Toelichting bij SEC(2007)69 - Advies van de Raad overeenkomstig artikel 5, lid 1, van Verordening 1466/97 over het stabiliteitsprogramma van Slovenië voor de periode 2006-2009

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ALGEMENE ACHTERGROND

Het stabiliteits- en groeipact, dat op 1 juli 1998 in werking is getreden, is gebaseerd op de doelstelling van deugdelijke openbare financiën als middel om de voorwaarden voor prijsstabiliteit en voor een tot werkgelegenheidschepping leidende sterke duurzame groei te verbeteren. Bij de hervorming van het pact in 2005 werd het nut ervan bij het verankeren van begrotingsdiscipline erkend, maar werd tevens versterking van de doeltreffendheid en de economische onderbouwing, alsook waarborging van de houdbaarheid van de openbare financiën op lange termijn beoogd.

In Verordening (EG) nr. 1466/97 van de Raad over versterking van het toezicht op begrotingssituaties en het toezicht op en de coördinatie van het economisch beleid i, die deel uitmaakt van het pact, is bepaald dat de lidstaten bij de Raad en de Commissie stabiliteits- of convergentieprogramma's moeten indienen, alsook jaarlijkse actualiseringen daarvan (lidstaten die de gemeenschappelijke munt al hebben aangenomen dienen (geactualiseerde) stabiliteitsprogramma's in en lidstaten die deze nog niet hebben aangenomen dienen (geactualiseerde) convergentieprogramma's in). Het eerste convergentieprogramma van Slovenië is ingediend in mei 2004. Overeenkomstig de verordening bracht de Raad op basis van een aanbeveling van de Commissie en na raadpleging van het Economisch en Financieel Comité op 5 juli 2004 hierover advies uit. Geactualiseerde stabiliteits- en convergentieprogramma's worden volgens dezelfde procedure door de Commissie beoordeeld en door hogervermeld Comité onderzocht, terwijl ook de Raad over de mogelijkheid beschikt deze programma's te evalueren.

1.

Achtergrond


2.

VOOR DE BEOORDELING VAN HET NIEUWE PROGRAMMA


De Commissie heeft het op 7 december 2006 ingediende eerste stabiliteitsprogramma van Slovenië[2] onderzocht en een aanbeveling voor een advies van de Raad aangenomen (zie het kader voor de belangrijkste beoordelingspunten).

Om de achtergrond te schetsen waartegen de begrotingsstrategie in het stabiliteitsprogramma wordt beoordeeld, bevatten de volgende punten een overzicht van:

1. de economische en budgettaire resultaten over de afgelopen tien jaar;

2. de meest recente beoordeling van de positie van het land overeenkomstig het preventieve deel van het stabiliteits- en groeipact (samenvatting van het advies van de Raad over de laatste actualisering van het convergentieprogramma); en

3. de beoordeling van de Commissie van het nationale hervormingsprogramma van oktober 2006.

3.

2.1. Recente economische en budgettaire resultaten


De afgelopen tien jaar heeft de Sloveense economie blijk gegeven van een opmerkelijke stabiliteit. Het feit dat er geen grote onevenwichtigheden bestaan, is tekenend voor de soliditeit en schokbestendigheid van de economie. De invoering van de euro zal de robuustheid en flexibiliteit van de markten evenwel op de proef stellen. Zo is met name de inflatie weliswaar teruggedrongen, maar dat neemt niet weg dat de prijsontwikkelingen op de voet dienen te worden gevolgd, al zal de loondruk naar verwachting beperkt blijven, afgaande op de loonakkoorden die onlangs in zowel de openbare als de particuliere sector zijn gesloten. De arbeidsmarkt heeft algemeen genomen een gunstige ontwikkeling te zien gegeven, maar toch blijven er nog enkele structurele tekortkomingen bestaan, zoals met name blijkt uit de lage participatiegraad van oudere werknemers. De werkgelegenheidsschepping had in de hand kunnen worden gewerkt door het nemen van verdere maatregelen om het bedrijfsklimaat te verbeteren, de O&O-activiteiten aan te moedigen en het actief ouder worden te bevorderen.

4.

