Toelichting bij SEC(2007)725 - Beschikking van de Raad waarbij overeenkomstig artikel 104, lid 8, van het Verdrag tot oprichting van de EG wordt vastgesteld dat de maatregelen die Tsjechië in reactie op de aanbeveling van de Raad overeenkomstig artikel 104, lid 7, van het Verdrag heeft genomen, ontoereikend blijken te zijn

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

Belangrijke juridische mededeling

|
52007SC0725

Aanbeveling voor een beschikking van de Raad waarbij overeenkomstig artikel 104, lid 8, van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap wordt vastgesteld dat de maatregelen die Tsjechië in reactie op de aanbeveling van de Raad overeenkomstig artikel 104, lid 7, van het Verdrag heeft genomen, ontoereikend blijken te zijn /* SEC/2007/0725 def. */


[afbeelding - zie origineel document] COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN

2.

Brussel, 30.5.2007


SEC(2007) 725 definitief

Aanbeveling voor een

BESCHIKKING VAN DE RAAD

waarbij overeenkomstig artikel 104, lid 8, van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap wordt vastgesteld dat de maatregelen die Tsjechië in reactie op de aanbeveling van de Raad overeenkomstig artikel 104, lid 7, van het Verdrag heeft genomen, ontoereikend blijken te zijn

(door de Commissie ingediend)

1.

Achtergrond



OP BASIS VAN DE ECONOMISCHE VOORJAARSPROGNOSES 2004 VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE i, waaruit een tekort van 12,9% van het BBP over 2003 (5,9%, als een grote eenmalige maatregel in verband met de tenlasteneming van staatsgaranties buiten beschouwing wordt gelaten) i bleek, heeft de Commissie met een verslag overeenkomstig artikel 104, lid 3 i, ten aanzien van Tsjechië de buitensporigtekortprocedure ingeleid. In mei 2004 heeft Tsjechië zijn eerste convergentieprogramma voor de periode 2004-2007 ingediend en op 5 juli 2004 heeft de Raad op aanbeveling van de Commissie daarover advies uitgebracht i. Op dezelfde datum stelde de Raad op aanbeveling van de Commissie overeenkomstig artikel 104, lid 6, vast dat in Tsjechië een buitensporig tekort bestond i en richtte hij derhalve overeenkomstig artikel 104, lid 7, een aanbeveling tot de Tsjechische autoriteiten om deze situatie te verhelpen i. De Tsjechische autoriteiten moesten zo spoedig mogelijk een einde maken aan de thans bestaande buitensporigtekortsituatie en binnen een middellange-termijnkader maatregelen treffen om het beoogde doel te bereiken, dat wil zeggen het tekort in 2008 op geloofwaardige en duurzame wijze terug te dringen tot onder de 3% van het BBP, overeenkomstig het traject voor tekortreductie dat in het advies van de Raad van 5 juli 2004 over het in mei 2004 ingediende convergentieprogramma is aangegeven , waarbij de jaarlijkse streefcijfers de volgende waren: 5,3% van het BBP in 2004, 4,7% van het BBP in 2005, 3,8% van het BBP in 2006 en 3,3% van het BBP in 2007.

Ook werd de Tsjechische autoriteiten aanbevolen de in het convergentieprogramma van mei 2004 geplande maatregelen, met name een verlaging van de loonkosten van de centrale overheid en lagere uitgaven van individuele ministeries, vastberaden ten uitvoer <te> leggen. Voorts werd hun verzocht hoger dan verwachte inkomsten aan te wenden om het tekort te verminderen; begrotingsdoelstellingen in te voeren op basis van uitgavenplafonds voor de middellange termijn en doeltreffende regels op te stellen om het risico van de stijgende schuldenlast van regio's en gemeenten te beperken; de pensioen- en gezondheidszorgstelsels te hervormen om de houdbaarheid van de openbare financiën op lange termijn te verbeteren; de negatieve budgettaire gevolgen van de door het Tsjechische consolidatieagentschap verrichte transacties te beperken .

Daarnaast stelde de Raad 5 november 2004 vast als uiterste datum voor het zetten van doeltreffende stappen ten aanzien van de maatregelen die gepland waren om de tekortdoelstelling voor 2005 te halen. Na het verstrijken van deze datum stelde de Commissie in haar mededeling aan de Raad van 14 december 2004 vast dat Tsjechië doeltreffende stappen had gezet ten aanzien van deze maatregelen en dat derhalve geen verdere stappen in de BTP nodig waren i. Tijdens zijn vergadering van 18 januari 2005 sloot de Raad zich bij deze beoordeling aan.

