Toelichting bij COM(2004)70 - Actieplan: De Europese agenda voor ondernemerschap

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

dossier COM(2004)70 - Actieplan: De Europese agenda voor ondernemerschap.
bron COM(2004)70 NLEN
datum 11-02-2004
Avis juridique important

|
52004DC0070

Mededeling van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's - Actieplan: De Europese agenda voor ondernemerschap /* COM/2004/0070 def. */


Inhoudsopgave

1.

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD, HET EUROPEES PARLEMENT, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S - Actieplan: De Europese agenda voor ondernemerschap


INHOUDSOPGAVE

2.

1. De uitdaging van Europa op het gebied van ondernemerschap


3.

2. Een Europees debat over de bevordering van ondernemerschap


4.

3. Vijf strategische beleidsgebieden


5.

3.1. Een ondernemingsgerichte mentaliteit stimuleren


6.

3.2. Meer mensen aanmoedigen om ondernemer te worden


7.

3.3. Ondernemers toerusten voor groei en concurrentiekracht


8.

3.4. De financiering verbeteren


9.

3.5. Een MKB-vriendelijker regelgevings en administratief kader creëren


10.

4. Volgende stappen van de Commissie om de agenda voor ondernemerschap uit te voeren


11.

5. Concrete resultaten voor de Europese ondernemers


Bijlage I - Voorstellen voor kernacties voor 2006 en daarna


12.

1. DE UITDAGING VAN EUROPA OP HET GEBIED VAN ONDERNEMERSCHAP


Ondernemerschap is een van de grote stuwende krachten achter innovatie, concurrentievermogen en groei. Door hun sterke aanwezigheid in cruciale sectoren zoals diensten en op kennis gebaseerde activiteiten spelen kleinere ondernemingen en ondernemers momenteel een centrale rol in de EU-economie. Er werd een positief en sterk verband tussen ondernemerschap en economische prestaties waargenomen in termen van groei, overleving van ondernemingen, innovatie, werkgelegenheidsschepping, technologische verandering, productiviteitsverhoging en uitvoer. i Maar ondernemerschap levert onze samenlevingen meer op. Het is ook een middel voor persoonlijke ontwikkeling en het kan de sociale samenhang versterken wanneer aan eenieder de kans wordt geboden om zijn eigen bedrijf op te richten, ongeacht achtergrond of locatie. i

De Europese Unie (EU) heeft zich vast voorgenomen het ondernemerschap te stimuleren als onderdeel van haar strategie i om de economie te hervormen en haar toekomstige economische en concurrentiekracht op te bouwen. De Raad heeft een oproep gedaan tot het nemen van maatregelen ter bevordering van kleine ondernemingen en ondernemerschap, met name door in 2000 het Europees Handvest voor kleine bedrijven i goed te keuren.

Toch is het de EU, ondanks de sindsdien genomen maatregelen, niet gelukt het verschil in BBP per hoofd van de bevolking met de VS te verkleinen; het verschil in productiviteit wordt in feite groter. Uit toekomststudies blijkt dat, indien Europa geen verandering brengt in de huidige economische trends, zijn procentuele aandeel in de wereldproductie zal dalen, ook al stijgt de absolutie productie, met name naarmate de opkomende Aziatische economieën hun achterstand inhalen. i Europa heeft meer ondernemerschap nodig om zijn economische positie te versterken.

De EU maakt niet ten volle gebruik van haar ondernemingspotentieel. Zij slaagt er niet in voldoende mensen ertoe aan te moedigen ondernemer te worden. Volgens de Eurobarometer zegt 47% van de Europeanen er de voorkeur aan te geven als zelfstandige te werken, terwijl slechts 17% werkelijk zijn ambities realiseert. Met betrekking tot nieuw ondernemersinitiatief zegt slechts 4% van de Europeanen betrokken te zijn bij de oprichting van een onderneming of ondernemer te zijn sinds minder dan drie jaar tegenover 11% in de VS. i En terwijl 29% van de Europese kmo's verklaarde dat groei hun grootste ambitie was i, zijn er te weinig die werkelijk een aanzienlijke groei verwezenlijken. Europa heeft, in tegenstelling tot de VS, te kampen met lage expansiecijfers na de oprichting van bedrijven. i En de grootste ondernemingen van Europa aan het eind van het vorige decennium waren allemaal reeds groot in 1960. i Terwijl de Amerikaanse ondernemers de markt lijken te testen en, indien het resultaat positief is, het bedrijf zich snel uitbreidt, halen veel commerciële ideeën in Europa nooit het marktstadium, aangezien de levensvatbaarheid ervan in twijfel wordt getrokken voordat ze op de markt kunnen worden uitgetest. De Eurobarometer toonde immers aan dat van de Europeanen 44% van mening is dat men geen bedrijf moet starten wanneer het risico bestaat dat het failliet gaat, tegenover 29% in de VS.

Een vergrijzende bevolking zal waarschijnlijk de achterstand op het gebied van ondernemerschap nog groter maken, i daar de leeftijdsgroep die het actiefst is wat betreft het opzetten van ondernemingen (tussen 25 en 34 jaar) i de komende decennia zal krimpen. Bovendien zal naar schatting een derde van de EU-ondernemers, hoofdzakelijk degenen met een familiebedrijf, er de komende tien jaar mee ophouden, hetgeen elk jaar ongeveer 610 000 ondernemingen en 2,4 miljoen arbeidsplaatsen impliceert. Aangezien steeds minder overdrachten binnen de familie plaatsvinden, zullen meer familiebedrijven aan werknemers of derden moeten worden overgedragen. Veel Europeanen geven er echter de voorkeur aan een onderneming te starten veeleer dan er een over te nemen. Zo wordt het steeds moeilijker om opvolgers te vinden. i

Om haar volledige ondernemingspotentieel te kunnen benutten, moet de EU serieuze inspanningen leveren om Europa aantrekkelijker te maken voor bedrijfsactiviteiten. Maar dit alleen is niet genoeg om de ondernemingszin aan te wakkeren: er is een meer ondernemingsgerichte mentaliteit nodig. Dit betekent dat ondernemingswaarden moeten worden bevorderd en aandacht moet worden besteed aan de vrees voor het nemen van risico's bij een zo ruim mogelijk publiek van potentiële ondernemers.

Om dit te helpen verwezenlijken, kan de EU gebruik maken van voorbeelden van goede prestaties binnen haar eigen grenzen, waarbij zij zich de aanzienlijke regionale verscheidenheid wat betreft rijkdom en ondernemingsklimaat ten nutte kan maken. Door de uitbreiding zal niet alleen het scala aan economische prestaties worden vergroot, maar zal ook het spectrum van ondernemingstradities worden verbreed en zullen de mogelijkheden tot uitwisseling in een uitgebreid Europa toenemen.

Om vooruitgang te boeken met de agenda voor ondernemerschap, heeft de Commissie het Groenboek Ondernemerschap in Europa i gepubliceerd om een zo ruim mogelijk publiek van belanghebbenden te betrekken bij de vaststelling van de agenda voor toekomstig beleid. Deze raadpleging was een voorbeeld van het belang dat de Commissie hecht aan de instandhouding van de dialoog met het MKB en zijn vertegenwoordigers.

