gemeenschap en de lidstaten door de Raad genomen,.

3. Indien de Raad overeenkomstig de procedure van lid 2 vaststelt dat

a) CFR 14 Part 399.88, of enige latere bepaling, door de luchtvaartautoriteiten of de rechtbanken van de Verenigde Staten wordt geïnterpreteerd of toegepast op een wijze die de onderdanen van de lidstaten die in een luchtvaartmaatschappij van de Verenigde Staten hebben geïnvesteerd niet de mogelijkheid biedt om een evenredige mate van invloed uit te oefenen op de commerciêle activiteiten van deze luchtvaartmaatschappij, met uitzondering van zaken met betrekking tot beveiliging, veiligheid en de verplichtingen van de Civil Reserve Air Fleet; of

b) CFR 14 Part 399.88, of enige latere bepaling, zodanig gewijzigd wordt dat zij de onderdanen van de lidstaten die in een luchtvaartmaatschappij van de Verenigde Staten hebben geïnvesteerd een minder gunstige behandeling biedt dan CFR 14 Part 399.88; of

c) CFR 14 Part 399.88, of enige latere bepaling, ingetrokken, herroepen of nietig verklaard wordt, tenzij zij wordt vervangen door een andere bepaling die de onderdanen van de lidstaten die in een luchtvaartmaatschappij van de Verenigde Staten hebben geïnvesteerd een behandeling biedt die niet minder gunstig is dan CFR 14 Part 399.88.

doet hij de in artikel 24, lid 2, van de Overeenkomst voorziene mededeling.

Arti kel 3 (Gemengd Comité)

1. De Gemeenschap en de lidstaten worden in het krachtens artikel 17 van de Overeenkomst opgerichte Gemengd Comité vertegenwoordigd door de Commissie, bijgestaan door vertegenwoordigers van de lidstaten.

2. Het door de Gemeenschap en haar lidstaten in het Gemengd Comité in te nemen standpunt inzake onder de artikelen 17 en 19 van de Overeenkomst vallende zaken of zaken die geen besluit met juridische gevolgen vereisen, wordt vastgesteld door de Commissie. In alle andere gevallen wordt het standpunt van de Gemeenschap en haar lidstaten vastgesteld door de Raad die op voorstel van de Commissie met gekwalificeerde meerderheid van stemmen besluit.

Artikel 4 (Arbitrage)

1. Bij de arbitrageprocedure in het kader van artikel 18 van de Overeenkomst worden de Gemeenschap en de lidstaten door de Commissie vertegenwoordigd.

2. Het besluit om de toepassing van voordelen overeenkomstig artikel 18, lid 7 op te schorten wordt genomen door de Raad op basis van een voorstel van de Commissie. In onder de exclusieve bevoegdheid van de Gemeenschap vallende zaken besluit de Raad met gekwalificeerde meerderheid van stemmen.

3. Iedere andere krachtens artikel 18 van de Overeenkomst te nemen maatregel wordt genomen door de Commissie, met de hulp van een Speciaal Comité van door de Raad benoemde vertegenwoordigers van de lidstaten.

Art ikel 5 (Verkeersrechten)

1. De lidstaten stellen de Commissie van tevoren in kennis van een beslissing die zij uit hoofde van artikel 4 of 5 van de Overeenkomst willen nemen.

2. Als de Commissie van mening is dat een beslissing die een lidstaat uit hoofde van artikel 4 of 5 van de Overeenkomst heeft genomen of voornemens is te nemen onverenigbaar is met de Overeenkomst, stelt zij een besluit op waarin de lidstaat gevraagd wordt de nodige maatregelen te nemen om aan de Overeenkomst te voldoen. De Raad en de lidstaten worden in kennis gesteld van het besluit van de Commissie. Een lidstaat kan het besluit van de Commissie binnen tien werkdagen na mededeling aan de Raad voorleggen. De Raad kan een andere beslissing nemen binnen een maand na de doorverwijzing. De Raad besluit met gekwalificeerde meerderheid van stemmen.

Arti kel 6 (Veiligheid)

De lidstaten stellen de Commissie onmiddellijk in kennis van verzoeken of aanmeldingen die zij uit hoofde van artikel 7 van de Overeenkomst hebben gedaan of ontvangen.

Arti kel 7 (Beveiliging)

De lidstaten stellen de Commissie onmiddellijk in kennis van verzoeken of aanmeldingen die zij uit hoofde van artikel 8 van de Overeenkomst hebben gedaan of ontvangen.

Arti kel 8 (Overheidssubsidies en -steun)

1. Indien een lidstaat denkt dat door een overheidsinstantie overwogen of verleende subsidie of steun op het grondgebied van de Verenigde Staten de in artikel 13, lid 2, van de Overeenkomst bedoelde nadelige invloed op de mededinging zal hebben, kan hij de zaak onder de aandacht van de Commissie brengen. De Commissie kan zich tot genoemde instantie richten of vragen om een bijeenkomst van het uit hoofde van artikel 17 van de Overeenkomst opgerichte Gemengd Comité.

2. Wanneer de Verenigde Staten uit hoofde van artikel 13, lid 3, van de Overeenkomst contact met hen opneemt, stellen de lidstaten de Commissie daarvan onmiddellijk in kennis.

Gedaan te Brussel,

Voor de Raad

De voorzitter