3.

2. AANBEVELING VOOR EEN BESCHIKKING VAN DE RAAD OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 104, LID 8, WAARIN WORDT VASTGESTELD DAT DE MAATREGELEN ONTOEREIKEND ZIJN


INGEVOLGE DE AANBEVELING van de Raad overeenkomstig artikel 104, lid 7, moest het tekort in 2008 onder de 3% van het BBP zijn gebracht. Voor 2008 was geen gekwantificeerd streefcijfer genoemd omdat het convergentieprogramma van mei 2004, waarnaar de Raad in zijn aanbeveling verwees, tot 2007 liep. In de actualisering van het convergentieprogramma van november 2005, die doorliep tot 2008, was de tekortdoelstelling voor 2008 vastgesteld op 2,7% van het BBP. In zijn advies over dit programma merkte de Raad op dat het programma het aanpassingstraject voor het tekort volgde dat in de aanbevelingen van de Raad in het kader van artikel 104, lid 7, was uitgezet i. De Raad verzocht Tsjechië om tegen de achtergrond van een mogelijk beter begrotingsresultaat in 2005 en van een krachtiger groei en betere vooruitzichten, zijn inspanning met het oog op de structurele aanpassing van de begroting op te voeren, gezien de geringe marge ten opzichte van de referentiewaarde die voor 2008 als streefdoel is gesteld (2008 is tevens de termijn voor de correctie van het buitensporig tekort) en teneinde de middellangetermijndoelstelling sneller te kunnen halen ; ii) de kwaliteit van de budgettaire planning te verhogen, met name door de oorzaken van aanzienlijke uitgavenoverdrachten te onderzoeken en de uitgavenplafonds op middellange termijn een groter gewicht toe te kennen; iii) de houdbaarheid van de openbare financiën op lange termijn te verbeteren, met name door de pensioenhervorming te versnellen en een aanvang te maken met de hervorming van het gezondheidsstelsel.

Op 15 maart 2007 heeft Tsjechië de meest recente actualisering van het convergentieprogramma ingediend, die de periode 2006-2009 bestrijkt. Op grond van de politieke situatie in Tsjechië, waar in juni 2006 algemene verkiezingen zijn gehouden en de regering pas op 19 januari 2007 het vertrouwen kreeg van het parlement, was de indiening van de actualisering uitgesteld tot na de termijn van 1 december. De actualisering van het convergentieprogramma van maart 2007 bevatte de volgende tekortprognoses: 4,0% van het BBP voor 2007, 3,5% van het BBP voor 2008 en 3,2% van het BBP voor 2009. De tekortdoelstellingen voor 2007 en 2008 kwamen overeen met de tekortdoelstellingen in de door het parlement op 13 december 2006 goedgekeurde begroting voor 2007. Ook bevatte het programma een aanvullende 'verklaring van de nieuwe regering' dat het de bedoeling was om het nominale tekort door middel van allerlei nog definitief in te vullen en goed te keuren beleidsmaatregelen terug te brengen tot 3,2% van het BBP in 2008 en 2,8% van het BBP in 2009.

De voorjaarsprognoses 2007 van de diensten van de Commissie, volgens welke het tekort in 2007 op 3,9% van het BBP en in 2008 bij ongewijzigd beleid op 3,6% van het BBP uitkomt, bevestigen dat de streefcijfers die in de aanbeveling van de Raad overeenkomstig artikel 104, lid 7, voor 2007 (3,3% van het BBP) en 2008 (3% van het BBP) zijn vastgesteld, niet worden gehaald. Het structurele tekort (d.w.z. het conjunctuurgezuiverde tekort, ongerekend eenmalige en tijdelijke maatregelen) zou in 2007 met 1¼ procentpunt van het BBP oplopen, dit terwijl het in 2005 en 2006 ook al was verslechterd.

De voorspellingen van de diensten van de Commissie bevestigen derhalve in wezen de prognoses van het convergentieprogramma, die niet voldoen aan de eis dat het buitensporig tekort uiterlijk in 2008 wordt gecorrigeerd. In haar vandaag goedgekeurde aanbeveling voor een advies van de Raad over de actualisering besluit de Commissie haar beoordeling als volgt: De correctie van het buitensporig tekort in het programma ondanks de betere groeivooruitzichten en ondanks een meevallend tekort over 2006 wordt uitgesteld tot 2010, dit terwijl de Raad in de aanbeveling van juli 2004 ingevolge artikel 104, lid 7, daarvoor het jaar 2008 als termijn heeft vastgesteld. Gezien de aanhoudende groei zou het begrotingsbeleid met het uitstel, dat voortvloeit uit het feit dat het tekort voornamelijk door de beoogde stijging van de sociale uitgaven in 2007 hoger uitvalt, een procyclisch expansief karakter krijgen.