Op basis van uitgebreide onderzoeksgegevens, analyses, enquêtes en beleidservaring werden in het groenboek tien vragen gesteld met betrekking tot twee fundamentele vraagstukken voor Europa: Hoe het aantal ondernemers verhogen en Hoe meer ondernemingen doen groeien. De Raad heeft de Commissie tijdens de Europese Raad van Brussel in maart 2003 verzocht om, als vervolg op het groenboek, een actieplan voor ondernemerschap te presenteren op de Europese Voorjaarsraad 2004.

Dit actieplan voorziet in een strategisch kader voor de bevordering van ondernemerschap, dat is gebaseerd op de openbare raadpleging die volgde op de publicatie van het groenboek. Uit die raadpleging is gebleken dat de lopende activiteiten van de Commissie in het algemeen worden ondersteund, maar er werd een oproep gedaan om op bepaalde gebieden meer inspanningen te leveren. Bijgevolg vult het actieplan de lopende werkzaamheden, met name die in het kader van het bij Beschikking van de Raad 2000/819/EG goedgekeurde meerjarenprogramma voor ondernemingen en ondernemerschap i, door middel van gerichte acties aan zonder de in die beschikking beschreven doelstellingen en actiegebieden te wijzigen.

13.

2. EEN EUROPEES DEBAT OVER DE BEVORDERING VAN ONDERNEMERSCHAP


Het publieke debat dat door het Groenboek over ondernemerschap op gang is gebracht, wekte heel wat belangstelling overal in Europa en daarbuiten. Belanghebbenden deelden bereidwillig de expertise die ze door hun dagelijkse werkzaamheden met ondernemingen en door onderzoek hadden verzameld. Het groenboek werd tijdens veel evenementen besproken en er werden 240 schriftelijke antwoorden ingediend, zowel door particulieren als organisaties, die een groot aantal belanghebbenden vertegenwoordigden, waaronder nationale, regionale en lokale overheidsinstanties, ondernemers, bedrijfsorganisaties, aanbieders van ondersteunende diensten, universiteiten en denktanks. i

Hoewel de reacties de belangrijkste uitdagingen in het groenboek bevestigden, gaven ze een breed scala aan gebieden voor actie aan, waarbij ze duidelijk maakten dat er geen wondermiddel is om een meer ondernemingsgericht Europa tot stand te brengen. Het onbenutte potentieel van Europa lijkt te liggen in een complex geheel van onderling op elkaar inwerkende randvoorwaarden, attitudes en vaardigheden. Hierna wordt een overzicht gegeven van de voornaamste trends in de ontvangen antwoorden.

De overheersende attitudes tegenover ondernemerschap en de huidige balans tussen risico's en beloning lijken ervoor te zorgen dat veel Europeanen minder geneigd zijn om ondernemer te worden. Er zijn ook minder potentiële opvolgers om het toenemende aantal ondernemingen over te nemen van ondernemers die de pensioenleeftijd bereiken. Onderwijs in ondernemerschap werd beschouwd als een belangrijk middel om een meer ondernemingsgerichte mentaliteit bij jongeren te creëren. Om de risicolast te verlichten, moet aandacht worden besteed aan de zware gevolgen van een faillissement en aan de noodzaak om een lagere graad van sociale zekerheid te aanvaarden. Er werden meer inspanningen verlangd om bedrijfsoverdrachten, specifiek voor familiebedrijven, te vergemakkelijken.

Financiering wordt steeds meer als een knelpunt gezien vanwege de opkomende ratingcultuur en de voorgestelde nieuwe kapitaaltoereikendheidsregels voor banken (Bazel II). i Belastingen op ingehouden winst of particuliere investeringen werden beschouwd als een hinderpaal voor het opbouwen van eigen vermogen en sterkere balansen, die niet alleen nodig zijn om het groeipotentieel van ondernemingen te ontsluiten, maar ook om goedkopere financiering te krijgen.

De belanghebbenden merkten op dat ondernemers, voor een verbetering van de prestaties, toegang moesten hebben tot degelijke en gerichte ondersteuning, begeleiding en opleiding. Clusters zouden een stimulans kunnen zijn voor groei, pan-Europese handel en internationalisering, terwijl ondersteuning ter aanmoediging van spin-offs en een effectievere uitwisseling tussen onderzoek en bedrijfswereld zouden kunnen bijdragen tot het stimuleren van innovatie.

Er werd vaak gewezen op administratieve en regelgevingslasten, vooral de naleving van voorschriften inzake belastingen en arbeidsvoorwaarden, die complex, tijdrovend en duur is. Om een beter administratief en regelgevingsklimaat te creëren, moeten de beleidsmakers een dialoog met het MKB en zijn vertegenwoordigers in stand houden. Bovendien kon op basis van de reacties worden vastgesteld dat er met betrekking tot de toegang van het MKB tot overheidsopdrachten nog steeds ruimte is voor verbetering en dat er nog steeds uitdagingen voor de interne markt en de structuur van de regeling inzake staatssteun bestaan.

Veel reacties bevestigden de in het groenboek gemaakte keuze voor een gecoördineerde aanpak. De belanghebbenden verzochten om versterking van de open coördinatiemethode i door een meer systematische opvolging van de gedane aanbevelingen en de uitvoering ervan door de lidstaten. Teneinde rekening te houden met de uiteenlopende uitdagingen en behoeften in de EU, moeten bij de coördinatie niet alleen de nationale overheden worden betrokken, maar ook vaker de regio's, die een vitale rol spelen bij het aanbod van infrastructuur, netwerken en ondersteuning die zijn afgestemd op de specifieke behoeften van de ondernemers in hun regio. Er is ook coördinatie nodig tussen alle beleidsmakers die werkzaam zijn op verschillende gebieden die van invloed zijn op ondernemerschap, zoals onderzoek, innovatie, belastingen of werkgelegenheid.

14.

3. VIJF STRATEGISCHE BELEIDSGEBIEDEN


Op basis van de openbare raadpleging wordt er met het actieplan naar gestreefd meer mensen aan te moedigen tot het opzetten van een onderneming en ondernemers te helpen om hun bedrijf te doen groeien door hen te ondersteunen bij de verwezenlijking van hun ambities en door een gunstig ondernemingsklimaat te scheppen. Om vorderingen te maken met de agenda voor ondernemerschap, zal de Commissie optreden op vijf strategische beleidsgebieden i die de belanghebbenden in antwoord op het groenboek als cruciaal aanmerkten voor het stimuleren van de huidige ondernemingsdynamiek in de EU.

- Een ondernemingsgerichte mentaliteit stimuleren

- Meer mensen aanmoedigen om ondernemer te worden

- Ondernemers toerusten voor groei en concurrentiekracht

- De financiering verbeteren

- Een MKB-vriendelijker regelgevings- en administratief kader creëren

Om de agenda voor ondernemerschap vooruit te helpen, moet de EU aan een dubbele uitdaging beantwoorden: coördinatie en doelgerichtheid zijn nodig om synergie te creëren en echte vooruitgang mogelijk te maken. Toch moet in het beleid rekening worden gehouden met de uiteenlopende behoeften van ondernemers, die ondernemingen exploiteren gaande van spin-outs van universiteiten over kleine en middelgrote familiebedrijven tot sociale ondernemingen. En landen en regio's hebben elk een unieke mix van sterke en zwakke punten die van invloed zijn op hun ondernemingscultuur en ondernemingsklimaat.

Wil de Commissie de best mogelijke resultaten behalen, dan kan en mag zij niet alleen handelen. Van fundamenteel belang voor succes is de actieve betrokkenheid van de lidstaten en de bedrijfsorganisaties. Om de uiteenlopende uitdagingen op het gebied van ondernemerschap adequaat te beantwoorden, roept de Commissie bijgevolg de lidstaten en bedrijfsorganisaties ertoe op om op de vijf strategische gebieden binnen hun bevoegdheid de nodige maatregelen te nemen op het best geschikte nationale of regionale niveau en daarbij in te spelen op hun specifieke behoeften.

