Toelichting bij SEC(2004)827 - Bestaan van een buitensporig tekort in Polen

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

dossier SEC(2004)827 - Bestaan van een buitensporig tekort in Polen.
bron SEC(2004)827 NLEN
datum 24-06-2004
Op 7 april 2004 heeft de Commissie haar voorjaarsprognoses 2004 gepubliceerd i. Volgens deze prognoses, waarin rekening werd gehouden met de door Polen in maart 2004 meegedeelde cijfers, steeg het overheidstekort in Polen van 3,6% van het BBP in 2002 i tot 4,1% van het BBP in 2003, waarmee de in het Verdrag vastgelegde referentiewaarde van 3% van het BBP is overschreden.



Op grond van dit bewijsmateriaal heeft de Commissie op 12 mei 2004 de buitensporigtekortprocedure ten aanzien van Polen ingeleid met de goedkeuring van het verslag als bedoeld in artikel 104, lid 3, van het Verdrag i. Op 17 mei 2004 ontving de Commissie het convergentieprogramma van Polen, waarin werd bevestigd dat het tekort in 2003 4,1% van het BBP beliep.


De toepassing van de buitensporigtekortprocedure (BTP) is geregeld bij artikel 104 van het Verdrag en bij Verordening (EG) nr. 1467/97 van de Raad 'over de bespoediging en verduidelijking van de tenuitvoerlegging van de procedure bij buitensporige tekorten', die deel uitmaakt van het stabiliteits- en groeipact i. De landen die op 1 mei 2004 tot de EU zijn toegetreden, zijn lidstaten met een derogatie. Deze dienen weliswaar buitensporige tekorten te vermijden, maar sancties uit hoofde van artikel 104, leden 9 en 11, van het Verdrag kunnen aan hen niet worden opgelegd.


In het Commissieverslag op grond van artikel 104, lid 3, van het Verdrag werd geconcludeerd dat het feit dat het Poolse tekort in 2003 de in het Verdrag vastgelegde referentiewaarde van 3% van het BBP overschreed, niet werd veroorzaakt door een buiten de macht van de Poolse autoriteiten vallende ongewone gebeurtenis en evenmin het gevolg was van een ernstige economische neergang in de zin van het stabiliteits- en groeipact, aangezien de reële BBP-groei in 2003 3,7% bedroeg. Ten aanzien van de ontwikkelingen in 2004 werd in het verslag geconcludeerd dat het overheidstekort zal toenemen en opnieuw hoger dan 3% van het BBP zal uitkomen. Met name wordt in de voorjaarsprognoses 2004 van de Commissie voor 2004 een overheidstekort van 6,0% van het BBP verwacht, welk percentage hoger is dan de 5,7% van het BBP die door de Poolse autoriteiten in het convergentieprogramma werd voorspeld.

In het Commissieverslag, dat op de voorjaarsprognoses 2004 van de Commissie is gebaseerd, wordt ook geconcludeerd dat de schuldquote, die in 2003 op 45,4% van het BBP uitkwam, in 2004 onder de in het Verdrag vastgelegde referentiewaarde van 60% zal blijven. Met name wordt in de voorjaarsprognoses 2004 van de Commissie verwacht dat de schuldquote in 2004 49,1% van het BBP zal bedragen, wat overeenkomt met de 49% van het BBP die door de Poolse autoriteiten in het convergentieprogramma werd voorspeld. De cijfers voor het overheidstekort en de overheidsschuld zullen naar boven moeten worden bijgesteld indien de open pensioenfondsen van de overheidssector worden uitgesloten ten vervolge op het besluit van Eurostat inzake de classificatie van pensioenstelsels op basis van kapitaaldekking.

In artikel 104, lid 4, van het Verdrag wordt bepaald dat 'het in artikel 114 bedoelde Comité (d.i. het Economisch en Financieel Comité) advies uitbrengt over het verslag van de Commissie'. Het Comité bracht advies uit op 24 mei 2004 en sloot zich daarin aan bij de beoordeling van het Commissieverslag. Met name kwam het comité tot de conclusie dat de begrotingssituatie in Polen wees op het bestaan van een buitensporig tekort overeenkomstig het eerste van de twee in artikel 104, lid 2, van het Verdrag vastgelegde criteria voor het vaststellen van dergelijke tekorten. Andere relevante factoren werden in aanmerking genomen, met name de budgettaire situatie op middellange termijn en de investeringsquote van de overheid, doch dit veranderde de op de criteria zelf gebaseerde beoordeling niet. Het Comité achtte het tevens waarschijnlijk dat het overheidstekort ook in 2004 de in het Verdrag vastgelegde referentiewaarde zou overschrijden en dat de brutoschuld van de totale overheid in 2004 onder de referentiewaarde van 60% van het BBP zou blijven.

