Toelichting bij COM(2010)685 - Globaliseringsfonds aanvraag EGF/2010/012 NL/ICT Noord Holland, Nederland - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
| dossier | COM(2010)685 - Globaliseringsfonds aanvraag EGF/2010/012 NL/ICT Noord Holland, Nederland. |
|---|---|
| bron | COM(2010)685   |
| datum | 23-11-2010 |
De regels die van toepassing zijn op de bijdragen uit het EFG zijn vastgesteld in Verordening (EG) nr. 1927/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 tot oprichting van een Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering [2].
Op 8 april 2010 heeft Nederland aanvraag EGF/2010/012 NL/ICT Noord-Holland ingediend voor een financiële bijdrage van het EFG naar aanleiding van gedwongen ontslagen in twee bedrijven die vallen onder afdeling 46 van de NACE Rev. 2 ("Groothandel, met uitzondering van de handel in auto's en motorfietsen")[3] in de NUTS II-regio Noord-Holland (NL32) in Nederland.
Na de aanvraag grondig te hebben onderzocht, heeft de Commissie overeenkomstig artikel 10 van Verordening (EG) nr. 1927/2006 geconcludeerd dat aan de voorwaarden voor een financiële bijdrage op grond van deze verordening wordt voldaan.
Belangrijkste gegevens:
EGF-referentienummer EGF/2010/
Lidstaat Nederland
Artikel onder b)
Betrokken ondernemingen
NUTS II-regio Noord-Holland (NL32)
NACE Rev. 2-afdeling 46 ("Groothandel, met uitzondering van de handel in auto's en motorfietsen")
Referentieperiode 1.5.2009 – 31.1.
Startdatum voor de individuele dienstverlening 1.5.
Datum van de aanvraag 8.4.
Ontslagen tijdens de referentieperiode
Ontslagen werknemers voor wie steun wordt aangevraagd
Uitgaven voor individuele dienstverlening in euro's 3 776
Uitgaven voor de implementatie van het EFG[4] in euro's 157
% van de uitgaven voor de implementatie van het EFG
Totaal budget in euro's 3 934
EFG-bijdrage in euro's (65%) 2 557
1. De aanvraag werd op 8 april 2010 bij de Commissie ingediend; aan de aanvraag werd aanvullende informatie tot en met 5 augustus 2010 toegevoegd.
2. De aanvraag voldoet aan de voorwaarden voor steunverlening uit het EFG van artikel 2, onder b), van Verordening (EG) nr. 1927/2006, en werd ingediend binnen de in artikel 5 van die verordening genoemde termijn van tien weken.
Verband tussen de ontslagen en de grote structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen ingevolge de globalisering of de financiële en economische wereldcrisis
3. Als bewijs van het verband tussen de ontslagen en de financiële en economische wereldcrisis heeft Nederland aangevoerd dat de crisis negatieve gevolgen had voor de ICT-sector (informatie- en communicatietechnologie), en met name voor ondernemingen die betrokken zijn bij de ontwikkeling en verkoop van hardware. De aanvrager verwijst naar de scherpe daling in Nederland van de door Ernst & Young ontwikkelde ICT-barometer[5]: van ongeveer 160 in augustus 2008 tot ongeveer 30 in april 2009. Die barometer houdt rekening met de belangrijkste onderzoeksresultaten in verband met de conjunctuurcyclus, de uitgaven en de budgetten in de ICT-sector. Uit algemene cijfers die in de aanvraag worden vermeld, blijkt dat de groei van de ICT-markt in West-Europa in 2009 kleiner was dan in de jaren daarvoor: de groei bedroeg 2,7% in 2007, 2% in 2008 en 1,2% in 2009.
4. De Nederlandse autoriteiten wijzen erop dat de omzet in de twee ondernemingen waarvoor deze aanvraag wordt ingediend in 2009 als gevolg van de financiële en economische wereldcrisis aanzienlijk is gedaald: bij Getronics met 25% en bij HP met 17% voor pc's en met 19% voor printers.
5. Nederland voert voorts aan dat de negatieve gevolgen van de financiële en economische wereldcrisis voor de werkgelegenheid in de ICT-sector zijn versterkt door structurele veranderingen op de ICT-wereldmarkt, en met name door een delokalisering van de productie naar China en India. In 1996 bedroeg het marktaandeel van de OESO-landen[6] in de totale ICT-handel 88%; in 2006 was dat nog slechts 56%.
Bewijsstukken voor het aantal ontslagen en voldoening aan de criteria van artikel 2, onder b)
6. Deze aanvraag werd door Nederland ingediend in het kader van het criterium voor steunverlening van artikel 2, onder b), van Verordening (EG) nr. 1927/2006, op grond waarvan in een lidstaat ten minste vijfhonderd gedwongen ontslagen moeten vallen binnen een periode van negen maanden in ondernemingen van dezelfde afdeling van de NACE Rev. 2 in een regio of in twee aan elkaar grenzende regio's volgens de NUTS II-indeling in een lidstaat.