Ter ondersteuning van de nationale en regionale strategieën van de lidstaten zal de Commissie de beleidsmakers in het kader van de open coördinatiemethode helpen om prestaties te benchmarken en beleidspraktijken op relevante actiegebieden uit te wisselen.

De inzet van de bedrijfswereld is een voorwaarde voor een succesvol ondernemerschapsbeleid. Bijvoorbeeld bij de beleidsvorming rekening houden met de behoeften van het MKB kan alleen werken indien de ondernemingen en hun vertegenwoordigers daar actief bij worden betrokken, terwijl bedrijfsorganisaties als intermediair kunnen fungeren in de relaties banken/ondernemingen. Aangezien ondernemers leren het best van elkaar (als mentors of in netwerken), is hun rol bij promotie- en onderwijsactiviteiten van het grootste belang voor het creëren van een ondernemingsgerichte mentaliteit.

In het actieplan wordt prioriteit verleend aan een reeks doelgerichte kernacties i, die in 2004 en 2005 zullen worden gestart en zowel gericht zijn op de Commissie als, in het kader van de open coördinatiemethode, op de nationale en regionale beleidsmakers. De vanaf 2006 op te zetten nieuwe acties zullen worden gedefinieerd op basis van hun eventuele toegevoegde waarde en van de nadruk die er in het publieke debat op is gelegd; een lijst van voorstellen is in bijlage I bijgevoegd.

15.

3.1. Een ondernemingsgerichte mentaliteit stimuleren


Tijdens de openbare raadpleging werd beklemtoond dat ondernemers een betere waardering moeten krijgen en dat een loopbaan als ondernemer meer onder de aandacht moet worden gebracht. De Commissie zal, in het kader van de open coördinatiemethode, samen met de lidstaten het ondernemerschap bevorderen, waarbij rolmodellen zullen worden gepresenteerd en de aandacht zal worden gevestigd op het verantwoordelijke gedrag van veel ondernemers die zowel de huidige als de toekomstige behoeften van onze samenlevingen respecteren. Om iedereen in staat te stellen de kansen aan te grijpen die bij zijn vaardigheden en ambities passen, moeten promotieactiviteiten laten zien op welke verschillende wijzen men ondernemer kan zijn (bv. expansiegerichte, ambachtelijke of deeltijdse ondernemer of ondernemer in een coöperatie) en op verschillende doelgroepen gericht zijn.

De Commissie ondersteunt reeds de organisatie van evenementen op het gebied van ondernemerschap in een aantal EU-steden. i Om ondernemingsgerichte attitudes en vaardigheden bij jongeren te stimuleren, zal de Commissie het onderwijs in ondernemerschap verder bevorderen.

Onderwijs in ondernemerschap op universitair niveau dient toegankelijk te zijn voor studenten en onderzoekers in alle studierichtingen, met name ook op technische universiteiten. Het samenbrengen van wetenschappelijk potentieel en ondernermerschapskwaliteiten kan bijdragen tot een betere commercialisering van onderzoeksresultation door spin-offs en meer startende bedrijven in kennissectoren. i

16.

Kernactie: Een ondernemingsgerichte mentaliteit stimuleren bij jongeren


In het kader van de open coördinatiemethode hebben de Commissie en externe deskundigen de beleidsbenaderingen ten aanzien van onderwijs in ondernemerschap in de EU geëvalueerd. i Uit de veelbelovende resultaten is gebleken dat ondernemerschap aan belang wint in onderwijsprogramma's en dat veel beleidsinitiatieven genomen worden. De aandacht zal nu vooral worden gericht op de uitwisseling van ervaring met nuttige beleidsinstrumenten en op het aanbieden van hoogwaardig onderwijs in ondernemerschap voor alle leerlingen in de gehele EU.

In 2004 zal de Commissie in het kader van de open coördinatiemethode een benchmarkingproject rond het gebruik van miniondernemingen organiseren (studentenondernemingen die echte producten of diensten in een beschermde omgeving produceren en verkopen). In 2005 zal de Commissie samen met een groep deskundigen succes- en risicofactoren, beleidsdoelstellingen, aanbevelingen en promotiemateriaal (succesverhalen, voorbeelden van goede praktijken) presenteren op basis van casestudies en evaluaties.

Om ervoor te zorgen dat alle leerlingen die het onderwijssysteem verlaten, toegang hebben gehad tot ondernemerschapscursussen, roept de Commissie de lidstaten ertoe op het onderwijs in ondernemerschap in de leerprogramma's van alle scholen op te nemen en de scholen de nodige ondersteuning te bieden om doeltreffende en hoogwaardige onderwijsregelingen in te voeren. De nationale en regionale instanties kunnen bewustmakingscampagnes opzetten, opleidingsmateriaal aanbieden, opleidingsmodules voor leraren organiseren en, samen met bedrijfsorganisaties, ondernemers bij de leerprogramma's betrekken.

Met de resultaten van de werkzaamheden van de Commissie op het gebied van onderwijs in ondernemerschap zal, in termen van doelstellingen en gebieden waar meer ondersteuning nodig is, rekening worden gehouden bij de opstelling en uitvoering van communautaire opleidings-, onderwijs- en jeugdprogramma's.

17.

3.2. Meer mensen aanmoedigen om ondernemer te worden


Hoewel algemeen wordt aangenomen dat risico intrinsiek met ondernemerschap verbonden is, verzochten de belanghebbenden in reactie op het groenboek, om meer mensen aan te moedigen om ondernemer te worden, niet alleen om de mogelijkheid om een onderneming snel en goedkoop te registreren, maar ook om een eerlijker balans tussen het genomen risico en de mogelijke beloning.

De laatste jaren werden op EU-niveau en in de lidstaten aanzienlijke inspanningen geleverd om de administratie bij het starten van een onderneming te vergemakkelijken. i Om het risico minder zwaar te maken, zal de Commissie in het kader van de open coördinatiemethode samen met de lidstaten verder trachten de negatieve effecten van een faillissement te verminderen en zal zij bestuderen welke mogelijkheden er voor ondernemers bestaan om zich in socialezekerheidsstelsels te verzekeren tegen persoonlijke risico's.

Ondernemer worden met een lager faillissementsrisico is mogelijk door een gevestigde onderneming over te nemen veeleer dan een onderneming van nul af aan op te bouwen. Uit onderzoek is gebleken dat in Oostenrijk 96% van de bedrijfsoverdrachten de eerste vijf jaar na de overdracht overleeft in vergelijking met 75% van de startende ondernemingen. i Na haar inspanningen om de lidstaten te helpen bij de tenuitvoerlegging van de in 1994 gedane Aanbeveling voor het vergemakkelijken van de overdracht van kmo's i, zal de Commissie steeds meer de aandacht vestigen op de mogelijkheid om op die manier ondernemer te worden.