2.2. Beoordeling in het advies van de Raad over het vorige programma


Op 14 februari 2006 heeft de Raad advies uitgebracht over de meest recente actualisering van het convergentieprogramma voor de periode 2005-2008. De Raad was van oordeel dat 'het programma erop gericht is de inflatie dicht bij het EU-gemiddelde te houden, en uitgaat van een geleidelijk budgettair aanpassingstraject'. De Raad heeft Slovenië verzocht 'de middellangetermijndoelstelling van het programma sneller te verwezenlijken door met name de maatregelen die aan de beoogde reductie van de uitgavenquote ten grondslag liggen ten uitvoer te leggen en door de grootste aanpassingen in de beginfase van het programma te verrichten' en 'maatregelen te nemen om de houdbaarheid van de openbare financiën op lange termijn te verbeteren, met name wat het pensioenstelsel betreft'.

5.

2.3. Beoordeling van de Commissie van het nationale hervormingsprogramma van oktober 2006


Het uitvoeringsverslag van het nationale hervormingsprogramma van Slovenië in het kader van de vernieuwde Lissabonstrategie voor groei en werkgelegenheid is op 16 oktober 2006 ingediend. Volgens het nationale hervormingsprogramma van Slovenië zal het beleid op vijf grote uitdagingen worden toegespitst: een concurrerende economie en een snellere groei; een kennismaatschappij; een efficiënte staat; een moderne sociale staat en meer werkgelegenheid; en duurzame ontwikkeling.

Uit de beoordeling door de Commissie van de recente actualisering van dit programma (die is goedgekeurd als onderdeel van het jaarlijkse voortgangsverslag van december 2006 i) blijkt dat Slovenië goede vorderingen maakt bij de tenuitvoerlegging van zijn nationale hervormingsprogramma. Profiterend van het vrij gunstige macro-economische klimaat heeft Slovenië passende maatregelen genomen op essentiële terreinen zoals ondernemerschap en betere regelgeving, en tevens een aanvang gemaakt met het merendeel van de belangrijkste hervormingen van het werkgelegenheidsbeleid. Bij de uitvoering van de strategie ter bevordering van het actief ouder worden en bij de opheffing van de belemmeringen voor de jeugdwerkgelegenheid is tot dusver evenwel niet genoeg vooruitgang geboekt. Op micro-economisch gebied zijn krachtiger maatregelen vereist om innovatie te stimuleren en het mededingingskader te verbeteren. Tevens is het wenselijk dat grotere inspanningen worden geleverd op het gebied van de herstructurering van de overheidsuitgaven.

Gezien de onderkende sterke en zwakke punten werd Slovenië aanbevolen actie te ondernemen op de volgende terreinen: houdbaarheid van de openbare financiën op lange termijn, met name door het pensioenstelsel te versterken en de participatiegraad van oudere werknemers te verhogen, alsook de diensten voor arbeidsvoorziening aan de hand van flexibele arbeidsovereenkomsten en strengere voorwaarden voor het in aanmerking komen voor uitkeringen.