7. In de aanvraag wordt melding gemaakt van 613 gedwongen ontslagen in 2 ondernemingen die vallen onder afdeling 46 van de NACE Rev. 2 ("Groothandel, met uitzondering van de handel in auto's en motorfietsen") in de NUTS II-regio Noord-Holland (NL32) in Nederland tijdens de referentieperiode van negen maanden, namelijk van 1 mei 2009 tot en met 31 januari 2010. Alle ontslagen werden in overeenstemming met artikel 2, tweede alinea, eerste streepje, van Verordening (EG) nr. 1927/2006 berekend.
Het onvoorziene karakter van deze ontslagen
8. De Nederlandse autoriteiten voeren aan dat de ICT-markt tot midden 2008 relatief goed heeft gepresteerd, met groeivooruitzichten voor zowel ICT-ondernemingen als hun afnemersmarkten. Daardoor kon de sector de gevolgen van de veranderingen in de wereldhandelspatronen compenseren. De economische en financiële crisis had een plotse en onvoorziene terugschroeving van de budgetten voor investeringen in ICT-goederen tot gevolg, en dus ook een aanzienlijke omzetdaling bij ICT-ondernemingen.
De bedrijven waar de ontslagen vallen, en de werknemers voor wie steun wordt aangevraagd
9. De aanvraag maakt melding van 613 gedwongen ontslagen (waarbij voor alle werknemers steun wordt aangevraagd) in de volgende twee bedrijven:
Bedrijven en aantal ontslagen
Getronics HP
Totaal aantal bedrijven: Totaal aantal ontslagen:
10. Uitsplitsing van de werknemers voor wie steun wordt aangevraagd:
Categorie Aantal Percentage
Mannen 64,
Vrouwen 35,
EU-burgers 94,
Niet-EU-burgers 6,
15-24 jaar 17,
25-54 jaar 55,
55-64 jaar 25,
Ouder dan 65 jaar 2,
In de bovenstaande categorieën hebben 24 werknemers (3,9%) langdurige gezondheidsproblemen of een handicap.
11. Uitsplitsing per beroepscategorie:
Categorie Aantal Percentage
Leidinggevende functies 5,
Intellectuele, wetenschappelijke en artistieke beroepen 44,
Technici 35,
Administratief personeel 9,
Dienstverlenend personeel en verkopers 5,
12. Overeenkomstig artikel 7 van Verordening (EG) nr. 1927/2006 heeft Nederland bevestigd dat een beleid van gelijkheid van mannen en vrouwen en non-discriminatie is toegepast en ook verder zal worden toegepast in de verschillende stadia van de implementatie van het EFG, en in het bijzonder bij de toegang ertoe.
Beschrijving van het betrokken gebied, de autoriteiten ervan en andere belanghebbenden
13. Het door de ontslagen getroffen gebied is de provincie Noord-Holland, NUTS II-regio NL32. Deze regio telt veel ICT-ondernemingen.
14. De verantwoordelijke autoriteiten zijn het Nederlands ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en het CA-ICT (Centrum Arbeidsmarktvraagstukken Informatie en Communicatie Technologie). Andere belanghebbenden zijn ICT-Office (werkgeversorganisatie), de vakbonden FNV Bondgenoten, CNV Dienstenbond en De Unie, het Uitvoeringsinstituut WerknemersVerzekeringen (UWV) WERKbedrijf, de gemeente Amsterdam, de regionale opleidingencentra Amsterdam en Midden-Nederland, de Avans Hogeschool en re-integratiebureaus.
Verwachte gevolgen van de ontslagen voor de plaatselijke, regionale of nationale werkgelegenheid
15. De ondernemingen waar de ontslagen vallen, zijn gevestigd in Amsterdam en Amstelveen, die allebei deel uitmaken van dezelfde arbeidsmarkt en economische entiteit, namelijk de Randstad. Nederland voert aan dat de ontslagen bij de twee ondernemingen waarvoor deze aanvraag wordt ingediend de werkgelegenheidssituatie in de provincie Noord-Holland, die er door de financiële en economische crisis reeds op achteruit was gegaan, nog zal verergeren.
16. In 2008 telde de beroepsbevolking in Noord-Holland 48 500 werklozen; door de economische en financiële wereldcrisis was dat aantal in 2009 met 20 000 tot 68 300 gestegen. Groot-Amsterdam telt het meest werklozen in de beroepsbevolking: 19 000 in 2008 en 24 500 in 2009.
17. In de provincie Noord-Holland zijn bovendien reeds ontslagen gevallen in de grafische sector, waarvoor de aanvragen EGF/2009/024 NL/Noord-Holland en Zuid-Holland, afdeling 58, en EGF/2009/026 NL/Noord-Holland en Utrecht, afdeling 18, zijn ingediend.