Door de verhoging van de uitgaven in de begroting van 2007 is het eerder vastgestelde middellangetermijnkader voor de uitgaven dus overschreden. Ondanks een groei die veel forser is dan ten tijde van de aanbeveling van de Raad werd verwacht, valt het tekort over 2007 hoger uit. Dit is voornamelijk te wijten aan de stijging van de sociale uitgaven, waartoe het vorige parlement al had besloten en waaraan het nieuwe parlement in de vastgestelde begroting heeft vastgehouden. Het effect van deze extra uitgaven wordt voor 2007 geraamd op meer dan 1% van het BBP. Ook zij opgemerkt dat de tekorten in de jaren daarvoor veel lager waren dan waarop in de aanbeveling van de Raad overeenkomstig artikel 104, lid 7, was gerekend: in de periode 2004-2006 kwamen deze gemiddeld meer dan 1 procentpunt van het BBP lager uit dan in de aanbeveling was verwacht (2004: tekort van 2,9% van het BBP tegen een streefcijfer van de Raad van 5,3%, 2005: 3,6% van het BBP tegen 4,7% en 2006: 2,9% van het BBP tegen 3,8%). Dit was voornamelijk te danken aan een meevallende groei en niet zozeer aan structurele bezuinigingen.

Kortom, afgaande op de begroting van 2007 en de meest recente actualisering van het convergentieprogramma mikt Tsjechië op een resultaat dat uitkomt boven het streefcijfer voor 2007 (3,3% van het BBP) in de aanbevelingen van de Raad overeenkomstig artikel 104, lid 7, en boven het streefcijfer voor 2008 (2,7% van het BBP) in het door de Raad op 24 januari 2006 goedgekeurde convergentieprogramma van november 2005. De voorjaarsprognoses 2007 van de diensten van de Commissie geven voor beide jaren eveneens een overschrijding van de goedgekeurde streefcijfers te zien. Derhalve zijn de maatregelen van de Tsjechische autoriteiten om het buitensporige tekort overeenkomstig de eis van de Raad uiterlijk in 2008 te verhelpen, ontoereikend. Sinds de vaststelling van de aanbeveling hebben zich geen onverwachte ongunstige economische gebeurtenissen met een ernstige negatieve weerslag op de openbare financiën als bedoeld in artikel 3, lid 5, van Verordening (EG) nr. 1467/97 van de Raad voorgedaan. Integendeel, de economische ontwikkelingen die voor de openbare financiën van belang zijn, zijn duidelijk gunstiger geweest dan verwacht.

Tabel 1: Tekort- en groeiprognoses

[zie origineel document voor tabel]

Jaarlijkse tekortprognoses (% van het BBP)

4.

Voorjaarsprognoses 2007 van de diensten van de Commissie 2, 3, 2, 3, 3, -


Convergentieprogramma van maart - 3, 3, 4, 3, 3,

Convergentieprogramma van maart 2007 (alternatieve tekortdoelstellingen in de verklaring van de nieuwe regering) - 3, 3, 4, 3, 2,

5.

Convergentieprogramma van november 3, 3, 3, 3, 2, -


Aanbeveling van de Raad van juli 5, 4, 3, 3, < -

BBP-groeiprognoses (in % t.o.v. het jaar ervoor)

6.

Voorjaarsprognoses 2007 van de diensten van de Commissie 4, 6, 6, 4, 4, -


Convergentieprogramma van maart - 6, 6, 4, 4, 4,

7.

Convergentieprogramma van november 4, 4, 4, 4, 4, -


Aanbeveling van de Raad van juli 2, 3, 3, 3, - -

Tabel 2: Vergelijking van de belangrijkste macro-economische en budgettaire prognoses



Reëel BBP (Verandering in %) CP mrt 6, 6, 4, 4, 4,

COM mei 6, 6, 4, 4, n.b.

CP nov 4, 4, 4, 4, n.b.

HICP- inflatie (%) CP mrt 1, 2, 2, 2, 2,

COM mei 1, 2, 2, 2, n.b.

CP nov 1, 2, 2, 2, n.b.

Output gap (% van het potentiële BBP) CP mrt -0, 0, 1, 1, 1,

COM mei -1, 0, 0, 0, n.b.

CP nov -0, -0, 0, 0, n.b.

Overheidssaldo (% van het BBP) CP mrt -3, -3, -4, -3, -3,

COM mei -3, -2, -3, -3, n.b.