Kader: Belangrijkste beoordelingspunten Overeenkomstig artikel 5, lid 1, (voor stabiliteitsprogramma´s) en artikel 9, lid 1, (voor convergentieprogramma´s) van Verordening (EG) nr. 1466/97 van de Raad wordt beoordeeld: of de economische hypothesen waarop het programma gebaseerd is, realistisch zijn; de middellangetermijnbegrotingsdoelstelling (MTD) van de lidstaat en of het aanpassingstraject richting de MTD passend is; of de met het oog op de naleving van dit aanpassingstraject genomen of voorgenomen maatregelen afdoende zijn om de MTD gedurende de cyclus te halen; bij de beoordeling van het aanpassingstraject richting de MTD: of in economisch goede tijden een grotere aanpassing wordt nagestreefd en in economisch slechte tijden juist een minder zware inspanning toelaatbaar is, en – voor de lidstaten van het eurogebied en het WKM II – of de lidstaat een jaarlijkse verbetering van het conjunctuurgezuiverde begrotingssaldo, ongerekend eenmalige en tijdelijke maatregelen, met 0,5% van het BBP als benchmark nastreeft om zijn MTD te bereiken; bij de bepaling van het aanpassingstraject richting de MTD (voor de lidstaten die deze doelstelling nog niet hebben bereikt) en bij het toestaan van een tijdelijke afwijking van de MTD (voor lidstaten die de doelstelling wel hebben bereikt): de uitvoering van grote structurele hervormingen die op lange termijn rechtstreekse kostenbesparende effecten hebben (mede doordat zij de potentiële groei verhogen) en bijgevolg een verifieerbare positieve invloed op de houdbaarheid van de openbare financiën op lange termijn hebben (met dien verstande dat een passende veiligheidsmarge voor de naleving van de referentiewaarde van 3% van het BBP gewaarborgd moet zijn en dat een terugkeer naar de MTD binnen de programmaperiode wordt verwacht), waarbij bijzondere aandacht wordt besteed aan pensioenhervormingen die gepaard gaan met de invoering van een meerpijlerstelsel dat een verplichte pijler met volledige kapitaaldekking omvat; of het economisch beleid van de betrokken lidstaat strookt met de globale richtsnoeren voor het economisch beleid. Bij de beoordeling van de aannemelijkheid van de macro-economische hypothesen wordt gekeken naar de najaarsprognoses 2006 van de diensten van de Commissie en wordt ook gebruikgemaakt van de algemeen aanvaarde methode voor de raming van de potentiële productie en de conjunctuurgezuiverde saldi. De consistentie met de globale richtsnoeren voor het economisch beleid wordt getoetst aan de globale richtsnoeren voor het economisch beleid op het gebied van de openbare financiën, zoals opgenomen in de geïntegreerde richtsnoeren voor de periode 2005-2008. Voorts worden beoordeeld: de ontwikkeling van de schuldquote en de vooruitzichten voor de houdbaarheid van de openbare financiën op lange termijn, waaraan volgens het verslag van de Raad van 20 maart 2005 over de verbetering van de uitvoering van het stabiliteits- en groeipact 'bij het toezicht op de begrotingssituatie voldoende aandacht' zou moeten worden geschonken. In een mededeling van de Commissie van 12 oktober 2006 wordt de aanpak voor de toetsing van de houdbaarheid op lange termijn uiteengezet i; de mate van integratie met het nationale hervormingsprogramma van de lidstaten in het kader van de Lissabonstrategie voor groei en werkgelegenheid. In zijn begeleidende nota van 7 juni 2005 aan de Europese Raad over de globale richtsnoeren voor het economisch beleid voor de periode 2005-2008 heeft de Raad (Ecofin) verklaard dat de nationale hervormingsprogramma´s moeten stroken met de stabiliteits- en convergentieprogramma´s; de inachtneming van de gedragscode i, die voor de stabiliteits- en convergentieprogramma´s onder meer een gemeenschappelijke structuur en een reeks gegevenstabellen voorschrijft.

- Aanbeveling voor een

ADVIES VAN DE RAAD

overeenkomstig artikel 5, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1466/97 van de Raad van 7 juli 1997 over het stabiliteitsprogramma van Slovenië voor de periode 2006-2009

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1466/97 van de Raad van 7 juli 1997 over versterking van het toezicht op begrotingssituaties en het toezicht op en de coördinatie van het economisch beleid i, en met name op artikel 5, lid 1,

Gezien de aanbeveling van de Commissie,

Na raadpleging van het Economisch en Financieel Comité,

BRENGT HET VOLGENDE ADVIES UIT:

4. Op [27 februari 2007] heeft de Raad het eerste stabiliteitsprogramma van Slovenië voor de periode 2006-2009 behandeld.

5. In het macro-economische scenario dat aan het programma ten grondslag ligt, wordt ervan uitgegaan dat het reële BBP gedurende de gehele programmaperiode in een gestaag tempo van meer dan 4% zal groeien. Afgaande op de thans beschikbare informatie lijkt dit scenario van plausibele groeihypothesen uit te gaan. De inflatieprognoses van het programma lijken eveneens realistisch.

6. Het overheidstekort voor 2006 wordt in de najaarsprognoses 2006 van de diensten van de Commissie geraamd op 1,6% van het BBP, tegen een streefcijfer van 1,7% van het BBP in het geactualiseerde convergentieprogramma van december 2005. De geplande reductie van de uitgavenquote lijkt algemeen genomen te zijn bewerkstelligd, maar ondanks de conjuncturele verbetering van de economie zullen de ontvangsten sterker achterblijven dan verwacht en zal het tekort iets hoger zijn dan in 2005.