Vanwege de veranderende behoeften in de samenleving als gevolg van de vergrijzing van de bevolking en de verwachtingen van de consumenten betreffende het gedrag van ondernemingen ontstaan nieuwe behoeften op gebieden zoals gezondheidszorg, mobiliteit of het milieu. Daar deze sectoren zich dicht bij het publieke domein bevinden of daarvan deel uitmaken, kan de overheid klant of concurrent zijn. De ondernemingen van de sociale economie i zijn al voorbeelden van dienstverlening in sectoren die een alternatief vormen voor of een aanvulling zijn op de openbare sector. De Commissie zal in het kader van de open coördinatiemethode samen met de lidstaten de belemmeringen voor de ontwikkeling van zowel commercieel gestuurde als non-profitondernemingen in deze sectoren aan proberen te pakken. Ter voorbereiding van toekomstige maatregelen analyseert de Commissie momenteel de rol van sociale ondernemingen.

18.

Kernactie: Het verminderen van het stigma op falen


Gefailleerde ondernemers worden geconfronteerd met het stigma op falen, bijvoorbeeld door terughoudendheid bij het plaatsen van orders of doordat om extra financiële waarborgen wordt verzocht. Om het stigma te doorbreken dat aan een faillissement kleeft, is een beter begrip nodig van wat een faillissement betekent, wat onder meer inhoudt dat een onderscheid wordt gemaakt tussen bedrieglijk en niet-bedrieglijk faillissement. Een benchmarkingproject in 2003, waarbij de Commissie en externe deskundigen betrokken waren, heeft doelstellingen, indicatoren en aanbevelingen opgeleverd om de zware juridische en sociale gevolgen van een faillissement te beperken. i

In de voortgangsverslagen over het actieplan zal de Commissie de lidstaten verzoeken verslag uit te brengen over de genomen of geplande maatregelen om aan de aanbevelingen te voldoen. De Commissie zal vervolgens indien nodig deze werkzaamheden opnieuw bekijken.

Om te komen tot een beter begrip van wat faillissement inhoudt en om het begrip faillissement los te koppelen van het begrip slecht gedrag, zal de Commissie in 2004 samen met deskundigen van de lidstaten informatie opstellen over de beginselen van het faillissement, vroegtijdige waarschuwingssignalen voor financiële moeilijkheden, de oorzaken van een faillissement, belemmeringen om opnieuw te beginnen, en beschrijvingen van gefailleerde en opnieuw gestarte ondernemers. Deze informatie, voor gebruik in promotiecampagnes of cursussen, moet leiden tot een bredere acceptatie van een faillissement en bijdragen tot een vermindering van de weigerachtigheid om met gefailleerde ondernemers zaken te doen.

Om ondernemers met financiële moeilijkheden te helpen hun angst te overwinnen om met problemen naar buiten te komen en bijtijds hulp te zoeken, zal de Commissie in het kader van de open coördinatiemethode samen met de lidstaten zich richten op het vergemakkelijken van de uitwisseling van ervaring met voorlichting over en gebruik van preventieve maatregelen. Tegen 2005 zal de Commissie samen met een groep deskundigen zelfbeoordelingstests voor ondernemers hebben opgesteld waarmee zij hun financiële situatie kunnen evalueren, inclusief informatie over bestaande ondersteuning en procedures die bedoeld zijn om hen van een faillissement te redden.

19.

Kernactie: Bedrijfsoverdrachten vergemakkelijken


De scherpe toename van de verwachte bedrijfsoverdrachten in de komende jaren zal met name de talrijke familiebedrijven, die een sleutelrol spelen in het EU-bedrijfsleven, betreffen. De EU moet een situatie vermijden waarin dergelijke ondernemingen dichtgaan niet vanwege een gebrek aan concurrentiekracht, maar gewoon vanwege belemmeringen op fiscaal of juridisch gebied of omdat er geen opvolger is.

De Commissie zal de nationale en regionale beleidsmakers verder helpen om bedrijfsoverdrachten te vergemakkelijken, vooral om de continuïteit van de vele levensvatbare familiebedrijven in de EU te verzekeren. De Commissie zal de lidstaten verder aanmoedigen de Aanbeveling inzake bedrijfsoverdrachten uit te voeren en zal zich blijven inspannen om gegadigden voor bedrijfsoverdrachten beter voor te lichten. Dit kan bijvoorbeeld inhouden dat nationale en regionale beleidsmakers worden geassisteerd bij het promoten van markten voor verkopers en kopers van ondernemingen. Meer specifieke acties zullen worden aangekondigd in de mededeling over bedrijfsoverdrachten die in 2004 wordt gepubliceerd.

20.

Kernactie: Socialezekerheidsstelsels voor ondernemers herzien


De Commissie zal tegen 2005 een overzicht presenteren van socialezekerheidsstelsels voor zelfstandigen en bedrijfseigenaars, inclusief hun echtgenoten en andere personen ten laste, en van de gevolgen van de overgang van de ene status naar de andere. Dit omvat de ziekteverzekering, inkomensgaranties bij arbeidsongeschiktheid of stopzetting van beroepsactiviteiten, pensioenrechten (vergeleken met werknemersstelsels), toetreding tot vrijwillige regelingen, het onterechte verlies voor nieuwe ondernemers van in een andere loopbaan verworven rechten, en specifieke regelingen voor startende ondernemers. Zo zal zij het totale aan ondernemerschap verbonden negatieve risico kunnen kwantificeren en nauwkeuriger kunnen bepalen welke invloed de sociale zekerheid heeft op de keuze voor ondernemerschap.

Op basis daarvan zal de Commissie de lidstaten in 2005 verzoeken de gebieden te bepalen waarop zij voornemens zijn maatregelen te nemen. De Commissie zal vervolgens een uitwisseling van ervaring organiseren, waarbij externe deskundigen zullen worden betrokken, over hoe het best vooruitgang kan worden geboekt. Deze werkzaamheden zullen resulteren in het aanduiden van goede praktijkvoorbeelden, die de lidstaten kunnen helpen hun stelsels aan te passen voorzover dat nodig is.

21.

3.3. Ondernemers toerusten voor groei en concurrentiekracht


De Commissie zal, daartoe aangezet door verzoeken in de reacties op het groenboek om hoogwaardige en klantgerichte dienstverlening, de toegang tot ondersteuning en managementopleiding van topniveau blijven bevorderen voor ondernemers van elke achtergrond, inclusief groepen met specifieke noden zoals vrouwen en ondernemers uit etnische minderheden. De Commissie zal ook via de structuurfondsen de toegang tot ondersteuning blijven bevorderen voor ondernemers van elke achtergrond en in regio's waar slecht wordt gepresteerd op het gebied van ondernemerschap. i

Volgens de belanghebbenden kan bedrijfsgroei worden gestimuleerd door kmo's actief te ondersteunen in hun inspanningen om te internationaliseren. Internationalisering verleent niet alleen toegang tot een grotere markt, maar bovendien kan het opereren op verschillende markten helpen om een concurrentievoordeel te behalen ten opzichte van ondernemingen die slechts in één land gevestigd zijn.

Het MKB moet kunnen beschikken over dienstverlening, die de mogelijkheden in de kenniseconomie optimaal kan helpen benutten. Naast een doeltreffender overdracht van kennis tussen onderzoeks- en bedrijfswereld, de beschikbaarheid van geschoold personeel in een moderne werkorganisatie en een degelijke bescherming van intellectuele eigendom moet meer aandacht worden besteed aan waarde-innovaties (bv. een nieuw bedrijfsmodel, een nieuwe marketingstrategie of een nieuw marketingdesign), die van steeds groter belang worden, met name voor kleinere ondernemingen. i

De Commissie zal netwerken, partnerschapsevenementen en clusters stimuleren om ondernemers te helpen strategische partnerschappen op te bouwen, beter toegang te krijgen tot kennis en zakenrelaties binnen en buiten de EU tot stand te brengen. De Commissie zal de rol van de Europese ondersteunende netwerken Euro Info Centres (EIC's) en Relay Centra voor Innovatie (RCI's) versterken door ze te betrekken bij de bevordering van de samenwerking tussen ondernemingen en door te zorgen voor een gestroomlijnde verlening van alle pan-Europese ondersteunende diensten, niet alleen door deze netwerken, maar ook door de Bedrijfsinnovatiecentra (BIC's).

