Toelichting bij SEC(2005)657 - Ontwerp Besluit van de Gemengde Commissie EG-EVA “Gemeenschappelijk Douanevervoer” tot wijziging van de Overeenkomst van 20 mei 1987 betreffende een gemeenschappelijke regeling inzake douanevervoer - Ontwerp gemeenschappelijk standpunt van de EG

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

Motivering en doel van het voorstel Het doel van het voorstel is te waarborgen dat volledig gebruik wordt gemaakt van het nieuwe geautomatiseerde systeem voor douanevervoer (NCTS) in het kader van de Overeenkomst betreffende een gemeenschappelijke regeling inzake douanevervoer, die op één lijn is gebracht met het Gemeenschapsrecht.

Algemene context


NCTS is volledig operationeel en heeft bewezen een betrouwbaar en tot tevredenheid functionerend systeem te zijn voor zowel douaneautoriteiten als economische operatoren.

Bestaande bepalingen op het door het voorstel bestreken gebied


Er zijn geen bestaande bepalingen op het door het voorstel bestreken gebied.

Samenhang met andere beleidsgebieden en doelstellingen van de Unie


Niet van toepassing.

1.

Raadpleging van belanghebbende partijen en effectbeoordeling



Raadpleging van belanghebbende partijen



Wijze van raadpleging, voornaamste geraadpleegde sectoren en algemeen profiel van de respondenten Contacten met economische operatoren in het kader van de Contactgroep Douanevervoer.

Samenvatting van de reacties en hoe daarmee rekening is gehouden


Aangezien het voorstel een aanpassing aan het Gemeenschapsrecht inhoudt, is het door het bedrijfsleven positief ontvangen.

Bijeenbrengen en benutten van deskundigheid



Er hoefde geen beroep te worden gedaan op externe deskundigheid.

Effectbeoordeling


Geen aanpassing aan het Gemeenschapsrecht zou inhouden dat er twee verschillende systemen voor douanevervoer in gebruik zouden zijn. Door aanpassing aan het Gemeenschapsrecht is één systeem voldoende.

2.

Juridische aspecten van het voorstel



Samenvatting van de voorgestelde maatregelen


Aangezien het geautomatiseerde systeem voor douanevervoer volledig operationeel is in alle landen die de Overeenkomst betreffende een gemeenschappelijke regeling inzake douanevervoer hebben ondertekend en heeft bewezen betrouwbaar te zijn en tot tevredenheid te functioneren voor zowel douaneautoriteiten als economische operatoren, is het niet langer economisch verantwoord toe te staan dat formaliteiten worden verricht op grond van een schriftelijke aangifte voor douanevervoer, met uitzondering van uitzonderlijke gevallen, zoals wanneer de douane of de operator geen beschikking heeft over een geautomatiseerd systeem, of in geval van aangiften door reizigers. Het besluit om schriftelijke aangiften van douanevervoer toe te staan wordt echter overgelaten aan de individuele overeenkomstsluitende partijen, zodat zoveel mogelijk wordt tegemoetgekomen aan de algemene eisen in het desbetreffende land. Aangezien bepaalde landen de ontwikkeling van de nodige instrumenten en verbindingen moeten afronden om alle ondernemers op het geautomatiseerde douanevervoersysteem te kunnen aansluiten, dient te worden voorzien in een overgangsperiode waarin het gebruik van schriftelijke aangiften voor douanevervoer toegestaan blijft. De bevoegde autoriteiten die schriftelijke aangiften voor douanevervoer aanvaarden, moeten zorgdragen voor de uitwisseling van gegevens over het douanevervoer tussen de bevoegde autoriteiten door middel van informatietechnologie en computernetwerken, behalve in gevallen waarin het geautomatiseerde systeem van de douane of de applicatie van de aangever niet functioneert. Ditt is de bedoeling van Ontwerpbesluit nr. XX/2005 van de Gemengde Commissie EG/EVA. De EG-EVA-werkgroep “gemeenschappelijk douanevervoer” heeft over dit ontwerpbesluit een positief advies uitgebracht. Dit ontwerpbesluit wordt aan de Raad voorgelegd om een standpunt van de Gemeenschap vast te stellen ten behoeve van de definitieve goedkeuring door de EG-EVA-werkgroep “gemeenschappelijk douanevervoer” door middel van de schriftelijke procedure.

Rechtsgrond


Artikel 15, lid 3, onder a), van de Overeenkomst van 20 mei 1987 betreffende een gemeenschappelijke regeling inzake douanevervoer.

Subsidiariteitsbeginsel


Voor deze maatregelen is uitsluitend de Gemeenschap bevoegd. Het subsidiariteitsbeginsel is derhalve niet van toepassing.