7. Met de in het programma uitgestippelde begrotingsstrategie wordt beoogd de middellangetermijndoelstelling (MTD) voor de begrotingssituatie als bedoeld in het stabiliteits- en groeipact tegen 2009 te verwezenlijken, waarbij het zwaartepunt van de consolidatie-inspanningen in de laatste programmajaren zou komen te liggen. Als gevolg van de lopende belastinghervorming en een aantal kostenbesparende maatregelen aan de uitgavenzijde geven de ontvangsten en uitgaven als percentage van het BBP over de gehele programmaperiode een scherpe daling te zien. Verwacht wordt dat het overheidstekort tot 2008, wanneer de ontvangsten- en uitgavenquote ruwweg eenzelfde daling vertonen, zich rond de 1,5% van het BBP zal bewegen. In 2009 loopt het tekort terug tot 1,0% omdat de uitgavenreductie dan de inkomstenderving overtreft. Het primaire saldo verslechtert aanvankelijk van 0,1% van het BBP in 2006 tot -0,3% van het BBP in 2008, waarna het in 2009 wederom verbetert tot 0,3% van het BBP. In het stabiliteitsprogramma wordt de verwezenlijking van de doelstelling van een nominaal tekort van 1% van het BBP met een jaar uitgesteld in vergelijking met de laatste actualisering van het convergentieprogramma, ondanks het feit dat er sprake is van een gunstiger macro-economisch scenario.

8. Gedurende de programmaperiode zal het structureel saldo (d.w.z. het conjunctuurgezuiverde saldo ongerekend eenmalige en andere tijdelijke maatregelen), berekend volgens de algemeen aanvaarde methode, met circa ¼% van het BBP verbeteren. Net als in het geactualiseerde convergentieprogramma van december 2005 wordt in het stabiliteitsprogramma als middellangetermijndoelstelling (MTD) voor de begrotingssituatie een structureel tekort van 1% van het BBP gehanteerd. Deze doelstelling dient in 2009 te worden gerealiseerd, een jaar later dan in het vorige programma is aangegeven. Het programma schrijft deze vertraging toe aan een belangrijk spoorwegproject, waarvan de kosten in 2007 op 0,4% van het BBP, in 2008 op 0,5% van het BBP en in 2009 op 0,2% van het BBP worden geraamd. Aangezien de MTD ambitieuzer is dan het minimumreferentiepunt (geraamd op een tekort van circa 1½% van het BBP), zou de verwezenlijking ervan een veiligheidsmarge tegen het ontstaan van een buitensporig tekort moeten bieden. De MTD ligt binnen de marge die in het stabiliteits- en groeipact en in de gedragscode is vastgesteld voor de lidstaten die tot het eurogebied en het WKM II behoren, en houdt afdoende rekening met de schuldquote en de gemiddelde potentiële groei op lange termijn.

9. De aan de begrotingsprognoses in het programma verbonden risico's lijken elkaar in 2007 en 2008 min of meer in evenwicht te houden, maar in 2009 kan het begrotingsresultaat slechter uitvallen dan in het programma wordt voorspeld. Aan de ene kant lijken de hypothesen voor de groei en de belastingontvangsten aannemelijk. Voorts heeft Slovenië de afgelopen jaren al vaker meevallende begrotingsresultaten geboekt, mede door een effectief begrotingsmechanisme om de overheidsuitgaven te beperken als de ontvangsten onverwacht achterblijven. Aan de andere kant blijft het percentage verplichte uitgaven bijzonder hoog, in weerwil van de inspanningen om de overheidsuitgaven te herstructureren. De maatregelen die tot de voor 2009 aangekondigde forse reductie van de primaire uitgaven als percentage van het BBP moeten bijdragen, dienen nog nader te worden gespecificeerd.

10. In het licht van deze risicobeoordeling is het niet uitgesloten dat de in het programma uitgestippelde begrotingsstrategie niet volstaat om de MTD tegen 2009 te verwezenlijken, zoals in het programma wordt aangenomen. Toch lijkt deze een veiligheidsmarge te verschaffen die ruim genoeg is om gedurende de gehele programmaperiode te voorkomen dat het tekort bij normale macro-economische fluctuaties de drempel van 3% van het BBP overschrijdt. Het uit het programma blijkende tempo van de aanpassing richting de MTD is ontoereikend en dient te worden opgevoerd om te stroken met het stabiliteits- en groeipact, dat voorschrijft dat de lidstaten die tot het eurogebied en het WKM II behoren, een jaarlijkse verbetering van het structurele saldo moeten nastreven met 0,5% van het BBP als referentiepunt, en dat in goede economische tijden een grotere aanpassing moet worden bewerkstelligd, terwijl in slechte economische tijden een minder zware inspanning toelaatbaar is. Met name worden gedurende de gehele programmaperiode goede economische tijden verwacht, maar volgens de plannen zou het structurele saldo pas in het laatste programmajaar een merkbare verbetering te zien geven. Het is evenwel niet uitgesloten dat het resultaat in 2009 slechter uitvalt dan beoogd.