In aansluiting op de toezegging van de Raad om de investeringen in onderzoek en technologische ontwikkeling (OTO) te verhogen, en na een publiek debat in 2002 heeft de Commissie in 2003 een actieplan gepresenteerd om de OTO-investeringen tegen 2010 op te trekken tot 3% van het BBP. i Bovendien worden in het kader van het zesde kaderprogramma voor OTO financiële middelen aan het MKB verstrekt doordat 15% van de begroting voor het MKB wordt gereserveerd en specifieke activiteiten voor het MKB worden aangeboden. i

De Commissie heeft onlangs het toepassingsgebied van de groepsvrijstellingsverordening uitgebreid om aan het MKB verleende steun voor OTO vrij te stellen van kennisgeving. Met betrekking tot innovatie zal de Commissie de specifieke behoeften van diverse spelers, met name het MKB, bestuderen wat betreft aanpassing aan veranderingen en integratie van kennis in productie, producten en diensten. Gezien het belang van innovatie zal de Commissie in 2004 een actieplan publiceren dat volledig aan innovatie is gewijd. In deze context zal de Commissie onderzoeken of er aanwijzingen zijn van marktgebreken die innovatie belemmeren, afhankelijk van het type marktdeelnemer, de activiteiten en de vestigingsplaats, waarbij internationale vergelijkingen binnen en buiten de EU zullen worden gemaakt en aandacht zal worden besteed aan de noodzaak om geschikte oplossingen te vinden. De Commissie zal ook verder de innovatie bevorderen door de uitwisseling van ervaring over regionaal innovatiebeleid, mechanismen voor technologieoverdracht en de bevordering van activiteiten op het gebied van e-zakendoen. i

Zoals in het Groenboek over ondernemerschap werd gesteld en in het publieke debat werd bevestigd, komen in Europa te weinig snelgroeiende ondernemingen, of gazellen, de belangrijkste stuwende krachten achter innovatie en ondernemingsdynamiek, tot ontwikkeling. Ondernemingsgroei komt maar zelden toevallig tot stand: er is een uitdrukkelijke groeioriëntatie nodig, en in de allereerste plaats de juiste mentaliteit. Uit feitenmateriaal blijkt dat ondernemers inspiratie zoeken in succesvolle rolmodellen. i De Commissie zal op zoek gaan naar goede beleidspraktijken voor het verspreiden van rolmodellen en het verlenen van de geschikte ondersteuning aan potentiële gazellen.

22.

Kernactie: Op de behoeften afgestemde ondersteuning verlenen aan vrouwen en etnische minderheden


Momenteel wordt aan de specifieke behoeften van vrouwelijke ondernemers en etnische minderheden niet voldaan door de aanbieders van ondersteuning. Voortbouwend op de lopende werkzaamheden om het vrouwelijk ondernemerschap te bevorderen, zal de Commissie vanaf 2004 de nationale en regionale instanties helpen om die gebieden aan te pakken waar onvoldoende wordt voorzien in de behoeften van vrouwelijke ondernemers, met name de toegang tot financiering en ondernemingsnetwerken.

Op basis van ervaring met de uitwisseling van goede praktijken onder beleidsmakers via studies en netwerken zal de Commissie een soortgelijke methodologie toepassen voor de voorziening in de behoeften van ondernemers uit etnische minderheden. In 2004 en 2005 zal de Commissie beleidsmaatregelen definiëren en evalueren met het doel goede praktijken voor het assisteren van ondernemers uit etnische minderheden aan te duiden. Tegelijkertijd zal de Commissie netwerken tussen beleidsmakers stimuleren en trachten de actieve betrokkenheid van belangenorganisaties van etnische minderheden te verkrijgen voor de totstandbrenging van een betere dialoog op communautair, nationaal en regionaal niveau.

23.

Kernactie: Ondernemingen ondersteunen bij de ontwikkeling van relaties tussen ondernemingen


De Commissie zal matchmaking-evenementen in de EU-regio's ondersteunen zodat ondernemers strategische partners (ondernemers, onderzoekers, financiers, adviseurs, mentors, zakenpartners en beleidsmakers) kunnen ontmoeten die hen kunnen helpen om hun prestaties te verbeteren. De Commissie kan gebruikmaken van een uitgebreid netwerk van potentiële partners via de bedrijfsorganisaties, in verschillende databanken van de Commissie en via de EIC-, RCI- en BIC-netwerken. Tegen medio 2004 zullen de EIC-, RCI- en BIC-netwerken beschikken over de administratieve, ondersteunings- en IT-middelen om de evenementen waaraan zij deelnemen, op gecoördineerde wijze te ondersteunen. Deze ervaring zal in 2005 worden geëvalueerd met het doel een strategie voor de komende jaren uit te stippelen.

Nadat ze aan matchmaking-evenementen hebben deelgenomen, kunnen kmo's gebruikmaken van de Europese bedrijfsondersteunende netwerken, via hun uitgebreide netwerk van kantoren, voor nadere informatie en advies over zakendoen in de interne markt, een specifiek land of een specifieke regio.

Clusters kunnen kmo's helpen om een kritieke massa te bereiken, hulpbronnen gemeenschappelijk te gebruiken, zakenpartners te vinden of toegang tot strategische informatie te krijgen. Voortbouwend op onderzoek naar het beleid van de lidstaten inzake clusters i en de uitwisseling van ervaring over clustervorming op regionaal niveau in het kader van het programma Innoverende Regios in Europa' wordt vergemakkelijkt, i zal de Commissie in 2005 samen met een groep clustermanagers een model voor de totstandbrenging van strategische relaties tussen clusters in de EU definiëren en testen.

24.

3.4. De financiering verbeteren


Toegang tot financiering is van cruciaal belang voor ondernemingen in diverse ontwikkelingsfasen. Naast de bestaande moeilijkheden waarvan tijdens de openbare raadpleging melding werd gemaakt, met name wat het opbouwen van eigen vermogen betreft, moeten de ondernemingen anticiperen op veranderende financiële eisen in verband met het toenemende gebruik van ratingsystemen en de voorgestelde herziening van de kapitaaleisen voor banken ('Bazel II'), als gevolg waarvan de tarieven voor leningen beter zullen afgestemd zijn op het aan een klant verbonden risico.

De Commissie helpt momenteel om het financiële klimaat voor ondernemingen, met name voor het MKB, te verbeteren door middel van haar Financiële instrumenten i en door kmo's en financiële spelers bijeen te brengen om goede praktijken uit te kunnen wisselen en te zorgen voor een beter wederzijds begrip tussen het MKB en de financiële wereld. i

Om de ondernemingen te helpen anticiperen op veranderingen in het financiële klimaat zal de Commissie samen met nationale en regionale beleidsmakers streven naar een betere beschikbaarheid van de nodige ondersteuning om te kunnen reageren op strengere risicobeoordelingen. Zij zullen er proberen voor te zorgen dat meer garanties en leningen tegen redelijke kosten beschikbaar komen, met name voor micro-ondernemingen. De verwijdering van leningportefeuilles uit de balansen van banken door die te verkopen aan institutionele beleggers - securitisatie - kan ook de capaciteit van banken voor het verstrekken van leningen aan het MKB vergroten.