Na onderzoek van alle relevante factoren die in haar verslag in aanmerking zijn genomen en gezien het advies van het Comité is de Commissie van mening dat er in Polen een buitensporig tekort bestaat. Dit advies, dat op 24 juni 2004 door de Commissie werd goedgekeurd, is aan de Raad uitgebracht overeenkomstig artikel 104, lid 5, van het Verdrag. De Commissie beveelt de Raad aan dienovereenkomstig te besluiten conform artikel 104, lid 6, en richt hierbij een aanbeveling voor een beschikking in die zin tot de Raad. Bovendien dient de Commissie overeenkomstig artikel 104, lid 7, van het Verdrag bij de Raad een aanbeveling in voor een tot Polen te richten aanbeveling van de Raad om te bereiken dat het buitensporige tekort wordt verholpen.


1.

Aanbeveling voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD betreffende het bestaan van een buitensporig tekort in Polen



DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 104, lid 6,

Gezien de aanbeveling van de Commissie,

Gezien de opmerkingen van Polen,

Overwegende hetgeen volgt:

Overeenkomstig artikel 104 van het Verdrag dienen de lidstaten buitensporige tekorten te vermijden. Dit geldt ook voor lidstaten met een derogatie, wat het geval is voor alle landen die op 1 mei 2004 tot de EU zijn toegetreden.

Het stabiliteits- en groeipact is gebaseerd op de doelstelling van deugdelijke openbare financiën als middel om de voorwaarden voor prijsstabiliteit en voor een tot werkgelegenheidsschepping leidende sterke duurzame groei te verbeteren.

De buitensporigtekortprocedure van artikel 104 voorziet in een beschikking betreffende het bestaan van een buitensporig tekort terwijl het aan het Verdrag gehechte protocol betreffende de procedure bij buitensporige tekorten nadere bepalingen betreffende de toepassing van de buitensporigtekortprocedure bevat. Verordening (EG) nr. 3605/93 van de Raad i, zoals gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 475/2000 i van de Raad en Verordening (EG) nr. 351/2002 i van de Commissie, bevat gedetailleerde regels en definities voor de toepassing van de bepalingen van genoemd protocol.




Krachtens artikel 104, lid 5, van het Verdrag moet de Commissie advies uitbrengen aan de Raad indien zij van oordeel is dat er in een lidstaat een buitensporig tekort bestaat of kan ontstaan. Na onderzoek van alle relevante factoren waarmee in haar verslag op grond van artikel 104, lid 3, rekening is gehouden en gezien het advies van het Economisch en Financieel Comité overeenkomstig artikel 104, lid 4, kwam de Commissie in haar advies van 24 juni 2004 tot de conclusie dat er in Polen een buitensporig tekort bestaat.

In artikel 104, lid 6, van het Verdrag wordt bepaald dat de Raad rekening moet houden met de opmerkingen die de betrokken lidstaat eventueel wenst te maken, alvorens, na een algehele evaluatie te hebben gemaakt, te besluiten of er al dan niet een buitensporig tekort bestaat.

De algehele evaluatie leidt tot de volgende conclusies. Het overheidstekort beliep in Polen in 2003 4,1% van het BBP, wat een overschrijding is van de in het Verdrag vastgelegde referentiewaarde van 3% van het BBP. Het feit dat het overheidstekort de referentiewaarde overschreed, werd niet veroorzaakt door een ongewone gebeurtenis die buiten de macht van de Poolse autoriteiten viel en was evenmin het gevolg van een ernstige economische neergang in de zin van het stabiliteits- en groeipact. Het overheidstekort zal naar wordt verwacht in 2004 boven 3% van het BBP blijven. Met name zal het tekort volgens de voorjaarsprognoses 2004 van de Commissie in 2004 op 6,0% van het BBP uitkomen, terwijl in het convergentieprogramma van Polen een tekort van 5,7% van het BBP wordt verwacht. Waarschijnlijk zal de schuldquote, die in 2003 45,4% bedroeg, in 2004 onder de in het Verdrag vastgelegde referentiewaarde van 60% van het BBP blijven. De cijfers voor het overheidstekort en de overheidsschuld zullen naar boven moeten worden bijgesteld indien de open pensioenfondsen van de overheidssector worden uitgesloten ten vervolge op het besluit van Eurostat inzake de classificatie van pensioenstelsels op basis van kapitaaldekking.

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING VASTGESTELD:

2.

Artikel 1


Uit een algehele evaluatie volgt dat er in Polen een buitensporig tekort bestaat.

3.

Artikel 2


Deze beschikking is gericht tot de Republiek Polen.

Gedaan te Brussel, [5 juli] 2004.

4.

Voor de Raad


De Voorzitter

[...]