CP nov -4, -3, -3, -2, n.b.

Primair saldo (% van het BBP) CP mrt -2, -2, -2, -2, -1,

COM mei -2, -1, -2, -2, n.b.

CP nov -4, -3, -2, -1, n.b.

Conjunctuurgezuiverd saldo (% van het BBP) CP mrt -3, -3, -4, -3, -3,

COM mei -3, -3, -4, -3, n.b.

CP nov -4, -3, -3, -3, n.b.

Structureel saldo2 (% van het BBP) CP mrt -3, -3, -4, -3, -3,

COM mei -2, -2, -4, -3, n.b.

CP nov -3, -3, -3, -3, n.b.

Overheidsschuld (% van het BBP) CP mrt 30, 30, 30, 31, 32,

COM mei 30, 30, 30, 30, n.b.

CP nov 37, 37, 37, 37, n.b.

Noten:

1Berekeningen van de diensten van de Commissie op basis van de in het programma voorkomende informatie.

2Conjunctuurgezuiverd saldo (zoals in de voorgaande rijen), ongerekend eenmalige en tijdelijke maatregelen.

3Op basis van een geraamde potentiële groei van achtereenvolgens 4,2%, 4,6%, 4,8% en 4,9% in de periode 2005-2008.

4 Eenmalige en tijdelijke maatregelen uit de voorjaarsprognoses 2007 van de diensten van de Commissie (1,1% van het BBP in 2005 en 0,2% van het BBP in 2006, beide met een tekortverhogend effect).

5 Eenmalige en tijdelijke maatregelen uit het convergentieprogramma 2005 (1,1% van het BBP in 2005, met een tekortverhogend effect).

6Alternatieve tekortdoelstellingen op basis van nog niet goedgekeurde maatregelen van de nieuwe Tsjechische regering: 3,2% van het BBP in 2008 en 2,8% van het BBP in 2009.

Bronnen:

Convergentieprogramma (CP); economische voorjaarsprognoses 2007 van de diensten van de Commissie (COM); berekeningen van de diensten van de Commissie.

8.

Aanbeveling voor een


BESCHIKKING VAN DE RAAD

waarbij overeenkomstig artikel 104, lid 8, van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap wordt vastgesteld dat de maatregelen die Tsjechië in reactie op de aanbeveling van de Raad overeenkomstig artikel 104, lid 7, van het Verdrag heeft genomen, ontoereikend blijken te zijn

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 104, lid 8,

Gezien de aanbeveling van de Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

1. Overeenkomstig artikel 104 van het Verdrag dienen de lidstaten buitensporige overheidstekorten te vermijden.

2. Het stabiliteits- en groeipact is gebaseerd op de doelstelling van deugdelijke openbare financiën als middel om de voorwaarden voor prijsstabiliteit en voor een tot werkgelegenheidsschepping leidende sterke duurzame groei te verbeteren. Het stabiliteits- en groeipact omvat onder meer Verordening (EG) nr. 1467/97 van de Raad van 7 juli 1997 over de bespoediging en verduidelijking van de tenuitvoerlegging van de procedure bij buitensporige tekorten i, die is aangenomen om een snelle correctie van buitensporige overheidstekorten te bevorderen.

3. Bij Beschikking 2005/185/EG van de Raad i van 5 juli 2004 is na een aanbeveling van de Commissie overeenkomstig artikel 104, lid 6, van het Verdrag vastgesteld dat er in Tsjechië een buitensporig tekort bestond.

4. Op 5 juli 2004 richtte de Raad overeenkomstig artikel 104, lid 7, van het Verdrag en artikel 3, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1467/97 op basis van een aanbeveling van de Commissie de aanbeveling tot de Tsjechië autoriteiten zo spoedig mogelijk een einde te maken aan de bestaande buitensporigtekortsituatie en binnen een middellange-termijnkader maatregelen te nemen om het tekort in 2008 op geloofwaardige en duurzame wijze tot onder de 3% van het BBP terug te dringen overeenkomstig het traject voor tekortreductie dat in het in mei 2004 door de autoriteiten ingediende en in het advies van de Raad van 5 juli 2004 i goedgekeurde convergentieprogramma was aangegeven, waarbij de jaarlijkse streefcijfers de volgende waren: 5,3% van het BBP in 2004, 4,7% van het BBP in 2005, 3,8% van het BBP in 2006 en 3,3% van het BBP in 2007. De Raad stelde 5 november 2004 vast als uiterste datum voor het zetten van doeltreffende stappen ten aanzien van de maatregelen die gepland waren om de tekortdoelstelling voor 2005 te halen. Tsjechië stemde ermee in om de aanbeveling openbaar te maken.