Om de kapitaalstructuur van ondernemingen te verbeteren en te komen tot sterkere balansen, moet worden gestreefd naar fiscale neutraliteit voor de verschillende financieringsopties. Om het eigen vermogen van ondernemingen te helpen vergroten en de nodige stimulans te geven voor meer ondernemingsgroei, zal de Commissie haar acties voor een betere beschikbaarheid van risicokapitaal, financiering door business angels en investeringen door particulieren (micro-angels) intensifiëren. De Commissie biedt ook criteria aan om de maatregelen van de lidstaten ter ondersteuning van risicokapitaalfinanciering overeenkomstig de voorschriften inzake staatssteun te beoordelen. i

25.

Kernactie: Zorgen voor meer eigen vermogen en sterkere balansen in ondernemingen


De Commissie zal vanaf 2004 gebruikmaken van haar financiële instrumenten voor het MKB om de ondernemingsgroei te bevorderen door het aanbod van zowel schuld- als aandelenfinanciering te stimuleren. Afhankelijk van de evaluatie van de financiële instrumenten zullen in 2006 herziene en gestroomlijnde financiële instrumenten worden opgezet. Daarbij zal, naast het aanbod van garanties en de bevordering van securitisatie, ook het accent worden gelegd op eigen vermogen voor op onderzoek gebaseerde en innoverende kmo's.

In verband met het aflopen van de mededeling inzake staatssteun en risicokapitaal in 2006 zal de Commissie in 2004 en 2005 tevens de rol van staatssteun herzien bij het verhelpen van eventuele marktgebreken inzake de verstrekking van financiële middelen aan kmo's, met name de jonge en groeigerichte bedrijven.

De Commissie zal de elementen in de nationale fiscale structuren analyseren die schuldfinanciering bevoordelen ten opzichte van aandelenfinanciering (met name ingehouden winst, informele investeerders). De Commissie zal in 2004 beginnen met deze analyse en een werkgroep oprichten waarbij deskundigen uit de lidstaten worden betrokken. Op basis van de resultaten zal de Commissie de lidstaten die eigen vermogen in fiscaal opzicht ongunstig behandelen, verzoeken maatregelen te nemen om te zorgen voor fiscale neutraliteit. In 2005 zullen aanbevelingen en de bestaande goede praktijken worden gepresenteerd.

26.

3.5. Een MKB-vriendelijker regelgevings en administratief kader creëren


Volgens de raadpleging is een echte vermindering en vereenvoudiging van de administratieve en regelgevingslasten nodig voor de ondernemingen op relevante gebieden, zoals belastingen, arbeid of milieu. Aangezien een zekere mate van regelgeving en administratie nodig is om de markten te regelen of het algemeen belang te beschermen, moeten de nationale en regionale beleidsmakers ook voorzien in ondersteuning voor het MKB zodat deze bedrijven die problemen aankunnen.

De Commissie heeft in 2002 een ambitieus programma opgezet ter verbetering van de Europese governance, waarin aandacht wordt besteed aan betere wetgeving, effectbeoordeling en raadpleging van de betrokken partijen i, en zal zich nu concentreren op de tenuitvoerlegging ervan.

De interne markt heeft de ondernemingen, met name het MKB, het leven veel gemakkelijker gemaakt. Maar de interne markt is nog niet voltooid. Er zijn nog steeds belemmeringen. De interne marktstrategie 2003-2006 i besteedt aandacht aan relevante thema's voor het MKB, waaronder de opheffing van belemmeringen voor diensten, de vermindering van het effect van fiscale belemmeringen, en bijdragen tot het verruimen van de mogelijkheden om deel te nemen aan overheidsopdrachten door een beter gebruik van het daarvoor gebruikte netwerk van de lidstaten. De Commissie zal ook doorgaan met het bevorderen van de betrokkenheid van het MKB bij normalisatie. i

De Commissie zal in 2004 verder streven naar vereenvoudiging van de voorschriften inzake staatssteun. Zij zal met name verdergaan met de ontwikkeling van een instrument om steun te identificeren waarvan het onwaarschijnlijk is dat hij significante effecten op de mededinging zal teweegbrengen. Een dergelijk instrument zou de Commissie in staat stellen haar inspanningen voor het opsporen van staatssteun te verminderen en zou de lidstaten een grotere manoeuvreerruimte bieden om kleine steunbedragen toe te kennen waarvan het onwaarschijnlijk is dat ze tot concurrentieverstoringen leiden. Het MKB zou naar evenredigheid profijt moeten trekken van dergelijke maatregelen.

De Commissie zal een efficiëntere raadpleging van het MKB aanmoedigen ten einde deze ondernemingen in staat te stellen om in een vroeg stadium van het besluitvormingsproces hun mening over nieuwe initiatieven en over de juistheid van bestaande regelgeving en praktijken te geven. Om ervoor te zorgen dat een dergelijke raadpleging alle publieke activiteiten omvat, is interne coördinatie binnen de overheidsdiensten nodig.

27.

Kernactie: Luisteren naar het MKB


Om het MKB een luidere stem te geven in de EU-besluitvorming, zal de Commissie haar beoordeling van de effecten van EU-voorstellen op het MKB verbeteren in het kader van de recentelijk ingevoerde Effectbeoordeling op het Bedrijfsleven. Naast de reeds bestaande deelneming van het MKB aan specifieke beleidsinitiatieven van de Commissie zal de Commissie via de MKB-gezant i de dialoog tussen alle diensten van de Commissie en de bedrijfsorganisaties intensifiëren door middel van meer periodieke vergaderingen.

De Commissie zal ook de mechanismen verbeteren om rekening te houden met de ervaring van het MKB met wetgeving, beleid en programma's. In het kader van het initiatief interactieve beleidsvorming van de Commissie verzamelt het EIC-netwerk feedback over belemmeringen in de interne markt waarmee kmo's worden geconfronteerd. Door een sterkere promotie, een systematische follow-up met betrekking tot de gemelde problemen en een breder spectrum van gebieden waarover feedback kan worden gegeven, zal nog beter rekening kunnen worden gehouden met de meningen van het MKB.

Er moet niet alleen een efficiëntere dialoog met het MKB worden georganiseerd, maar uit deze werkzaamheden moet ook blijken dat de door het MKB aan de orde gestelde problemen echt in behandeling worden genomen. Eind 2004 zal de Commissie beschikken over operationele structuren voor het organiseren van de dialoog en het beoordelen van de vooruitgang; tegen 2005 zal de Commissie verslag uitbrengen over de deelneming van het MKB en zijn vertegenwoordigers aan het raadplegingsproces en over de mate waarin met de meningen van die ondernemingen rekening wordt gehouden.

De Commissie heeft samen met deskundigen uit de lidstaten een benchmarkingproject opgezet betreffende de betrokkenheid van het MKB bij de nationale beleidsvorming. In het kader van deze actie worden succesvolle methodes bekeken, die de lidstaten reeds toepassen om de raadpleging van het MKB te organiseren, waarbij alle diensten worden betrokken waarvan de werkzaamheden een invloed hebben op het MKB. Op basis daarvan zullen in 2005 beste praktijken en beleidsaanbevelingen worden gepresenteerd.

28.