Evenredigheidsbeginsel


Aangezien het voorstel een wijziging van een internationale overeenkomst betreft om deze aan te passen aan het Gemeenschapsrecht, is het evenredigheidsbeginsel niet van toepassing.

Keuze van het instrument



Voorgestelde instrumenten: overige

Andere middelen zouden om de volgende reden(en) niet geschikt zijn: Aangezien het voorstel een wijziging betreft van een internationale overeenkomst om deze aan te passen aan het Gemeenschapsrecht, zijn andere middelen niet geschikt.

3.

Gevolgen voor de begroting



De voorgestelde verordening heeft geen consequenties voor de Gemeenschapsbegroting.

4.

Aanvullende informatie



Simulatie, proefperiode en overgangsperiode

Een simulatie of een proefperiode voor het voorstel heeft plaatsgevonden of zal plaatsvinden.

Er is of zal worden voorzien in een overgangsperiode voor het voorstel.

Vereenvoudiging



Het voorstel voorziet in vereenvoudiging van de administratieve procedures voor autoriteiten (op EU of nationaal niveau), en in vereenvoudiging van de administratieve procedures voor de particuliere sector.

Er komt één enkele procedure (geautomatiseerd in plaats van schriftelijk) voor de controle op douanevervoer.

Er komt één enkele procedure en de mogelijkheid voor economische operatoren om de status van de procedure te volgen voor een aantal lidstaten en EVA-landen.

1. Ontwerp

BESLUIT VAN DE GEMENGDE COMMISSIE EG-EVA “GEMEENSCHAPPELIJK DOUANEVERVOER”

tot wijziging van de Overeenkomst van 20 mei 1987 betreffende een gemeenschappelijke regeling inzake douanevervoer

DE GEMENGDE COMMISSIE,

Gelet op de Overeenkomst van 20 mei 1987 betreffende een gemeenschappelijke regeling inzake douanevervoer i, en met name op artikel 15, lid 3, onder a),

Overwegende hetgeen volgt:

Het geautomatiseerde systeem voor douanevervoer is volledig operationeel bij alle overeenkomstsluitende partijen bij de regeling gemeenschappelijk douanevervoer. Het systeem is betrouwbaar gebleken en functioneert tot tevredenheid voor zowel douaneautoriteiten als economische operatoren.

Onder deze omstandigheden is het niet langer economisch gerechtvaardigd toe te staan dat formaliteiten worden uitgevoerd op grond van een schriftelijke aangifte voor douanevervoer, aangezien het gebruik hiervan inhoudt dat de bevoegde autoriteiten verplicht zijn de gegevens van de aangifte handmatig in te voeren in het geautomatiseerde systeem.

Het besluit om schriftelijke aangiften van douanevervoer toe te staan wordt echter overgelaten aan de individuele overeenkomstsluitende partijen, zodat zoveel mogelijk wordt tegemoetgekomen aan de algemene eisen in het desbetreffende land.

Het gebruik van schriftelijke aangiften voor douanevervoer zou in uitzonderlijke gevallen moeten worden toegestaan, indien het geautomatiseerde systeem van de douane of de applicatie van de operator niet werkt, zodat economische operatoren dan toch douanevervoer kunnen uitvoeren.

Om reizigers in staat te stellen douanevervoer uit te voeren, dienen de bevoegde autoriteiten het gebruik van schriftelijke aangiften voor douanevervoer toe te staan indien reizigers niet rechtstreeks toegang hebben tot het geautomatiseerde douanevervoersysteem.

Aangezien bepaalde landen de nodige instrumenten en verbindingen moeten ontwikkelen en toepassen om alle ondernemers op het geautomatiseerde douanevervoersysteem te kunnen aansluiten, dient te worden voorzien in een overgangsperiode waarin het gebruik van schriftelijke aangiften voor douanevervoer toegestaan blijft.

De bevoegde autoriteiten die schriftelijke aangiften voor douanevervoer aanvaarden, moeten zorgdragen voor de uitwisseling van gegevens over het douanevervoer tussen de bevoegde autoriteiten door middel van informatietechnologie en computernetwerken, behalve in gevallen waarin het geautomatiseerde systeem van de douane of de applicatie van de aangever niet functioneert.

De relevante bepalingen moeten derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd,

BESLUIT:

Artikel 1

Aanhangsel I bij de Overeenkomst van 20 mei 1987 wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij dit besluit.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de datum waarop het wordt vastgesteld.

Het is van toepassing met ingang van 1 juli 2005.

De bevoegde autoriteiten mogen echter tot uiterlijk 31 december 2006 schriftelijke aangiften van douanevervoer aanvaarden.