Gecoördineerd pakket van individuele dienstverlening waarvoor financiering wordt aangevraagd, gespecificeerde kostenraming en complementariteit met door de structuurfondsen gefinancierde acties
18. De volgende soorten maatregelen worden voorgesteld; samen vormen deze een gecoördineerd pakket van individuele dienstverlening met het oog op de re-integratie van de werknemers in het arbeidsproces.
19. Coaching van werk naar werk/begeleiding : opstelling van een individueel programma ter bevordering van de re-integratie op de arbeidsmarkt.
20. Mobility centres opzet : er worden mobility centres opgezet, waar ontslagen werknemers actief worden begeleid door zowel interne als externe coaches; bevordering van sollicitaties en opleidingsmogelijkheden door de terbeschikkingstelling van pc's en van overzichten van vacatures.
21. Outplacement : persoonlijke aandacht voor en begeleiding van de ontslagen werknemers tijdens hun beroepsheroriëntatie en arbeidsmarktprospectie.
22. Sollicitatietraining : hulp bij het opstellen van cv en sollicitatiebrief; werklozen voorbereiden op sollicitatiegesprekken en hen leren zichzelf te presenteren. Het is de bedoeling de werknemers tijdens het sollicitatieproces te begeleiden en hen op sollicitaties voor te bereiden.
23. Educatie : educatie om de inzetbaarheid van de ontslagen werknemers op de arbeidsmarkt te vergroten. Al naar gelang van de situatie van de individuele werknemer kan de educatie bestaan uit beroepsopleiding, de ontwikkeling van specifieke vaardigheden of technische opleidingen.
24. Evaluatie van de inzetbaarheid: inventarisering van de interessen en voorkeuren van de ontslagen werknemers en evaluatie van de gebieden waar hun kennis up-to-date is en waar extra opleiding nodig is.
25. De in de aanvraag vermelde uitgaven voor de implementatie van het EFG overeenkomstig artikel 3 van Verordening (EG) nr. 1927/2006 dekken activiteiten op het vlak van beheer en controle.
26. De door de Nederlandse autoriteiten voorgestelde individuele dienstverlening omvat actieve arbeidsmarktmaatregelen die op grond van artikel 3 van Verordening (EG) nr. 1927/2006 voor financiering in aanmerking komen. De Nederlandse autoriteiten ramen de totale kosten van deze dienstverlening op 3 776 693 euro en de uitgaven voor de implementatie van het EFG op 157 362 euro (4% van het totale bedrag). Van het EFG wordt in totaal een bijdrage van 2 557 135 euro (65% van de totale kosten) gevraagd.
Maatregelen Geschat aantal werknemers voor wie steun wordt aangevraagd Geraamde kosten per betrokken werknemer (in euro's) Totale kosten (EFG en nationale medefinanciering) (in euro's)
Individuele dienstverlening (artikel 3, eerste alinea, van Verordening (EG) nr. 1927/2006 )
Coaching van werk naar werk/begeleiding 760, 465 959,
Mobility centres opzet 119, 73 222,
Outplacement 4 940, 3 028 741,
Sollicitatietraining 271, 13 574,
Educatie 814, 181 617,
Evaluatie van de inzetbaarheid 271, 13 578,
Subtotaal individuele dienstverlening 3 776
Uitgaven voor de implementatie van het EFG (artikel 3, derde alinea, van Verordening (EG) nr. 1927/2006)
Beheer 39
Voorlichting en publiciteit 39
Controle 78
Subtotaal uitgaven voor de implementatie van het EFG 157
Totale geraamde kosten 3 934
EFG-bijdrage (65% van de totale kosten) 2 557
27. Nederland heeft bevestigd dat de hierboven beschreven maatregelen complementair zijn met door de structuurfondsen gefinancierde acties. De Nederlandse autoriteiten hebben erop gewezen dat de ontslagen werknemers eventueel in aanmerking komen voor twee specifieke ESF-projecten[7] voor werknemers in de ICT-sector. De Nederlandse autoriteiten hebben de nodige regelingen getroffen om elk risico van dubbele financiering uit het EFG en andere EU-financieringsinstrumenten te voorkomen.
Datum/data waarop met individuele dienstverlening aan de getroffen werknemers is begonnen of waarop gepland is daarmee te beginnen
28. Op 1 mei 2009 maakte Nederland ten behoeve van de getroffen werknemers een begin met de individuele dienstverlening van het gecoördineerde pakket, waarvoor een financiële bijdrage van het EFG wordt aangevraagd. Deze datum geldt daarom als het begin van de periode waarin uitgaven voor een eventuele ondersteuning uit het EFG in aanmerking komen.