11. Volgens de ramingen is de bruto overheidsschuld in 2006 op 28,5% van het BBP uitgekomen, ruim onder de in het Verdrag vastgelegde referentiewaarde van 60% van het BBP. In het programma wordt erop gerekend dat de schuldquote over de programmaperiode met 0,8 procentpunt zal teruglopen.

12. Slovenië behoort tot de EU-lidstaten waar het langetermijneffect van de vergrijzing op de begroting zich het sterkst doet gevoelen, met name in de vorm van een forse stijging van de pensioenuitgaven als percentage van het BBP. Er wordt weliswaar enige actie ondernomen, maar de autoriteiten erkennen dat het doorvoeren van verdere hervormingsmaatregelen om de sterke toename van de leeftijdsgerelateerde uitgaven te beteugelen, de risico's voor de houdbaarheid van de openbare financiën zou helpen verminderen. Hoewel de budgettaire uitgangspositie bijdraagt tot een stabilisatie van de schuldquote op middellange termijn, zal de beperkte structurele verbetering in de loop van de programmaperiode niet volstaan om de verwachte budgettaire gevolgen van de vergrijzing binnen de perken te houden. Alles samen lijkt Slovenië ernstig risico te lopen wat de houdbaarheid van de openbare financiën betreft.

13. Het stabiliteitsprogramma bevat een kwalitatieve beoordeling van de algemene gevolgen van het nationale hervormingsprogramma van Slovenië van oktober 2006 binnen het kader van de begrotingsstrategie op middellange termijn. Daarnaast verschaft het enige informatie over de rechtstreekse budgettaire kosten of besparingen van de voornaamste hervormingen waarin het nationale hervormingsprogramma voorziet, maar in de begrotingsprognoses wordt niet expliciet rekening gehouden met de gevolgen van alle in het nationale hervormingsprogramma geschetste maatregelen voor de openbare financiën. De in het stabiliteitsprogramma opgenomen maatregelen op het gebied van de openbare financiën lijken aan te sluiten bij de in het kader van het nationale hervormingsprogramma voorgenomen acties. Het stabiliteitsprogramma verstrekt met name nadere bijzonderheden over de in het nationale hervormingsprogramma aangekondigde belastinghervorming en vult de in het nationale hervormingsprogramma voorgenomen acties aan met maatregelen aan de uitgavenzijde.

14. De in het programma uitgestippelde begrotingsstrategie is gedeeltelijk in overeenstemming met de globale richtsnoeren voor het economisch beleid die in de geïntegreerde richtsnoeren voor de periode 2005-2008 zijn opgenomen. Met name het aanpassingstraject richting de MTD is ontoereikend en dient te worden versterkt.

15. Wat de in de gedragscode voor stabiliteits- en convergentieprogramma's gespecificeerde gegevensvereisten betreft, vertoont het programma enige lacunes in de verplichte en facultatieve gegevens i.

De algemene conclusie luidt dat het programma weliswaar erkent dat een beteugeling van de inflatiedruk en een voortzetting van de budgettaire consolidatie noodzakelijk zijn om de veerkracht van de economie te vrijwaren, maar onvoldoende vooruitgang boekt richting de MTD ondanks de rooskleurige groeivooruitzichten. In het licht van de bovenstaande evaluatie wordt Slovenië verzocht om:

6.

i) het gunstige economische klimaat aan te grijpen om de MTD sneller te verwezenlijken door de grootste aanpassingsinspanningen in de beginfase van het programma te leveren; en tevens


ii) in het licht van de verwachte toename van de leeftijdsgerelateerde uitgaven, de houdbaarheid van de openbare financiën op lange termijn in de hand te werken door de aan de gang zijnde pensioenhervorming te versterken met aanvullende maatregelen die er in het bijzonder op gericht zijn de arbeidsparticipatie van oudere werknemers te verhogen en de ontwikkeling van particuliere pensioenspaarregelingen aan te moedigen.

7.