Kernactie: De naleving van de fiscale wetgeving minder ingewikkeld maken


De naleving van verschillende nationale wet- en regelgevingen vormt een belemmering voor grensoverschrijdende activiteiten, met name voor kmo's. Indien dergelijke ondernemingen de vertrouwde bepalingen en voorschriften van de thuisstaat zouden kunnen toepassen bij de berekening van hun belastbare winst of de naleving van de BTW-verplichtingen, zouden ze het gemakkelijker hebben om over de grenzen heen uitbreiding te realiseren.

Om de procedures voor de naleving van de voorschriften inzake directe belastingen te vereenvoudigen en te verminderen, is de Commissie van plan een experimentele regeling op te zetten waarbij kmo's het systeem van belastingheffing in de thuisstaat kunnen toepassen. Volgens die regeling zouden de deelnemende lidstaten instemmen met wederzijdse erkenning van de verschillende nationale methoden om de belastbare winst te berekenen. In 2004 zal de Commissie samen met de belanghebbende partijen en de lidstaten de resterende technische problemen aanpakken en de experimentele regeling in detail uitwerken. Dit zou aanzienlijke besparingen en efficiencyverbeteringen moeten opleveren voor de kmo's die voor de regeling in aanmerking komen.

Op basis van de resultaten van de besprekingen over de technische problemen zal de Commissie haar conclusies inzake regelingen voor belastingheffing in de thuisstaat later in 2004 presenteren. Op basis daarvan zal de Commissie periodiek nagaan hoe het staat met de voortgang van de tenuitvoerlegging van dergelijke regelingen, die onder de bevoegdheid van de lidstaten valt.

Voor diverse categorieën transacties van bedrijf naar consument betekent de toepassing van de BTW op de plaats van consumptie momenteel dat de handelaren moeten worden geïdentificeerd en aangiften en betalingen moeten doen in elke lidstaat waar zij belastbare transacties verrichten. Dit is lastig voor de handelaren in de interne markt.

Op basis van de resultaten van een Europese studie over de BTW-verplichtingen en een openbare raadpleging in 2003 i is de Commissie voornemens in 2004 een one-stop-shop-systeem voor te stellen waarbij ondernemingen die in meer dan een lidstaat zijn geregistreerd, al hun BTW-verplichtingen in de gehele EU zouden kunnen vervullen in hun land van vestiging. i Een dergelijk systeem zou, voortbouwend op de ervaring die reeds is opgedaan met het enig BTW-portaal van de EU voor e-handelaren uit derde landen, de aan de BTW verbonden administratieve last aanzienlijk verminderen, aangezien de ondernemingen zich op die manier, in hun eigen taal, slechts tot één belastingautoriteit hoeven te wenden en slechts één stel verplichtingen hoeven na te komen.

29.

4. VOLGENDE STAPPEN VAN DE COMMISSIE OM DE AGENDA VOOR ONDERNEMERSCHAP UIT TE VOEREN


Om de agenda voor ondernemerschap uit te voeren, zal de Commissie optreden waar zij het best resultaten op EU-niveau kan behalen en waar zij in het kader van de open coördinatiemethode nuttige ondersteuning kan bieden voor de nationale en regionale strategieën van de lidstaten.

De Commissie is van plan deze werkzaamheden uit te voeren via de beleidsterreinen en programma's die onder de bevoegdheid van de Gemeenschap vallen. Het is de bedoeling dat alle in dit actieplan voorgestelde nieuwe acties die rechtstreeks verband houden met het vooruithelpen van de agenda voor ondernemerschap in het kader van de in artikel 2 van Beschikking 2000/819/EG van de Raad beschreven doelstellingen en de in bijlage I van de beschikking beschreven actiegebieden, en met name onder bevordering van ondernemerschap, in het bijzonder de kernacties, worden uitgevoerd via het Meerjarenprogramma voor ondernemingen en ondernemerschap, dat loopt tot 2005. i De Commissie zal in haar jaarlijkse werkprogramma's voor 2004 en 2005 voor de uitvoering van dit programma concrete en gedetailleerde voorstellen indienen betreffende activiteiten en de financiële middelen die nodig worden geacht om de kernacties in dit actieplan uit te voeren. Die voorstellen zullen worden goedgekeurd overeenkomstig de doelstellingen en procedureregels van het programma zoals vastgesteld in de bovenvermelde beschikking van de Raad.

Het voorstel van de Commissie voor een volgend meerjarenprogramma, dat in 2004 wordt gepresenteerd, zal niet alleen worden gebaseerd op haar eigen ervaring en op onafhankelijke evaluaties, maar ook op het openbare debat dat in aansluiting op het groenboek en dit actieplan heeft plaatsgevonden. In 2005 zal worden nagegaan op welke gebieden nieuwe acties nodig zijn. Concrete activiteiten om die acties uit te voeren, zullen vanaf 2006 worden voorgesteld overeenkomstig de doelstellingen en de procedureregels van dat programma.

De Commissie zal ook de nodige aandacht besteden aan de voortgang van de agenda voor ondernemerschap op alle andere voor ondernemers relevante beleidsgebieden, met name O&O en innovatie, Europese governance, de EU-agenda voor duurzaamheid, de werking van de interne markt, de werkgelegenheidsrichtsnoeren, het fiscale beleid en het concurrentiebeleid. De Commissie zal zorgen voor een sterkere oriëntatie op ondernemerschap in haar ondersteunende programma's i en zal de toegang daartoe bedrijfsvriendelijker maken.

30.

5. CONCRETE RESULTATEN VOOR DE EUROPESE ONDERNEMERS


In het actieplan worden de generieke doelstellingen beschreven die door de beleidsmakers van de EU en de lidstaten op de vijf strategische gebieden moeten worden verwezenlijkt. De streefdoelen, indicatoren en tijdschema's voor de te maken vorderingen zullen in het kader van de uit te voeren kernacties worden vastgesteld.

Meer mensen voorlichten over ondernemerschap en de kans bieden om ondernemersvaardigheden te verwerven door onderwijs en promotieactiviteiten.

Een eerlijk klimaat voor het nemen van risico's en geen onredelijke belemmeringen voor nieuwe ondernemers die een bedrijf starten of overnemen.

Zorgen voor eersteklas dienstverlening, met name voor grensoverschrijdende handel en innovatie, voor ondernemers van elke achtergrond en uit alle sectoren.

Voldoende financiële middelen en garanties om alle levensvatbare ondernemingsprojecten te financieren, ook in het kader van de kapitaaltoereikendheidseisen van Bazel II, en grotere neutraliteit bij de fiscale behandeling van verschillende financieringsopties.

De regelgevings- en administratieve procedures aanzienlijk verminderen en bij de beleidsvorming meer rekening houden met de behoeften van het MKB.

De resultaten van de in het kader van het actieplan ondernomen acties moeten blijken uit het effect op de prestaties op het gebied van ondernemerschap in de EU:

Een meer ondernemingsgerichte mentaliteit: meer mensen die een voorkeur voor ondernemerschap aangeven; meer starters, ook uit benadeelde groepen of regio's, meer nieuwe ondernemers die bestaande ondernemingen overnemen en meer nieuwe starts na een faillissement.

Betere bedrijfsprestaties die leiden tot meer concurrentiekracht en groei: sterkere balansen, meer innovatie in de particuliere sector, meer kmo's die in de interne markt opereren, meer nieuwe arbeidsplaatsen en meer snelgroeiende ondernemingen.