Indien de bevoegde autoriteiten besluiten na 1 juli 2005 schriftelijke aangiften van douanevervoer te aanvaarden, dienen zij dit besluit voor 1 juli 2005 schriftelijk aan de Commissie mede te delen. In dit geval dragen de bevoegde autoriteiten van deze landen zorg voor de uitwisseling van de gegevens over het douanevervoer tussen de bevoegde autoriteiten door middel van informatietechnologie en computernetwerken.

Gedaan te […], […]

Voor het Gemengd Comité

De voorzitter

BIJLAGE

Aanhangsel I wordt als volgt gewijzigd:

1. Artikel 17 wordt vervangen door:

“Aangiften van douanevervoer door middel van systemen voor automatische gegevensverwerking

Artikel 17

1. Aangiften voor douanevervoer worden ingediend bij het kantoor van vertrek met behulp van een systeem voor automatische gegevensverwerking.

2. Aangiften voor douanevervoer die met behulp van genormaliseerde EDI-berichten worden gedaan, dienen overeen te stemmen met de structuur en de aanwijzingen in aanhangsel III.

3. Wanneer de aangifte voor douanevervoer wordt gedaan door invoer van de gegevens die voor het vervullen van de formaliteiten zijn vereist in het gegevensverwerkende systeem van de bevoegde autoriteiten, wordt de opgave van de in aanhangsel III bedoelde gegevens van de schriftelijke aangifte vervangen door de toezending aan de bevoegde autoriteiten van gegevens, in gecodeerde of andere door de bevoegde autoriteiten vastgestelde vorm, die overeenstemmen met de gegevens die voor schriftelijke aangiften zijn vereist, zulks met het oog op geautomatiseerde verwerking.

4. Wanneer het gebruik van de regeling gemeenschappelijk douanevervoer in het land van vertrek volgt op een andere douanebehandeling of -bestemming, kan het kantoor van vertrek eisen dat deze documenten worden overgelegd.

5. De goederen worden samen met het vervoersdocument aangeboden. Het kantoor van vertrek kan besluiten dat dit document bij het vervullen van de douaneformaliteiten niet behoeft te worden overgelegd, mits het tot zijn beschikking wordt gehouden.”

2. Artikel 18 wordt vervangen door:

“Schriftelijke aangifte voor douanevervoer

Artikel 18

1. Voor goederen die onder de regeling gemeenschappelijk douanevervoer worden vervoerd, kan een aangifte voor douanevervoer worden opgesteld op een formulier dat overeenstemt met een van de modellen in aanhangsel III en overeenkomstig de door de overeenkomstsluitende partijen vastgestelde procedure

a) indien het geautomatiseerde douanevervoersysteem van de bevoegde autoriteiten niet functioneert,

b) indien de applicatie van de aangever niet functioneert.

2. Voor het gebruik van een schriftelijke aangifte voor douanevervoer uit hoofde van lid 1, onder b), is goedkeuring van de bevoegde autoriteiten vereist.

3. Lid 1 is ook van toepassing

a) indien een overeenkomstsluitende partij hiertoe besluit,

b) indien de goederen worden vervoerd door reizigers die geen directe toegang hebben tot het geautomatiseerde systeem van de douane en derhalve hun aangifte niet met behulp van een systeem voor geautomatiseerde gegevensverwerking bij het kantoor van vertrek kunnen indienen. De bevoegde autoriteiten staan toe dat de goederen onder de regeling gemeenschappelijk douanevervoer worden geplaatst door middel van een aangifte voor douanevervoer, opgesteld op een formulier dat overeenstemt met een van de modellen in aanhangsel III.In deze gevallen dragen de bevoegde autoriteiten zorg voor de uitwisseling van de gegevens over het douanevervoer tussen de bevoegde autoriteiten door middel van informatietechnologie en computernetwerken.

4. Het formulier voor de aangifte voor douanevervoer kan worden aangevuld met een of meer aanvullende formulieren die overeenstemmen met een van de modellen in aanhangsel III. Deze aanvullende formulieren vormen dan een integrerend onderdeel van de aangifte.

5. Ladingslijsten die overeenkomstig het model in aanhangsel III zijn opgesteld, kunnen in plaats van aanvullende formulieren worden gebruikt als beschrijvend gedeelte van de aangiften voor douanevervoer waarvan zij dan een integrerend onderdeel vormen.

6. De in de leden 1, 3, 4 en 5 bedoelde formulieren worden ingevuld volgens de aanwijzingen in aanhangsel III. Zij worden gedrukt en ingevuld in een van de officiële talen van de overeenkomstsluitende partijen die door de bevoegde autoriteiten van het land van vertrek worden aanvaard. Zo nodig kunnen de bevoegde autoriteiten van het bij het gemeenschappelijk douanevervoer betrokken land een vertaling eisen in de officiële taal of een van de officiële talen van dat land.

7. Het bepaalde in artikel 17, leden 4 en 5, is van overeenkomstige toepassing.".