Vergelijking van de belangrijkste macro-economische en budgettaire prognoses




Reëel BBP (Verandering in %) SP dec 4, 4, 4, 4, 4,

COM nov 4, 4, 4, 4, n.b.

CP dec 3, 4, 4, 3, n.b.

HICP-inflatie (%) SP dec 2, 2, 2, 2, 2,

COM nov 2, 2, 2, 2, n.b.

CP dec 2, 1, 2, 2, n.b.

Output gap (% van het potentiële BBP) SP dec -1, -0, -0, -0, 0,

COM nov -1, -0, 0, 0, n.b.

CP dec -1, -0, -0, 0, n.b.

Overheidssaldo (% van het BBP) SP dec -1, -1, -1, -1, -1,

COM nov -1, -1, -1, -1, n.b.

CP dec -1, -1, -1, -1, n.b.

Primair saldo (% van het BBP) SP dec 0, 0, -0, -0, 0,

COM nov 0, -0, -0, -0, n.b.

CP dec -0, -0, -0, 0, n.b.

Conjunctuurgezuiverd saldo (% van het BBP) SP dec -0, -1, -1, -1, -1,

COM nov -0, -1, -1, -1, n.b.

CP dec -1, -1, -1, -1, n.b.

Structureel saldo2 (% van het BBP) SP dec -0, -1, -1, -1, -1,

COM nov -0, -1, -1, -1, n.b.

CP dec -0, -1, -1, -1, n.b.

Bruto overheidsschuld (% van het BBP) SP dec 28, 28, 28, 28, 27,

COM nov 28, 28, 28, 27, n.b.

CP dec 29, 29, 29, 29, n.b.

Noten: 1Berekeningen van de diensten van de Commissie op basis van de in het programma voorkomende informatie. 2Conjunctuurgezuiverd saldo (zoals in de vorige rijen), ongerekend eenmalige en andere tijdelijke maatregelen. 3Er zijn geen eenmalige en andere tijdelijke maatregelen in het programma opgenomen. 4Er zijn geen eenmalige en andere tijdelijke maatregelen in de najaarsprognoses 2006 van de diensten van de Commissie opgenomen. 5Op basis van een geraamde potentiële groei van achtereenvolgens 3,8% in 2005 en 4% in 2006-2008. Bron: Convergentie-/stabiliteitsprogramma (CP/SP); economische najaarsprognoses 2006 van de diensten van de Commissie (COM); berekeningen van de diensten van de Commissie.
gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1055/2005 (P⁂⁌㜱‴慶⸷⸷〲㔰‬汢⹺ㄠ⸩䄠汬⁥潤畣敭瑮湥眠慡湲慡⁲湩搠穥⁥整獫⁴潷摲⁴敶睲穥湥‬畫湮湥眠牯敤敧慲摡汰敥摧漠㩰ጠ䠠偙剅䥌䭎∠瑨灴⼺支牵灯⹡略椮瑮振浯⽭捥湯浯役楦慮据⽥扡畯⽴捡楴楶楴獥猯灧洯楡彮湥栮浴•ᐁ瑨灴⼺支牵灯⹡略椮瑮振浯⽭捥湯浯役楦慮据⽥扡畯⽴捡楴楶楴獥猯灧洯楡彮湥栮浴⸕ȍ䤉牡楴敫‴慶敖潲摲湥湩⁧䔨⥇渠⹲ㄠ㘴⼶㜹B L 174 van 7.7.2005, blz.

1). Alle documenten waarnaar in deze tekst wordt verwezen, kunnen worden geraadpleegd op: europa.eu.int/comm/economy_finance/about
[d.w.z. later dan 1 januari 1999, toen de eerste EU-lidstaten de ene munt hebben ingevoerd] aanneemt, moet binnen zes maanden na het besluit van de Raad betreffende zijn deelneming aan de ene munt, een stabiliteitsprogramma aannemen". Op 11 juli 2006 heeft de Raad een beschikking overeenkomstig artikel 122, lid 2, van het Verdrag betreffende de aanneming van de eenheidsmunt door Slovenië op 1 januari 2007 vastgesteld (Beschikking 2006/495/EG van de Raad, PB L 195 van 15.7.2006, blz. 25).
gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1055/2005 (PB L 174 van 7.7.2005, blz.

1). Alle documenten waarnaar in deze tekst wordt verwezen, kunnen worden geraadpleegd op: europa.eu.int/comm/economy_finance/about