5. Na het verstrijken van de uiterste datum van 5 november 2004 stelde de Commissie in haar mededeling aan de Raad van 14 december 2004 i vast dat geen verdere stappen in de buitensporigtekortprocedure ten aanzien van Tsjechië meer nodig waren, aangezien de Tsjechische regering doeltreffende stappen had gezet ten aanzien van de maatregelen die gepland waren om de tekortdoelstelling voor 2005 te halen. In het op 24 januari 2006 door de Raad goedgekeurde geactualiseerde convergentieprogramma van november 2005 werd voor 2008 een tekort van 2,7% van het BBP genoemd.

6. De beoordeling van de maatregelen die Tsjechië in reactie op de aanbeveling van de Raad overeenkomstig artikel 104, lid 7, heeft genomen om het buitensporige tekort in 2008 te verhelpen, leidt tot de volgende conclusies:

7. op 15 maart 2007 heeft Tsjechië de meest recente actualisering van het convergentieprogramma ingediend, die tot 2009 loopt. Het programma bevatte de volgende tekortprognoses: 4,0% van het BBP voor 2007, 3,5% van het BBP voor 2008 en 3,2% van het BBP voor 2009. Ook bevatte het programma een aanvullende 'verklaring van de nieuwe regering' dat het de bedoeling was om het nominale tekort door middel van allerlei nog onbekende beleidsmaatregelen terug te brengen tot 3,2% van het BBP in 2008 en 2,8% van het BBP in 2009;

8. de voorjaarsprognoses 2007 van de diensten van de Commissie, volgens welke het tekort in 2007 en 2008 bij ongewijzigd beleid uitkomt op respectievelijk 3,9% van het BBP en 3,6% van het BBP, bevestigen dat de streefcijfers die in de aanbeveling van de Raad overeenkomstig artikel 104, lid 7, voor 2007 (3,3% van het BBP) en 2008 (onder de 3% van het BBP) zijn vastgesteld, met het huidige beleid niet worden gehaald. Het structurele tekort (d.w.z. het conjunctuurgezuiverde tekort, ongerekend eenmalige en tijdelijke maatregelen) zou in 2007 met 1¼ procentpunt van het BBP oplopen, dit terwijl het in 2005 en 2006 ook al was verslechterd;

9. ondanks een groei die veel forser is dan ten tijde van de aanbeveling van de Raad werd verwacht, valt het tekort over 2007 hoger uit. Dit is voornamelijk te wijten aan de stijging van de sociale uitgaven, waartoe al voor de parlementaire verkiezingen van 2006 was besloten. Daar komt nog bij dat de tekorten in de jaren daarvoor veel lager waren dan waarop in de aanbeveling van de Raad was gerekend. Dit was voornamelijk te danken aan een meevallende groei en niet zozeer aan structurele bezuinigingen.

10. Daarom luidt de conclusie dat Tsjechië de budgettaire streefcijfers voor de jaren 2004-2006 in het in de aanbeveling van de Raad van 5 juli 2004 uitgezette consolidatietraject in positieve zin heeft overtroffen, maar dat het tekort van 2007 ruim boven het streefcijfer van de Raad ligt en het tekort van 2008 met het huidige beleid duidelijk boven de drempel van 3% van het BBP uitkomt. De budgettaire streefcijfers van de Tsjechische autoriteiten zijn niet in overeenstemming met de aanbevelingen van de Raad om het buitensporige tekort uiterlijk in 2008 te corrigeren. Sinds de vaststelling van de aanbeveling hebben zich geen onverwachte ongunstige economische gebeurtenissen met een ernstige negatieve weerslag op de openbare financiën als bedoeld in artikel 3, lid 5, van Verordening (EG) nr. 1467/97 van de Raad voorgedaan. Integendeel, de economische ontwikkelingen die voor de openbare financiën van belang zijn, zijn duidelijk gunstiger geweest dan verwacht,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING VASTGESTELD:

9.

Artikel 1


De maatregelen die Tsjechië heeft genomen in reactie op de aanbeveling die de Raad op 5 juli 2004 overeenkomstig artikel 104, lid 7, van het Verdrag heeft gedaan, blijken ontoereikend te zijn om het buitensporige tekort binnen de in de aanbeveling vastgestelde termijn te verhelpen.

10.

Artikel 2


Deze beschikking is gericht tot de Tsjechische Republiek.

Gedaan te Brussel,

11.

Voor de Raad


De Voorzitter