Wijze waarop de sociale partners zijn geraadpleegd
29. Nederland heeft erop gewezen dat beide ondernemingen aan de verplichting hebben voldaan om de sociale partners bij een collectief ontslag van meer dan 30 werknemers over een sociaal plan te raadplegen. Het CA-ICT, dat uit vertegenwoordigers van werkgevers en werknemers bestaat, heeft bij de voorbereiding van de maatregelen een belangrijke rol gespeeld.
30. De Nederlandse autoriteiten hebben bevestigd dat aan de voorschriften van de nationale en EU-wetgeving betreffende collectieve ontslagen is voldaan.
Informatie over acties die volgens de nationale wet of collectieve overeenkomsten verplicht zijn
31. In verband met de criteria van artikel 6 van Verordening (EG) nr. 1927/2006 hebben de Nederlandse autoriteiten in de aanvraag:
32. bevestigd dat de financiële bijdrage van het EFG niet in de plaats komt van maatregelen die krachtens de nationale wetgeving of collectieve arbeidsovereenkomsten onder de verantwoordelijkheid van ondernemingen vallen;
33. aangetoond dat de maatregelen ten doel hebben steun te verlenen aan individuele werknemers en niet worden gebruikt om ondernemingen of sectoren te herstructureren;
34. bevestigd dat voor de hierboven vermelde subsidiabele maatregelen geen steun uit andere EU-financieringsinstrumenten wordt ontvangen.
Beheers- en controlesystemen
35. Nederland heeft de Commissie meegedeeld dat de financiële bijdrage door dezelfde instanties wordt beheerd en gecontroleerd die de financiering van het Europees Sociaal Fonds (ESF) in Nederland beheren en controleren.
Financiering
36. Op grond van de aanvraag van Nederland bedraagt de voorgestelde bijdrage uit het EFG aan het gecoördineerd pakket van individuele dienstverlening 2 557 135 euro (65% van de totale kosten). De Commissie heeft haar voorstel voor een bijdrage uit het fonds gebaseerd op de informatie van Nederland.
37. Gezien het beschikbare maximumbedrag aan bijdragen uit het EFG ingevolge artikel 10, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1927/2006, alsook de mogelijkheden tot herschikking van de kredieten, stelt de Commissie voor om uit het EFG het hierboven vermelde totale bedrag beschikbaar te stellen, dat zal worden toegewezen onder rubriek 1a van de financiële vooruitzichten.
38. Het voorgestelde bedrag van de financiële bijdrage laat meer dan 25% van het jaarlijkse maximumbedrag van het EFG beschikbaar voor toewijzingen tijdens de laatste vier maanden van het jaar, zoals voorgeschreven bij artikel 12, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1927/2006.
39. Met haar voorstel om middelen uit het EFG beschikbaar te stellen, leidt de Commissie de vereenvoudigde trialoogprocedure in, zoals voorgeschreven in punt 28 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006, om van de twee takken van de begrotingsautoriteit de instemming te verkrijgen betreffende de noodzaak van het fonds gebruik te maken en betreffende het vereiste bedrag. De Commissie verzoekt de eerste tak van de begrotingsautoriteit die op het passende politieke niveau overeenstemming bereikt over het ontwerp-voorstel voor een beschikbaarstelling uit het fonds, de andere tak en de Commissie van zijn voornemens op de hoogte te brengen. Indien één van de twee takken van de begrotingsautoriteit het niet met het voorstel eens is, wordt een formele trialoogvergadering bijeengeroepen.
40. De Commissie presenteert afzonderlijk een voorstel tot overschrijving om in de begroting voor 2010 specifieke vastleggings- en betalingskredieten op te nemen, zoals voorgeschreven in punt 28 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006.
Bronnen van betalingskredieten
41. Gezien de huidige stand van de implementatie is te verwachten dat de betalingskredieten die in 2010 beschikbaar zijn in begrotingsonderdeel 01.0404 "Kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie – Programma voor ondernemerschap en innovatie" dit jaar niet volledig zullen worden opgebruikt.
42. Dit begrotingsonderdeel dekt de uitgaven in verband met de implementatie van de financiële instrumenten van dit programma, dat als hoofddoel heeft de toegang van het mkb tot financiering te vergemakkelijken. Er verloopt enige tijd tussen de overschrijvingen naar de trustrekeningen die door het Europees Investeringsfonds worden beheerd en de uitbetalingen aan de begunstigden. De financiële crisis heeft grote gevolgen voor de voor 2010 geraamde uitbetalingen. Om het aanhouden van te grote saldi op de trustrekeningen te vermijden, is de methode voor het berekenen van de betalingskredieten dan ook herzien, rekening houdend met de verwachte uitbetalingen. Bijgevolg kan een bedrag van 2 557 135 euro voor overschrijving beschikbaar worden gesteld.