Een beter ondernemingsklimaat: minder tijd en kosten vereist om aan regelgeving en administratieve verplichtingen te voldoen.

De vooruitgang op EU-niveau die wordt gerealiseerd wat betreft de doelstellingen van het actieplan en de binnen de kernacties vastgestelde streefdoelen, alsmede het effect ervan op de prestaties zullen regelmatig worden beoordeeld. Vanwege de sleutelrol die de lidstaten spelen om vooruitgang te boeken, zal de Commissie ook de acties beoordelen die zij op de vijf strategische gebieden hebben ondernomen. In dit verband moet worden gesteld dat de vermindering van belemmeringen en de levering van ondersteunende overheidsdiensten in handen van de beleidsmakers liggen, zodat de eerste resultaten vrij vlug kunnen worden verwacht. Of er meer ondernemingsgerichte attitudes en vaardigheden komen, hangt af van de acceptatie van het beleid door de burgers, en daarvan kunnen alleen op langere termijn resultaten worden verwacht.

De verslagen over het actieplan zullen worden opgenomen in het mechanisme voor rapportage over de uitvoering van het Europees Handvest voor kleine bedrijven. Dit betekent dat de Commissie vanaf 2005 een verslag zal opstellen over de vooruitgang die is geboekt met de verwezenlijking van de in dit actieplan en de kernacties geformuleerde doelstellingen, zowel op EU-niveau als in de lidstaten, en betreffende de actielijnen van het handvest.

31.

Bijlage I - Voorstellen voor kernacties voor 2006 en daarna


Campagnes op het gebied van ondernemerschap uitvoeren

Om in de gehele samenleving positievere attitudes ten aanzien van ondernemerschap te creëren, zal de Commissie de organisatie van bewustmakingscampagnes ondersteunen. In het kader van die campagnes kunnen in de media rolmodellen, succesverhalen en beschrijvingen van faillissementen worden gepresenteerd. Daarbij zal de aandacht worden gevestigd op de positieve bijdrage van ondernemerschap aan de voorziening in de behoeften van de maatschappij (maatschappelijk verantwoord ondernemen of MVO). De campagnes worden het best op regionaal en nationaal niveau georganiseerd, terwijl de Commissie voor een Europees label zorgt, ondersteunende evenementen organiseert en de relaties tussen de verschillende in de EU georganiseerde campagnes verbetert teneinde de zichtbaarheid te vergroten en de coördinatie van regionale en nationale activiteiten te verbeteren. Voor deze werkzaamheden zal worden voortgebouwd op succesvolle praktijken die zijn aangewezen in de proefactie betreffende de organisatie van ondernemerschapsdagen in het kader van het PAXIS-programma.

32.

De oprichting van meer snelgroeiende ondernemingen (gazellen) stimuleren


Om ervoor te zorgen dat er meer gazellen komen, is de Commissie van plan meer duidelijkheid te scheppen over de vraag hoe meer van deze ondernemingen in een Europese context tot stand kunnen komen. Zij zal aanmoedigen tot meer onderzoek door bedrijfskundeopleidingen bijeen te brengen het succes van bestaande gazellen en de belemmeringen die verhinderen dat potentiële gazellen zich ontwikkelen tot echte gazellen te analyseren. Deze werkzaamheden moeten niet alleen leiden tot meer aandacht aan gazellen in analyses en onderzoek, maar ook tot opname van de bevindingen in leermodules van bedrijfskundeopleidingen om het gebruik ervan in het zakenleven aan te moedigen. De Commissie zal in het kader van de open coördinatiemethode ervaring uitwisselen over de beleidsmaatregelen van de lidstaten om pregazellen te helpen groeien. Dit zal beproefde methodes omvatten om ondernemers te helpen mogelijkheden voor snelle groei te onderkennen en te benutten, inclusief begeleidingsregelingen, leernetwerken op het gebied van ondernemerschap en ondersteunende regelingen voor pregazellen, zoals specifieke centra voor startende of groeiende bedrijven en ondersteuning voor vroegtijdige en snelle internationalisering.

33.

Ondernemerschap bevorderen in sociale sectoren


Op basis van een analyse van de specifieke behoeften en beperkingen van non-profit- en commerciële ondernemingen die sociale diensten (zoals gezondheidszorg, onderwijs en welzijnsvoorzieningen) en milieudiensten verlenen, zal de Commissie een benchmark uitvoeren van de in de lidstaten geldende voorwaarden voor het verlenen van deze diensten, en aanbevelingen en aanwijzingen geven over het verbeteren van de voorwaarden waaronder ondernemingen in die sectoren opereren, (wat betreft promotie en wetgeving) in het kader van hun openbare dienstverleningsverplichtingen en de voor de verleende diensten specifieke kwaliteitseisen. Afhankelijk van de studieresultaten kunnen verdere maatregelen de bevordering in Europa van betere voorwaarden voor ondernemingen die sociale en milieudiensten verlenen, beleidsconclusies of zelfs juridische instrumenten (bv. een aanbeveling of vrijwillige regulering) omvatten.

34.

Micro-ondernemingen in staat stellen personeel in dienst te nemen door de regelgeving minder ingewikkeld te maken


Het vermogen van micro-ondernemingen om personeel in dienst te nemen en te beheren, wordt ongunstig beïnvloed door de mate van complexiteit van personeelsstatuten en -reglementen. i Voor micro-ondernemingen die weinig of geen ervaring hebben met deze problemen, kan dit in tijd en kosten zware lasten met zich meebrengen. Voortbouwend op de ervaring die is opgedaan met de nationale actieplannen voor werkgelegenheid i, en op de lopende werkzaamheden van de Commissie inzake de voorschriften voor de indienstneming van de eerste werknemer, zal de Commissie samen met externe deskundigen de nationale praktijken verder met elkaar vergelijken en nagaan hoe de aanwerving van personeel door micro-ondernemingen in de gehele EU kan worden vergemakkelijkt wat betreft de voorschriften voor de indienstneming van de eerste werknemer. Andere relevante regelgevingskwesties voor micro-ondernemingen zullen later worden gedefinieerd en behandeld.

35.

De toegang van het MKB tot overheidsopdrachten vergemakkelijken


Om de toegang van het MKB tot overheidsopdrachten te verbeteren, zal de Commissie de lidstaten aanmoedigen tot het verzamelen en uitwisselen van goede praktijken die door aanbestedende diensten worden toegepast om de deelneming van het MKB aan overheidsopdrachten te versterken. Op EU-niveau wordt door de nieuwe richtlijnen inzake overheidsopdrachten, waarover onlangs overeenstemming is bereikt, niet alleen het aantal geldende richtlijnen inzake overheidsopdrachten verminderd, maar wordt ook voorzien in vereenvoudiging en modernisering van het aanbestedingsstelsel zelf. De Commissie zal zorgen voor begeleiding betreffende de interpretatie van deze richtlijnen en de omzetting ervan in nationale wetgeving door de lidstaten. Zo zullen de aanbestedende diensten in staat worden gesteld om optimaal gebruik te maken van de op basis van deze richtlijnen goedgekeurde voorzieningen. Bovendien zal de Commissie een actieplan inzake elektronische aanbestedingen publiceren teneinde de problemen aan te pakken die voortvloeien uit de toepassing van de nieuwe bepalingen betreffende het gebruik van elektronische middelen bij aanbestedingen. Het EIC-netwerk kan kmo's helpen door ze informatie te verstrekken, een beter inzicht bij te brengen en beter in staat te stellen om overheidsopdrachten binnen te halen.